Beleidsregels reizen naar school Twenterand

Geldend van 11-07-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels reizen naar school Twenterand

Burgemeester en wethouders van Twenterand;

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Verordening reizen naar school Twenterand (artikelen 1, 2, 3, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27 en 28) en de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.3.).

Besluiten:

Vast te stellen de Beleidsregels reizen naar school Twenterand.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    black spot: een plaats waar veel verkeersongevallen gebeuren;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand;

  • c.

    individuele reistijd: de tijd die een leerling in het voertuig doorbrengt vanaf het moment dat de leerling in het voertuig stapt tot het moment dat hij uitstapt bij het afzetadres (woon- of huisadres, dan wel uitstapplaats of school/stage);

  • d.

    concessievervoerder: met de concessie wordt het busvervoer in de Concessie Twente bedoeld, of de treinen op de Concessie Vechtdallijnen (Almelo-Hardenberg).

  • e.

    ov-abonnement: een abonnement voor de trein en/of bus.

  • f.

    stage: het door een leerling opdoen van ervaring bij een bedrijf of organisatie gedurende een vooraf bepaalde periode als onderdeel van het onderwijs op grond van de Wet op het expertisecentra of Wet voortgezet onderwijs 2020. Onder stage valt niet: een maatschappelijke stage en arbeidsmatige dagbesteding.

  • g.

    arbeidsmatige dagbesteding: een vorm van dagbesteding waarbij mensen met een beperking of psychische aandoening aan het werk gaan op een zorgboerderij, in een atelier, in een werkplaats of in een andere omgeving. Het doel van arbeidsmatige dagbesteding is om mensen een zinvolle daginvulling te bieden, waarbij ze zich kunnen ontwikkelen en bijdragen aan de maatschappij;

  • h.

    verordening: Verordening reizen naar school Twenterand;

  • i.

    tussenvoorziening: een opbouwvoorziening die wordt aangeboden door het samenwerkingsverband waar de gemeente Twenterand onder valt en gericht is op de terugkeer naar regulier onderwijs;

  • j.

    VSO: Voortgezet speciaal onderwijs;

  • k.

    WEC: Wet op de expertisecentra;

  • l.

    WPO: Wet op het primair onderwijs.

Artikel 2. Tussenvoorziening (uitwerking artikel 1 van de verordening)

  • 1. Leerlingen die thuiszitten of waarbij thuiszitten dreigt, kunnen gebruik maken van een tussenvoorziening om hen weer voor te bereiden op een vervolgstap: regulier onderwijs of speciaal onderwijs. Omdat een tussenvoorziening geen BRIN-nummer heeft en leerlingen formeel dan ook niet ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling is strikt genomen leerlingenvervoer niet van toepassing.

  • 2. Kinderen of jongeren die onderdeel zijn van een tussenvoorziening komen uitsluitend in aanmerking voor leerlingenvervoer als:

    • het ouders niet lukt om zelf het vervoer van de leerling naar de locatie te verzorgen;

    • het niet lukt om een beroep te doen op het sociaal netwerk van leerling en/of ouders om het vervoer te verzorgen;

    • het niet mogelijk is om zelfstandig dan wel onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen;

    • het niet mogelijk is om zelfstandig dan wel onder begeleiding per fiets of e-bike naar de locatie te reizen;

    • er geen sprake is van een toegekende vervoersvoorziening in het kader van de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo).

  • 3. De leerling toont bij het college aan dat hij of zij gebruik maakt van de aangeboden dichtstbijzijnde tussenvoorziening, gericht op begeleiding naar (een andere) vorm van onderwijs of een vorm van (beschutte) stage.

Artikel 3. Woning (uitwerking artikelen 1, 8 en 9 van de verordening)

  • 1. Onder ‘woning’ verstaat het college: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft. Met andere woorden, de plaats van waaruit de leerling de school bezoekt. In deze is het niet relevant in welke gemeente de ouders en/of de leerling staan ingeschreven.

  • 2. Niet ter zake doet of de ouders, voogden of verzorgers in de gemeente hun officiële verblijf hebben in de zin van de artikelen 10 en verder van Boek I van het Burgerlijk wetboek. Dit betekent dat als een leerling tijdelijk in een andere gemeente verblijft, de ouders in deze andere gemeente (in het algemeen) leerlingenvervoer van deze leerling aanvragen.

  • 3. Indien een leerling bij pleegouders c.q. in een internaat verblijft buiten de eigen gemeente wordt bij de gemeente waarin de leerling structureel verblijft leerlingenvervoer naar zijn/haar school aangevraagd. De gemeente waarin de ouders verblijven vragen dan weekeind- of vakantievervoer aan zodat het kind zodat het kind rondom weekenden, vakanties en feestdagen ook van ouders naar school, c.q. internaat of pleegouders en vice versa vervoerd wordt.

  • 4. Op het moment dat er sprake is van structureel logeren (bijvoorbeeld 1 of 2 etmalen per week) bij een pleeggezin of op een zorgboerderij, is er geen sprake van feitelijk verblijf.

Artikel 4. Tweede opstap- of afzetadres (uitwerking artikel 1 van de verordening)

Het college verstrekt alleen leerlingenvergoeding voor een tweede opstap- of naar een tweede afzetadres als is voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de leerling heeft recht op leerlingenvervoer van de woning naar school en/of vice versa;

  • b.

    het tweede adres voldoet aan het afstandscriterium uit de verordening;

  • c.

    het opstap- of afzetadres is structureel. Structureel betekent in dit verband dat er sprake moet zijn van een vast, (twee-)wekelijks terugkerend patroon;

  • d.

    het tweede adres bevindt zich binnen de gemeente Twenterand;

  • e.

    er is geen voorliggende voorziening die het vervoer van het tweede adres naar school of van school naar het tweede adres voor haar rekening neemt of zou moeten nemen.

Artikel 5. Twee woningen (uitwerking artikelen 1, 2 en 9 van de verordening)

  • 1. Een leerling kan twee woningen hebben in de zin van de verordening. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van co-ouderschap, waarbij het kind beurtelings bij de ene en de andere ouder verblijft. Waar de leerling staat ingeschreven doet niet ter zake, doorslaggevend is de feitelijke verblijfplaats van de leerling.

  • 2. Om aanspraak te maken op leerlingenvervoer dienen beide ouders afzonderlijk een aanvraag in bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Dit geldt ook als beide ouders in dezelfde gemeente c.q. woonplaats wonen.

  • 3. Het college toetst de aanvraag aan de eigen verordening. Het komt voor dat slechts in één van beide gemeenten aanspraak op leerlingenvervoer bestaat, doordat de school niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is.

Artikel 6. Medische behandeling en zorg (uitwerking artikelen 8 en 13 van de verordening)

  • 1. Het komt voor dat ouders verzoeken om leerlingenvervoer naar instellingen waar kinderen dagbehandeling(en) (zorg) krijgen, al dan niet in combinatie met onderwijs. Het leerlingenvervoer betreft slechts het vervoer van en naar scholen in de zin van de onderwijswetgeving. Zorginstellingen, medisch kinderdagverblijven en dergelijke vallen hier niet onder.

  • 2. Volgt een kind ook onderwijs op of nabij een zorglocatie, dan kunnen de ouders een (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor het leerlingenvervoer krijgen, als het kind voor meer dan 50% van de reguliere onderwijstijden (op basis van de schoolgids/website van de school) onderwijs ontvangt en aan de overige eisen van de verordening is voldaan.

  • 3. Hierbij geldt dat het college leerlingenvervoer aanbiedt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids. Krijgen kinderen voor, tijdens of na schooltijd zorg of behandeling(en), dan zijn toch de schooltijden leidend voor het leerlingenvervoer.

Artikel 7. Persoonlijke vervoersontwikkelingsplannen (uitwerking artikel 3 lid 4 van de verordening)

  • 1. Het college hanteert de methodiek van persoonlijke vervoersontwikkelingsplannen (pvp). Per schooljaar wordt gekeken of er onder de tot het leerlingenvervoer toegelaten leerlingen, leerlingen zijn die in aanmerking komen voor een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan. Dit gebeurt in nauw overleg met de ouders. Het doel van een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan is dat de leerling wordt begeleid naar en voorbereid op zelfstandig reizen. Tevens vergroot het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan de zelfredzaamheid van de leerling.

  • 2. Op een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

    • het eerste gesprek vindt plaats als de leerling negen jaar wordt;

    • afhankelijk van de uitkomst van dit gesprek en de bevindingen word in overleg met ouders wordt een persoonlijk vervoersontwikkkelingsplan opgesteld waarin ten minste staat omschreven: welke vorm(en) van vervoer de leerling gaat gebruiken, en voor welke traject(en);

    • als na verloop van tijd blijkt dat het niet mogelijk is om het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan te continueren, mag de leerling gedurende de rest van het schooljaar gebruik maken van de oorspronkelijk toegekende vervoersvoorziening.

Artikel 8. Afstand (uitwerking artikelen 3 en 9 van de verordening)

  • 1. Het college meet de afstand langs de kortste, voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. Het college meet de afstand met de routeplanner van Easy Travel, met de optie ‘kortste route’ (per auto).

  • 2. Als de afstand van de heenreis en de terugreis verschillend is, gaat het college bij het meten van de afstand niet uit van de gemiddelde afstand van de heenweg (’s morgens) en de terugweg (’s middags). Als de reisafstand op de heenweg onder de in de verordening gestelde grens ligt, maar de reisafstand op de terugweg daarboven, of omgekeerd, dan verstrekt het college – mits er wordt voldaan aan de overige eisen uit de verordening - een gedeeltelijke vergoeding: alleen de heen- of alleen de terugreis.

  • 3. Als de leerling ouder is dan negen jaar en de ouders bij het college kunnen aantonen dat hun kind niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, komen de ouders in aanmerking voor vergoeding van de vervoerskosten voor een begeleider. Hierbij kan men denken aan de volgende situaties:

    • de leerling moet één of meerdere malen overstappen;

    • de route van het uitstappunt van de bus naar de school kent black spots.

Artikel 9. Begeleiding in het openbaar vervoer of bij het fietsen (uitwerking artikelen 8, 19 en 20 van de verordening)

  • 1. Het uitgangspunt is dat ouders zelf het vervoer en de eventueel benodigde begeleiding regelen wanneer dit mogelijk is. Werk, studie of gezinssituatie ontslaat ouders niet van deze verantwoordelijkheid. Als ouders de begeleiding niet zelf kunnen verzorgen, zorgen zij zelf voor een oplossing.

  • 2. Indien de leerling in een instelling woont, blijven ouders en instelling verantwoordelijk voor de zorg en de daarmee samenhangende begeleiding van de leerling naar school en terug.

  • 3. Als ouders en de instelling er niet in slagen zelf de begeleiding te leveren, kunnen zij daarvoor een derde inschakelen. Bijvoorbeeld een oppas, een buurman of buurvrouw, een familielid of een vrijwilliger.

  • 4. Van een ernstige benadeling van het gezin is in ieder geval sprake als:

    • de begeleider voor het begeleiden van leerlingen van het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs of het voortgezet (speciaal) onderwijs meer dan drie uur reistijd openbaar vervoer per dag heeft;

    • het om een eenoudergezin gaat en door de aanwezigheid van andere kind(eren) onder de acht jaar de ouder niet in staat is om de leerling zelf naar school te brengen, dan wel te begeleiden;

    • de ouder een structurele lichamelijke of zintuiglijke en/of psychische beperking heeft.

  • 5. Het college beziet periodiek of de begeleiding nog noodzakelijk is, dan wel of de ouder(s) zelf of hun netwerk in staat is (zijn) om zelf de begeleiding op zich te nemen.

Artikel 10. Fietsafstand (uitwerking artikelen 9 en 19 van de verordening)

Als tijdens de behandeling van een aanvraag voor leerlingenvervoer de vraag aan de orde komt of een kind of een ouder het vervoer naar school per fiets kan doen, wordt tot de volgende kilometergrenzen een fietsvergoeding verstrekt:

  • a.

    primair onderwijs, inclusief speciaal basisonderwijs: 10 kilometer (eventueel de ouder met kind achterop) enkele reis;

  • b.

    voortgezet onderwijs: 30 kilometer enkele reis.

Artikel 11. Loopafstand en opstapplaatsen (uitwerking artikel 11 van de verordening)

  • 1. Als tijdens de behandeling van een aanvraag voor leerlingenvervoer aan de orde komt wat het college van een leerling mag verwachten als het gaat om de afstand die een leerling lopend kan afleggen, gelden de volgende uitgangspunten:

    • leerlingen primair onderwijs, inclusief speciaal basisonderwijs: 1.200 meter enkele reis;

    • leerlingen voortgezet onderwijs: 2.500 meter enkele reis.

  • 2. Deze bepaling geldt zowel voor de loopafstand tussen de woning en de opstapplaats, als de afstand tussen de school en de opstapplaats.

  • 3. De door het college vastgestelde opstapplaatsen zijn in de bijlage van deze beleidsregels opgenomen.

Artikel 12. Vergoeding van openbaar vervoer, centrale opstapplaatsen en openbaar vervoer met begeleiding (uitwerking artikelen 11, 19 en 20 van de verordening)

  • 1. Het college berekent de kosten van de trajectafstand of het goedkoopst mogelijke, adequate abonnement met behulp van de reisplanner op www.9292.nl of de 9292-app en de informatie die de concessievervoerder verstrekt op haar eigen website.

  • 2. Om te bepalen of het tijdscriterium van anderhalf uur zoals bepaald in artikel 23, onder a, van de verordening is overschreden, is slechts van belang dat via individuele meting de conclusie valt te trekken dat de totale reisduur van die leerling met het openbaar vervoer meer dan anderhalf uur bedraagt en deze met het aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer is terug te brengen. Is hiervan sprake dan kunnen ouders aanspraak maken op een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer.

  • 3. Bij de reistijd telt het college vijf minuten wachttijd bij de bushalte per rit op. Bij de bepaling van de reistijd van het openbaar vervoer gaat het college uit van de dienstregeling zoals deze is vermeld op www.9292.nl.

  • 4. Indien de goedkoopst adequate, passende manier van vervoer bestaat uit een combinatie van verschillende vormen van vervoer (bus en trein, fiets en trein et cetera), kiest het college voor deze wijze van vergoeding.

  • 5. Als het college gebruik maakt van centrale opstapplaatsen gelden de volgende richtlijnen:

    • de leerlingen lopen, fietsen van huis naar een opstapplaats of worden gebracht, waarbij de afstanden uit artikelen 9 en 10 van deze beleidsregels van toepassing zijn;

    • de vertrektijden van het voertuig zijn zodanig afgestemd op de aanvangs- en eindtijden van de lessen dat er niet of nauwelijks sprake is van wachttijden;

    • wanneer de leerling begeleiding nodig heeft bij het vervoer van huis naar de opstapplaats zorgen de ouders zelf voor de begeleiding.

  • 6. Begeleiders van kinderen tijdens de reis met het openbaar vervoer of aangepast vervoer hebben een maximale reistijd van drie uur per dag (drie kwartier reistijd ‘enkele reis’, heen en drie kwartier reistijd terug).

Artikel 13. Toegankelijke school (uitwerking artikel 12, lid 3 van de verordening)

Wanneer ouders aangeven dat een dichterbij gelegen school of scholen niet toegankelijk is/zijn, tonen zij dit aan door een door de school of het samenwerkingsverband afgegeven verklaring waarin staat dat de betreffende leerling niet is toegelaten.

Artikel 14. Hoogbegaafde leerlingen (uitwerking artikel 12 van de verordening)

  • 1. Hoogbegaafdheid alleen is voor het college geen reden om vervoer naar een verder weg gelegen school voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs te verstrekken. Vergoeding van vervoer van hoogbegaafde leerlingen is alleen mogelijk als de ouders kunnen aantonen dat de leerling is aangewezen op voltijds hoogbegaafdenonderwijs én als aan de overige vereisten van de verordening is voldaan. Tevens is een advies van het samenwerkingsverband noodzakelijk. Het college verleent het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

  • 2. Voor deeltijdshoogbegaafdheidsonderwijs geldt dat het vervoer van leerlingen alleen mogelijk is als de ouders kunnen aantonen dat de leerling is aangewezen op gedeeltelijk hoogbegaafdenonderwijs én als aan de overige vereisten van de verordening is voldaan. Tevens is een advies van het samenwerkingsverband noodzakelijk. Het college verleent het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

  • 3. Als het kind een verder weg gelegen school bezoekt, tonen de ouders door een verklaring van het schoolbestuur van de dichtstbijzijnde gelegen school/ scholen aan dat hun kind niet tot het onderwijs op de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor hoogbegaafdheidsonderwijs is toegelaten, dan wel dat deze school gemotiveerd niet kan bieden wat de leerling nodig heeft.

Artikel 15. Aangepast vervoer (uitwerking artikelen 8, lid 3, 13 en 23 van de verordening)

  • 1. Het college verleent alleen aangepast vervoer in aansluiting op het begin en einde van de schooldag, zoals aangegeven in de schoolgids op de website van de school. De leerling heeft recht op maximaal twee vervoersbewegingen per dag.

  • 2. Bij aangepast vervoer haalt de vervoerder de leerlingen aan huis op, tenzij de leerling een opstapplaats is aangewezen. Aan huis ophalen betekent dat de vervoerder de leerling ophaalt bij de voordeur. Bij een flat of instelling geldt de hal of centrale receptie als ophaalplaats. Voor alle schoollocaties geldt dat per school is bepaald waar de vervoerder de leerlingen afzet, bijvoorbeeld bij de toegang van het schoolterrein of in de centrale hal van de school.

  • 3. Het is mogelijk dat een individuele leerling tijdelijk begeleiding nodig heeft in het aangepast vervoer. In dat geval verzorgt de ouder, of iemand namens de ouder, de begeleiding. Wanneer is besloten tot inzet van een ouder als begeleider, houdt de vervoerder rekening met deze extra zitplaats.

  • 4. Voor de begeleider geldt dat het ophaal- en brengadres gelijk is aan het adres van de te begeleiden leerling. De vervoerder brengt de begeleider bij een heenrit na afloop naar huis of de opstapplaats terug. Bij een retourrit draagt de vervoerder zorg voor het terugbrengen van de begeleider.

Artikel 16. Vervolg aangepast vervoer (uitwerking artikelen 13 en 23 van de verordening)

  • 1. Bij toekenning van aangepast vervoer is groepsvervoer de standaard. Bij sommige kinderen is groepsvervoer voor een leerling niet passend om medische en/of psychosociale redenen. In dat geval beoordeelt het college of vervoer in kleinere groepen noodzakelijk is. Er wordt geen aangepast vervoer in de vorm van individueel vervoer toegekend. Als individueel vervoer noodzakelijk is, dan kent het college de vervoersvoorziening vergoeding voor het door ouders zelf georganiseerde vervoer toe. Als aan leerlingen in het schooljaar 2023-2024 aangepast vervoer in de vorm van individueel vervoer is toegekend, dan wordt aan deze leerlingen die voorziening nog toegekend in de schooljaren 2024-2025 en 2025-2026, tenzij er sprake is van een wijziging van de omstandigheden.

  • 2. Het college zet maatwerkvervoer in als een leerling om medische en/of psychosociale redenen uitsluitend met een gelimiteerd aantal andere leerlingen kan reizen. Dit komt slechts in uitzonderlijke gevallen voor. Het college kent dit type vervoer alleen toe als dit op basis van een onafhankelijk medisch onderzoek nodig blijkt. Het college toetst een dergelijke indicatie jaarlijks opnieuw bij de ontvangst van een nieuwe aanvraag.

  • 3. De individuele reistijd per leerling in het voertuig van het aangepast vervoer is beperkt tot 30 minuten boven de rechtstreekse reistijd zoals berekend volgens Easy Travel, tenzij het niet mogelijk is om binnen deze maximale tijdsduur te blijven.

  • 4. Per school gaat het college voor het vervoer uit van de vaste aanvang- en eindtijden zoals aangegeven in de schoolgids en gepubliceerd is op de website van de school. Het gaat hierbij om het vaste rooster voor een schooltype. Afwijkingen hierop zijn alleen toegestaan in overleg met en na goedkeuring van het college en mits door de ouders tijdig aangemeld.

  • 5. Bij een gewijzigde eindtijd door onder andere lesuitval, is de school of de ouder/verzorger verantwoordelijk voor opvang van de leerlingen. Als een leerling bijvoorbeeld tijdens het onderwijs of de lessen ziek wordt of naar de tandarts of huisarts gaat, zijn de ouders verantwoordelijk voor het vervoer.

  • 6. Het college accepteert bij het voortgezet onderwijs wachttijden (bijvoorbeeld bij situaties zoals beschreven in artikel 17, lid 3, van deze beleidsregels) tot maximaal twee lesuren (2 keer 50 minuten).

  • 7. Het college streeft ernaar dat een leerling zoveel mogelijk een vaste zitplaats in het voertuig heeft.

  • 8. Bij extreme weersomstandigheden beslist het college of het vervoer al dan niet op een aangepast tijdstip plaatsvindt. Hierbij wordt het slechtweerprotocol van de vervoerder in acht genomen. Het calamiteitenprotocol van de gemeente Twenterand is echter leidend.

  • 9. Het college neemt als voorschrift in de beschikking tot het toekennen van aangepast vervoer op dat de ouders en leerling zich houden aan de voorwaarden en gedragsregels van de vervoerder als het gaat om aan- en afmeldingen van ritten en eventuele mutaties.

Artikel 17. Tijdelijk verblijf buiten de gemeente (uitwerking artikel 14 van de verordening)

  • 1. Als vooraf vaststaat dat een leerling als gevolg van een crisissituatie gedurende een korte periode (niet meer dan zes weken) in een andere gemeente (B) verblijft en zijn oude school blijft bezoeken, merkt het college dit verblijf aan als verblijf in de oorspronkelijke gemeente (A). Deze gemeente (A) zal dan ook het vervoer gedurende deze weken blijven verzorgen als er al leerlingenvervoer is toegekend. Hierbij gaat het college ervan uit dat het kind naar zijn eigen school blijft gaan. Ligt de afstand van het tijdelijk verblijf van de leerling naar de school onder de kilometergrens die gemeente A hanteert, dan bestaat er uiteraard geen (tijdelijke) aanspraak op leerlingenvervoer.

  • 2. Een andere gemeente (buiten de regio Twente) hoeft dit beleid niet te hanteren. In dat geval bepaalt het college van de gemeente waar de leerling feitelijk (kortdurend) verblijft of het college het leerlingenvervoer van de leerling wel of niet verleent.

Artikel 18. Stagevervoer (uitwerking artikel 16 van de verordening)

  • 1. Een verzoek om vervoer naar een stageplek gaat vergezeld van een stageovereenkomst en een stageplan. Voor het VSO is dit opgenomen in het Onderwijskundig Besluit WEC.

  • 2. Naar analogie van de ‘dichtstbijzijnde toegankelijke school’ hanteert het college het begrip ‘dichtstbijzijnde toegankelijke stage’. Het college gaat ervan uit dat scholen dit aspect mee laten wegen in de plaatsing van leerlingen en dat zij stageplekken zoveel mogelijk zoeken in de buurt van het woonadres van de leerling. Als dit niet lukt of mogelijk is, dan vindt er altijd vooraf overleg plaats tussen de school en de consulenten Werk en Inkomen van de gemeente Twenterand.

  • 3. Het gehanteerde uitgangspunt houdt in dat het college alleen vervoer naar een stageplek buiten de gemeente bekostigt, als de school toereikend motiveert waarom in het betreffende geval een stage binnen de gemeente niet voldoet en een stage buiten de gemeente een duidelijke meerwaarde heeft voor de leerling. De motivering is specifiek op de betreffende leerling geschreven.

  • 4. Om het plannen van stageritten beter mogelijk te maken, vindt aangepast vervoer naar en van een stageadres op schooldagen plaats op vaste uren in de ochtend (tussen 07:30 uur en 09:00 uur) en de middag (tussen 15:00 uur en 17:30 uur) of aansluitend aan de schooltijden zoals die in de schoolgids zijn opgenomen, met een marge van plus of min 30 minuten. Als deze tijdsblokken niet van toepassing zijn, omdat er sprake is van afwijkende begin- en eindtijden, dan wordt uitgegaan van het eerste en laatste lesuur.

  • 5. Bij afwijkende begin- en eindtijden van de stage – bijvoorbeeld stages in de horeca – vindt er altijd vooraf overleg plaats tussen de school en de consulent leerlingenvervoer van de gemeente Twenterand.

  • 6. Aangepast vervoer naar stageadressen vindt niet plaats tijdens het weekend en gedurende schoolvakanties. Op het moment dat een school een studie(mid)dag heeft en de stage doorgang vindt, biedt het college vervoer naar het stageadres.

  • 7. Stagevervoer vindt alleen plaats in het kader van een arbeidsgericht uitstroomprofiel.

  • 8. Het college hanteert een maximum aantal kilometers van de woning dan wel de opstapplaats of de school tot de stageplek van 30 kilometer.

Artikel 19. Inzet elektrische fiets (uitwerking van artikel 21 van de verordening)

Ouders en leerling zijn verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de elektrische fiets, inclusief de kosten van dit onderhoud. Zij houden zich aan de gebruiksvoorwaarden die in de beschikking zijn opgenomen.

Artikel 20. Eigen vervoer in de vorm van auto of (brom)fiets (uitwerking artikel 22 van de verordening)

  • 1. Het college oordeelt dat voor het stimuleren van zelfredzaamheid eigen vervoer de aangewezen vervoersvorm is, mits de ouders in staat zijn eigen vervoer te organiseren en de leerling in staat is daarvan gebruik te maken.

  • 2. Het college vergoedt maximaal vier enkele reizen per dag: aan het begin en aan het einde van de schooldag. Het college verstrekt geen leerlingenvervoer voor de kosten die ontstaan als de ouders de leerling ook tussen de middag vervoeren.

  • 3. Als ouders twee of meer leerlingen vervoeren die aangepast vervoer behoeven, gaat het college uit van de rijafstand, uitgaande van de woning van de te vervoeren leerling die het verst van de school verwijderd woont.

Artikel 21. Drempelbedrag en draagkracht (uitwerking artikelen 25 en 26 van de verordening)

  • 1. Het college berekent de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 van de verordening bepaalde afstand, op basis van de informatie van de lokale openbaar vervoerder. Het tarief dat geldt op het moment van aanvraag, geldt voor (de rest van) het schooljaar waarvoor de ouder leerlingenvervoer vraagt.

  • 2. Het drempelbedrag dat het college hanteert, wordt berekend op basis van het goedkoopste, adequate ov-abonnement in de regio. Er wordt jaarlijks gekeken of de kosten van dit abonnement wijzigen. Het drempelbedrag wijzigt dan mee.

  • 3. Indien er bij een aanvraag voor eigen vervoer meerdere kinderen meerijden/carpoolen wordt er één keer een drempelbedrag in rekening gebracht.

  • 4. Als peiljaar voor het inkomen geldt volgens artikel 4, zevende lid, van de WPO het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het schooljaar, waarvoor de ouder leerlingenvervoer aanvraagt, begint.

  • 5. Als het inkomen van de betrokken ouders in de periode die ligt tussen het peiljaar waarin het inkomen is bepaald, en het jaar waarin de aanvraag is ingediend, op een structurele wijze is gedaald, vindt het college het redelijk om in het voordeel van de ouders een later peiljaar te kiezen door gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 25, lid 4 van de verordening. Door het kiezen van een later peiljaar kan het voor komen dat ouders in dat latere peiljaar niet voldoen aan de inkomensgrens en dus geen drempelbedrag hoeven te betalen.

  • 6. Op aanvraag van de ouder gaat het college bij de toepassing van artikel 25, lid 4 van de verordening uit van het inkomen van een ander jaar dan het inkomen over het tweede jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor leerlingenvervoer is gevraagd als:

    • a.

      sprake is van een terugval in inkomen over het voorafgaande aan het jaar waarvoor leerlingenvervoer is gevraagd, in welk geval het college uitgaat van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor leerlingenvervoer is vastgesteld; of

    • b.

      sprake is van een terugval in inkomen over het jaar waarvoor de vervoersvoorziening is verstrekt, in welk geval het college uitgaat van het jaar waarvoor de vervoersvoorziening is verstrekt

  • 7. Voor de toepassing van het vorige lid verstaat het college onder een terugval in inkomen een vermindering van het toetsingsinkomen van de ouder van ten minste 15% ten opzichte van het tweede jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor leerlingenvervoer is vastgesteld.

Artikel 22. Wijzigingen en terugvordering (uitwerking artikelen 27 en 28, lid 2 van de verordening)

  • 1. Ouders en meerderjarige leerlingen geven in ieder geval de volgende wijzigingen door aan het college:

    • a.

      wijziging van de reistijd, in verband met verandering in bijvoorbeeld het openbaar vervoer;

    • b.

      wijziging in het woonadres van de leerling, bijvoorbeeld door verhuizing;

    • c.

      wijziging in de gezinssituatie of gezinssamenstelling, die invloed heeft op het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen;

    • d.

      wijziging van het adres van de school;

    • e.

      wijziging van de schooltijden van de school;

    • f.

      toekenning van leerlingenvervoer voor het reizen van en naar school.

  • 2. Het college hanteert het uitgangspunt dat het college ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor het leerlingenvervoer altijd van de ouders of meerderjarige leerling terugvordert.

Artikel 23. Aangepast vervoer, veiligheid en wangedrag (uitwerking artikel 28, lid 1, onder f en g, van de verordening)

  • 1. Uitgangspunt van het aangepast vervoer is dat de leerling veilig te vervoeren is en daartoe in staat is.

  • 2. Het college verstrekt een voorziening in de vorm van aangepast vervoer indien de leerling de veiligheid van medeleerlingen en de chauffeur in het aangepast vervoer niet in gevaar brengt.

  • 3. Bij onaanvaardbaar wangedrag legt het college maatregelen op. Doel van de maatregelen is om ouders en leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid om gedragsproblemen op te lossen. De ondernomen acties worden in het dossier van de betreffende leerling vastgelegd.

  • 4. Onaanvaardbaar wangedrag betreft gedrag van zowel een leerling of een ouder zoals vermeld in artikel 24 van deze beleidsregels.

Artikel 24. Onaanvaardbaar wangedrag: categorieën wangedrag (uitwerking artikel 28, lid 1, onder f en g, van de verordening)

  • 1. Naar het oordeel van het college is in ieder geval sprake van onaanvaardbaar wangedrag als een leerling of ouder:

    • a.

      een bedreigende, hinderlijke of gevaarlijke situatie veroorzaakt, of;

    • b.

      (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont.

  • 2. Niet alle misdragingen zijn even ernstig. Het college onderscheidt de volgende categorieën naargelang de ernst van het onaanvaardbare wangedrag:

    • a.

      lichte misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling zich niet houdt aan de regels van de vervoerder, zoals:

      • i.

        niet rustig in het voertuig stappen;

      • ii.

        niet luisteren naar de aanwijzingen van de chauffeur;

      • iii.

        ongepast gedrag vertonen;

      • iv.

        ongepast taalgebruik hanteren;

      • v.

        levensmiddelen in het voertuig gebruiken;

    • b.

      ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:

      • i.

        dreigt met fysiek geweld tegen de chauffeur of medeleerlingen of anderen die gelijktijdig worden vervoerd;

      • ii.

        dreigt met fysiek geweld tegen goederen, waarvoor geldt dat er bij de uitvoering van het dreigement gevaar voor personen ontstaat, of;

      • iii.

        de gedragingen genoemd onder a blijft herhalen;

    • c.

      zeer ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:

      • i.

        fysiek geweld toepast tegen personen of goederen waarbij letsel wordt toegebracht aan personen of schade aan goederen ontstaat;

      • ii.

        fysiek geweld toepast tegen personen of goederen met de intentie om letsel toe te brengen aan personen of schade aan goederen te veroorzaken, zonder dat dit letsel of die schade daadwerkelijk wordt toegebracht of veroorzaakt;

      • iii.

        dreigt met fysiek geweld met de kennelijke bedoeling dat de chauffeur of andere personen in het aangepast vervoer iets doet of nalaat, waarbij de dreiging net zo lang wordt voortgezet totdat dat doel is bereikt of totdat dat doel niet meer te bereiken is;

      • iv.

        ernstig seksueel overschrijdend gedrag vertoont naar de chauffeur of andere personen in of bij het aangepast vervoer, of;

      • v.

        de gedragingen genoemd onder b blijft herhalen.

Artikel 25. Onaanvaardbaar wangedrag: maatregelen (uitwerking artikel 28, lid 1, onder f en g, van de verordening)

  • 1. Het college hanteert per categorie onaanvaardbaar wangedrag bedoeld in artikel 25, tweede lid, een stappenplan met maatregelen passend bij de ernst van de misdraging.

  • 2. Stappenplan bij lichte misdragingen:

    • a.

      In beginsel vindt eerst een gesprek plaats tussen de ouder(s) en de chauffeur of de vervoerder met als doel het gedrag van de leerling te verbeteren. Zo nodig betrekt één van de partijen de gemeente of school bij het zoeken naar een oplossing;

    • b.

      Als het gedrag na het gesprek niet verbetert volgt een schriftelijke waarschuwing;

    • c.

      Als het gedrag na de schriftelijke waarschuwing niet verbetert, wordt het stappenplan bij ernstige misdragingen toegepast.

  • 3. Stappenplan bij ernstige misdragingen:

    • a.

      Het aangepast vervoer wordt tijdelijk opgeschort. De ouder(s) ontvangen hierover een brief. De duur van de opschorting is afhankelijk van de ernst van de gedraging. De opschorting kan niet langer duren dan acht (8) weken. Gedurende de opschorting is de leerling wel verplicht naar school te gaan en dienen ouders daarvoor zorg te dragen. Tijdens de opschorting overleggen ouder(s) en gemeente om te komen tot een structurele oplossing na de opschorting;

    • b.

      Als het gedrag na de tijdelijke opschorting niet verbetert, wordt het stappenplan bij zeer ernstige misdragingen toegepast.

  • 4. Stappenplan bij zeer ernstige misdragingen:

    • a.

      Het aangepast vervoer wordt opgeschort voor de rest van het betreffende schooljaar. De ouder(s) ontvangen hierover een brief;

    • b.

      Herhaalt het gedrag zich in het daaropvolgende schooljaar dan wordt het aangepast vervoer definitief beëindigd. Leerlingenvervoer is dan alleen mogelijk in de vorm van een vergoeding voor eigen of openbaar vervoer.

  • 5. Als sprake is van meerdere misdragingen geldt in beginsel de maatregel uit het stappenplan dat hoort bij de meest ernstige misdraging.

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 11 juli 2025

  • 2. Op het moment dat deze beleidsregels in werking treden, worden de op 13 juli 2021 vastgestelde en op 19 maart 2024 gewijzigde Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Twenterand ingetrokken.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels reizen naar school Twenterand.

Ondertekening

Vriezenveen, 2 juli 2025

Burgemeester en wethouders,

de secretaris

P.F.G. Rossen

de burgemeester

mr. J. C. F. Broekhuizen

Bijlage centrale opstapplaatsen

Vastgestelde Centrale Opstappunten (CO) vanaf 11 juli 2025

Centrale opstappunten in Twenterand ten behoeve van het aangepaste leerlingenvervoer

Het college van de gemeente Twenterand heeft naast centrale opstappunten voor regulier basisonderwijs/speciale school voor basisonderwijs, ook centrale hoofdopstappunten aangewezen voor leerlingen die het voorgezet (speciaal) onderwijs bezoeken.

Uitzonderingen gelden voor de leerlingen die in het buitengebied wonen

Het buitengebied van Twenterand omvat het grondgebied van de gemeente dat buiten de hoofdkernen Den Ham, Vroomshoop, Westerhaar-Vriezenveensewijk en Vriezenveen ligt. Leerlingen die wonen in De Pollen, Geerdijk en Bruinehaar etc. hebben dus geen centraal opstappunt. Als de in het buitengebied wonende leerling woont in een woning die dichtbij een bushalte staat, geldt deze bushalte voor deze leerling echter wel als opstappunt.

Welke leerlingen hebben deur-tot-deurvervoer?

SO-leerlingen en leerlingen uit het Primair en Voortgezet Onderwijs die op basis van een vervoersverklaring van de school om fysieke of overige redenen geen gebruik kunnen maken van een centraal opstappunt. Deze leerlingen worden op de openbare weg bij de woning waar zij verblijven opgehaald.

Wat doen de vervoerders?

Vervoerders mogen voor het vervoer vanaf opstappunten rijden met groot materieel zoals een touringcar of een verlengd busje met 17 à 18 zitplaatsen.

Uitzondering geldt voor het vervoer van SBO de Sleutel-leerlingen jonger dan 7 jaar. Voor deze leerlingen mag er vanaf de opstappunten uitsluitend met klein materieel gereden worden.

Eisen die aan een centrale opstappunt gesteld worden zijn:

  • voldoet aan de verkeersveiligheidseisen

  • ligt aan de doorgaande weg op een hoofdroute binnen de gemeente.

  • ligt bij voorkeur bij een bestaande bushalte of NS-station.

  • heeft bij voorkeur een abri (beschutte overkapping) zo ver mogelijk.

  • de afstand van de woning tot het opstappunt is voor basisonderwijs leerlingen niet meer dan 1.200 meter, voor V(S)O is dan per kern 1 opstappunt daar de afstand tot het (hoofd)opstappunt 2500 meter mag zijn.

  • hoofdopstappunt is een openbaarvervoerhalte toegankelijk voor rolstoelgebruikers en slechtzienden

In de gemeente Twenterand ingestelde opstappunten:

Kern Den Ham

DH 1 - Brede School https://www.google.com/maps/place/Goosensplein,+7683+CG+Den+Ham/@52.4620296,6.4946072,3a,75y,90t/data=!3m6!1e1!3m4!1s3exPsBeWrA9s4B0oeR1pqA!2e0!7i13312!8i6656!4m5!3m4!1s0x47c7fc22c75733f1:0x773e3008e2a8936b!8m2!3d52.4619864!4d6.4946506Externe link:Goosensplein - Google Mapshttps://www.google.com/maps/place/Goosensplein,+7683+CG+Den+Ham/@52.4620296,6.4946072,3a,75y,90t/data=!3m6!1e1!3m4!1s3exPsBeWrA9s4B0oeR1pqA!2e0!7i13312!8i6656!4m5!3m4!1s0x47c7fc22c75733f1:0x773e3008e2a8936b!8m2!3d52.4619864!4d6.4946506

Goosenplein 7683 CG

DH 2 - Parkeerplaats de Gaffel https://www.google.com/maps/place/De+Gaffel,+7683+WC+Den+Ham/@52.4682099,6.4951315,3a,75y,127.48h,80.45t/data=!3m6!1e1!3m4!1s8I5GZP1l6K-T1mnONg0XEw!2e0!7i13312!8i6656!4m5!3m4!1s0x47c7fc2529969bb3:0x2e866e258e996f88!8m2!3d52.4683348!4d6.4954488Externe link:De Gaffel - Google Maps

De Gaffel 7683 WC

DH 3 - Hoofdopstappunt Bushalte “ Driesprong” https://www.google.com/maps/place/Dorpsstraat,+7683+RL+Den+Ham/@52.460873,6.5054399,3a,75y,172.62h,85.59t/data=!3m8!1e1!3m6!1sjOYiNEh01qPkHXEyGZPkpw!2e0!3e11!6s%2F%2Fgeo0.ggpht.com%2Fmaps%2Fphotothumb%2Ffd%2Fv1%3Fbpb%3DChEKD3NlYXJjaC5nd3MtcHJvZBIgChIJZ9nrFiD8x0cRMKK_aTh-njEqCg0AAAAAFQAAAAAaBQh4EOgC%26gl%3DNL!7i13312!8i6656!4m13!1m7!3m6!1s0x47c7fc218c9ee1d3:0x638f4c1382994600!2sDorpsstraat,+Den+Ham!3b1!8m2!3d52.4613775!4d6.500404!3m4!1s0x47c7fc2016ebd967:0x319e7e3869bfa230!8m2!3d52.4608782!4d6.5054438Externe link:Dorpsstraat - Google Mapshttps://www.google.com/maps/place/Dorpsstraat,+7683+RL+Den+Ham/@52.460873,6.5054399,3a,75y,172.62h,85.59t/data=!3m8!1e1!3m6!1sjOYiNEh01qPkHXEyGZPkpw!2e0!3e11!6s%2F%2Fgeo0.ggpht.com%2Fmaps%2Fphotothumb%2Ffd%2Fv1%3Fbpb%3DChEKD3NlYXJjaC5nd3MtcHJvZBIgChIJZ9nrFiD8x0cRMKK_aTh-njEqCg0AAAAAFQAAAAAaBQh4EOgC%26gl%3DNL!7i13312!8i6656!4m13!1m7!3m6!1s0x47c7fc218c9ee1d3:0x638f4c1382994600!2sDorpsstraat,+Den+Ham!3b1!8m2!3d52.4613775!4d6.500404!3m4!1s0x47c7fc2016ebd967:0x319e7e3869bfa230!8m2!3d52.4608782!4d6.5054438

Dorpstraat, 7683 RL

Kern Vroomshoop

VRO 1 - Bushalte “Tonnendijk” https://www.google.com/maps/place/Vroomshoop,+Tonnendijk/@52.4617712,6.5755391,3a,75y,118.69h,72.12t/data=!3m6!1e1!3m4!1sp74MxYdQlOX23edbHqGDIg!2e0!7i13312!8i6656!4m13!1m7!3m6!1s0x47c7ff6d720f4c95:0x6343d5f37b236536!2sTonnendijk,+Vroomshoop!3b1!8m2!3d52.4636601!4d6.5851767!3m4!1s0x47c7ff1a00ac414d:0x8c265e33d1107d8e!8m2!3d52.461759!4d6.5756439Externe link:13 N341 - Google Mapshttps://www.google.com/maps/place/Vroomshoop,+Tonnendijk/@52.4617712,6.5755391,3a,75y,118.69h,72.12t/data=!3m6!1e1!3m4!1sp74MxYdQlOX23edbHqGDIg!2e0!7i13312!8i6656!4m13!1m7!3m6!1s0x47c7ff6d720f4c95:0x6343d5f37b236536!2sTonnendijk,+Vroomshoop!3b1!8m2!3d52.4636601!4d6.5851767!3m4!1s0x47c7ff1a00ac414d:0x8c265e33d1107d8e!8m2!3d52.461759!4d6.5756439

Tonnendijk, 7681 CK

VRO 2 - Parkeerplaats Linderflier Externe link:Vroomshoop, Overijssel - Google Maps

Linderflier 7681 ZM

VRO3 - Hoofdopstappunt Bushalte “President Kennedystraat”

https://www.google.com/maps/place/Vroomshoop,+Pres.+Kennedystraat/@52.4617159,6.5612946,3a,75y,353.2h,90t/data=!3m7!1e1!3m5!1seFTtcRQ7m9H_dui7ykG3Cg!2e0!6s%2F%2Fgeo1.ggpht.com%2Fcbk%3Fpanoid%3DeFTtcRQ7m9H_dui7ykG3Cg%26output%3Dthumbnail%26cb_client%3Dsearch.gws-prod.gps%26thumb%3D2%26w%3D86%26h%3D86%26yaw%3D353.19556%26pitch%3D0%26thumbfov%3D100!7i13312!8i6656!4m13!1m7!3m6!1s0x47c7fee22dc854e7:0x30c55e7ae48a194c!2sHammerweg,+Vroomshoop!3b1!8m2!3d52.4619706!4d6.5584081!3m4!1s0x47c7fee1fa5135cf:0x36489cd352b6cf51!8m2!3d52.461759!4d6.5612673Externe link:4 Hammerweg - Google Maps

Hammerweg, 7681 EV

Kern Westerhaar-Vriezenveensewijk

WES 1 - Hoofdopstappunt “Wollegrasstraat” parkeerplaats bij het pinapparaat (7676 AD, huisnummer 159)

WES 2 - Parkeerplaats Kultuurhuus ”de Klaampe” https://www.google.com/maps/place/Beeklaan,+Westerhaar-Vriezenveensewijk/@52.4556854,6.6205301,3a,75y,321.5h,100.64t/data=!3m6!1e1!3m4!1sDcz1-EKS4eR0rogCtwXKgg!2e0!7i13312!8i6656!4m5!3m4!1s0x47b8009f388a4c43:0x2d22c56d899b29d6!8m2!3d52.4550716!4d6.621326Externe link:1 Beeklaan - Google Mapshttps://www.google.com/maps/place/Beeklaan,+Westerhaar-Vriezenveensewijk/@52.4556854,6.6205301,3a,75y,321.5h,100.64t/data=!3m6!1e1!3m4!1sDcz1-EKS4eR0rogCtwXKgg!2e0!7i13312!8i6656!4m5!3m4!1s0x47b8009f388a4c43:0x2d22c56d899b29d6!8m2!3d52.4550716!4d6.621326

Beeklaan 1, 7676 BC

WES 3 - Bushalte “Dalweg” https://www.google.com/maps/place/Westerhaar,+Dalweg/@52.4444542,6.6197222,17z/data=!4m13!1m7!3m6!1s0x47b800a5bc76aa7f:0xe2f028fad7a44e76!2sHoofdweg+20,+7676+AE+Westerhaar-Vriezenveensewijk!3b1!8m2!3d52.444451!4d6.6219109!3m4!1s0x47b800a5b8f771b3:0xfeb2a7ffffb08c69!8m2!3d52.4445712!4d6.6215761Externe link:Westerhaar, Dalweg - Google Maps

Kern Vriezenveen

VRIE 1 - Hoek Oosteinde/Walstraat https://www.google.com/maps/@52.4223012,6.656521,3a,75y,62.21h,76.82t/data=!3m6!1e1!3m4!1s3VIhbwYYSxD8zDc8oWXn2g!2e0!7i13312!8i6656Externe link:Walstraat - Google Mapshttps://www.google.com/maps/@52.4223012,6.656521,3a,75y,62.21h,76.82t/data=!3m6!1e1!3m4!1s3VIhbwYYSxD8zDc8oWXn2g!2e0!7i13312!8i6656

Walstraat bij nummer 1, 7671 AM

VRIE 2 - Bushalte “Karel Schaapstraat” https://www.google.com/maps/place/Vriezenveen,+Karel+Schaapstraat/@52.4135687,6.6117729,17z/data=!4m9!1m2!2m1!1sGraffelsingel,+Vriezenveen!3m5!1s0x47b8075e6bebd28f:0xa4e5012b7c483bb!8m2!3d52.41292!4d6.610669!16s%2Fg%2F12j033n3m?entry=ttu&g_ep=EgoyMDI1MDYzMC4wIKXMDSoASAFQAw%3D%3DExterne link:Vriezenveen, Karel Schaapstraat - Google Mapshttps://www.google.com/maps/place/Vriezenveen,+Karel+Schaapstraat/@52.4135687,6.6117729,17z/data=!4m9!1m2!2m1!1sGraffelsingel,+Vriezenveen!3m5!1s0x47b8075e6bebd28f:0xa4e5012b7c483bb!8m2!3d52.41292!4d6.610669!16s%2Fg%2F12j033n3m?entry=ttu&g_ep=EgoyMDI1MDYzMC4wIKXMDSoASAFQAw%3D%3D

Garvesingel, 7672 AL

Heeft geen abri

VRIE 3 - P+R Vriezenveen Externe link:P+R Vriezenveen - Google Maps

Wierdenseweg, 7671 SJ

VRIE 4 - Bushalte “Westerweilandweg" https://www.google.com/maps/@52.4021772,6.6174545,3a,75y,196.19h,76.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1sHWnafRMt1vRmCplbc19YcA!2e0!7i13312!8i6656Externe link:De Taling - Google Mapshttps://www.google.com/maps/@52.4021772,6.6174545,3a,75y,196.19h,76.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1sHWnafRMt1vRmCplbc19YcA!2e0!7i13312!8i6656

VRIE 5 - bushalte Zuivelfabriek bij overdekte fietsenstalling hoek Krijgerstraat/Almeloseweg, 7671 XW nummer 1 Vriezenveen;

VRIE 6 - Hoofdopstappunt bushalte “’t Midden” https://www.google.com/maps/@52.4135619,6.6280442,3a,75y,337.14h,96.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1syyN2Slq9DaTZn3OKM-b1Bw!2e0!7i13312!8i6656Externe link:Koningsweg - Google Mapshttps://www.google.com/maps/@52.4135619,6.6280442,3a,75y,337.14h,96.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1syyN2Slq9DaTZn3OKM-b1Bw!2e0!7i13312!8i6656

7671 CB, Westeinde 2

VRIE 7 De Pollen bij basisschool de Pölle, Oude Hoevenweg 91, 7671 PH Vriezenveen.