RAADSBESLUIT TOT VASTSTELLING VAN HET PROTOCOL VERMOEDEN VAN INTEGRITEITSSCHENDINGEN POLITIEKE AMBTSDRAGERS VEENENDAAL

Geldend van 11-07-2025 t/m heden

Intitulé

RAADSBESLUIT TOT VASTSTELLING VAN HET PROTOCOL VERMOEDEN VAN INTEGRITEITSSCHENDINGEN POLITIEKE AMBTSDRAGERS VEENENDAAL

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van de burgemeester van 6 mei 2025, nummer 2240287

overwegende dat:

  • de raad via motie M2024.18 Instellen vertrouwenspersoon verzocht heeft tot het instellen van een vertrouwenspersoon en een protocol uit te werken waarin is vastgelegd hoe wordt omgegaan met ongewenste omgangsvormen (intern en extern);

  • het eenduidig vastleggen hoe te handelen in voorkomende situaties van ongewenste omgangsvormen houvast en transparantie geeft naar politieke ambtsdragers en inwoners;

gelet op

artikel 12 van de Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Veenendaal

Besluit

vast te stellen het Protocol vermoeden van integriteitsschendingen politieke ambtsdragers Veenendaal

Artikel 1. Reikwijdte en definities

  • 1.

    Dit protocol voorziet in richtlijnen voor de handelswijze van de burgemeester bij vermoeden van integriteitschendingen waarbij een politiek ambtsdrager betrokken is. Een melding over (een vermoeden van) ongewenste gedrag als genoemd in artikel 9 van de Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers valt niet onder dit protocol.

  • 2.

    In dit protocol wordt verstaan onder:

    • a.

      Gedragscode: Gedragscode voor politiek ambtsdragers gemeente Veenendaal;

    • b.

      Externe integriteitsdeskundige: een externe deskundige die in opdracht van de burgemeester vooronderzoek of nader onderzoek doet naar integriteitsvraagstukken;

    • c.

      Integriteitsschending: een gedraging van een politieke ambtsdrager die in strijd is met het handelen als ‘goed volksvertegenwoordiger’ of ‘goed bestuurder’;

    • d.

      Melder: een persoon die een melding indient overeenkomstig het bepaalde in deze regeling;

    • e.

      Melding: het melden van een vermoeden van een integriteitsschending door een politieke ambtsdrager;

    • f.

      Politieke ambtsdrager: de bestuurders, waaronder de burgemeester en wethouders, de gekozen volksvertegenwoordigers, zijnde raadsleden en schaduw-raadsleden, die zijn benoemd op grond van de Verordening op de raadscommissies Veenendaal;

    • g.

      Vertrouwenspersoon: de persoon die door de gemeente is benoemd als (externe) vertrouwenspersoon;

    • h.

      Steunpunt: het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers (SIPA), onderdeel van het Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).

Artikel 2. Melding

  • 1.

    Eenieder kan een melding indienen bij een vermoeden van een schending van de integriteit door een politieke ambtsdrager.

  • 2.

    Een anonieme melding wordt niet behandeld tenzij zwaarwegende omstandigheden aanwezig zijn die blijken uit de duiding van de anonieme melding, waardoor een anonieme melding naar het oordeel van de burgemeester is gerechtvaardigd.

  • 3.

    Een melding is op redelijke gronden gebaseerd, bijvoorbeeld op basis van eigen kennis of eigen waarneming.

Artikel 3. Meldpunt

  • 1.

    De burgemeester is het (vertrouwelijke) meldpunt voor alle signalen van een vermoeden van integriteitsschendingen door politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een melding van een vermoeden van een integriteitschending wordt, al dan niet via de griffier, de gemeentesecretaris of de vertrouwenspersoon, gemeld bij de burgemeester.

  • 3.

    Een melding over de burgemeester wordt gedaan bij een locoburgemeester die de melding over de burgemeester overeenkomstig dit protocol behandelt.

  • 4.

    De burgemeester bevestigt schriftelijk de ontvangst van de melding aan de melder.

  • 5.

    De burgemeester informeert de politieke ambtsdrager over de melding.

  • 6.

    De burgemeester stelt in overleg met de melder de fractievoorzitters op de hoogte van de ontvangst van de melding.

  • 7.

    De burgemeester houdt na een melding de regie op het administratieve proces en zorgt in alle fases voor verslaglegging.

  • 8.

    De burgemeester kan zich hierbij laten ondersteunen door de griffier, de gemeentesecretaris of het Steunpunt.

Artikel 4. Vertrouwelijk behandelen informatie

Eenieder die bij de melding betrokken is of wordt, gaat vertrouwelijk om met alle informatie die wordt verkregen gedurende de behandeling van de melding.

Artikel 5. Geheimhouding

De burgemeester kan met inachtneming van de bepalingen uit de Gemeentewet besluiten geheimhouding op te leggen.

Artikel 6. Vooronderzoek

  • 1.

    Het vooronderzoek vindt plaats op een door de burgemeester te bepalen wijze, waarbij voor de betreffende melding de meest geëigende onderzoeksmethode wordt gekozen.

  • 2.

    In alle gevallen kan de burgemeester opdracht geven aan een externe integriteitsdeskundige om advies uit te brengen.

  • 3.

    Indien het vooronderzoek geen aanleiding geeft voor het instellen van een nader onderzoek, besluit de burgemeester het onderzoek niet verder voort te zetten en informeert hij de politieke ambtsdrager en de melder hierover.

  • 4.

    Indien op grond van het vooronderzoek de noodzaak blijkt, vindt nader onderzoek plaats op grond van artikel 7 van deze regeling nadat de Commissaris van de Koning in kennis is gesteld van de melding.

  • 5.

    De burgemeester doet indien mogelijk (vertrouwelijk) mededeling van de resultaten van het vooronderzoek aan de fractievoorzitters en eventueel het college.

Artikel 7. Nader onderzoek en communicatie

  • 1.

    De burgemeester verleent schriftelijk opdracht aan een externe integriteitsdeskundige voor het nader onderzoek. De opdracht vermeldt de aanleiding, de doelstelling, de onderzoeksvragen, de onderzoeksmethoden, de verwachte duur en de kosten van het onderzoek.

  • 2.

    De politieke ambtsdrager wordt over het instellen van het nader onderzoek per brief geïnformeerd waarin in ieder geval is opgenomen:

    • a.

      een omschrijving van het handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen van onderzoek;

    • b.

      de mededeling dat de politieke ambtsdrager zich door een raadsman kan laten bijstaan;

    • c.

      de mededeling dat als andere feiten en omstandigheden bekend worden die van belang zijn voor het bepalen van de omvang, aard en ernst van de integriteitschending, het onderzoek zich kan uitstrekken tot die feiten en omstandigheden.

  • 3.

    De politieke ambtsdrager en derden kunnen worden gehoord waarbij het volgende in acht wordt genomen:

    • a.

      de politieke ambtsdrager en derden worden vooraf op de hoogte gesteld van de aard van het gesprek;

    • b.

      er wordt een gespreksverslag opgemaakt;

    • c.

      degene die is gehoord krijgt de mogelijkheid om schriftelijk te reageren op het betreffende gespreksverslag en wordt, als degene die is gehoord dat wil, een schriftelijke weergave van diens afwijkende mening bij het gespreksverslag gevoegd;

  • 4.

    communicatie over het nader onderzoek geschiedt in opdracht van de burgemeester.

Artikel 8. Rapportage nader onderzoek

  • 1.

    De rapportage of een samenvatting daarvan bevat alle informatie die nodig is om een oordeel te kunnen vormen over de aannemelijkheid en mate van verwijtbaarheid van het vermoeden van de integriteitschending.

  • 2.

    De burgemeester biedt de rapportage of een samenvatting daarvan aan de raad en eventueel het college aan.

Artikel 9. Aangifte

  • 1.

    Als er vermoeden is van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan bij de politie, door de burgemeester of een andere daartoe aangewezen persoon binnen of namens de organisatie.

  • 2.

    Het strafrechtelijk onderzoek naar een strafbaar feit laat onverlet dat de burgemeester een nader onderzoek als bedoeld in artikel 7 kan instellen.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Protocol vermoeden van integriteitsschending politieke ambtsdragers Veenendaal.’

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 juli 2025

Peter van Vugt,

griffier

Gert-Jan Kats,

Voorzitter