Subsidieregeling Fonds Houten Samen

1. De gemeenteraad van Houten stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor deze regeling.

2. Het subsidieplafond wordt evenredig verdeeld over de vier subsidierondes, bedoeld in artikel 7, lid 1 sub a en b.

3. Het college kan de verdeling tussen de vier subsidierondes aanpassen indien het subsidieplafond in de voorgaande subsidieronde niet wordt bereikt.

4. Indien het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen toe te kennen die in aanmerking komen voor een subsidie per ronde, dan past het college subsidieverdeling toe waarbij de score op de criteria in artikel 9 worden meegewogen.

1. Voor subsidie komen redelijke kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 7.

2. Hieronder vallen ook personeels- en organisatiekosten gerelateerd aan de activiteiten.

3. Niet-subsidiabel zijn in ieder geval:

• a.

  kosten die niet in redelijke verhouding staan tot de gestelde doelen of redelijkerwijs te verwachten resultaten van de activiteit;

• b.

  de aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd.

4. De subsidie uit het Fonds Houten Samen is bestemd voor het realiseren van activiteiten en niet voor de (structurele) ondersteuning van organisaties.

1. Voor aanvragers uit categorie 1 gelden de volgende voorwaarden:

• a.

  Het maximaal aan te vragen bedrag per aanvraag is maximaal 50% van de totale kosten van de activiteit(en).

• b.

  Het maximaal aan te vragen bedrag per aanvraag is € 15.000.

2. Voor aanvragers uit categorie 2 gelden de volgende voorwaarden.

• a.

  Bij een totaalbegroting tot € 1.000 kan maximaal 100% van de kosten als subsidie worden aangevraagd.

• b.

  Bij een totaalbegroting vanaf € 1.000 kan maximaal 50% van de kosten als subsidie worden aangevraagd.

• c.

  Het maximaal aan te vragen bedrag per activiteit bedraagt € 5.000.

1. Aanvragen kunnen doorlopend digitaal worden ingediend, waarbij rekening gehouden moet worden met de volgende vier subsidierondes:

• a.

  Deadline 1 februari: voor activiteiten die vanaf 1 april starten, moet de aanvraag uiterlijk 1 februari worden ingediend.

• b.

  Deadline 1 mei: voor activiteiten die vanaf 1 juli starten, moet de aanvraag uiterlijk 1 mei worden ingediend.

• c.

  Deadline 1 september: voor activiteiten die vanaf 1 november starten, moet de aanvraag uiterlijk 1 september worden ingediend.

• d.

  Deadline 1 november: voor activiteiten die vanaf 1 januari het jaar volgend op het huidige kalenderjaar starten moet de aanvraag uiterlijk 1 november van het jaar ervoor worden ingediend.

2. De aanvraag kan niet eerder dan 11 maanden voor de start van de activiteit ingediend worden.

3. Vooruitlopend op de invoering van de regeling in 2026, is er eenmalig op 1 oktober 2025 een deadline voor de volgende type aanvragers:

• a.

  aanvragers die t/m 2025 vanuit de regeling samenlevingsactiviteiten subsidie hebben ontvangen en in de eerste helft van 2026 activiteiten organiseren;

• b.

  aanvragers, die activiteiten in het eerste kwartaal van 2026 organiseren en niet terecht kunnen bij de laatste tranches in 2025 van het Cultuur – of Evenementenfonds.

4. Een aanvraag wordt gedaan met gebruikmaking van een door de gemeente beschikbaar gesteld digitaal aanvraagformulier en dient de volgende informatie over het project te bevatten:

• a.

  Inhoud (opzet van de activiteiten), doelstelling (beoogd resultaat en beoogde doelgroep), organisatie (o.a. planning en samenwerkingspartners), financiën, publiciteit (o.a. verwacht bereik), communicatie en evaluatie;

• b.

  Toelichting op de activiteiten en hoe de activiteiten bijdragen aan de doelstelling (conform artikel 2) van de regeling;

• c.

  een gespecificeerde begroting met dekkingsplan, dat inzicht geeft in de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteit.

1. Alle aanvragen voor subsidie op grond van deze regeling worden beoordeeld op basis van onderstaande criteria:

• a.

  Participatie en Draagvlak

  De commissie beoordeelt in hoeverre de beoogde activiteiten samen met de beoogde doelgroep zijn opgezet, of de aanvrager vraaggericht werkt en aansluit bij de behoeften van de doelgroep. Dit betekent dat de aanvrager de beoogde doelgroep, buurt, wijk of dorp betrekt bij het opstellen van het plan en/of het uitvoeren van de activiteiten.

• b.

  Verbinding

  De commissie beoordeelt in hoeverre het project eraan bijdraagt dat deelnemers tijdens het project nader kennis maken met elkaar en nieuwe contacten opdoen. Bijzondere belangstelling gaat uit naar projecten die zich extra inzetten om inclusie te bevorderen en nieuwe doelgroepen te bereiken.

• c.

  Samenwerking met andere organisaties

  De commissie beoordeelt in hoeverre de samenwerking met andere organisaties is opgezocht en dit de gemeenschappelijke sociale basis wordt versterkt. Het activiteitenplan maakt helder en goed onderbouwd duidelijk waar de samenwerking tot stand komt en hoe de rolverdeling tussen de betrokken partners is.

• d.

  Toegankelijkheid/ inclusiviteit

  De commissie beoordeelt of de aanvrager meedoen op eigen niveau mogelijk maakt. Bij de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verstrekt, worden zoveel mogelijk sociale, fysieke of praktische belemmeringen weggenomen waar mogelijk, zodat iedereen voor wie de activiteit is bedoeld, daadwerkelijk mee kan doen.

• e.

  Organisatorische kwaliteit en ondernemerschap

  De commissie beoordeelt of de activiteiten een heldere aanpak heeft met duidelijke doelstellingen en daarbij passende activiteiten. Ook wordt beoordeeld of de planning en begroting inclusief dekkingsplan inzichtelijk en realistisch zijn. Hierbij wordt ook bekeken of er – indien van toepassing- eigen inkomsten zijn en/of cofinanciering wordt gerealiseerd. De commissie gaat ervan uit dat de aanvrager een reële inspanning levert om ook bijdragen vanuit fondsen of andere cofinanciering te realiseren.

1. De toetsing van de aanvragen is belegd bij een beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie bestaat uit minimaal drie beleidsmedewerkers en/ of beleidsondersteuners van de afdeling Samenleving met expertise op het gebied van sport, cultuur en welzijn en de portefeuillehouder Sociale Koers.

2. De afweging vindt plaats aan de hand van de vereisten in artikelen 5, 6, 7, 8, 9.

3. Per criterium, zoals genoemd in artikel 9, kunnen maximaal 5 punten worden verdeeld.

4. Een aanvraag moet minimaal 10 punten scoren van artikel 9 lid 1 sub a tot en met e om in aanmerking te komen voor subsidie. Is dit niet het geval, dan wordt de aanvraag afgewezen.

5. Het beschikbare budget van de desbetreffende subsidieronde wordt via een gewogen verdeling over alle positief beoordeelde aanvragen verdeeld. Hierbij wordt rekening gehouden met een evenwichtige verdeling tussen de sectoren welzijn, cultuur en sport op basis van de ontvangen aanvragen.

6. De beoordelingscommissie informeert het college over de voorgenomen besluiten.

7. Indien het college afwijkt van de beoordeling van de beoordelingscommissie doet het dat gemotiveerd.

1. In aanvulling op artikel 9 van de Asv wordt geen subsidie verstrekt aan:

• a.

  Activiteiten die hebben plaatsgevonden voordat op de aanvraag is beslist;

• b.

  Activiteiten die buiten de gemeente Houten plaatsvinden;

• c.

  Fondsenwervende activiteiten;

• d.

  Onderzoek, congressen, symposia;

• e.

  Buurt/ straatfeest;

• f.

  Investeringen, aankopen en restauraties;

• g.

  Ontsluiting van archieven;

• h.

  De huisvestingskosten, activiteitenkosten of organisatiekosten niet in verhouding staan tot het aantal deelnemers aan de activiteit;

• i.

  De activiteit al wordt uitgevoerd door een andere partij;

• j.

  Indien de subsidie een uitbreiding van reeds gesubsidieerde activiteiten betreft of voor een tekort in de exploitatie dient;

• k.

  Voor institutionele organisaties geldt dat er alleen aanvragen voor activiteiten kunnen worden ingediend die niet vanuit de regeling sociale basis infrastructuur zijn gefinancierd;

• l.

  Meerdere aanvragen op grond van verschillende subsidieregelingen voor eenzelfde initiatief worden ingediend en de subsidieverstrekking leidt tot een openstapeling van subsidies.

1. Subsidieontvangers ontvangen een voorschotbedrag ter hoogte van 100% van het verleende subsidiebedrag.

2. Subsidie tot € 50.000 wordt in één keer uitbetaald.

1. Subsidies tot € 5.000 worden direct vastgesteld, tenzij in de beschikking anders is bepaald.

2. Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch ten hoogste € 100.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

3. De aanvraag tot vaststelling bevat:

• a.

  Bij subsidies van € 5.000 tot € 100.000:

  • i.

    Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

  • ii.

    Een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

2. De regelingen Subsidieregeling Cultuurfonds Houten 2023 en Subsidieregeling Inwonersfonds Houten worden per 1-1-2026 ingetrokken.

3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling Fonds Houten Samen”.