Regeling vervalt per 01-01-2027

Beleidsregels brede ondersteuning Wet hersteloperatie toeslagen Dronten 2025 en 2026

Geldend van 10-07-2025 t/m 31-12-2026

Intitulé

Beleidsregels brede ondersteuning Wet hersteloperatie toeslagen Dronten 2025 en 2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelet op de artikelen 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen en 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

vast te stellen de hierna volgende Beleidsregels brede ondersteuning Wet hersteloperatie toeslagen Dronten 2025 en 2026

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregels gebruiken we verschillende begrippen. Deze begrippen betekenen hetzelfde als de begrippen die in de wet staan, waarop deze beleidsregels zijn gebaseerd.

  • 2.

    In deze beleidsregels verstaan we onder:

  • a.

    bedreigende situatie: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit of water, gedwongen beëindiging van de zorgverzekering, ernstig belemmerende psychische omstandigheden of een soortgelijke acute crisissituatie;

  • b.

    gezin: zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onderdeel c Participatiewet. Onder het kind valt ook het thuiswonende kind of pleegkind van achttien jaar of ouder van de persoon, bedoeld in artikel 2.21, lid 1 van de wet of hun partner;

  • c.

    hulpvraag: formulering van de behoefte aan brede ondersteuning dat passend is om de doelstellingen, genoemd in artikel 2, lid 2, te kunnen bereiken;

  • d.

    inwoner: persoon die in de gemeente Dronten woont en daar ook in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven is;

  • e.

    kindregeling: herstelregeling op grond van afdeling 2.2 van de wet waarmee een tegemoetkoming en brede ondersteuning wordt geboden aan kinderen van gedupeerde ouders;

  • f.

    leefgebieden: financiën, gezin, werk, wonen en zorg, zoals genoemd in artikel 2.21, lid 1 van de wet;

  • g.

    UHT: Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen;

  • h.

    wet: Wet hersteloperatie toeslagen.

Artikel 2 Doel en doelstellingen brede ondersteuning

  • 1.

    Het doel van de brede ondersteuning is om u te helpen bij het maken van een nieuwe start en om het vertrouwen in de overheid te herstellen, zoals bedoeld in artikel 2.21, lid 4 van de wet.

  • 2.

    De doelstellingen op de leefgebieden zijn:

  • a.

    financiën: in staat zijn om een financieel gezonde huishouding te voeren;

  • b.

    gezin: samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen;

  • c.

    werk: minimaal de beschikking hebben over een startkwalificatie of duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces;

  • d.

    wonen: een veilige en betaalbare plek om te wonen; en

  • e.

    zorg: welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Artikel 3 Geen brede ondersteuning

U krijgt geen brede ondersteuning voor:

  • a.

    vormen van algemene inkomensaanvulling of inkomensondersteuning;

  • b.

    ondersteuning op andere leefgebieden dan bedoeld in artikel 1;

  • c.

    vergoeding van schade, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de wet;

  • d.

    het afbetalen van schulden, behalve als het gaat om achterstanden in een bedreigende situatie. In dat geval zetten wij ook extra hulp in om te voorkomen dat u opnieuw in zo’n situatie komt.

  • e.

    kosten voor voorzieningen die zijn gemaakt voordat een aanvraag is ingediend, tenzij sprake was van een bedreigende situatie; of

  • f.

    kosten voor een advocaat bij het ontvangen van een schadevergoeding als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de wet.

Artikel 4 Doelgroep brede ondersteuning

  • 1.

    U kunt brede ondersteuning van ons krijgen als u valt onder de groepen genoemd in artikel 2.21, lid 1 en 2 van de wet, én als u nog niet eerder brede ondersteuning hebt gekregen om een nieuwe start te maken.

  • 2.

    Als wij u brede ondersteuning geven, dan geldt die ook voor uw gezin. Wij kijken daarbij naar de samenstelling van uw gezin op het moment dat u de aanvraag doet.

  • 3.

    Ook als u niet in onze gemeente woont, kunnen wij u brede ondersteuning geven. Dat kan als u valt onder artikel 2.21, lid 1 en 2 van de wet én er sprake is van een bijzondere situatie. Bijvoorbeeld als u bent verhuisd, in detentie zit of een andere bijzondere situatie heeft zoals genoemd in artikel 2.21, lid 3 van de wet. In dat geval behandelen wij u alsof u inwoner bent van onze gemeente.

  • 4.

    In situaties zoals genoemd in lid 3, overleggen wij met u én met de gemeente waar u nu staat ingeschreven. Samen kijken we of en hoe we u brede ondersteuning kunnen bieden.

Artikel 5 Brede ondersteuning voor een minderjarige

Wij geven brede ondersteuning aan een minderjarige die in aanmerking komt voor de kindregeling, als deze:

  • a.

    jonger is dan zestien jaar en onder het gezag van een inwoner staat;

  • b.

    jonger is dan zestien jaar en feitelijk verblijft bij een inwoner die één van de gezaghebbers is; of

  • c.

    zestien jaar of ouder is en zelf inwoner is.

Artikel 6 Aanvraag brede ondersteuning

  • 1.

    U mag de aanvraag vormvrij bij ons indienen, bijvoorbeeld telefonisch of per e-mail.

  • 2.

    Wij stellen vast of u behoort tot de doelgroep die in artikel 4, lid 1 wordt genoemd. Als dat zo is, dan komt u in aanmerking voor brede ondersteuning via de UHT.

  • 3.

    Heeft u bij de UHT aangegeven dat u brede ondersteuning wilt? Dan krijgen wij uw contactgegevens via het gegevensportaal van de UHT. De datum waarop wij deze gegevens ontvangen, zien wij als de datum waarop u de aanvraag heeft gedaan.

Artikel 7 Eerste gesprek en vaststelling hulpvraag

  • 1.

    Nadat wij uw aanvraag hebben ontvangen, nodigen wij u binnen acht weken uit voor een eerste gesprek.

  • 2.

    U kiest zelf waar het eerste gesprek plaatsvindt: bij u thuis of op een locatie van de gemeente.

  • 3.

    Tijdens het eerste gesprek bespreken we samen uw situatie aan de hand van de vijf leefgebieden uit artikel 2. Daarna bepalen we samen wat uw hulpvraag is.

Artikel 8 Besluit op de aanvraag

  • 1.

    U ontvangt binnen acht weken na het eerste gesprek een besluit van ons. Dit besluit (beschikking) bevat één van de volgende twee dingen:

    • a.

      u krijgt toegang tot brede ondersteuning. We voegen dan een plan van aanpak toe, dat we samen met u in elk geval op hoofdlijnen hebben vastgesteld.

    • b.

      u krijgt geen brede ondersteuning. In dat geval leggen we duidelijk uit waarom niet.

  • 2.

    Soms hebben we meer tijd nodig om het plan van aanpak af te ronden. Dan mogen we de termijn uit lid 1 met maximaal vier weken verlengen.

Artikel 9 Het opstellen van het plan van aanpak

Wij maken samen met u een plan van aanpak. Daarbij kijken we naar uw situatie op het moment van de aanvraag en naar uw hulpvraag. Dat is ons startpunt. In het plan van aanpak leggen we het volgende vast:

  • a.

    welke stappen we samen gaan zetten, en hoe we dat op een duidelijke en samenhangende manier doen, zodat u op de vijf leefgebieden een nieuwe start kunt maken.

  • b.

    welke voorzieningen u van ons krijgt, zodat u op een passende, goede en blijvende manier wordt geholpen om uw doelstellingen te bereiken.

Artikel 10 Aanvullend schuldhulpverleningsaanbod jongeren

  • 1.

    In sommige gevallen nemen wij een aanvullend schuldhulpverleningsaanbod op in het plan van aanpak. Dat doen we als u:

  • a.

    18 jaar of ouder bent,

  • b.

    in aanmerking komt voor de kindregeling,

  • c.

    problematische schulden heeft (dat beoordelen wij), én

  • d.

    uw aanvraag op tijd heeft ingediend, zoals bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021.

  • 2.

    Wij helpen u bij het in beeld (laten) brengen van uw financiële situatie. Zo zorgen we dat u samen met ons duidelijk krijgt hoe uw schulden en inkomsten eruitzien.

Artikel 11 Het wijzigen van het plan van aanpak

  • 1.

    Tot twee jaar na het eerste gesprek kunnen wij samen met u het plan van aanpak aanpassen. We kunnen het plan dan aanvullen of andere voorzieningen toekennen.

  • 2.

    Let op: voor materiële voorzieningen (zoals spullen of geld) geldt een kortere termijn. Die kunnen we alleen wijzigen binnen zes maanden na het eerste gesprek.

  • 3.

    Wilt u zelf het plan van aanpak wijzigen? Neem dan contact op met uw consulent. Wij behandelen uw verzoek op dezelfde manier als een gewone aanvraag (zoals beschreven in artikel 8, lid 1).

  • 4.

    Vraagt u om een extra voorziening? Dan kijken wij of u daarvoor in aanmerking komt volgens de regels in artikel 12, lid 2, en de artikelen 13 en 14.

  • 5.

    De doelstellingen die we samen in het plan hebben afgesproken, blijven hetzelfde.

  • 6.

    We passen deze alleen aan als er tijdens de uitvoering van het plan nieuwe omstandigheden zijn die dat echt nodig maken.

Artikel 12 Voorzieningen

  • 1.

    Wij geven u de voorzieningen die in het plan van aanpak zijn toegekend. Dat kunnen immateriële voorzieningen zijn (zoals begeleiding of coaching) of materiële voorzieningen (zoals spullen of financiële hulp).

  • 2.

    Als wij voorzieningen toekennen, houden wij rekening met uw persoonlijke situatie.

  • We kijken onder andere naar:

  • a.

    uw vaardigheden;

  • b.

    uw (financiële) draagkracht;

  • c.

    de omvang en de samenstelling van uw huishouden;

  • d.

    of de voorziening blijvend effect heeft, dus of het een duurzame oplossing is; en

  • e.

    hoe de voorziening u in staat stelt om de doelstellingen uit het plan van aanpak te bereiken.

Artikel 13 Materiële voorziening

  • 1.

    Een materiële voorziening is een product of hulpmiddel dat u nodig heeft om belemmeringen weg te nemen of te beperken, die het behalen van uw doelstellingen in de weg staan.

  • 2.

    Wij kunnen materiële voorzieningen toekennen tot zes maanden na het eerste gesprek. De daadwerkelijke levering van die voorzieningen mag ook later nog plaatsvinden.

Artikel 14 Immateriële voorziening

  • 1.

    Een immateriële voorziening is een vorm van hulp of begeleiding. Die hulp is bedoeld om u te helpen bij het ontwikkelen van kennis, vaardigheden of andere belangrijke eigenschappen, zodat u uw doelstellingen uit het plan van aanpak kunt behalen.

  • 2.

    Wij kunnen immateriële voorzieningen toekennen tot twee jaar na het eerste gesprek. De start van de hulp mag ook later nog plaatsvinden.

Artikel 15 Uw medewerking

Voordat wij een voorziening toekennen via het plan van aanpak, kunnen wij u om medewerking vragen. Dit doen we om goed te kunnen beoordelen of de voorziening past bij artikelen 12, lid 2, 13 en 14.

Artikel 16 Afwijzing voorziening

Wij wijzen een voorziening af in de volgende situaties:

  • a.

    u heeft de voorziening al geregeld of geaccepteerd vóór het eerste gesprek. Uitzondering: dit geldt niet als er tussen het indienen van de aanvraag en het eerste gesprek sprake was van een bedreigende situatie waarvoor de voorziening echt nodig was.

  • b.

    de voorziening past niet bij de voorwaarden uit de artikelen 12, lid 2, 13 en 14.

  • c.

    u werkt niet mee zoals bedoeld in artikel 15, en daardoor kunnen wij niet goed beoordelen of de voorziening voldoet aan de voorwaarden uit artikel 12, lid 2, 13 en 14.

Artikel 17 Beëindiging van de brede ondersteuning

  • 1.

    De brede ondersteuning stopt in de volgende situaties, naast wat er in artikel 2.21, lid 4 van de wet staat:

    • a.

      als u zelf aangeeft dat u wilt stoppen met de brede ondersteuning; of

    • b.

      u al lange tijd geen gebruik maakt van de ondersteuning en u niet reageert op onze oproep om alsnog contact op te nemen.

  • 2.

    Als wij de brede ondersteuning stoppen, nodigen wij u uit voor een gesprek. In dat gesprek bespreken we hoe het nu met u gaat op de leefgebieden en of er nog iets nodig is.

Artikel 18 Overdracht van hulpverlening

Heeft u de doelen uit uw plan van aanpak nog niet bereikt wanneer de brede ondersteuning stopt? En is er in uw plan niets geregeld over het vervolg in de gewone (reguliere) ondersteuning? In dat geval zorgen wij samen met u voor een goede overdracht naar reguliere hulpverlening.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Wij kunnen afwijken van deze beleidsregels in uitzonderlijke situaties, als toepassing ervan zou leiden tot een onevenredige benadeling of een uitkomst die niet redelijk is.

Artikel 20 Klachten

Bent u ontevreden over hoe u behandeld bent? Dan kunt u een klacht indienen, dat kan schriftelijk of via www.dronten.nl.

Artikel 21 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen van rechtswege op 1 januari 2027.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels brede ondersteuning Wet hersteloperatie toeslagen Dronten 2025 en 2026.

Ondertekening

Dronten, 1 juli 2025

R. Hammenga

Secretaris

drs. J.P. Gebben

Burgemeester