Preventie- en handhavingsplan 2025-2028

Geldend van 09-07-2025 t/m heden

Intitulé

Preventie- en handhavingsplan 2025-2028

Middelengebruik

Inleiding

In gemeente West Betuwe is het alcoholgebruik, roken van sigaretten en vapen door jongeren de afgelopen jaren toegenomen. Een aanzienlijk deel van de ouders/verzorgers (overal waar u ouders leest, kunt u ook verzorgers lezen) en volwassenen blijven het alcoholgebruik en het roken en vapen van jongeren accepteren. Daarbij komen jongeren makkelijk aan middelen (alcohol, tabak- en rookwaren en drugs). Vapes en (illegale) drugs zijn gemakkelijk online te verkrijgen, bijvoorbeeld via sociale media of online webshops. In het geval van alcohol en sigaretten verkrijgen jongeren ze ook van volwassenen in hun omgeving.

In artikel 43a van de Alcoholwet staat, dat de gemeenteraad verplicht is om elke vier jaar een Preventie- en Handhavingsplan (P&H-plan) Alcohol vast te stellen. Het P&H-plan biedt gemeenten de mogelijkheid om de (soms nog) gescheiden werelden van preventie en handhaving dichter bij elkaar te brengen. Het P&H-plan is een integraal beleidsplan met één gezamenlijke missie: het voorkomen van alcohol gerelateerde schade, met name onder jongeren.

De gemeente West Betuwe wil met dit P&H-plan preventie versterken en de basis op orde stellen voor de handhaving van de Alcoholwet. De vergunningen voor de horeca zijn in de gemeente West Betuwe onvoldoende geactualiseerd en de naleving van de alcoholwetgeving is laag. We zien wel voldoende mogelijkheden en kansen om stappen te zetten in het middelenpreventiebeleid, inclusief de handhaving. Hiervoor zetten we in op:

  • 1.

    het faciliteren van een fysieke gezonde omgeving die gezond gedrag van alle inwoners stimuleert,

  • 2.

    het versterken van de sociale omgeving rondom jongeren waarbij geen middelengebruik onder de 18 de norm wordt, en

  • 3.

    het naleven van de geldende wet- en regelgeving.

We doen dit kerngericht zodat we werken aan de gezondheid en het welzijn van de inwoners van al onze 26 kernen. En we spelen daarbij in op de lokale behoeftes van de inwoners. Dit streven is voor West Betuwe ambitieus maar deze uitdaging gaan de gemeente en haar ketenpartners graag aan.

Wat ligt er voor u?

Met dit P&H-plan middelengebruik werken we aan een positief en gezond West Betuwe. We focussen ons hierbij met name op jongeren (van 10 tot 18 jaar) en de volwassenen in hun omgeving. Door gestructureerd en in kleine, haalbare stappen te werken, willen we duurzame vooruitgang boeken op gebied van preventie en handhaving. Het P&H-plan is onderbouwd door relevante onderzoeken gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en databronnen zoals de GGD Gezondheidsmonitor Jeugd.

Gemeenten zijn verplicht, op grond van artikel 43a van de Alcoholwet, om een P&H-plan Alcohol op te stellen. Waarin in ieder geval terug moet komen hoe wordt ingezet op het voorkomen van alcoholgebruik, met name onder jongeren tot 18 jaar, en op de handhaving van de Alcoholwet. We hebben er daarnaast voor gekozen om naast de inzet op alcoholpreventie- en handhaving dit P&H-plan uit te breiden naar andere middelen: roken, vapen en drugs. Hier is voor gekozen omdat er veel samenhang is in het aanpakken en voorkomen van het gebruik van de verschillende middelen. Hiermee is het middelenpreventiebeleid direct ook een integrale aanpak.

Het P&H-plan middelengebruik staat niet op zichzelf en is onderdeel van en verbonden met landelijk middelenpreventiebeleid en wetgeving (Alcoholwet, Tabaks- en rookwarenwet, Opiumwet, Geneesmiddelenwet, Verkeerswet, de Wet Publieke Gezondheid, het Nationaal Preventieakkoord (NPA, 2018) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA, 2023)) en lokale wet- en regelgeving en beleidsplannen. We sluiten met onze doelen aan bij de doelstellingen die zijn opgenomen in het NPA en het GALA.

Maatregelen gericht op middelenpreventie en -handhaving zijn ook te vinden in andere beleidsplannen. Met dit P&H-plan middelengebruik sluiten we bij deze beleidsplannen aan. Hierbij valt te denken aan het Integraal Veiligheidsplan, GALA West Betuwe en de Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet.

Tabaks- en rookwarenwet

Het doel van de Alcoholwet is om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik tegen te gaan en alcohol gerelateerde overlast terug te dringen. De Alcoholwet is een bijzondere wet omdat het zowel gericht is op gezondheid, als op veiligheid. Het toezicht op de naleving van de Alcoholwet is sinds 2013 decentraal belegd en daarmee de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol is één van de meest effectieve maatregelen om alcoholgebruik te verminderen en de daaraan gerelateerde schade te voorkomen. De Alcoholwet is een wet die de verstrekking van alcoholhoudende dranken en daarmee de beschikbaarheid van alcohol reguleert. Daarnaast richt de Alcoholwet zich op verantwoorde verstrekking.

Tabaks- en rookwarenwet

In de Tabaks- en rookwarenwet zijn maatregelen opgenomen om roken te ontmoedigen en om niet-rokers te beschermen tegen het meeroken. Het toezicht en handhaving op de naleving van de Tabaks- en rookwarenwet ligt bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In deze wet staat onder andere:

  • Waar rookverboden van toepassing zijn

  • De leeftijdsgrens van 18 jaar bij verkoop aan jongeren

  • Verkoopverbod op afstand

Opiumwet

In de Opiumwet zijn alle regels over drugs opgenomen. De Wet onderscheidt lijst 1 (harddrugs) en lijst 2 (softdrugs). De wet verbiedt bezit, de handel, de verkoop, het vervoer en de productie van de middelen in lijst 1 en lijst 2. Het toezicht en de handhaving van de Opiumwet ligt grotendeels bij politie en justitie. De burgemeester heeft ook enkele toezicht- en handhavingstaken (Wet Victoria en Wet Damocles). Voor cannabis (lijst 2) is een gedoogbeleid voor verkoop via coffeeshop mogelijk. De gemeente West Betuwe hanteert een nuloptie-beleid ten aanzien van de vestiging van coffeeshops in de gemeente. De vestiging van een coffeeshops in de gemeente is dus niet toegestaan. Verder is een verbod van drugshandel en drugsgebruik op openbare plaatsen opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Hierop houdt de gemeente toezicht.

Samen werken aan preventie en handhaving

Dit P&H-plan is tot stand gekomen in samenwerking met verschillende partners binnen het sociaal domein en de domeinen gezondheid en veiligheid: GGD, IrisZorg, politie, handhaving, onderwijs, jongerenwerk, leerplicht, horecaondernemers en het gemeentelijk team Sociaal. Samen met deze en andere partijen wordt ook aan de uitvoering gewerkt. Meer informatie over de rolverdeling en invulling hiervan is te lezen in hoofdstuk 5 van dit plan.

Leeswijzer

In dit P&H-plan leest u hoe de gemeente West Betuwe middelengebruik wil terugdringen en de naleving van wet- en regelgeving wil verbeteren. Na een korte inleiding volgt een analyse van het middelengebruik en nalevingscijfers in onze gemeente, ondersteund door informatie van ketenpartners. Vervolgens leest u over de ambities en doelstellingen van de gemeente en de uitgangspunten voor beleid. Het plan zet daarna in op stappen richting concrete preventie- en handhavingsmaatregelen en activiteiten voor de volgende domeinen: het gezin, scholen, vrije tijd, peergroep, werkomgeving en middelenverstrekkers. Ten slotte wordt ingegaan op de samenwerking, uitvoering en evaluatie van de resultaten.

Verklaring van begrippen

Middelen: Stoffen die het lichaam beïnvloeden, zoals alcohol, tabak, e-sigaretten en drugs. Deze stoffen kunnen verslavend en schadelijk voor de gezondheid zijn.

Binge drinken: Minstens vijf glazen alcohol drinken tijdens één gelegenheid. Dit geldt voor zowel jongeren als volwassenen.

Zwaar alcoholgebruik: Eén keer per week minstens vier glazen alcohol (voor vrouwen) of zes glazen alcohol (voor mannen) op één dag. Dit geldt voor zowel jongeren als volwassenen.

Overmatig alcoholgebruik: Meer dan 14 glazen alcohol per week voor vrouwen of meer dan 21 glazen alcohol per week voor mannen. Dit geldt voor zowel jongeren als volwassenen.

Vapen: Het roken van e-sigaretten. E-sigaretten verdampen vloeistof, vaak met nicotine. E-sigaretten is de Nederlandse vertaling van vapes.

Softdrugs: Drugs op lijst II van de Opiumwet, zoals cannabis en slaapmiddelen.

Harddrugs: Drugs op lijst I van de Opiumwet, zoals cocaïne en GHB.

1. Probleemanalyse

Dit hoofdstuk beschrijft de stand van zaken met betrekking tot middelengebruik van scholieren en volwassenen in de gemeente West Betuwe.

1.1. De schadelijkheid van alcohol, drugs en tabak

Het gebruik van alcohol, tabak en drugs is nooit zonder risico’s. Op de websites alcoholinfo.nl, rokeninfo.nl en drugsinfo.nl zijn de risico’s en de gevolgen van het gebruik van deze middelen beschreven. De verschillende middelen brengen ook verschillende risico’s met zich mee, zowel voor de gebruiker zelf als voor de omgeving. Voor de gebruiker zelf is er bijvoorbeeld een verhoogd risico op verschillende kankersoorten door roken/vapen of door het drinken van alcohol. Voor de omgeving vormt bijvoorbeeld het rijden onder invloed van alcohol of drugs een risico.

Jongeren zijn extra kwetsbaar voor de gevolgen van middelengebruik omdat hun brein nog niet volgroeid is. Hoe jonger jongeren beginnen met het gebruik van middelen, hoe groter de kans op schade en problemen met en door gebruik op latere leeftijd. Agressief- en asociaal gedrag en (kleine) wetsovertredingen komen bovendien vaker voor bij jongeren die alcohol drinken dan bij hun niet drinkende leeftijdgenoten. Daarom zetten we er ook op in om het middelengebruik onder jongeren te voorkomen en het eerste gebruik zo lang mogelijk uit te stellen.

1.2. Middelengebruik onder jongeren (scholieren)

We schetsen een beeld van het middelengebruik van jongeren (scholieren in de 2e en 4e klas) aan de hand van cijfers. Daarbij zoomen we in op West Betuwe, en vullen deze aan met landelijke of regionale cijfers (Gelderland-Zuid) voor een vergelijking. De lokale en regionale cijfers komen van de Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD Gelderland-Zuid (2023). De landelijke cijfers komen van de (landelijke) Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD (2023). De monitors worden afgenomen bij leerlingen in de 2e en 4e klas van het vmbo, havo en vwo.

Middelengebruik onder scholieren is gemeten in de Gezondheidsmonitors op basis van deelnemende VO-scholen en postcode. Het kan dus voorkomen dat leerlingen uit West Betuwe naar scholen (buiten de gemeente) gaan die niet meedoen met de monitors. In 2023 hebben 753 leerlingen uit West Betuwe deelgenomen aan de Gezondheidsmonitor Jeugd, waarvan 367 leerlingen uit klas 2 en 379 leerlingen uit klas 4. In totaal volgden 174 leerlingen vmbo-bk, 197 leerlingen vmbo-gt, 227 leerlingen havo en 123 leerlingen vwo (zie ook figuur 1.1 op pagina 7).

Figuur 1.1 Aantal leerlingen in verschillende klassen en onderwijsniveaus

afbeelding binnen de regeling

Alcoholgebruik scholieren

Het alcoholgebruik door scholieren uit West Betuwe van klas 2 en 4 in het voortgezet onderwijs is in 2023 hoger dan het regionaal en landelijke gemiddelde. Het alcoholgebruik is onder scholieren uit West Betuwe toegenomen ten opzichte van 2019. De stijging is hoger dan die van het regionale en het landelijk gemiddelde. Zie tabel 1.1 hieronder.

Tabel 1.1 Alcoholgebruik scholieren klas 2 en 4

Alcoholgebruik klas 2 en 4

West Betuwe 2019

Regio 2019

NL 2019

West Betuwe 2023

Regio 2023

NL 2023

Ooit slokjes of een heel glas alcohol gedronken

54%

53%

52%

64%

56%

55%

Laatste 4 weken alcohol gedronken

31%

29%

26%

37%

30%

27%

Laatste 4 weken bingedrinken

21%

21%

18%

23%

19%

18%

Verschil alcoholgebruik klas 2 en 4

Het alcoholgebruik neemt zowel landelijk als in West Betuwe toe tussen klas 2 en klas 4. In klas 2 geeft 18% van de scholieren aan de laatste 4 weken alcohol te hebben gedronken. In klas 4 is dit toegenomen naar 54% van de scholieren die aangeven de laatste 4 weken alcohol te hebben gedronken. Ook het bingedrinken neemt toe tussen klas 2 en klas 4. Het verschil in alcoholgebruik tussen klas 2 en 4 is opgenomen in tabel 1.2 op de volgende pagina.

Tabel 1.2 Verschil alcoholgebruik scholieren klas 2 en 4 West Betuwe (2023)

Alcoholgebruik klas 2 en 4 in 2023

Klas 2

Klas 4

Totaal klas 2 en 4

Ooit slokjes of een heel glas alcohol gedronken

50%

77%

64%

Laatste 4 weken alcohol gedronken

18%

54%

37%

Laatste 4 weken bingedrinken

8%

37%

23%

Alcoholgebruik naar schoolniveau

Uit de Gezondheidsmonitor Jeugd (2023) valt op dat het percentage vmbo-scholieren in West Betuwe dat aangeeft de afgelopen maand te hebben gebinged substantieel hoger is dan het percentage havo- en vwo-scholieren. Dit beeld komt niet overeen met het landelijk alcoholgebruik onder scholieren. Landelijk zijn de verschillen tussen het alcoholgebruik onder scholieren minimaal (Rombouts et al., 2023). In andere gemeenten in de regio Gelderland-Zuid is het verschil in aantallen leerlingen tussen vmbo scholieren en havo/vwo scholieren die de Gezondheidsmonitor hebben ingevuld minder groot. Wel is in de hele regio Gelderland-Zuid het percentage vmbo-scholieren dat aangeeft de afgelopen maand gebinged heeft hoger dan voor havo- en vwo-scholieren.

Tabel 1.3 Verschil alcoholgebruik naar schoolniveau in West Betuwe (2023)

Alcoholgebruik klas 2 en 4 in 2023

Vmbo-bk

Vmbo-gt

Havo

Vwo

Ooit slokjes of een heel glas alcohol gedronken

66%

68%

63%

60%

Laatste 4 weken alcohol gedronken

38%

45%

34%

35%

Laatste 4 weken bingedrinken

27%

34%

16%

18%

Ouders en het alcoholgebruik van scholieren

Hoewel de invloed van leeftijdgenoten en vrienden op het gedrag toeneemt naarmate kinderen vanaf de middelbare schoolleeftijd, blijven ouders invloed houden op het drinkgedrag van hun opgroeiende kind (Engels e.a., 2013; Smit e.a., 2020). Zij doen dat expliciet door de regels die ze stellen maar ook impliciet, bijvoorbeeld door hun eigen houding (positief of negatief) ten opzichte van alcohol en door hun eigen drinkgewoonten. Ouders die zelf regelmatig drinken, zijn bijvoorbeeld toleranter ten aanzien van alcoholgebruik bij hun kinderen (Engels e.a., 2013).

Uit de Gezondheidsmonitor Jeugd (2023) blijkt dat 19% van de scholieren uit West Betuwe aangeeft dat hun ouders het goed vinden dat hun kinderen alcohol drinken (13% in klas 2, 27% in klas 4). Dit is vergelijkbaar met het regionaal gemiddelde waar 18% van de scholieren aangeeft dat hun ouders het goed vinden dat hun kinderen alcohol drinken.

Rookgedrag scholieren

Het aantal scholieren dat aangeeft te roken en het aantal scholieren dat aangeeft te vapen is in 2023 sterk toegenomen ten opzichte 2019. Het aantal jongeren in West Betuwe dat aangeeft sigaretten te roken is niet of nauwelijks veranderd. Deze trend zien we ook terug in de regionale en landelijke cijfers. Het aantal scholieren uit de gemeente West Betuwe dat aangeeft te vapen is hoger dan in de regionale en het landelijke gemiddelde. Tabel 1.4 bevat een overzicht van het percentage van de scholieren die aangeven te roken of vapen.

Tabel 1.4 Rookgedrag scholieren klas 2 en 4

Rookgedrag klas 2 en 4

West Betuwe 2019

Regio 2019

NL 2019

West Betuwe 2023

Regio 2023

NL 2023

Ooit een hele sigaret of meer gerookt

12%

10%

10%

15%

12%

12%

Rookt tenminste wekelijks

7%

5%

4%

8%

7%

7%

Rookt elke dag

5%

3%

3%

4%

4%

4%

Ooit vape gebruikt

- %

- %

23%

37%

31%

30%

Vapet tenminste wekelijks

3%

2%

2%

13%

9%

9%

Vapet dagelijks

1%

1%

1%

7%

5%

5%

Verschil roken klas 2 en 4

Net als bij het drinken van alcohol neemt zowel landelijk als lokaal het roken toe van klas 2 naar 4. Zo geeft uit klas 2 nog 8% van de scholieren aan ooit een hele sigaret of meer te hebben gerookt. In klas 4 is dit percentage gestegen naar 21%. Wat verder opvalt is de sterke toename tussen klas 2 en 4 van het aantal scholieren wat aangeeft ooit een vape te hebben gebruikt, wekelijks te vapen of dagelijks te vapen. De verschillen in het rookgedrag zijn opgenomen in tabel 1.5 op de volgende pagina

Tabel 1.5 Verschil rookgedrag scholieren klas 2 en 4 (2023)

Rookgedrag klas 2 en 4 in 2023

Klas 2

Klas 4

Totaal klas 2 en 4

Ooit een hele sigaret of meer gerookt

8%

21%

15%

Rookt tenminste wekelijks

3%

12%

8%

Rookt elke dag

2%

7%

4%

Ooit vape gebruikt

32%

43%

37%

Vapet tenminste wekelijks

10%

16%

13%

Vapet dagelijks

3%

12%

7%

Rookgedrag naar schoolniveau

Het percentage vmbo-scholieren dat aangeeft ooit, ten minste wekelijks of dagelijks te roken is hoger dan het percentage havo- en vwo-leerlingen. Dit is ook zo bij vapen. Het beeld dat onder vmbo-scholieren meer wordt gerookt dan door havo- en vwo-scholieren zien we ook landelijk terug. Zie tabel 1.6 hieronder.

Tabel 1.6 Verschil rookgedrag naar schoolniveau in West Betuwe (2023)

Rookgedrag klas 2 en 4 in 2023

Vmbo-bk

Vmbo-gt

Havo

Vwo

Ooit gerookt, sigaretten

23%

16%

12%

9%

Rookt wekelijks, sigaretten

15%

11%

3%

3%

Rookt dagelijks, sigaretten

9%

7%

2%

0%

Ooit gerookt, vapes

50%

44%

34%

22%

Rookt wekelijks, vapes

22%

17%

10%

4%

Rookt dagelijks, vapes

13%

11%

5%

2%

Drugsgebruik scholieren

In de Gezondheidsmonitor Jeugd wordt alleen het gebruik van wiet/hasj uitgevraagd. In 2023 gaf 8% van de scholieren in West Betuwe aan ooit wiet of hasj te hebben gebruikt. Dit is overeenkomend met het regionale (8%) en landelijke (9%) gemiddelde. Van de scholieren gaf 4% aan de laatste vier weken wiet of hasj te hebben gebruikt. Ook dit komt overeen met het regionale en landelijke (5%) gemiddelde. Zie tabel 1.7 (volgende pagina) voor een overzicht.

Tabel 1.7 Drugsgebruik scholieren (2023)

Drugsgebruik scholieren 2023

West Betuwe

Regio

NL

Ooit wiet of hasj gebruikt

8%

8%

9%

Laatste maand wiet of hasj gebruikt

4%

5%

5%

Drugsgebruik 16- en 17-jarigen

In de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen (2024) worden cannabis en harddrugs uitgevraagd. Voor het recent gebruik onder 16- en 17-jarigen zijn enkel regionale cijfers beschikbaar. Van deze jongeren (16- en 17-jarigen) gaf 12% aan de laatste 4 weken cannabis te hebben gebruikt. Dit komt overeen met het landelijk gemiddelde recent gebruik van cannabis onder 16- en 17- jarigen (12%). Onder 16-17 jarigen in de regio Gelderland-Zuid zijn de aantallen voor het gebruik de laatste vier weken van andere drugs te laag om deze op te nemen in de rapportage. Gekeken naar het laatste jaargebruik zijn, na cannabis, 3MMC of 4MMC (4%) en xtc (3%) de meest gebruikte drugs. Het laatste jaar lachgasgebruik onder 16-17-jarigen in de regio Gelderland-Zuid is 2%.

1.3. Middelengebruik onder volwassenen

Alcoholgebruik onder volwassenen

In de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen (2022) wordt het gebruik van alcohol uitgevraagd.

  • In 2022 gaf 42% van de volwassenen in West Betuwe aan dat zij geen alcohol drinken of maximaal 1 glas per dag (conform de richtlijn van de Gezondheidsraad Advies alcoholgebruik volwassenen - ALCOHOLinfo.nl). Volwassenen die ouder zijn dan 65 jaar gaven dit vaker aan (53%) dan volwassenen tussen de 18 en 64 jaar (39%).

  • Wel is er een lichte afname van het aantal volwassenen in West Betuwe dat geen alcohol drinkt of maximaal 1 glas per dag, dit was namelijk 45% in 2020. Deze daling komt door de lichte afname onder de groep volwassenen in de leeftijd van 18-64 jaar: van 43% naar 39%. Onder volwassenen ouder dan 65 jaar bleef het aantal nagenoeg gelijk (52% in 2020 en 53% in 2022). In de regio Gelderland-Zuid is het aantal volwassenen dat aangeeft niet of max. 1 glas per dag te drinken niet verandert in de afgelopen jaren (41% in 2020).

  • In West Betuwe geeft 8% van de volwassenen aan een overmatige drinker te zijn, wat vergelijkbaar is met de regio (7%) en landelijk (8%). Onder 18-64-jarigen is het aantal dat aangeeft overmatig te drinken 7%, onder 65-plussers is dit 8%.

  • We zien een significante stijging van het aantal overmatige drinkers van 5% in 2020 naar 8% in West Betuwe. In de regio Gelderland-Zuid was het aantal overmatige drinkers 6% in 2020 en 7% in 2022.

  • Opvallend is dat er geen grote verschillen zijn in overmatig drinken tussen mannen (8%) en vrouwen (7%) in de regio Gelderland-Zuid. In West Betuwe is dit wel zo (mannen 10%, vrouwen 5%), dit komt meer overeen met het landelijk beeld (mannen 9%, vrouwen 5%).

  • Het aantal volwassenen dat aangeeft een zware drinker te zijn ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (8%), met in West Betuwe 10% en in de regio 11%. Onder volwassenen met een leeftijd tussen de 18 en 64 jaar is dit in de gemeente West Betuwe 11% en onder 65plussers is dit 6%. Zowel regionaal als landelijk is het aantal zware drinkers onder (jong)volwassenen ook hoger dan onder volwassenen ouder dan 65 jaar.

Rookgedrag onder volwassenen

In gemeente West Betuwe en de regio Gelderland-Zuid rookt 14% van de volwassenen wel eens. Dit is iets lager dan het landelijk gemiddelde (17%).

  • Er is de afgelopen jaren zowel lokaal als regionaal een afname van het aantal rokers te zien.

  • Meer inwoners in West Betuwe tussen de 18-64 jaar roken (16%) dan inwoners van 65 jaar en ouder (9%).

  • Vapen is niet uitgevraagd in de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen in 2022.

Drugsgebruik onder volwassenen

In de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen (2022) worden soft- en harddrugsgebruik uitgevraagd.

  • Het aantal volwassenen in West Betuwe die aangeven in 2022 cannabis te hebben gebruikt ligt op 4%, dat is lager dan het regionaal gemiddelde (7%).

  • Ook het gebruik van cocaïne, xtc, amfetamine, paddo’s, GHB, LSD of heroïne in 2022 is onder volwassenen in West Betuwe lager (3%) dan het regionaal gemiddelde (7%).

1.4. Naleving

Nalevingsonderzoek leeftijdsgrens

Met nalevingsonderzoek wordt onderzocht in hoeverre de leeftijdsgrens voor alcohol wordt nageleefd door alcoholverstrekkers. Als minderjarigen aan alcohol willen komen is dat nog steeds gemakkelijk in Nederland. Tussen 2018 (37,7%) en 2022 (39,4%) is de landelijke naleving van de leeftijdsgrens bij alcoholverkoop nauwelijks veranderd, en in 2024 is deze zelfs afgenomen (32,7%) (Bureau Objectief, 2024). De leeftijd wordt het beste gecontroleerd bij supermarkten en slijterijen.

Bij het nalevingsonderzoek van Bureau Objectief (2023) in West Betuwe werd geconstateerd dat de gemiddelde naleving van de leeftijdsgrens met 43% ook laag was. Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat er in te weinig verschillende horecazaken gecontroleerd is. Van de 110 horecazaken in West Betuwe hebben er bij 6 zaken controles plaatsgevonden, daardoor geeft de uitkomst geen representatief beeld van de naleving (0% naleving in de horeca). In de sportkantines (14%) en cafetaria’s (40%) is de naleving verder het laagst. Net als landelijk het geval is, is de naleving van de leeftijdsgrens ook in West Betuwe bij supermarkten (80%) en slijterijen (83%) het hoogst. Zowel landelijk als lokaal de is naleving van de leeftijdsgrens bij supermarkten en slijterijen hoger. Dit komt omdat zij vaak onderdeel zijn van een landelijke keten. Deze ketens hebben vaak een duidelijk nalevingsbeleid en meer kennis en hulpmiddelen tot hun beschikking om het personeel te ondersteunen bij de naleving van de leeftijdsgrens.

Op dit moment zijn de vergunningen van (para)commerciële horeca in West Betuwe nog niet allemaal op orde. De verklaringen hiervoor zijn het gebrek aan capaciteit bij de gemeente om dit op te pakken en te controleren, de fusie tot de gemeente West Betuwe in 2019, en de invoering van de Alcoholwet in 2021, waarbij de vergunningen niet zijn geactualiseerd. Voordat de nalevingcontroles van de leeftijdsgrens worden uitgevoerd door boa’s is het zaak dat de vergunningen van de horeca in West Betuwe op orde zijn. Het is vervelend dat we op dit terrein nog achterlopen, maar we gaan de komende jaren hiermee een inhaalslag maken. Vervolgens gaat de gemeente de controle op de naleving van de leeftijdsgrens weer uitvoeren, waarbij wel voldoende handhavingscapaciteit nodig is. Op dit moment is deze niet voldoende om reguliere nalevingscontroles uit te kunnen voeren. De gemeente West Betuwe zet in 2025 in op twee nieuwe boa’s, waaronder een boa met taakaccent jeugd. De komende jaren verkent West Betuwe mogelijkheden om meer capaciteit op nalevingscontroles in te zetten.

Wederverstrekking

Naar wederverstrekking is landelijk en lokaal geen onderzoek gedaan. Wederverstrekking is het verstrekken van alcohol aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze 18 jaar of ouder is, maar het product is bestemd voor iemand waarvan niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De ondernemer, de minderjarige en degene die de drank koopt en doorgeeft kunnen beboet worden.

Dronkenschap en doorschenken

Nalevingsonderzoek doorschenken geeft een beeld van de mate waarin aan personen onder invloed alcohol wordt geschonken in de (paracommerciële) horeca en of de toegang aan personen in kennelijke staat van dronkenschap wordt geweigerd. Horecapersoneel blijkt het lastig te vinden om dronkenschap te herkennen en om daar aansluitend op te acteren (Nijkamp e.a., 2020). Er is in 2024 voor het eerst landelijk onderzoek gedaan naar doorschenken bij dronkenschap in horeca, avondwinkels, slijterijen en paracommerciële instellingen (zoals sportkantines en buurthuizen). Hieruit blijkt dat de naleving van het verbod op toegang (3,2%) en doorschenken (16,8%) laag is (Bureau Objectief, 2024a). Lokaal is er geen onderzoek gedaan. Het toezicht (en handhaving) op de naleving van het niet toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap is ook een wettelijke taak van de gemeente. Maar op dit moment is er geen capaciteit beschikbaar om hierop toe te zien en te handhaven.

1.5. Informatie van samenwerkingspartners

Naast onderzoek leveren kennis, ervaringen en registraties van samenwerkingspartners in de gemeente informatie op over de stand van zaken. Op de volgende twee pagina’s wordt deze input beschreven. In tabel 1.8 (pagina 16) staat een samenvatting van de genoemde verbeterpunten.

Evaluatie huidige situatie

Met verschillende stakeholders (zie 5.1.) is de huidige situatie rond middelengebruik, -preventie en naleving in West Betuwe geëvalueerd. Dit leverde voor de komende periode de volgende aandachtspunten op:

  • In zowel lokale als regionale beleidsplannen en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn diverse maatregelen opgenomen om het alcohol- en drugsgebruik te beperken of te voorkomen, zoals het verbod op Happy Hours en het nuloptiebeleid ten aanzien van coffeeshops.

  • Het verstrekken van een gratis autorijbewijs na het volgen van de Alcohol Verkeer Cursus (AVC) verloopt succesvol, met 75 deelnemers tijdens het eerste jaar in 2024. De professionals opperen of de AVC uitgebreid kan worden naar bromfietsrijbewijs (rijbewijs AM) en trekkerrijbewijs (rijbewijs T).

  • We zien in de afgelopen jaren een toename van het aantal jongeren dat alcohol drinkt, sigaretten rookt en vapet. Ook zien we een toename van het aantal volwassenen dat overmatig drinkt in West Betuwe.

  • Op scholen wordt gesignaleerd dat scholieren vapen (bv. op het toilet) en handelen in vapes.

  • Er zijn signalen dat soft- en harddrugsgebruik onder enkele jongeren en (jong)volwassenen regelmatig voorkomt in West Betuwe, waarbij 3-MMC, xtc en cocaïne worden genoemd. Daarbij wordt aangegeven dat drugs gemakkelijk verkrijgbaar zijn, bijvoorbeeld online. Dit geldt ook voor alcohol en rookwaren.

  • Het is essentieel om de basis in de gemeente op orde te stellen. Door gestructureerd en in kleine, haalbare stappen te werken, willen we vooruitgang boeken met toezicht en handhaving. De gemeente zet in op extra capaciteit door een boa met taakaccent jeugd op te leiden vanaf december 2024.

  • De motivatie om deze stappen te zetten en de uitdagingen samen aan te gaan is sterk aanwezig. Ook onder de professionals is er een breed draagvlak om gezamenlijk aan de slag te gaan.

Registraties lokaal: politie en sportverenigingen

Verschillende organisaties houden registraties bij van alcohol- en drugsgerelateerde incidenten of hulpverleningstrajecten. De beschikbare gegevens in onze gemeente staan hieronder.

  • Politieregistraties alcohol- en drugsgerelateerde incidenten en delicten

    • o

      De aantallen openbaar dronkenschap zijn beperkt, met 4 meldingen in 2023.

    • o

      In 2023 was 6% van de overlastincidenten in West Betuwe gerelateerd aan alcohol en/of drugs.

    • o

      Er zijn 105 boetes uitgedeeld in 2023 voor rijden onder invloed, dat zijn er 28 meer dan in 2019. Dit is in lijn met de landelijke trend van de afgelopen jaren, waarin ook een toename is te zien van rijden onder invloed.

  • Verenigingsmonitor West Betuwe 2024 (Van Vught e.a. 2024): Gezonde kantine

    • o

      Alle sportverenigingen in de gemeente die alcohol schenken geven aan een alcoholbeleid te hebben, waarin diverse maatregelen zijn opgenomen. Tweederde (66%) geeft aan de leeftijd de controleren bij de verkoop van alcohol en meer dan de helft (57%) verkoopt geen alcohol aan dronken mensen.

    • o

      49% van de sportverenigingen in West Betuwe geeft aan geheel rookvrij te zijn en 40% zijn gedeeltelijk rookvrij.

    • o

      In West Betuwe geeft 80% van de sportverenigingen aan nooit overlast te ervaren van middelengebruik, zoals drugs en lachgas. Uit de Verenigingsmonitor kon niet worden gehaald welk type drugsoverlast 20% van de sportverenigingen in West Betuwe ervaart. Wel dat dit uitsluitend plaatsvond bij bijna uitsluitend de grote sportverenigingen.

Ervaringen en bevindingen van ketenpartners

Ter voorbereiding op dit P&H-plan middelengebruik spraken we met verschillende ketenpartners: de politie, handhaving, jongerenwerk, GGD, scholen, IrisZorg en beleidsadviseurs van de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente een korte enquête uitgezet onder horecaondernemers in West Betuwe. De gemeente heeft hen gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste problemen met betrekking tot middelengebruik en -handel en de naleving van de wet zien. En wat zij zien als verbeterpunten voor preventie en handhaving.

Hun inzichten laten het volgende beeld zien:

  • Er is veel draagvlak voor middelenpreventie- en handhaving gericht op jongeren (en jongvolwassenen). In de gesprekken met de meeste ketenpartners is vooral ingegaan op de jongere doelgroep en minder op volwassenen of ouderen.

  • Jongeren en jongvolwassenen drinken veel en regelmatig alcohol, vooral in keten, thuis, na sport, in het openbaar (bijvoorbeeld Lingepark) en soms op werk.

  • Bij omgevingen zoals in de sportkantines, keten, werk en horeca heerst een ‘ons-kent-ons’-cultuur, waardoor volwassenen ook alcohol schenken/meegeven aan minderjarigen wanneer zij deze minderjarigen kennen.

  • Veel ouders en volwassenen accepteren het alcoholgebruik en rookgedrag van jongeren.

  • Op sommige plekken waar veel jongeren werken heerst een cultuur waarin alcohol en roken genormaliseerd is (bijvoorbeeld meerdere rookpauzes tijdens werktijd en een vrijdagmiddagborrel). Dit komt volgens de professionals met name in de agrarische sector voor, omdat daar de naborrel vaker voorkomt en er veel jongeren werken.

  • Het aantal jongeren dat sigaretten rookt is hoger in de dorpskernen, het vapen is vooral populair in Geldermalsen en Beesd.

  • Het gebruik van cannabis wordt met name gesignaleerd op bekende hangplekken (bijvoorbeeld onder de Lingebrug of in het Lingepark in Geldermalsen).

  • Er zijn signalen dat onder een aantal van de vroegtijdig schoolverlaters er sprake is van regelmatig blowen.

  • Veel ketenpartners geven aan dat jongeren makkelijk alcohol, sigaretten, vapes en drugs verkrijgen via sociale media. Alcohol, sigaretten en vapes worden ook verkregen via wederverstrekking (via volwassenen).

  • De heersende norm onder volwassenen over drugsgebruik is negatiever dan over alcoholgebruik. Terwijl het alcoholgebruik onder jongeren (en volwassenen) veel vaker voorkomt dan het drugsgebruik door jongeren (en volwassenen).

De gesprekken met ketenpartners leverden input voor de verbetering van preventie en handhaving van het middelengebruik. Tabel 1.8 op de volgende bladzijde beschrijft de kernpunten van de input.

Tabel 1.8 Verbeterpunten preventie per setting volgens ketenpartners

Domein

Voorgestelde verbeterpunten voor preventie volgens ketenpartners

Gezin

  • Vergroten bewustwording van ouders over (de schadelijkheid van) het middelengebruik van hun kinderen

  • Vergroten betrokkenheid van ouders bij het beperken van het middelengebruik van hun kinderen

  • Opvoedondersteuning bieden aan ouders met betrekking tot middelengebruik en het voorbeeldgedrag

School

  • Een gezamenlijk duidelijk middelenbeleid voor de middelbare scholen en mbo.

  • Voorlichting aan ouders en leraren bieden in groep 7 en 8 over middelengebruik

  • Inzetten op signaleren handelen vapes en terugdringen handel hierin

  • Verder inzetten op het programma Helder op School en voorlichting en deskundigheidsbevordering door IrisZorg

Vrije tijd

  • Meer divers aanbod georganiseerde vrijetijdsbesteding voor minderjarigen in dorpskernen

  • Uitbreiden AVC naar bromfietsrijbewijs en trekker rijbewijs

  • Voorlichting over de alcoholwetgeving aan besturen en barvrijwilligers in sportkantines

  • Informeel toezicht op het middelengebruik in keten

  • Inzetten op een rookvrije sportomgeving

Peergroep

  • Openstelling van plekken waar jongeren onder toezicht van een volwassene hun vrije tijd kunnen doorbrengen

Werk

  • Vergroten bewustwording van werkgevers over (de schadelijkheid van) het middelengebruik van hun werknemers

  • Het opstellen van Alcohol-, Drugs- en medicijnenbeleid en rookbeleid en voorlichting over middelengebruik en werk

Middelenverstrekkers

  • Voorlichting over de alcoholwetgeving aan horecapersoneel

  • Samenwerking horecaondernemers met betrekking tot dronkenschap: ‘bij één geweigerd is overal geweigerd’

  • Verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrens en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap en het verbod op doorschenken bij dronkenschap

De gesprekken met ketenpartners leverden input voor de verbetering van preventie en handhaving van het middelengebruik. Tabel 1.8 op de volgende bladzijde beschrijft de kernpunten van de input.

2. Ambitie en doelstellingen

2.1. Naleving

Een P&H-plan dient aan te geven wat de doelstellingen van het beleid zijn. Dit is zo opgenomen in Artikel 43a van de Alcoholwet. Op basis van de wet- en regelgeving voor middelengebruik en de eerder vastgestelde beleidsplannen formuleren de gemeente en haar ketenpartners de volgende hoofddoelstelling voor dit P&H-plan:

Afname van het middelengebruik en de schadelijke gevolgen van middelengebruik onder alle inwoners van West Betuwe, maar met name onder jongeren tot 18 jaar

West Betuwe streeft ernaar dat haar inwoners gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Middelengebruik hoort daar niet bij, vooral niet onder jongere inwoners. Voor (jong)volwassenen zetten we in op een afname van middelengebruik. Bovendien zetten we erop in dat volwassenen niet roken, geen drugs gebruiken en geen alcohol drinken in de omgeving van jongeren. Dit is belangrijk omdat kinderen het gedrag en gebruik van hun ouders kunnen overnemen. Een sociale en fysieke omgeving die uitnodigt en stimuleert tot het gewenste gezonde gedrag is dan ook ondersteunend aan deze ambitie. Daarom zetten de gemeente en haar ketenpartners in op het versterken van de sociale omgeving rondom jongeren, het faciliteren van een fysieke gezonde omgeving die gezond gedrag van alle inwoners stimuleert en het naleven van de geldende wet- en regelgeving.

In de volgende paragrafen formuleert West Betuwe voor de komende jaren een aantal concrete doelstellingen, op basis van de probleemanalyse. Met deze getalsmatige doelstellingen wordt richting gegeven aan de beschreven ambities.

2.2. Doelstellingen afname middelengebruik onder de 18 jaar

De doelstellingen die in dit P&H-plan worden opgenomen zijn afgeleid van hiervoor beschreven ontwikkelingen in het middelengebruik. Daarbij wil West Betuwe de ambities uit het Nationaal Preventieakkoord (NPA) en het landelijke Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) bereiken:

  • 0% van de jongeren onder 18 jaar rookt in 2040; en

  • het aantal jongeren dat alcohol drinkt is substantieel afgenomen in 2040.

Dit zijn erg ambitieuze doelstellingen om na te streven, maar op deze wijze heeft West Betuwe concrete doelen om naar toe te werken. De gemeente en haar ketenpartners werken hier stapsgewijs naartoe (zie tabel 2.1 op pagina 18). De doelstellingen die voor 2028 zijn opgenomen, zijn teruggerekend van de doelstelling uit het NPA voor 2040 naar een tussendoel in 2028. Voor het behalen van de doelstellingen is de gemeente naast haar lokale inzet ook afhankelijk van landelijke ontwikkelingen, zoals de beschikbaarheid van middelen voor preventie. Op dit moment worden de doelstellingen uit het NPA in bijna alle gemeenten nog niet gehaald (RIVM, 2024). West Betuwe loopt echter nog achter op de landelijke resultaten en streeft een verbetering na met dit P&H-plan middelengebruik.

Tabel 2.1 Doelstellingen middelengebruik scholieren klas 2 en 4

Doelstellingen middelengebruik scholieren klas 2 en 4

West Betuwe 2023

West Betuwe 2028

NPA 2040

Ooit slokjes of een heel glas alcohol gedronken

64%

53%

25%

Laatste 4 weken alcohol gedronken

37%

31%

15%

Laatste 4 weken bingedrinken

23%

18%

7%

Rookt tenminste wekelijks

8%

6%

0%

Rookt elke dag

4%

3%

0%

Vapet tenminste wekelijks

13%

9%

0%

Vapet dagelijks

7%

5%

0%

Met betrekking tot drugs zijn er geen ambities in het NPA opgenomen. Aangezien het cannabisgebruik onder scholieren in West Betuwe en het xtc-gebruik onder 16- en 17-jarigen in Gelderland-Zuid lager vergelijkbaar zijn met de landelijke gemiddeldes, neemt de gemeente een beschrijvende doelstelling op in dit P&H-plan. In 2028 ziet West Betuwe graag een lager percentage van de jongeren tot 18 jaar dat aangeeft soft- en/of harddrugs te gebruiken.

2.3. Doelstellingen afname middelengebruik volwassenen

De doelstellingen die we hier opnemen zijn afgeleid van eerder beschreven ontwikkelingen (zie 1.3) in het middelengebruik onder volwassenen en geformuleerd met de ambities uit het NPA en het GALA voor ogen. De gemeente streeft er naar deze doelstellingen te behalen (zie tabel 2.2). Voor het behalen van de doelstellingen is West Betuwe naast haar lokale inzet ook afhankelijk van landelijke ontwikkelingen. Op dit moment worden de doelstellingen uit het NPA landelijk nog niet gehaald (RIVM, 2024). De gemeente loopt echter nog achter op de landelijke resultaten en doelstellingen, en streeft een verbetering na met dit P&H-plan middelengebruik.

Tabel 2.2 Doelstellingen middelengebruik volwassenen

Doelstellingen middelengebruik volwassenen

West Betuwe

2023

West Betuwe

2028

NPA

2040

Overmatig drinkt

8%

7%

5%

Zwaar drinkt

10%

8%

5%

Rookt (wel eens)

14%

11%

5%

Met betrekking tot drugs zijn er geen ambities in het NPA opgenomen. Aangezien drugsgebruik onder volwassenen lager ligt in West Betuwe (4%) dan de regionale en landelijke cijfers, neemt de gemeente een beschrijvende doelstelling op in dit P&H-plan. Ons doel omtrent drugsgebruik onder volwassenen in West Betuwe betreft een dalende trend van drugsgebruik. In 2028 zien de gemeente en haar ketenpartners graag een lager percentage volwassenen dat aangeeft soft- en/of harddrugs te gebruiken.

2.4. Bewustwording over de effecten van middelengebruik

De gemeente West Betuwe wil samen met haar ketenpartners de kennis over de schadelijke effecten van het middelengebruik vergroten bij personen die een belangrijke rol spelen in de omgeving van jongeren. Hierbij denken de gemeente en ketenpartners aan ouders, leraren, trainers en andere rolmodellen voor jongeren. Het is belangrijk dat de omgeving bewust wordt gemaakt van de impact van middelengebruik op jongeren. Tot nu toe schatten volwassenen de schadelijkheid van alcohol vaak lager in dan de reële schade van alcohol (Rombouts e.a., 2023).

Daarnaast is het van belang dat de omgeving bewust wordt gemaakt dat het eigen middelengebruik van volwassenen ook impact heeft op het middelengebruik van jongeren. Niet alleen directe impact zoals de schadelijkheid van meeroken, maar ook indirecte impact. Zo blijkt uit onderzoek dat jongeren op jongere leeftijd alcohol gaan drinken als hun ouders in de buurt van hun kinderen drinken, aangeschoten zijn of dronken zijn (Smit e.a., 2020). Als kinderen opgroeien in een klimaat waar alcohol en drugs de norm zijn, nemen zij dat ook vaak over in hun volwassen leven. Kinderen die opgroeien in een omgeving waar drugsgebruik plaatsvindt, hebben zelf meer kans hebben om op latere leeftijd problematisch drugs te gaan gebruiken (van Wamel e.a., 2023).

Bewustwording over de effecten van middelengebruik gaat verder dan kennis over gezondheid gerelateerde effecten. De gemeente en haar ketenpartners willen een gezonde leefstijl stimuleren én ordeverstoringen en ondermijning als gevolg van middelengebruik voorkomen. Daarom schenken wij allen ook aandacht aan het vergroten van kennis over de effecten van middelengebruik op veiligheid.

2.5. Doelstellingen verbeterde naleving

Zowel preventie als handhaving van middelengebruik is een proces van de lange adem, omdat blijvende gedragsverandering en het verminderen van middelengebruik tijd en consistente inspanning vereisen. Vanwege de vele interventies en de beperkte tijd en budget, moeten er prioriteiten worden gesteld in dit P&H-plan. Het verbeteren van de naleving van doorschenken en dronkenschap is een ambitie die verder in de toekomst ligt. De gemeente en haar ketenpartners focussen in dit P&H-plan op het versterken en uitbreiden van preventieactiviteiten, de basis op orde stellen voor handhaving en het verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrens. De doelstellingen van West Betuwe met betrekking tot de naleving van de leeftijdsgrens zijn afgeleid van de probleemanalyse en de ambities van het NPA. Op dit moment worden de doelstellingen uit het NPA voor de naleving van de Alcoholwet ook landelijk nog niet gehaald (Bureau Objectief, 2024).

Daarom gaat de gemeente uit van de stand van de naleving op dit moment lokaal en streven een stijging na die overeenkomt met de opgenomen stijgingen in het NPA. In tabel 2.3 (hieronder) staat per setting de huidige naleving en het ambitieniveau voor de komende jaren vermeld.

Tabel 2.3 Doelstellingen naleving leeftijdsgrens

Naleving leeftijdsgrens

West Betuwe 2023

West Betuwe 2028

West Betuwe 2030

Supermarkten

80%

94%

100%

Slijterijen/winkels

83%

95%

100%

Cafetaria’s

40%

64,3%

76,2%

Sportkantines

14%

44,5%

58,4%

Horeca

0%*

51%

63,2%

*Van de 110 horecazaken in West Betuwe hebben er bij 6 zaken controles plaatsgevonden, daardoor geeft deze uitkomst geen representatief beeld

3. Uitgangspunten voor beleid

3.1. Gezonde en kansrijke omgeving

Het uitgangspunt van ons middelenpreventiebeleid is om te werken aan een gezonde, kansrijke en veilige omgeving voor iedereen, zodat het gezonde gedrag wordt gestimuleerd voor jong en oud. Hierbij zetten we er op in om middelengebruik te voorkomen, te verminderen en het eerste gebruik zo lang mogelijk uit te stellen. Hierbij streven we ernaar dat de omgeving van jongeren zoveel mogelijk middelenvrij is. Dit doen we door maatregelen in te zetten die direct invloed hebben op het middelengebruik:

  • het beperken van het aanbod van middelen, bijvoorbeeld door het verbod op drugshandel op straat;

  • het beperken van de vraag naar middelen, bijvoorbeeld door voorlichting aan ouders over de schadelijkheid van middelen;

  • het minimaliseren van de schade van alcohol, drugs, roken en vapen. Bijvoorbeeld door het voorkomen van blootstelling aan tabaksrook.

En dit doen we ook door maatregelen en interventies in te zetten die ook (in)direct invloed hebben op het middelengebruik onder inwoners. Er zijn verschillende risicofactoren (zie figuur 3.1 op de volgende bladzijde) die kunnen leiden tot (problematisch) middelengebruik. Met dit P&H-plan richten we met name op het terugdringen van factoren op microniveau. Vanuit andere beleidsterreinen en landelijk beleid wordt ook ingezet op factoren van andere niveaus.

Figuur 3.1 Risicofactoren voor (problematisch) middelengebruik

afbeelding binnen de regeling

Bron: EU Prevention Curriculum (EUPC), EUDA, 2019.

Omdat we met dit P&H-plan met name inzetten op jongeren en hun omgeving zetten we in op de beschermende- en risicofactoren die van invloed zijn op het middelengebruik van jongeren in hun directe omgeving. Waarbij we in ieder geval inzetten op de beschermende- en risicofactoren waarop wordt ingezet met het programma Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (zie figuur 3.2). Hierbij werken we samen met de gemeenschap (community building) en zetten we in op een gezonde en kansrijke omgeving (omgevingsbenadering).

Figuur 3.2 Beschermende- en risicofactoren middelengebruik Opgroeien in een Kansrijke Omgeving

afbeelding binnen de regeling

*Factoren met een groene V zijn beschermende factoren en factoren met een rood X zijn risicofactoren.

3.2. Indelingen van preventie

Als we preventie indelen dan is dit met name universele en selectieve preventie (zie figuur 3.3 op de volgende pagina). We hebben samen met onze directe samenwerkingspartners bij middelenpreventie ook de grootste rol bij universele preventie (gericht op de gehele bevolking) en selectieve preventie (gericht op de bevolking met verhoogd risico). Voor inwoners met beginnende klachten (geïndiceerde preventie) als gevolg van hun middelengebruik hebben we met onze partners uit het sociaal domein en de gezondheidszorg een signalerende en verwijzende functie. Onze samenwerkingspartners zoals de huisartsen en IrisZorg zijn voor individuen met beginnende klachten belangrijke organisaties.

Figuur 3.3 Indelingen van preventie

afbeelding binnen de regeling

3.3. Community building

Om resultaat te bereiken is de bijdrage van iedereen in de gemeenschap nodig: scholen, sportverenigingen, ouders, kerken, ondernemers, et cetera. En uiteraard ook van de jongeren zelf. Daarom betrekken we deze partijen bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering. Zo werken we samen aan een leefomgeving voor jongeren waarin ze gelukkig en gezond kunnen opgroeien.

3.4. Omgevingsbenadering

Omgevingsfactoren (op macro- en microniveau) en persoonlijke kenmerken zijn belangrijke bepalende factoren bij de vraag of iemand met middelengebruik experimenteert of begint (zie figuur 3.4 op de volgende bladzijde). Het gaat hierbij om directe factoren zoals de beschikbaarheid van middelen. Bijvoorbeeld het aantal verkooppunten van alcohol en tabak. Daarnaast gaat het ook om beschermende factoren die middelengebruik kunnen voorkomen, dan wel risicofactoren die een risico vormen voor het gebruik (Coone et al, 2020). Voor het versterken van de beschermingsfactoren en het verkleinen van de risicofactoren in de leefomgeving starten we in 2025 met het integrale programma Opgroeien in een Kansrijke Omgeving.

Figuur 3.4 Beïnvloede factoren voor middelengebruik

afbeelding binnen de regeling

Bron: Europees preventiehandboek 2020

3.5. Integrale beleidsvisie

Om middelengebruik effectief en preventief aan te pakken werken we integraal. Dit betekent dat we verschillende maatregelen en interventies in samenhang inzetten voor de verschillende groepen inwoners en hun omgeving. Voor de integrale aanpak van (het voorkomen van) middelengebruik maken we gebruik van de integrale Aanpak Gezonde Gemeente van het RIVM.

Deze integrale aanpak is gebaseerd op vier pijlers:

  • I.

    educatie en bewustwording,

  • II.

    signalering, advies en ondersteuning,

  • III.

    omgeving, en

  • IV.

    regelgeving en handhaving.

Een combinatie van maatregelen en interventies binnen alle vier de pijlers geeft hierbij de grootste kans op gezondheidswinst.

Daarbij werken we intern integraal samen vanuit de domeinen (gezondheids)preventie, sociaal domein en toezicht en handhaving aan middelenpreventie. De preventieve en de handhavende activiteiten stemmen we hierbij steeds met elkaar af. Hiervoor werken we ook integraal samen met onze samenwerkingspartners.

4. Activiteiten

Dit hoofdstuk bevat de aanpakken en interventies die de gemeente en haar ketenpartners (kunnen) gaan inzetten om de doelstellingen te realiseren. Het is ingedeeld op verschillende settingen/domeinen op het gebied van educatie en bewustwording, signalering en ondersteuning, de omgeving en regelgeving, toezicht en handhaving. Om het effect van afzonderlijke handhavings- of preventieve interventies te versterken worden deze zoveel mogelijk in samenhang ingezet. De gemeente kiest voor het inzetten van op wetenschappelijke inzichten gebaseerde integrale aanpakken. De handhavingsprioriteiten vanuit de Alcoholwet, de benodigde toezichtcapaciteit en de sanctiestrategie zijn gedetailleerd uitgewerkt in bijlage 1.

Verschillende domeinen in de omgeving van jongeren hebben invloed op het middelengebruik. In dit P&H-plan wordt uitgegaan van de volgende domeinen:

  • Gezin (4.1)

  • Scholen (4.2)

  • Vrije tijd (o.a. sport, cultuur en keten, 4.3)

  • Peergroep (4.4)

  • Werkomgeving (4.5)

  • Middelenverstrekkers (4.6)

4.1. Gezin

De ouders spelen een belangrijke rol in het voorkomen van middelengebruik van hun kinderen. Zij hebben een grotere invloed op het middelengebruik van hun kinderen dan zij zelf vaak denken. We willen ouders en opvoeders hiervan bewustmaken en hun ondersteuning bieden bij wat werkt als het gaat om middelenopvoeding. Verschillende beschermende- en risicofactoren in het gezin hebben invloed op het middelengebruik van kinderen. Zo hebben ouders een voorbeeldrol voor hun kinderen en is het belangrijk dat zij regels stellen voor hun kinderen als het gaat om het gebruik van middelen.

Educatie en bewustwording

Om de bewustwording over het middelengebruik onder ouders te vergroten zet West Betuwe in op voorlichting van ouders over middelen. Dit doen de gemeente en haar ketenpartners onder andere door ouderavonden te organiseren via school. Ook informeren de ketenpartners ouders hoe zij het gesprek over middelengebruik van hun kinderen aan te gaan. Daarbij verstrekken de gemeente en haar ketenpartners informatie aan ouders via landelijke websites als helderopvoeden.nl.

De gemeente en haar ketenpartners zetten vooral in op betrekken van en voorlichting aan ouders van kinderen die bezig gaan met de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. De overgang wordt op dit moment vaak aangegrepen om ouders te informeren over het voortgezet onderwijs, sociale media en opvoedondersteuning. De overgang is een fase waarin er veel ouderbetrokkenheid is. Gemeente West Betuwe en haar ketenpartners zien een kans deze fase te gebruiken om te informeren over middelengebruik, (vroeg)signalering en hulpbronnen.

Signalering, advies en ondersteuning

De ondersteuning door ouders en een goede emotionele band tussen ouders en kind is een beschermende factor voor het voorkomen van middelengebruik door hun kinderen. Het is daarbij belangrijk dat ouders tijd doorbrengen met hun kinderen. Dit kan een positieve invloed hebben op het voorkomen van middelengebruik en het verbeteren van de mentale gezondheid.

Het opvoeden van kinderen en pubers kan soms lastig zijn voor ouders, ook als het gaat om middelengebruik. Wanneer ouders/opvoeders ondersteuning nodig hebben bij vraagstukken rondom middelengebruik kunnen ze terecht bij IrisZorg, team sociaal en/of online informatie vinden via helderopvoeden.nl.

Omgeving

De thuisomgeving van kinderen en jongeren speelt een belangrijke rol bij het voorkomen en uitstellen van (het eerste) middelengebruik. Wanneer kinderen zien dat hun ouders roken, drinken of andere middelen gebruiken, is de kans groter dat zij dit ook gaan doen. Daarom zetten de gemeente en haar ketenpartners naast de voorlichting van ouders over de risico’s van middelen ook in op voorlichting over hun voorbeeldgedrag. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het lokaal doorvertalen van de campagne de ‘zien drinken, doet drinken’ en de ‘NIX18’-campagne.

Verder ondersteunen de gemeente en haar ketenpartners ouders die vanuit hun voorbeeldrol willen stoppen of minderen met roken, het gebruik van drugs of het drinken van alcohol. Via de website Wegwijs in West Betuwe vinden ouders meer informatie over stoppen met roken, drugs en alcohol drinken, zoals de stoppen-met-roken-coach. Daarbij wordt vanuit IrisZorg motiverende gespreksvoering ingezet om inwoners te ondersteunen bij het stoppen of minderen met het gebruiken van middelen. Verder kunnen de gemeente samen met o.a. de GGD inzetten op de lokale doorvertaling van landelijke campagnes als Stoptober en IkPas om stoppen met roken/vapen en minderen met alcohol drinken extra onder de aandacht te brengen. Ook informeren de gemeente en haar ketenpartners ouders over zelfhulpapps voor (jong)volwassenen zoals Maxx, Quiddy, en ICan.

Daarbij is ondersteuning aan kinderen en ouders beschikbaar die zelf problemen hebben met middelengebruik via Help, mijn kind kan niet zonder en KOP/KOVV groepen. Kinderen uit deze gezinnen lopen een groter risico om zelf problemen met middelen of psychische problemen te ontwikkelen. Deze ondersteuning wordt ingezet door IrisZorg en Pro Persona en zet West Betuwe de komende jaren voort.

Regelgeving, toezicht en handhaving

Het is van belang dat ouders regels afspreken over middelengebruik met hun kinderen. Het stellen van duidelijke regels over alcohol, drugs, sigaretten roken en vapen is een beschermende factor om middelengebruik te voorkomen. Daarbij is het belangrijk dat ouders monitoren waar hun kinderen zijn, met wie en wat ze aan het doen zijn. Zodat ze ook hierover regels kunnen afspreken als het gaat over middelengebruik. Tijdens de voorlichting aan ouders over middelengebruik zal hier ook aandacht aan worden geschonken.

4.2. Scholen

Met meer dan 30 basisscholen, 2 middelbare scholen (de Lingeborgh en de Ida Gerhardt Academie) en 2 MBO’s (Yuverta en ROC Rivor) heeft West Betuwe verschillende scholen die een rol kunnen spelen bij middelenpreventie. Scholen zijn de plek waar preventieve interventies kunnen worden geïmplementeerd en waar vroegtijdige signalering (van risicogedrag) mogelijk is. Het creëren van een veilige en gezonde leeromgeving valt binnen de pedagogische opdracht van scholen, en middelenpreventie maakt daar deel van uit. De Lingeborgh en de Ida Gerhardt Academie zetten al onderdelen in van het integrale programma Helder op School. De gemeente en haar ketenpartners gaan verkennen of dit verder kan worden uitgebreid, aansluitend op de vragen vanuit de scholen.

Educatie en bewustwording

Hoewel de meeste kinderen in het primair onderwijs (PO) nog weinig interesse in alcohol en roken, wordt al wel gezien dat sommige jongeren in groep 7 en 8 beginnen met vapen. Daarnaast is de overgang van PO naar VO een spannend moment, zowel voor kinderen als voor de ouders. Dit geldt ook als het gaat om middelengebruik. Daarom wil de gemeente met IrisZorg, GGD en de scholen meer betekenen voor de ouders uit groep 7 en 8. Dit is in lijn met de Richtlijnen verslavingspreventie in het onderwijs.

Samen met IrisZorg, de GGD en onze VO scholen zet West Betuwe in op educatie en bewustwording onder ouders over de schadelijkheid van middelen en over hun rol hierbij. Hiervoor worden Frisse Start en Samen Fris (onderdelen van Helder op School) ingezet, worden ouderavonden georganiseerd en ondersteunt IrisZorg scholen bij hun (middelenvrij)beleid en het trainen van personeel. Vanwege de toename van het roken van sigaretten en vapes willen we vanaf schooljaar 2025/2026 meer inzetten op voorlichting over vapen en roken, dit kan middels de Smokefree challenge en/of Vapen #jouwkeuze.

Op de MBO scholen wordt ook voorlichting gegeven over middelen, bijvoorbeeld binnen het burgerschapsonderwijs. Met IrisZorg verkennen we in 2025 of ondersteuning van de MBO scholen nodig is, bijvoorbeeld door het inzetten van Helder op School.

Om rijden onder invloed terug te dringen zet de gemeente reeds de Alcohol Verkeer Cursus (AVC) in. West Betuwe wil verkennen of vanaf 2026 ook voor de VO- en MBO scholen een aanbod gereed is om deze cursus aan te bieden tijdens een lesuur. Zodat we meer scholieren en studenten kunnen bereiken en hun bewust kunnen maken van de gevolgen van rijden onder invloed.

Signalering, advies en ondersteuning

Het tijdig signaleren van (risicovol) middelengebruik is essentieel voor het effectief voorkomen van gezondheidsschade, verslaving, schooluitval en/of vroegtijdig schoolverlaters. Samenwerking tussen ouders, scholen, leerplicht en organisaties zoals IrisZorg is hierbij onmisbaar. Het is belangrijk dat er heldere afspraken worden gemaakt over hoe risicovol middelengebruik gesignaleerd kan worden en wie vervolgens deze signalen oppakt en welke inzet er plaatsvindt. De zorgcoördinator en de leerplichtambtenaar zijn onderdeel van de advies- en verwijsketen rondom problematisch middelengebruik van scholieren (en hun ouders).

We zetten daarbij ook in op deskundigheidsbevordering van docenten en zorgcoördinatoren door het aanbieden van trainingen. Ook stimuleert de gemeente voorlichting aan ouders om signalen van risicovol middelengebruik te herkennen. Tijdens de voorlichting wordt ook benoemd waar ouders en docenten dan terecht kunnen. In het geval dat er signalen zijn van (risicovol) middelengebruik op het PO dan zullen we ook deze scholen ondersteunen.

Omgeving

Het uitgangspunt is dat de scholen middelenvrij zijn en een veilige, gezonde en positieve schoolomgeving bieden aan alle leerlingen/studenten. Door de schoolomgeving en alle gerelateerde activiteiten middelenvrij te houden ondersteunt het onderwijs de norm dat middelengebruik onder de 18 jaar niet acceptabel is. Middelenvrij betekent ook dat in de omgeving van jongeren geen middelen worden gebruikt door volwassenen.

Regelgeving, toezicht en handhaving

We trekken samen met IrisZorg en de GGD op om scholen te ondersteunen in het opstellen van beleid en het inzetten op preventie. De gemeente stimuleert daarbij het gebruik van (onderdelen van) het programma Helder op School. De scholen de Lingeborgh en de Ida Gerhardt Academie zetten al onderdelen in van Helder op School.

Als laatst kunnen docenten en personeel van scholen getraind worden om dealen van vapes of (soft)drugs te herkennen en wat zij vervolgens met deze signalen kunnen doen. Hierbij gaan we nauw samenwerken met handhavingsinstanties, zoals de politie en boa’s, om te zorgen dat overtreding adequaat worden aangepakt en vroegsignalering mogelijk is. Hiervoor is de behoefte vanuit scholen nodig en handhavingscapaciteit binnen onze gemeente. Ook kunnen we in samenwerking met de politie afspraken maken over de aanpak van het dealen van middelen rondom de scholen.

4.3. Vrije tijd (sport, cultuur, keten)

Jongeren in West Betuwe moeten op een gezonde en veilige manier hun vrije tijd kunnen besteden en talenten kunnen ontwikkelen. We richten ons op het versterken van gezonde alternatieven voor middelengebruik zoals sport en cultuur en het voorkomen van risicovol gedrag zoals middelengebruik in keten. Dit sluit aan bij de omgevingsbenadering die centraal staat in dit P&H-plan. Een gezonde omgeving draagt bij aan een gezonde toekomst.

Educatie en bewustwording

Georganiseerde vrijetijdsbesteding onder begeleiding van een volwassene is een beschermende factor voor middelengebruik. Daarvoor is het belangrijk dat volwassen professionals en vrijwilligers in de vrijetijdsomgeving zich bewust zijn van de risico’s van middelengebruik door jongeren. Voor trainers, (bar)vrijwilligers, bestuursleden, jongerenwerkers en andere begeleiders worden trainingen en voorlichting ingezet door IrisZorg. We stemmen met de verenigingen en JOGG-regisseur af waar de behoefte ligt als het gaat om voorlichting en ondersteuning. We stimuleren sportverenigingen om met JOGG-Teamfit aan de slag te gaan, op gebied van alcoholbeleid en een rookvrije omgeving.

Signalering, advies en ondersteuning

Het vroegtijdig signaleren van risicogedrag is belangrijk om erger te voorkomen. Het is hiervoor belangrijk dat er samen wordt gewerkt tussen de verschillende partijen in de vrijetijdsomgeving. Het gaat dan om jongerenwerkers, de jeugdboa en de straathoekwerkers van IrisZorg, maar ook om sportverenigingen en ouders. We organiseren jaarlijks overleggen om de samenwerking en kennisuitwisseling tussen alle partijen mogelijk te maken.

Omgeving

In West Betuwe werken we aan het bereiken van een Rookvrije Generatie. Kinderen moeten rookvrij kunnen opgroeien. Daarom willen we dat vrijetijdsactiviteiten zo veel mogelijk in rookvrije omgevingen zijn. In navolging van het NPA willen we dat zo veel mogelijk sportverenigingen rookvrij worden. Rookvrij betekent ook vapevrij.

Naast rookvrije omgevingen moeten alle vrijetijdsactiviteiten voor jongeren ook drugsvrij zijn. Wij ondersteunen onze samenwerkingspartners bij het drugsvrij houden van hun locaties en het herkennen van signalen met betrekking tot drugsgebruik. We gaan meer inzetten op toezicht en handhaving op deze plekken (zie regelgeving, toezicht en handhaving).

De vrijetijdsomgeving van jongeren is deels alcoholvrij, maar er zijn ook locaties waar wel alcohol wordt geschonken zoals in de sportkantine of in keten. Dit blijft mogelijk, maar er mag niet worden geschonken aan minderjarigen. Indien mogelijk wordt er geen alcohol geschonken wanneer het merendeel van de aanwezigen minderjarig is. De gemeente en haar ketenpartners zien dat de sportkantine en keten ook een belangrijke functie hebben als ontmoetingsplek. We vinden het belangrijk dat het veilig is in en om de keet en dat de keten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Denk hierbij aan de brandveiligheid, voorlichting over middelen en de omgeving. Omdat keten veelal op privéterrein staan zijn ouders in principe verantwoordelijk. Met het jongerenwerk, de preventiewerker van IrisZorg en handhaving kunnen we ouders voorlichten over hun rol hierin.

Naast de regels voor middelengebruik is het belangrijk dat er voldoende georganiseerde vrijetijdsbesteding is die aansluit bij de behoefte van onze jongeren. Samen met de projectleider ontmoeten van de gemeente, het jongerenwerk en jongeren zelf blijven we inspelen op de behoeftes voor vrijetijdsbesteding onder jongeren en werken we samen met ketenpartners om in te spelen op deze behoeftes.

Regelgeving, toezicht en handhaving

Heldere regels zijn belangrijk voor iedereen in de vrijetijdsomgeving. Zo moeten sportkantines een bestuursreglement alcohol hebben en moeten de verstrekkers van alcohol een alcoholwetvergunning hebben. Daarnaast is roken en vapen binnen verboden en mogen rookwaren niet meer worden verkocht in vrijetijdsomgevingen. De gemeente en haar ketenpartners informeren en ondersteunen partijen over het naleven van de regels.

In de eerste plaats gaan we controleren of alle vergunningen en voorwaarden op orde zijn. En of vrijetijdsorganisaties kunnen worden ondersteund bij het opstellen van middelenpreventiebeleid door IrisZorg en JOGG-Teamfit. Na de check op de voorwaarden, de voorlichting over de wet- en regelgeving en het bieden van ondersteuning gaan we toezicht houden op de naleving van de wet- en regelgeving. Hierbij houden we toezicht op de leeftijdsgrens en op de aanwezigheid van zichtbaar dronken personen. We willen hierop periodieke controles gaan inzetten, ook met mysteryshoppers. Handhaving verwijst verenigingen bij constatering van een overtreding door naar IrisZorg, die passende trainingen kan bieden aan betreffende vereniging.

Daarnaast wordt met de politie en handhaving samengewerkt om keten in kaart te brengen. Het is van belang dat de gemeente op de hoogte is van de locaties van en activiteiten binnen de keten om de veiligheid van jongeren te waarborgen en om het middelengebruik onder jongeren te verminderen.

Ook kunnen jongerenwerkers getraind worden om dealen van vapes of (soft)drugs in de openbare ruimte te herkennen en wat zij vervolgens met deze signalen kunnen doen. Hierbij gaan we nauw samenwerken met handhavingsinstanties, zoals de politie en boa’s, om te zorgen dat overtreding adequaat worden aangepakt en vroegsignalering mogelijk is. Hiervoor is het eerst nodig om de handhavingscapaciteit binnen onze gemeente op orde te krijgen.

4.4. Peergroep

De peergroep heeft invloed op het middelengebruik van onze jongeren. Het hebben van vrienden die middelen gebruiken hangt samen met het middelengebruik van de jongere zelf. Wanneer jongeren daarbij laat buiten rondhangen en naar feestjes gaan zonder toezicht is er sprake van risico op middelengebruik. Onder de peergroep verstaan we naast vrienden van jongeren, ook de ouders van vrienden van jongeren. Ouders kunnen bijvoorbeeld onderling afspraken maken over het wel of niet schenken van alcohol op feestjes van hun minderjarige kinderen. Waarbij ons uitgangspunt NIX18 is.

Educatie en bewustwording

Via voorlichting maken we ouders/opvoeders bewust van de risico’s van het laat buiten rondhangen, feestjes zonder toezicht en de meerwaarde van het maken van onderlinge afspraken tussen ouders over middelengebruik. Dit doen we via ouderavonden en via onze opvoedondersteuning (zie: 4.1. gezin).

Signalering, advies en ondersteuning

Ouders/opvoeders, jongerenwerkers en andere professionals in de omgeving van jongeren hebben vaak (snel) in de gaten dat er mogelijk iets aan de hand is met een jongere. Een signaleringsketen maakt dat degenen die zoiets opmerken terecht kunnen bij de juiste professional.

Professionals in de omgeving van jongeren zoals de leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werkers, jeugdconsulenten en andere zorgprofessionals (denk aan: huisartsen en jeugdconsulenten) willen wij meer informeren en trainen hoe zij het gesprek aan kunnen gaan met ouders of de jongere zelf over het stoppen met roken en de verwijzing hiervoor, en het herkennen van problematisch alcohol- en drugsgebruik. Hiervoor zijn erkende methoden beschikbaar zoals de VeryBriefAdvicePlus-methode (VBA+) en de Audit-C.

Omgeving

We zetten ons er voor in dat er alternatieven zijn voor het laat buiten rondhangen of het gaan naar feestjes zonder toezicht.

Regelgeving, toezicht en handhaving

Ouders/opvoeders, jongerenwerkers, preventiewerkers van IrisZorg en boa’s/politie kunnen allen (informeel) toezicht houden op het (voorkomen van het) laat buiten rondhangen van jongeren en feestjes. Ouders kunnen bijvoorbeeld afspraken maken met hun kinderen over wanneer zij thuis zijn en regels stellen over het middelengebruik (zie: 4.1. gezin).

Gezamenlijk kunnen de verschillende partners en ouders monitoren waar jongeren zijn en afspraken maken hoe ze voorkomen dat jongeren middelen gaan gebruiken. Onze inzet is om ouders en professionals hierover voor te lichten, en met hen het gesprek aan te gaan welke rol zij hierin hebben. Hierbij maken we gebruik van de expertise van IrisZorg.

4.2. Werkomgeving

Een deel van de jongeren (en jongvolwassen) heeft een (bij)baan waarin zij in aanraking komen met normen en gedragen die anders kunnen zijn dan wat ze thuis of op school gewend zijn. Dit geldt ook voor middelengebruik wanneer er aan het einde van de werkdag/werkweek een borrel is waar alcohol wordt gedronken en wordt gerookt. Het doel van middelenpreventie in de werkomgeving is om een gezonde, veilige en middelenvrije omgeving voor (minderjarige) werknemers te bevorderen. Werkgevers hebben een zorgplicht en de verantwoordelijkheid om een gezonde werkomgeving te creëren.

Educatie en bewustwording

Voor de ambtelijke organisatie van de gemeente nemen we een verscherpt ADM-beleid en rookbeleid op in ons arbobeleid. In samenwerking met de GGD, IrisZorg en JOGG gaan we verkennen hoe en of werkgevers ondersteund willen worden bij hun rol als het gaat om middelengebruik en het effect op hun (jongere) medewerkers. Wanneer we hiermee starten focussen we ons op werkgevers met een intrinsieke motivatie. We hopen dat bij deze werkgevers ook (relatief) veel jongeren werken.

Signalering, advies en ondersteuning

Het tijdig signaleren van (risicovol) middelengebruik onder werknemers is essentieel voor het effectief voorkomen van gezondheidsschade, verslaving en (ziekte)verzuim. Het is belangrijk dat werkgevers en collega’s onderling heldere afspraken maken over hoe zij middelengebruik signaleren en aanpakken.

De gemeente stimuleert werkgevers om heldere afspraken te maken met arbodiensten, bedrijfsartsen en/of preventiemedewerkers over middelengebruik onder werknemers. Daarbij worden werkgevers ingelicht wat mogelijke maatregelen en oplossingen kunnen zijn wanneer middelengebruik plaatsvindt bij werknemers onder de 18 jaar. En hoe ze werknemers kunnen ondersteunen bij het stoppen of minderen van middelengebruik (bijvoorbeeld stoppen met roken ondersteuning). Voor de ambtelijke organisatie gaan we verkennen wat onze rol als werkgever hierin kan zijn en nemen we dit op in het arbobeleid.

Omgeving

De werkplek moet een rookvrije werkplek zijn voor alle werknemers. Binnen moeten alle werkplekken wettelijk gezien al rookvrij zijn. De gemeente en haar ketenpartners willen werkgevers ook stimuleren om van de buitenterreinen zoveel als mogelijk ook een rookvrije omgeving te maken. West Betuwe wil de komende jaren als gemeente daarin het goede voorbeeld door onze terreinen volledig rookvrij te maken.

Regelgeving, toezicht en handhaving

De gemeente en haar ketenpartners stimuleren dat werkgevers, waar veel jongeren werken, een ADM-beleid op te stellen. Beleid dient op maat te worden gemaakt, passend bij het type werkgever en sector.

Vanwege de prioritering en de beschikbare middelen zijn de activiteiten voor dit domein beperkt in dit P&H-plan.

4.6. Middelenverstrekkers

Verstrekkers van alcohol zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Alcoholwet en aanvullende lokale regelgeving. Van hen wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, net als de verboden op wederverstrekking, het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de horeca of slijterij. Verstrekkers van tabak zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Tabaks- en rookwarenwet en aanvullende lokale regelgeving. Van hen wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van tabak- en rookwaren kennen en naleven, net als het verkoopverbod op afstand (bijv. online verkopen). Verstrekkers van drugs zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Opiumwet en aanvullende lokale regelgeving, zoals het integraal veiligheidsplan (drugsoverlast) en de APV (nuloptiebeleid coffeeshops).

Educatie en bewustwording

Het is belangrijk dat de verstrekkers van alcohol (en tabak) kennis hebben van de geldende wet- en regelgeving. En dat zij materialen beschikbaar hebben om te communiceren over bijvoorbeeld de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol en tabak. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van NIX18-materiaal voor verstrekkers. Daarbij informeren we de horeca, slijterijen en paracommercie dat het belangrijk is dat barmedewerkers/-vrijwilligers een E-learning Verantwoord Alcohol Verkopen volgen. In samenwerking met de horeca, sportverenigingen & JOGG-Teamfit willen we nadat de barmedewerkers/-vrijwilligers de E-learning gevolgd hebben, starten met live trainingen (IVA-training voor sportverenigingen en training Barcode voor Horeca). Hierin komt ook terug hoe de verstrekkers om kunnen gaan met weerstand van klanten als zij de verkoop weigeren, en hoe leidinggevenden hun medewerkers hierin kunnen steunen.

Signalering, advies en ondersteuning

We ondersteunen onze samenwerkingspartners bij het naleven van de wet- en regelgeving en ondersteunen hun hierbij (zie ‘educatie en bewustwording’ en ‘omgeving’).

Omgeving

Een gezonde omgeving stimuleert op een weloverwogen en verstandige wijze omgaan met alcohol, tabak en drugs. Qua omgeving is voor het verstrekken van tabak al veel wettelijk geregeld. Op plekken waar alcohol verstrekt wordt, is vaker sprake van een alcoholrijke omgeving. Voor organisaties die hier iets aan willen doen, bieden JOGG-Teamfit en IrisZorg advies en ondersteuning. De gemeente stimuleert ook overal een drugsvrije omgeving. Organisaties die vragen hebben over het gebruik of dealen van drugs kunnen met vragen terecht bij IrisZorg.

Regelgeving, toezicht en handhaving

De gemeente is verantwoordelijk voor de naleving van de Alcoholwet en onze Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gemeente wil de naleving weer gaan opbouwen en starten met het op orde brengen van alle horeca en Alcoholwetvergunningen van de alcoholverstrekkers in West Betuwe. Tegelijkertijd zullen de gemeente en haar ketenpartners hen informeren over de geldende wet- en regelgeving en stellen we NIX18-materiaal beschikbaar.

Nadat we de basis op orde hebben gebracht starten we met de inzet van mysteryshoppers met directe feedback, zodat de verstrekkers van alcohol eerst de kans krijgen om de naleving te verbeteren. Hierna zetten we weer een nalevingsonderzoek uit om inzicht te krijgen wat deze inzet heeft opgeleverd.

Tijdens de eerste jaren zullen we boa’s moeten werven en ervoor moeten zorgen dat zij de opleiding Alcoholwet behaald hebben. Op dit moment is te weinig capaciteit beschikbaar. We gaan de komende jaren vergunningsverlening prioriteren en stapsgewijs opbouwen in toezichthouden en handhaven op geldende wet- en regelgeving. Om verstrekkers die de Alcoholwet goed naleven te belonen en om de beperkte capaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten werken we risicogestuurd. Dit gaan we doen door de inzet met mysteryshoppers, hierover kunt u meer lezen in bijlage II.

De in onze APV opgenomen bepalingen met betrekking het beperken van happy hours (artikel 2:34d) blijft onverminderd van kracht. We gaan de komende periode de schenk- en sluitingstijden van paracommerciële inrichtingen (o.a. sportkantines en dorpshuizen) evalueren. Een beschermende maatregel om (problematisch) alcoholgebruik tegen te gaan is namelijk het beperken van de beschikbaarheid van alcohol. Bij deze evaluatie worden de verstrekkers van alcohol, IrisZorg en handhaving betrokken.

Naast de alcoholverkooppunten waar we, op grond van de Alcoholwet, als gemeente verantwoordelijk zijn voor de handhaving willen we ook dat de naleving op andere plekken verbeterd. Supermarkten, slijterijen, webwinkels en online eetbezorgdiensten kunnen alcohol ook verkopen op afstand. Bij de verkoop en het afleveren moeten deze partijen de leeftijdsgrens ook controleren. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voert hierop de controles uit. Bij de NVWA kan een melding worden gedaan wanneer een online winkel drank verkoopt aan jongeren onder de 18 jaar. We informeren partners hoe zij hiervan een melding kunnen maken bij de NVWA.

Tabak- en rookwaren

De NVWA houdt toezicht op de tabaks- en rookwarenwet. Daarmee is het geen gemeentelijke taak om de verstrekkers van tabak in onze gemeente te controleren. Wel kunnen professionals en inwoners een melding doen bij de NVWA wanneer er sprake is van een overtreding van de Tabaks- en rookwarenwet. We informeren onze ketenpartners hoe zij een melding kunnen doen over tabak en rookwaren bij de NVWA.

Drugs

We zetten het nuloptiebeleid ten aanzien van coffeeshops voort. In de APV is opgenomen dat drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik in de openbare ruimte of in een publiek toegankelijk gebouw verboden is. Hierop blijven we streng toezien en handhaven. Daarbij wil de gemeente bij het aantreffen van drugs dealen een waarschuwing afgeven en/of dwangsommen opleggen aan drugsdealers. Hiermee wordt het signaal afgegeven dat dealen niet wordt getolereerd in West Betuwe.

5. Samenwerking, uitvoering, financiën en evaluatie

Bij het tot stand komen van het P&H-plan middelengebruik zijn verschillende gemeentelijke afdelingen betrokken, evenals externe samenwerkingspartners. Ook bij de uitvoering van het P&H-plan zijn verschillende partners betrokken. Hieronder hebben we een beschrijving opgenomen van de samenwerking, rolverdeling, overlegstructuur, organisatie, financiën en evaluatie van het uitvoeren van dit P&H-plan.

5.1. Samenwerking met externe partners

De gemeente heeft een coördinerende en deels uitvoerende rol. Op een integraal dossier als het middelenpreventiebeleid is betrokkenheid en samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende externe partners zijn daarbij concreet in beeld. Zij zijn allen gesprekspartner bij de probleemanalyse, evaluatie, planvorming en uitvoering. Daarnaast kunnen zij specifieke rollen hebben, zoals:

Politie

Hotspots (keten) in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, fysieke en online drugsbestrijding, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doorschenken vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 151f resp. 430b).

Bedrijven/(sport)-verenigingen

Nalevingsommunicatie, meedenken over ontwikkeling van systeem ter bevordering van naleving, training personeel/vrijwilligers.

Scholen

(Half)jaarlijks overleg over integraal schoolbeleid (schoolleiders en/of zorgcoördinatoren van alle VO scholen en MBO-scholen in West Betuwe) en over betrekken van ouders.

Maatschappelijke organisaties

Partners als de GGD, IrisZorg en het jongerenwerk dragen bij aan de ontwikkeling en uitvoering van verschillende interventies.

5.2. Organisatie en uitvoering

Om uitvoering te geven aan de activiteiten uit dit plan werkt de gemeente met haar samenwerkingspartners jaarlijks aan het uitvoeringsplan. In het uitvoeringsplan zijn de voornemens concreet gemaakt.

Communicatie

De betrokken beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling stemt regelmatig af met de afdeling communicatie. Deze afstemming gaat over de nalevings- en publiekscommunicatie en over het gezamenlijk opstellen van een jaarlijks communicatieplan, aansluitend op het uitvoeringsplan. Bijvoorbeeld op welke momenten we communiceren over de verschillende campagnes.

Coördinatie

De gemeente heeft een coördinerende en deels uitvoerende rol. Bij de uitvoering betrekt de gemeente het kernteam middelenpreventie en andere partijen zoals sportorganisaties, kerken en de horeca. De coördinatie ligt bij de beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling, met een verantwoordelijkheid voor middelenpreventie, en de Regisseur Vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) APV en bijzondere wetten. Zij initiëren het de uitvoeringsplann in samenhang met de bestaande beleidsplannen (gezondheidsbeleid en het integrale veiligheidsbeleid).

Overlegstructuur

Om de voortgang van de uitvoering te monitoren en voor het bijstellen het de uitvoeringsplan, wordt de volgende overlegstructuur opgezet:

Niveau

Leden

Taken

Vergaderfrequentie

Coördinatie

  • Beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling, in samenwerking met regisseur VTH APV en bijzondere wetten

  • College van B&W informeren over de voortgang en eventuele knelpunten

  • Initiëren van het uitvoeringsplan en zorgen dat het uitvoeringsplan wordt uitgevoerd

  • Voortgang coördineren en monitoren

  • Initiëren van evaluaties

  • Een keer per jaar

Kernteam middelen-preventie

  • Beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling

  • Regisseur VTH APV en bijzondere wetten

  • Toezichthouder(s) Alcoholwet

  • GGD gezondheidsmakelaars jeugd & school en volwassenen

  • IrisZorg

  • Politie

  • Jongerenwerkers

  • Vertegenwoordigers van PO, VO en MBO scholen

  • Uitvoeringsplan uitvoeren

  • Bespreken van nieuwe ontwikkelingen en zo nodig hierop aansluiten

  • Evalueren en de voortgang monitoren

  • Een a twee keer per jaar

Stakeholdergroep

  • Leden kernteam aangevuld met vertegenwoordigers van kerken, horeca, sportverenigingen, Team sociaal en andere bij de uitvoering betrokken partijen.

  • Bijdrage aan evaluatie van het uitvoeringsplan

  • Bespreken ontwikkelingen

  • Een keer per jaar

5.3. Financiën

Voor de uitvoering van de activiteiten en maatregelen van dit P&H-plan middelengebruik zijn middelen nodig. De uitvoering van het preventieve gedeelte past binnen de huidige middelen voor de ketenpartners. Voor het toezicht en handhaven van de Alcoholwet komen middelen uit VTH.

Budget

In het onderstaande tabel is te lezen waar de komende 4 jaar incidenteel financiering voor nodig is.

Inzet

2025

2026

2027

2028

Nalevingsonderzoek

-

-

€ 25.000

-

Opstellen nieuw P&H-plan

-

-

-

€ 25.000

De kosten voor de uitvoering van een nieuw nalevingsonderzoek worden gefinancierd vanuit team VTH.

In 2027 of 2028 zullen wij beslissen of wij de opdracht voor het schrijven van een nieuw P&H-plan opnieuw bij het Trimbos Instituut beleggen. De verwachte kosten hiervoor bedragen 25.000 euro. Momenteel is er nog geen beslissing genomen over de financiering van deze kosten.

5.4. Evaluatie

Kritisch evalueren is een belangrijk onderdeel van dit P&H-plan. Om de kwaliteit van onze aanpak hoog te houden en waar nodig tijdig bij te stellen, gebruikt de gemeente de volgende evaluatiecyclus:

  • Elk jaar wordt in overleg met de samenwerkingspartners het uitvoeringsplan geëvalueerd. Het jaarlijks evalueren van het uitvoeringsplan zorgt voor flexibiliteit en relevantie, door het kunnen inspelen op nieuwe uitdagingen en kansen. Waar nodig wordt er een nieuwe probleemanalyse gemaakt, bijvoorbeeld als de monitoringscijfers veranderen of er duidelijke signalen/zorgen zijn vanuit onze partners. Als wijzigingen aan het uitvoeringsplan wenselijk zijn wordt dit voorgesteld aan het college van burgemeester en wethouders. Elke vier jaar worden de nalevingscijfers geëvalueerd uit nalevingsonderzoek naar de leeftijdsgrens. Voor West Betuwe vindt het volgende nalevingsonderzoek in 2027 plaats.

Na vier jaar (einde looptijd van dit plan) vindt een uitgebreide evaluatie plaats op basis van beschikbare cijfers, onderzoek en input van ketenpartners. Hierbij worden de realisatie van activiteiten, effecten van beleid en achterliggende verklaringen op een rij gezet. Op basis hiervan kan vastgesteld worden in hoeverre het beleid de gewenste uitkomsten heeft opgeleverd en op welke punten het beleid bijgesteld dient te worden.

Literatuur en bronnen

Babor, T., Caetano, R., Casswell, S., Edwards, G. & Giesbrecht, N. (2010). Alcohol: no ordinary commodity: Research and public policy. Oxford, United Kingdom: Oxford University Press.

Bureau Objectief. (2023). Nalevingsonderzoek alcoholverkoop gemeente West Betuwe. Leeftijdsgrens. Nijmegen.

Bureau Objectief (2024). Landelijk onderzoek naar de naleving van de leeftijdsgrens bij alcohol- en tabaksverkoop in 2024. Nijmegen.

Bureau Objectief (2024a). Landelijk onderzoek naar de naleving van de regels rondom dronkenschap en doorschenken in 2024. Nijmegen.

Burton, R., Henn, C., Lavoie, D., O'Connor, R., Perkins, C., Sweeney, K., Greaves F., Ferguson B., Beynon C., Belloni A., Musto V, Marsden J. & Sheron, N. (2017). A rapid evidence review of the effectiveness and cost-effectiveness of alcohol control policies: an English perspective. The Lancet, 389(10078), 1558-1580.

Coone, A., Jongbloet, J., van der Kreeft, P. (2020). Europees Preventiehandboek. Een leidraad voor wetenschappelijk onderbouwde preventie in de praktijk, vertaling van European Prevention Curriculum (EMCDDA), uitgave Politeia, ISBN: 978-2-509-03707-7

Engels, R., Kleinjan, M. & Otten, R. (2013) De rol van ouders bij alcoholgebruik van adolescenten: Stand van zaken. Nijmegen: Behavioural Science Institute Radboud Universiteit Nijmegen

GALA (2023). Gezond en Actief Leven Akkoord. ’s-Gravenhage: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

GGD (2022). Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen, Gelderland-Zuid. Geraadpleegd van Dashboard - Gezondheidsmonitor Volwassenen en ouderen - West Betuwe.

GGD (2023). Gezondheidsmonitor Jeugd, Gelderland-Zuid. Geraadpleegd van Dashboard - Leefstijl - West Betuwe.

GGD GHOR (2023). Gezondheidsmonitor Jeugd, landelijk. Geraadpleegd van https://ggdghor.nl/wp-content/uploads/2024/05/Landelijk-rapport-Gezondheidsmonitor-Jeugd-2023.pdf.

GGD (2024). Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen, Gelderland-Zuid. Geraadpleegd van Dashboard - Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen - West Betuwe.

Nationaal Preventieakkoord (2018). Nationaal Preventieakkoord. Naar een gezonder Nederland. ’s-Gravenhage: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Nijkamp. L., Smeets, L., Greeff, J. de, Scholten, K. & Voorham, L. (2020). Dronkenschap en doorschenken. De impact en aanpak van dronkenschap en doorschenken in het uitgaansleven. Factsheet. Utrecht: Trimbos-instituut.

RIVM (2024). Impact van het Nationaal Preventieakkoord voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Geraadpleegd van Samenvatting van de resultaten van de doorrekening.pdf 

Rombouts, M., Morren, K., van Dorsselaer, S., Tuithof, M., Monshouwer, K. (2023). Peilstationsonderzoek Scholieren. Alcohol. Geraadpleegd van https://cijfers.trimbos.nl/scholierenmonitor/alcohol/samenvatting-alcohol/. Trimbos-instituut, Utrecht.

Smit. K., Monshouwer. K., Leeuwen, L. van, & Voogt, C. (2020) – Zien drinken doet drinken. De invloed van de zichtbaarheid van alcohol in de sociale omgeving op kennis, opvattingen en gebruik van alcohol door jongeren. Literatuuroverzicht. Utrecht: Trimbos-instituut.

Van Vught, H., Van Kalmthout, J. en Meulenbroeks, N. (2024). Verenigingsmonitor West Betuwe 2024. Utrecht: Mulier Instituut.

Van Wamel, A., Spronk, D., Sannen, A., Lemmers, L., van Gelder, N. (2023). Drugspreventie bij jongeren en jongvolwassenen. Geraadpleegd van AF2073-Drugspreventie-bij-jongeren-en-jongvolwassenen.pdf. Trimbos-instituut, Utrecht.

Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying with the minimum drinking age: effects of enforcement and training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262

Ondertekening

Bijlage 1 Handhaving, toezicht en sanctiestrategie

In deze bijlage leest u meer over de handhavingsprioriteiten vanuit de Alcoholwet, de benodigde toezichtcapaciteit en de sanctiestrategie binnen de gemeente West Betuwe.

De Alcoholwet heeft zowel een gezondheids- als een openbare orde en veiligheidsperspectief. Het doel van de gemeente is om door middel van naleving van de wet bij te dragen aan het voorkomen van gezondheidsschade en verstoringen van de openbare orde. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet en heeft daarmee een belangrijk instrument in handen. Onderzoek laat zien dat handhaving noodzakelijk is om het gewenste effect te bereiken van maatregelen zoals de leeftijdsgrens voor alcohol en het verbod op doorschenken.

Handhavingsprioriteiten

De focus van het toezicht in West Betuwe ligt op de leeftijdsgrens en het beheersen van de beschikbaarheid. Het betreft de volgende bepalingen:

  • 1.

    Leeftijdsgrens 18 jaar

    • a.

      Artikel 20, lid 1 Alcoholwet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Eveneens wordt begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van 18 jaar of ouder, welke kennelijk bestemd is voor een persoon van wie de leeftijd niet is vastgesteld.

    • b.

      Artikel 45 Alcoholwet. Het verbod op het aanwezig hebben van alcohol onder de 18 jaar op voor publiek toegankelijke plaatsen.

    • c.

      Artikel 45a, lid 1 Alcoholwet. Het verbod voor volwassenen om op publiek toegankelijke plaatsen anders dan bedrijfsmatig alcohol te verstrekken aan een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, ook bekend als wederverstrekking

  • 2.

    Beheersen beschikbaarheid/voorkomen blurring

    • a.

      Art. 25 lid 1 van de Alcoholwet. Verbod op het aanwezig hebben van alcoholhoudende drank in een voor het publiek (niet) toegankelijke ruimte, niet zijnde een slijtersbedrijf, horecabedrijf of een ruimte waarin rechtmatig alcohol aan particulieren wordt verstrekt voor gebruik elders dan ter plaatse.

    • b.

      Art. 25 lid 2 van de Alcoholwet. Verbod op het toelaten dat alcoholhoudende drank wordt genuttigd in een voor het publiek toegankelijke ruimte, niet zijnde een horecabedrijf of het laten proeven in een slijtersbedrijf op verzoek van een klant.

  • Voor de dronkenschap controles wordt actief samengewerkt met de politie. De burgemeester kan op basis van bevindingen van de gemeentelijke boa handhavend op te treden op basis van artikel 20 lid 4 en 5 (aanwezigheid toestaan aan dronken personen en dronken dienstdoen in horecalokaliteit). Handhaving met betrekking tot het doorschenken aan dronken personen en dronkenschap in de openbare ruimte is voorbehouden aan de politie. Voor de veiligheid van de boa maakt de gemeente afspraken met de politie over gezamenlijke controles en ondersteuning op afroep bij risicovolle situaties. Vanwege het gebrek aan capaciteit heeft toezicht op doorschenken bij dronkenschap op dit moment niet de eerste prioriteit. Wel zullen we hierop handhaven indien dit noodzakelijk is.

  • 3.

    Dronkenschap/doorschenken

    • a.

      Artikel 20, lid 4 Alcoholwet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak, op het terras of in een slijterij.

    • b.

      Artikel 20, lid 5 van de Alcoholwet. Het verbod om in kennelijke staat dienst te doen in een horecazaak, op het terras of in een slijterij.

    • c.

      Artikel 151f Wetboek van Strafrecht (in samenwerking met de politie). Verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap bedwelmende dranken te verkopen of toe te dienen en om iemand beneden de leeftijd van achttien jaren dronken te maken.

    • d.

      Artikel 430b Wetboek van Strafrecht (in samenwerking met de politie). Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te bevinden.

Toezichtcapaciteit

Op basis van de risicoanalyse is vastgesteld dat er jaarlijks circa 110 reguliere controles worden uitgevoerd. Waarbij de eerste stap is om bij alle horeca de Alcoholwetvergunning en horecavergunning op orde te brengen, alvorens we aan de slag gaan met naleving van de Alcoholwet. Daarnaast worden er ad-hoc zaken uitgevoerd. Voor het uitvoeren van de reguliere controles, werkzaamheden eromheen en de ad-hoc zaken is ten minste 500 uur nodig. Dit betekent dat er meer capaciteit beschikbaar moet komen voor de naleving van de Alcoholwet dan op dit moment mogelijk is. We zetten er daarbij in om de benodigde toezicht-capaciteit te verdelen over meerdere boa’s. De toezichtcapaciteit wordt in samenwerking met externe toezichthouders en specialisten georganiseerd. Ad hoc zaken behelzen onder meer controles bij voor publiek toegankelijke ruimten zonder alcoholvergunning (waar geen alcohol aanwezig mag zijn), in de openbare ruimte (bekende locaties waar jeugd elkaar ontmoet) en bij de keten (privéterrein).

Sanctiestrategie

Voor de opbouw van de sanctiestrategie is zowel het gezondheidsperspectief als het openbare orde en veiligheidsperspectief van de Alcoholwet leidend. Op basis hiervan zijn de bepalingen uit de Alcoholwet ingedeeld in drie risico-categorieën:

Categorie A

Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn van minder ernstige aard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om administratieve vereisten.

Categorie B

Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen, maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie.

Categorie C

Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen, die direct van invloed zijn op de gezondheid (van jongeren) en/of openbare orde.

Bij iedere categorie hoort een bepaald sanctiestappenplan. Dat wil zeggen dat elke categorie een eigen sanctieopbouw (1e, 2e, 3e overtreding) heeft, waarbij de overtredingen van bepalingen in een hogere categorie zwaarder bestraft worden. Kortom, op overtredingen die direct van invloed zijn op de gezondheid of de openbare orde (zoals de leeftijdsgrens en dronkenschap) wordt zwaarder ingezet dan administratieve overtredingen. Het sanctiestappenplan en de categorisering per artikel is opgenomen in de interventiematrix op pagina 30 van het VTH-beleid Rivierenland 2022/2025. Na het opleggen van een sanctie volgt op korte termijn een herinspectie.

Bijlage 2 Risicogestuurd toezicht en mysteryshoppers

De gemeente investeert in toezicht en handhaving bij alcoholverstrekkers via risicogestuurd toezicht en mysteryshoppers. Het doel is niet beboeten, maar signaleren en gezamenlijk naar oplossingen zoeken. In deze bijlage leest u meer over risicogestuurd toezicht en mysteryshoppers.

De toezichtcapaciteit van de gemeente wordt zo efficiënt mogelijk ingezet. Risicogestuurd toezicht vormt daarbij het uitgangspunt. Op basis van een jaarlijkse risicoanalyse wordt voor elk verkooppunt van alcoholhoudende drank een risicoscore bepaald. Deze score is gebaseerd op het type bedrijf, risico’s voor de omgeving, meldingen, naleving en gedrag van de ondernemer. Bedrijven met nagenoeg geen risico worden minder gecontroleerd. Bedrijven met een hogere risicoscore worden vaker gecontroleerd.

Basiscontrole

Voordat de leeftijdsgrens/dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de vergunningen van in ieder geval de hotspots (locaties met permanent een beperkt risico) actueel te hebben. Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is en of de leidinggevende aanwezig is. Basiscontroles worden uitgevoerd in uniform.

Controle op leeftijdsgrens en dronkenschap

Op dit moment laten de middelen het niet toe om de gewenste controlefrequentie uit te voeren. Gestreefd wordt naar op ter mijn een controlefrequentie van minimaal 6 keer per jaar voor de hotspots met een hoge risicoscore. Voor de hotspots met een beperkt risico zijn 4 inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te beïnvloeden (Wagenaar e.a., 2005). Voor de groene categorie met een beperkt risico volstaat 1 controle per jaar. De controles zullen met name in de weekenden plaatsvinden, tenzij de risicoanalyse anders bepaalt. De controles worden uitgevoerd in burgerkleding.

Voor de controles op de leeftijdsgrens zet de gemeente de testkopermethode in. Bij de testkopermethode worden jongeren (minderjarig of meerderjarig) die niet onmiskenbaar 18 jaar of ouder zijn, ingezet om te constateren of de leeftijd goed wordt vastgesteld en of er al dan niet aan hen alcohol wordt verkocht of verstrekt. De boa van de gemeente neemt de testkoper(s) mee en laat deze een aankooppoging doen. De boa observeert de aankooppoging en wanneer hij of zij constateert dat de leeftijd niet op de juiste manier wordt vastgesteld, treedt de gemeente handhavend op volgens de sanctiestrategie.