Uitvoeringsvoorschriften gemeenschappelijke fietsenberging en stalling voor scootmobielen bij een woongebouw, gemeente Geldrop-Mierlo (gelijkwaardige maatregel)

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 09-07-2025

Intitulé

Uitvoeringsvoorschriften gemeenschappelijke fietsenberging en stalling voor scootmobielen bij een woongebouw, gemeente Geldrop-Mierlo (gelijkwaardige maatregel)

Burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo,

Overwegende dat artikel 4.172 lid 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (verder: Bbl) voor woningen een individuele fietsenberging verplicht stelt met een vloeroppervlakte van ten minste 5 m²;

Dat, indien is voorgeschreven dat een dergelijke maatregel wordt getroffen, op aanvraag toestemming kan worden verleend om, in plaats daarvan, een gelijkwaardige maatregel te treffen, waarmee ten minste hetzelfde resultaat wordt bereikt als met de voorgeschreven maatregel is beoogd;

Dat het college van burgemeester en wethouders het gewenst acht om, onder bepaalde voorwaarden, een gemeenschappelijke fietsenberging in combinatie met een inpandige berging bij een woongebouw als een dergelijke gelijkwaardige maatregel aan te merken;

Dat tegen dit besluit geen bezwaar of beroep openstaat;

Gelet op het bepaalde in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

b e s l u i t e n :

  • 1.

    De bij dit besluit gevoegde ‘Uitvoeringsvoorschriften gemeenschappelijke fietsenberging en stalling voor scootmobielen bij een woongebouw, gemeente Geldrop-Mierlo’ vast te stellen.

Ondertekening

Geldrop, 3 juni 2025

Burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo

secretaris,

N.J.H. Scheltens

burgemeester,

J.C.J. van Bree

Uitvoeringsvoorschriften gemeenschappelijke fietsenberging en stalling voor scootmobielen bij een woongebouw, gemeente Geldrop-Mierlo (gelijkwaardige maatregel)

Gemeenschappelijke fietsenberging en stalling voor scootmobielen bij een woongebouw

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (verder: ‘Bbl’) stelt in artikel 4.172 lid 1, voor woningen een individuele fietsenberging verplicht van 5 m². In deze Bouwbrief wordt toegelicht hoe een gemeenschappelijke fietsenberging in combinatie met een inpandige berging zodanig kan worden ingericht dat dit als gelijkwaardig aan een individuele fietsenberging conform het Bbl wordt beschouwd door de gemeente Geldrop-Mierlo. Een aantal aspecten is hierbij van belang: het aantal fietsplekken per woning, de eisen aan de inpandige berging in de woning, de bereikbaarheid en het beheer van de gemeenschappelijke fietsenberging. Als aan de onderstaande eisen wordt voldaan wordt het plan op grond van artikel 2.4 van het Bbl door de gemeente Geldrop-Mierlo als gelijkwaardig beschouwd. Dit sluit overigens niet uit dat ook andere oplossingen mogelijk zijn.

Fietsparkeerplaatsen

  • 1.

    Het aantal fietsparkeerplaatsen per woning voldoet aan de normen voor fietssparkeren die zijn opgenomen in de Nota Parkeernormen Geldrop-Mierlo, zoals deze geldt op het moment van de aanvraag om een omgevingsvergunning;

  • 2.

    De vormgeving (afmetingen) van de (gemeenschappelijke) fietsstalling en fietsparkeerplaatsen voldoet aan de eisen die daarvoor zijn opgenomen in de Nota Parkeernormen Geldrop-Mierlo, zoals deze geldt op het moment van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Stalling van scootmobielen

  • 1.

    Er wordt rekening gehouden met tenminste de volgende afmetingen van een scootmobiel: lengte: 1,40 meter, breedte: 0,70 meter. Met ruimte voor aan- en uitrijden komt de gemiddelde oppervlakte op: 3 m2 per scootmobiel.

  • 2.

    De totale afmeting van een gemeenschappelijke stalling voor scootmobielen voldoet aan de formule in onderstaande tabel:

    Aantal woningen

    Oppervlakte stallingsruimte scootmobielen

    < 50

    Aantal woningen/7 x 3 m2

    50 - 100

    Aantal woningen/9 x 3 m2

    100 - 150

    Aantal woningen/11 x 3 m2

    150 - 200

    Aantal woningen/13 x 3 m2

    > 200

    Aantal woningen/15 x 3 m2

  • 3.

    De opstelplekken (per 3 m2) zijn voorzien van een elektrische oplaadmogelijkheid

  • 4.

    Indien de onder lid 2 beschreven voorwaarde onredelijk is gezien de beoogde doelgroep van het woongebouw, kan in overleg met de gemeente van deze voorwaarde worden afgeweken.

Berging in de woning

Aangezien de toelichting van het Bbl stelt dat een fietsenberging ook bedoeld is voor het opbergen van spullen, moet er een berging van 2,7 m² in de woning te worden gerealiseerd. Voor deze ruimte geldt dat:

  • -

    De berging in één ruimte moet worden gerealiseerd.

  • -

    Binnen het oppervlak van 2,7 m² het oppervlak dat een warmwatertoestel, een ruimteverwarmingstoestel of een andere gebouwgebonden installatie inneemt, niet mag worden meegerekend.

  • -

    De berging een minimale breedte heeft van één meter aan vrije ruimte.