Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741824
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741824/1
Aanwijsbesluit 2025 Ligplaatsen Recreatieschepen en overige schepen Veendam en nadere regels als bedoeld in artikel 3 Ligplaatsenverordening gemeente Veendam
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 09-07-2025
Intitulé
Aanwijsbesluit 2025 Ligplaatsen Recreatieschepen en overige schepen Veendam en nadere regels als bedoeld in artikel 3 Ligplaatsenverordening gemeente VeendamDoel:
Dit aanwijsbesluit heeft als doel regels vast te stellen betreffende het aanwijzen van gedeelten van openbaar water waar met recreatieschepen ligplaats kan worden ingenomen.
Juridische grondslagen:
artikelen 149 en 156, lid 3 Gemeentewet en artikel 3.1 en 3.2 van de Ligplaatsenverordening.
Datum en nummer ingetrokken collegebesluiten: o.g.v. art. 18 lid 4 n.v.t.
Datum en nummer nieuw vastgesteld collegebesluit: 1 juli 2025, nummer 202500039
Datum bekendmaking: 2 juli 2025
Datum inwerkingtreding: 9 juli 2025
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VEENDAM;
Gelet op artikel 149 en artikel 156, lid 3, van de Gemeentewet,
Overwegende dat de Provinciale Staten van de Provincie Groningen bij besluit van 4 november 1998 de gemeente Veendam op basis van artikel 2, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet heeft aangewezen als bevoegd gezag voor het aanwijzen van in de gemeente gelegen aanlegplaatsen, ligplaatsen en woonschepenconcentraties, een en ander voor zover deze zich in scheepvaartwegen in beheer bij waterschappen bevinden;
dat op vaarwegen Oosterdiep, Stadskanaal, Langebosschediep (verbindingskanaal Oosterdiep-Westerdiep), Westerdiep (vaarweggedeelte), Langebosschemeer, Borgerswold en daarmee direct in verbinding staande wateren, en het Westerdiepsterdallenkanaal:
1. in verband met de orde, het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;
2. het in stand houden van de scheepvaartweg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en;
3. het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen
het gewenst is op daartoe aangewezen gemeentelijke vaarwegen en waterschapsvaarwegen het innemen of houden van een ligplaats met een recreatieschip (ankeren en (aan)meren) te reguleren.
Overwegende, dat in het belang van het aanzien van de gemeente en ter voorkoming van eventuele overlast van recreatieschepen het verboden is om met recreatieschepen een ligplaats in te nemen of te houden (ankeren en (aan)meren) buiten de daartoe bestemde plaatsen;
Gelet op de overige bepalingen van de Scheepvaartverkeerswet, van het Binnenvaartpolitiereglement; van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op artikel 4 van de Ligplaatsenverordening waarin is bepaald dat het verboden is met een schip een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een schip beschikbaar te stellen buiten de in dit aanwijsbesluit -als bedoeld in artikel 3, lid 2 van de Ligplaatsenverordening- voor dat type schip aangewezen gedeelten van openbaar water;
BESLUITEN:
Ingevolge het bepaalde in artikel 3, artikel 8, artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet, en de artikelen 5.01, 5.02, 7.01 leden 1, 2 en 3, lid 1 sub a en 7.02, lid 1 sub a van het Binnenvaartpolitiereglement;
Ingevolge artikel 3.1 van de Ligplaatsenverordening 2025 van de gemeente Veendam;
aan het innemen of hebben van een ligplaats met een schip nadere regels te stellen uit het oogpunt van ordelijk gebruik van de ligplaatsen, openbare orde, veiligheid, gezondheid, milieuhygiëne, het aanzien van de gemeente;
Ingevolge artikel 3.2 van de Ligplaatsenverordening 2025 van de gemeente Veendam;
het innemen van ligplaats (ankeren en (aan)meren) op aangewezen gedeelten van openbaar water toe te staan:
door vast te stellen het:
Aanwijsbesluit Ligplaatsen recreatieschepen en overige schepen Veendam en nadere regels als bedoeld in artikel 3 Ligplaatsenverordening gemeente Veendam,
luidende als volgt:
I Algemeen
Artikel 1.1 Algemene Ligplaatsen
Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam wijzen de volgende gedeelten van openbaar water aan als ligplaatsen voor recreatieschepen:
-
a. Die gedeelten van de vaarwegen (Oosterdiep, Stadskanaal, Langebosschediep (verbindingskanaal Oosterdiep-Westerdiep), Westerdiep (vaarweggedeelte), Langebosschemeer, Borgerswold en daarmee direct in verbinding staande wateren en het Westerdiepsterdallenkanaal) waar, door middel van borden (behoudens de plaatsen waar woonpercelen aan het openbare water liggen) overeenkomstig de daartoe bestemde modellen van het Binnenvaartpolitiereglement, is aangegeven dat:
- •
voor een bepaalde categorie scheepvaart,
- •
en/of voor een beperkte duur,
- •
of anderszins,
- •
-
het innemen van ligplaats is toegestaan;
-
b. b. Voor het (aan)meren: wachtplaatsen bij sluizen en bruggen en verzamelplaatsen voor de konvooivaart uitsluitend voor schepen die wachten op gelegenheid tot schutten of doorlaten, voor maximaal de periode waarin niet wordt bediend;
-
c. De als zodanig aangegeven jachthavens / kaden voor de recreatievaart
-
d. De als zodanig aangegeven passantenligplaatsen voor de op het betreffende onderbord aangegeven maximale verblijfsduur.
-
Artikel 1.2 Kleine open boten
Kleine open boten van maximaal 4,0 meter lengte en 1,5 meter breedte en kano’s, kunnen aan de oostzijde van het Oosterdiep ligplaats innemen in de periode van 1 mei tot 1 oktober, onder de voorwaarden dat het innemen van ligplaats uitsluitend achter elkaar in de lengterichting is toegestaan en zij geen hinder of gevaar veroorzaken voor het onderhoud en het wegverkeer langs de oostzijde van het Oosterdiep.
Artikel 1.3 Werktuigen en drijvende vaarinrichtingen
Schepen, waaronder drijvende werktuigen en drijvende inrichtingen, kunnen ligplaats innemen uitsluitend voor zover zij zich op de in artikel 1.1, onder a, vermelde vaarwegen moeten begeven voor de uitvoering van werkzaamheden aan de vaarweg of bijbehorende waterstaatswerken, handhavingstaken of hulpverlening.
II Specifieke Ligplaatsen
Artikel 2.1.1 Oosterdiep
Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam wijzen de volgende gedeelten van openbaar water (Oosterdiep; zie bijlagen 1,2,3,4 en 5) aan als ligplaatsen voor recreatieschepen:
-
a. de passantenligplaatsen (steigers), met de verplichting om liggeld te betalen
- •
direct grenzend aan de appartementengebouwen Molenveste aan de Molenstreek
- •
aan de overzijde van de appartementengebouwen de Waterborgh, Rode Beuk en Meulnwieke aan de Molenstreek vanaf het Beneden Oosterdiep tot 48 meter.
- •
-
b. daar waar woonpercelen
- •
direct aan het kanaal liggen; of
- •
gescheiden door een ventweg aan het kanaal liggen;
- •
-
Dit alles met uitzondering van de woonpercelen tussen de Wilhelminasluis en de Sarabrug, het kanaal tussen het Oosterdiep en de jachthaven Schipperskwartier en uitsluitend voor de eigenaar/huurder van de bijbehorende woning;
-
c. de passantenligplaatsen (steigers)
- •
aan de oostkant van het kanaal aan de Bareveldkade tegenover de Bareveldbrug, uitsluitend gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 72 uur;
- •
tegenover Raadhuisstraat 17, uitsluitend gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur met dien verstande dat er 10 meter vrij profiel overblijft bij de bestaande steiger van hotel-restaurant Boelens;
- •
tegenover Poststraat 36, uitsluitend gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur bij de bestaande steiger gelegen bij de viswinkel;
- •
tegenover Nijverheidskade 15, uitsluitend gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur bij de zuidelijke sluis van het Middenverlaat.
- •
-
Artikel 2.1.2 Jachthaven “Schipperskwartier”
Naast de in artikel 2.1.1 door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gedeelten van openbaar water (Oosterdiep; zie bijlage 6) als ligplaatsen voor recreatieschepen, is het mogelijk voor recreatieschepen een ligplaats in te nemen in de particuliere Jachthaven “Schipperskwartier”.
Het innemen van een ligplaats in het verbindingskanaal tussen het Oosterdiep en de jachthaven Schipperskwartier alsmede in de havenkom en grenzend aan de haventoegang is niet toegestaan.
Artikel 2.2 Stadskanaal
Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam wijzen de volgende gedeelten van openbaar water (Stadskanaal; zie bijlage 7) aan als ligplaatsen voor recreatieschepen:
-
a. de passantenligplaats waar een steiger is geplaatst;
-
b. tegenover K.J. de Vriezestraat 1, uitsluitend gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur.
-
Artikel 2.3 Westerdiep
Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam wijzen de volgende gedeelten van openbaar water (Westerdiep) aan als ligplaatsen voor recreatieschepen:
-
a. daar waar woonpercelen aan het kanaal liggen, onder de voorwaarde dat deze uitsluitend zijn bestemd voor de eigenaar/huurder van de bijbehorende woning aan de landzijde.
-
Artikel 2.4 Langebosschemeer
Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam wijzen de volgende gedeelten van openbaar water (Langebosschemeer; zie bijlage 8) aan als ligplaatsen voor recreatieschepen:
-
a. daar waar woonpercelen aan het openbare water grenzen, onder de voorwaarde dat deze uitsluitend zijn bestemd voor de eigenaar/huurder van de bijbehorende woning aan de landzijde;
-
b. de passantenligplaatsen in de Westerhaven (kade aan de Kuifreiger) en de Oosterhaven.
Artikel 2.5 Bruggen en sluizen
Rondom de bruggen en sluizen mag binnen een afstand van 48 meter zonder toestemming van burgemeester en wethouders geen ligplaats worden ingenomen.
III Nadere regels
Artikel 3.1 Gebruik oever, kade en wal
-
1. Voor het in gebruik nemen of houden van de openbare oevers en kade(muren) of delen daarvan, is conform artikel 14, lid 3 van de Ligplaatsenverordening van de gemeente Veendam, schriftelijke toestemming van burgmeester en wethouders, of de daartoe bevoegde instantie(s) nodig.
-
2. Het parkeren van voertuigen op de kade, dient op de daartoe bestemde aangelegde voorziening(en) plaats te vinden.
-
3. De openbare oevers en kade(muren) of delen daarvan, dienen netjes onderhouden te worden en niet voorzien worden van obstakels of voorwerpen die hinder kunnen veroorzaken.
-
4. Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover de Woningwet, de Monumentenwet, de Afvalstoffenwet, her Rijkswegenreglement of het Provinciaal Wegenreglement van toepassing is.
Artikel 3.2 Voorwerpen op, in of boven openbaar vaarwater
-
1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.
-
2. Indien burgmeester en wethouders op grond van het eerste lid toestemming hebben verleend, dient het voorwerp door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging geen gevaar op te leveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
-
3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
-
Artikel 3.3 Voeren van reclame
Het is verboden met schepen die voorzien zijn van een aanduiding van handelsreclame dan wel anderszins aandacht te trekken, in openbaar vaarwater ligplaats in te nemen met als kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.
Artikel 3.4 Afvalstoffen
-
1. Het is niet toegestaan afvalstoffen te lozen in / op het water of op de kade / oevers.
-
2. (Huishoudelijke) afvalstoffen kunnen middels de door de gemeente daarvoor en beschikbaar gestelde middelen, en/ of op de daarvoor vastgestelde dagen ter inzameling worden aangeboden.
-
Artikel 3.5 Beschadigingen
-
1. Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kanalen, (trek)paden, kades, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
-
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover het Wetboek van Strafrecht, de Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken, het Binnenvaartpolitiereglement of de Provinciale Vaarwegenverordening van toepassing is.
-
Artikel 3.6 Liggelden
Voor het innemen van een ligplaats met een (recreatie-)schip, op de daartoe aangewezen locatie, worden liggelden geheven op grond van de ‘Liggeldenverordening gemeente Veendam 2025’.
Burgemeester en wethouders kunnen voor het innemen van een ligplaats met een recreatieschip, op de daartoe aangewezen locatie, liggelden heffen op grond van de ‘Liggeldenverordening gemeente Veendam 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 1 juli 2025.
Burgemeester en wethouders van Veendam,
Burgemeester, Secretaris,
Annelies Pleyte Arend Castelein
Bijlagen
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3
Bijlage 4
Bijlage 5
Bijlage 6
Bijlage 7
Bijlage 8
Toelichting
Uitgangspunt van het besluit is dat nergens ligplaats mag worden ingenomen, behalve op de uitdrukkelijk uitgezonderde plaatsen. Voor passanten worden de openbare ligplaatsen en de wachtplaatsen met borden aangegeven.
- wachtplaatsen i.v.m. de konvooivaart met het BPR- bord E5 (of E5.1 of E5.2) + onderbord tekst “wachtplaats” duidelijk worden aangegeven;
- openbare passantenligplaatsen worden afhankelijk van de locatie aangegeven met het BPR-bord E5 (of E5.1 of E5.2) + onderbord tekst “ liggeldplichtig ”, en/of “max. tijdsduur”.
- Centrum: Voor de openbare passantenligplaatsen in het centrum zijn voorzieningen gecreëerd. Men wordt er daarom mede verplicht liggeld te betalen. Dit mede ook om het langdurig (meer dan enkele dagen) innemen van een ligplaats in het centrum te voorkomen en de handhaafbaarheid hier van te waarborgen/af te dwingen. Dus BPR-bord E5 (of E5.1 of E5.2) + onderbord tekst “ liggeldplichtig ”.
- Elders: Toegestane openbare passantenligplaatsen buiten het centrum van Veendam worden aangegeven met het BPR- bord E5 (of E5.1 of E5.2) + onderbord tekst “ liggeldplichtig ”, en/of “max. duur”.
* Rondom de bruggen en sluizen is een veiligheidszone van toepassing. Aan weerszijden van de bruggen en sluizen mag binnen een afstand van 48 meter (4x maatgevende lengte schip) geen ligplaats worden ingenomen (praktische vertaling van de Richtlijnen Vaarwegen 2005). Dit verbod geldt ook wanneer steigers deel uitmaken van de constructie van de brug.
Door de betrekkelijke grote brugdichtheid in het Oosterdiep (een aantal bruggen ligt op een onderlinge afstand van ca. 100 meter of iets meer) zal de mogelijkheid om ligplaats te nemen sterk worden beperkt.
* Gezien de profielbreedte van de vaarwegen kunnen er in het Oosterdiep, Westerdiep en Westerdiepsterdallenkanaal voor ligplaatsen in principe geen steigers worden gebouwd.
* Toegestane ligplaatsen direct grenzend of indirect via een ventweg grenzend aan woonpercelen (alleen voor eigenaar/huurder van bijbehorende woning), worden niet met een BPR-bord aangegeven.
* Op de hoek Oosterdiep/Molenstreek wordt de vaarweg in de binnenbocht gemarkeerd door remmingswerkpalen. Het water achter deze palen behoort niet tot de vaarweg. De aanwonenden van de Waterborgh is het toegestaan in dat water aan de oever ligplaats in te nemen.
* De diverse overige steigers aan weerszijden van de sluizen zijn alleen bestemd als overzetplaats voor kano’s en kleine open boten (zie artikel 1.2).
* De richtinggevende maximale afmetingen voor schepen op het traject zijn onder het voorbehoud van definitieve vaststelling door de nautische beheerder:
* Voor het Westerdiepsterdallenkanaal: lengte 15,00 meter, breedte 4,60 meter en diepgang 1,10 meter;
* Voor het Langebosschemeer naar het Oosterdiep: lengte 12,00 meter, breedte
3,50 meter en diepgang 1,10 meter (knik Westerdiep maatgevend);
* Voor het Oosterdiep, Stadskanaal: lengte 38,00 meter (althans maatgevende lengte sluis), breedte 5,70 meter en diepgang 2,00 meter.
* De nautische beheerder zorgt voor vlotte en veilige afwikkeling van scheepvaartverkeer op de vaarwegen en stelt de definitieve maximale afmetingen vast.
* De door de gemeente aangestelde havenmeester en brugwachters regelen de konvooivaart, bedienen de bruggen en sluizen en zien ook toe op de scheepvaart met betrekking tot het innemen van ligplaatsen. Zij verstrekken aanwijzingen en moeten daarom ook risico-inschattingen maken, zowel t.a.v. het varen als het (legaal) ligplaats nemen.
* Wanneer vaartuigen aanwijzingen van de havenmeester en/of brugwachters niet opvolgen, zal een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) en/of de politie worden ingeschakeld.
* Het liggeld op passantenligplaatsen wordt (dagelijks) door de havenmeester of brugwachter geïnd.
* De handhaving is gericht op het handhaven van orde en verkeersveiligheid en het voorkomen/beperken van schade aan oevers e.d.
* De nieuwe passantensteiger aan de oostkant van het Oosterdiep tegenover de Bareveldbrug ligt deels binnen een afstand van 48 meter van de brug, maar is gezien het ruime kanaalprofiel, de centrale ligging in Bareveld en het economisch belang zowel wenselijk als acceptabel.
* Via de provinciale vaargids, de ANWB wateralmanak en een gemeentelijke brochure worden vaarrecreanten geïnformeerd over de geldende voorschriften.
* De verkeersbesluiten over het innemen van een ligplaats kennen geen ontheffingsmogelijkheid. Het is reëel om ervan uit te gaan dat de besluiten, door actuele ontwikkelingen, na enkele jaren moeten worden aangepast.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl