Regeling vervalt per 31-01-2028

Subsidieregeling bevordering regionale bestuurskracht gemeenten Zuid-Holland

Geldend van 11-07-2025 t/m 30-01-2028

Intitulé

Subsidieregeling bevordering regionale bestuurskracht gemeenten Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

Overwegende dat:

  • -

    gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van de intergemeentelijke samenwerking en de kwaliteit van het lokaal bestuur;

  • -

    de bestuurskracht van gemeenten en regio’s onder druk staat als gevolg van het gebrek aan personeel en teruglopende financiële middelen, een toename in taken, complexiteit van opgaven en in het aantal samenwerkingsverbanden;

  • -

    het wenselijk is gemeenten en regio’s te stimuleren om hun bestuurskracht te versterken;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

“Subsidieregeling bevordering regionale bestuurskracht gemeenten Zuid-Holland”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

Bestuurskracht: de slagkracht van bestuursorganen om maatschappelijke opgaven te realiseren.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van:

    • a.

      een onderzoek naar de bestuurskracht van een gemeente

    • b.

      een onderzoek naar de bestuurskracht van bestaande of mogelijke samenwerking van twee of meer gemeenten

    • c.

      een verkennend of evaluerend onderzoek dat bijdraagt aan vernieuwing of versterking van de intergemeentelijke bestuurlijke samenwerking.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan een gemeente of een samenwerkingsverband van gemeenten welke zijn gelegen binnen de provincie Zuid-Holland.

Artikel 4 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien:

  • a.

    het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 15.000,00 bedraagt;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op een periodiek terugkerende activiteit;

  • c.

    Gedeputeerde Staten voor dezelfde activiteit eerder al subsidie hebben verleend;

  • d.

    het onaannemelijk wordt geacht, dat de activiteit binnen afzienbare tijd bijdraagt aan versterking van de regionale bestuurskracht en/of vernieuwing en versterking van de intergemeentelijke samenwerking , of

  • e.

    de activiteit in strijd is met een herindelingsontwerp, een herindelingsadvies of een herindelingsregeling als bedoeld in de Wet algemene regels herindeling.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteit is gericht op versterking van de bestuurskracht van gemeenten en regio’s, en

  • b.

    de activiteit heeft betrekking op gemeentelijke taken.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise ten behoeve van onderzoeken als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2. niet voor subsidie komt in aanmerking:

    • a.

      apparaatskosten, als bedoeld in de toelichting behorende bij de Regeling informatie voor derden (Stcrt. 2003, 37), tenzij noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie;

    • b.

      kosten die niet noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het doel van de subsidie, waaronder in ieder geval kosten die betrekking hebben op het bevorderen of intensiveren van intergemeentelijke samenwerking op operationeel niveau.

Artikel 7 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,00.

Artikel 8 Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen toegekend op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat toekenning van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie toegekend op basis van loting.

Artikel 9 Bevoorschotting en betaling

Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11 Werkingsduur

Deze regeling vervalt op 31 januari 2028, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 12 Openstelling en subsidieplafond

  • 1. Subsidieaanvragen op grond van deze subsidieregeling regeling kunnen worden ingediend gedurende de perioden welke bij openstellingsbesluit zullen worden bepaald.

  • 2. Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van deze subsidieregeling wordt voor elke openstellingsperiode bepaald bij het besluit bedoeld in het eerste lid.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bevordering regionale bestuurskracht gemeenten Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 1 juli 2025

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

voorzitter,

mr. A.W. Kolff

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling bevordering regionale bestuurskracht gemeenten Zuid-Holland

Algemeen

Intergemeentelijke samenwerking wordt steeds belangrijker als oriënteringspunt en afstemmingsplatform. Het is een cruciaal instrument voor het waarborgen en verbeteren van de gemeentelijke taakuitvoering en dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen. Vooral in een tijd waarin de combinatie van decentralisatie van rijkstaken en teruglopende financiële middelen en arbeidscapaciteit veel gemeenten bestuurlijk en/of financieel onder druk zet.

Er zijn diverse mogelijkheden om intergemeentelijke samenwerking vorm te geven, afhankelijk van het onderwerp, de oorzaak en het doel. Het proces om tot samenwerking te komen is eveneens divers. Gemeenten kunnen verschillende instrumenten inzetten, zoals een regionaal bestuurskrachtonderzoek of een (evaluatie)onderzoek naar intergemeentelijke samenwerking.

Doel van de subsidieregeling

Gedeputeerde Staten vinden het belangrijk met gemeenten blijven werken aan versterking van hun bestuurskracht en intergemeentelijke samenwerking.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend, zijn gericht op het bevorderen van bestuurskracht of intensiveren van intergemeentelijke samenwerking.

In artikel 2 worden activiteiten aangegeven waarvoor subsidie kan worden verleend. Activiteiten moeten leiden tot een product dat behulpzaam kan zijn bij de bestuurlijke afweging en besluitvorming door gemeenten over strategische vraagstukken van intergemeentelijke samenwerking.

Intergemeentelijke bestuurlijke samenwerking verwijst specifiek naar de samenwerking tussen gemeenten op bestuurlijk niveau. Dit betekent dat de samenwerking gericht is op beleidsvorming, besluitvorming en het uitvoeren van bestuurlijke taken. Het doel is om de efficiëntie en effectiviteit van het bestuur te verbeteren door middel van gezamenlijke inspanningen en gedeelde verantwoordelijkheden. Het gaat dan niet om samenwerking op operationeel niveau.

Artikel 4

Voor een weigering volstaat het van toepassing zijn van één weigeringsgrond. Een belangrijke weigeringsgrond is gelegen in artikel 2.6, lid 1 onder a van de Asv: de te subsidiëren activiteit is al in uitvoering voordat de aanvraag is ingediend.

Vanwege kostenefficiency wordt geen subsidie verstrekt als het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 15.000 bedraagt. Activiteiten die onvoldoende vernieuwend zijn en daarmee niet bijdragen aan het doel van de regeling (artikel 2.6, lid 1 onder g van de Asv), worden niet gesubsidieerd. Gedeputeerde Staten zullen een subsidieaanvraag ook afwijzen als zij eerder al voor dezelfde activiteit subsidie hebben verleend.

Artikel 7

Als maximale subsidie wordt een bedrag van € 50.000 aangehouden. De totale kosten van een dergelijk onderzoek kunnen echter wel hoger zijn, maar de bijdrage zal dan niet hoger zijn dan

€ 50.000. Een bijdrage van minimaal 50% van de subsidieaanvrager achten wij van belang omdat daarmee ook het wederzijds belang en verantwoordelijkheid tot uitdrukking komt.