Subsidieregeling Kracht van de Samenleving gemeente Maastricht 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 10-07-2025

Intitulé

Subsidieregeling Kracht van de Samenleving gemeente Maastricht 2026

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Maastricht; overwegende dat het gemeentebestuur Maastricht inzet op ontmoeten, ontplooiing en lichte ondersteuning en wil bijdragen aan het opbouwen van structurele, duurzame netwerken die inwoners met name in de directe nabijheid verbinden en ondersteunen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen; gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht; Gelet op Beleidskader sociale basis 2025; besluit vast te stellen de Subsidieregeling Kracht van de Samenleving gemeente Maastricht 2026.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Aanvraag: de subsidieaanvraag die de aanvrager indient;

  • Aanvrager: een rechtspersoon zonder winstoogmerk (stichting of vereniging), waarvan de activiteiten door vrijwilligers worden uitgevoerd, eventueel aangevuld met maximaal één beroepskracht (1 fte, max 40 uur per week) in een coördinerende rol ten behoeve van de uitvoering van de activiteit(en);

  • Asv: Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • Beroepskracht: een persoon die meer dan een vrijwilligersvergoeding betaald krijgt voor werkzaamheden ten behoeve van aansturing van vrijwilligers en/of uitvoering van een activiteit. Dit kan in loondienst en/of als freelancer/zzp’er;

  • Buurt: zie lijst buurten bijlage 1

  • College: college van burgemeester en wethouders van gemeente Maastricht;

  • Sociale ontmoetingsplek: Een plek waar georganiseerd wordt dat mensen elkaar op een laagdrempelige manier kunnen ontmoeten. Mensen die minder makkelijk aansluiting vinden worden geholpen om aansluiting te krijgen bij andere mensen. De activiteit is gericht op sociale ontmoeting en niet in de eerste plaats op sport of cultuur.

  • Subsidiejaar: een kalenderjaar dat loopt vanaf 1 januari tot en met 31 december;

  • Subsidieplafond: het bedrag dat het college gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar stelt voor de verstrekking van subsidies binnen de door de raad vastgestelde begroting;

  • Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon zonder winstoogmerk (stichting, vereniging), waarvan de activiteiten door vrijwilligers worden uitgevoerd, eventueel aangevuld met maximaal één beroepskracht (tot 1 fte, zijnde 40 uur), uitsluitend in een coördinerende rol ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten;

  • Vrijwillige inzet: uit vrije wil en belangeloos iets doen voor een ander of de buurt/stad, al of niet in georganiseerd verband, zonder dat men daarvoor wordt betaald ;

  • Zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te kunnen zorgen en om dagelijkse activiteiten zelfstandig te kunnen verrichten. Dit betreft persoonlijke vaardigheden (zoals zelfstandige besluitvorming en probleemoplossend vermogen) praktische vaardigheden (zoals zaken regelen, administratie, financiën, woonruimte) en sociale vaardigheden (zoals netwerk opbouwen en benutten, hulp vragen en samenwerken)

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is alleen van toepassing op het verstrekken van subsidies op de in artikel 3 genoemde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het opbouwen van structurele, duurzame netwerken die inwoners met name in de directe nabijheid verbinden en ondersteunen en die inzetten op 1 of meer van de volgende onderwerpen:

    • a)

      ontmoeten en sociale cohesie;

    • b)

      ontplooiing en lichte ondersteuning

  • 2. Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd voor een of meer van de volgende categorieën:

    • a)

      Buurtnetwerk;

    • b)

      Sociale ontmoeting;

    • c)

      Vrijwillig jeugdwerk, inclusief scouting;

    • d)

      Kindervakantiewerk;

    • e)

      Lichte ondersteuning;

    • f)

      Ontplooiing.

  • 3. De activiteiten moeten gericht zijn en aantoonbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Maastricht.

  • 4. De onderdelen zoals genoemd onder lid 2 b (sociale ontmoeting), 2 e (lichte ondersteuning) en 2f (ontplooiing) kunnen niet met elkaar gecombineerd worden

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, zijnde een vrijwilligersorganisatie, die beschikt over een bestuur van ten minste twee personen, die gezamenlijk bevoegd zijn en die geen eerstegraads verwantschap met elkaar hebben, noch op hetzelfde adres woonachtig zijn.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt het subsidieplafond vast voor de activiteiten zoals benoemd in artikel 3. Wijzigingen in het subsidieplafond worden jaarlijks door het college gepubliceerd, behoudens wijzigingen in het plafond door indexeringen.

  • 2. Het college kan binnen het totale subsidieplafond een deel bestemmen voor de opstart van nieuwe buurtnetwerken en/of nieuwe sociale ontmoetingsplekken.

  • 3. Het subsidieplafond wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    kosten die reeds gesubsidieerd of gefinancierd worden vanuit een andere subsidie- of inkooprelatie;

  • b.

    kosten voor activiteiten die reeds uit eigen middelen worden verricht en gefinancierd;

  • c.

    kosten die door de aanvrager zijn gemaakt voorafgaande het indienen van de aanvraag;

Artikel 7. Criteria en hoogte van de subsidie per categorie

  • 1. Buurtnetwerk

    Het organiseren van een buurtnetwerkorganisatie die, ten aanzien van de inwoners en de (vrijwilligers)organisaties in de buurt een verbindende rol heeft om te komen tot een netwerk in de buurt.

    • a.

      Criteria:

      • Er kan maximaal 1 buurtnetwerk per buurt subsidie ontvangen.

    • b.

      Hoogte van de subsidie:

      • Organisatie- en communicatiekosten:

        Aantal huishoudens per buurt

        Maximumbedrag organisatie- en communicatiekosten

        Extra communicatiekosten indien onderbouwd bij meer dan 1300 huishoudens

        Tot en met 1300

        € 4200

        € 0

        1301 t/m 1500

        € 4200

        € 350

        1501 t/m 2000

        € 4700

        € 350

        2001 t/m 3500

        € 5400

        € 600

        3501 of meer

        € 5400

        € 850

      • Een buurtnetwerkorganisatie, dat een buurtplan wil opstellen of bijstellen kan hiervoor maximaal €870,- aanvragen. Het buurtplan is een middel voor een buurt(netwerkorganisatie) om een visie op de toekomst van een buurt en/of een buurtagenda op te stellen.

      • Activiteitenbudget ten behoeve van kleine buurtgerichte activiteiten max € 500,-

      • De bedragen zijn maximumbedragen en wanneer de subsidie is toegekend, zijn alle bedragen onderling uitwisselbaar, ook met het onderdeel sociale ontmoeting

      • Voor activiteiten waarbij gezamenlijk eten een centrale rol speelt, dienen de kosten voor eten en drinken te worden gedekt door de eigen bijdragen van de deelnemers of andere inkomsten.

      • Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • c.

      Kosten die bij het onderdeel buurtnetwerk niet voor vergoeding in aanmerking komen (naast wat in artikel 6 genoemd is): n.v.t.

  • 2. Sociale ontmoeting

    • a.

      Voorwaarden:

      • Hoofddoel is sociaal ontmoeten. Deze ontmoetingsactiviteiten vinden minimaal 1x per maand plaats.

      • Iedereen is welkom

      • De organisatie zorgt ervoor dat mensen zich welkom en thuis voelen. Mensen die binnenkomen en(nog) geen aansluiting hebben bij andere mensen, worden uitgenodigd en indien nodig geholpen om aansluiting vinden.

      • Activiteiten zijn betaalbaar voor mensen met weinig geld.

      • Voor activiteiten waarbij gezamenlijk eten een centrale rol speelt, dienen de kosten voor eten en drinken te worden gedekt door de eigen bijdragen van de deelnemers of andere inkomsten.

    • b.

      Criteria:

      • Sociale ontmoetingsactiviteiten kunnen buurtgericht zijn, maar kunnen ook binnen organisaties een organisatie die gebaseerd op identiteit (land, volk, geloof, seksuele voorkeur) een organisatie vormen.

      • Per buurt kan in beginsel maximaal 1 organisatie subsidie aanvragen voor soortgelijke buurtgerichte ontmoetingsactiviteiten.

      • Er nemen gemiddeld minimaal 10 mensen deel per dagdeel

      • De activiteiten kunnen bestaan uit:

        • Huiskamer: Samenkomen van mensen, al dan niet met activiteiten die je thuis ook in een huiskamer/keuken zou doen (creatief bezig zijn, spelletjes, koffie/thee drinken, samen achter de computer, huiswerkbegeleiding) en/of

        • Samen eten (en/of koken) en/of

        • Sociale ontmoetingsbijeenkomsten voor kinderen en jongeren (al dan niet door jongeren zelf georganiseerd)

      • Activiteiten vinden in principe plaats in een gemeenschapshuis in de buurt, tenzij het gemeenschapshuis1 niet in de nabije omgeving ligt of niet geschikt blijkt te zijn voor de betreffende activiteit of doelgroep op het moment van aanvraag.

      • Indien de activiteit georganiseerd wordt in een “kantine” of op een locatie van een sportvereniging/-organisatie of amateurkunstorganisatie, zijn de deelnemers grotendeels anderen dan de leden/deelnemers van de sportverenigingen/amateurkunstorganisaties.

    • c.

      Hoogte van de subsidie:

      Organisaties max € 20.000 per jaar zonder beroepskrachten

      Maximumbedrag per jaar

      Huisvestingskosten

      Totaal maximaal € 12.500

      Kosten huur, gas, water, elektriciteit en (tegemoetkoming) schoonmaakkosten voor de activiteiten en kosten internetaansluiting en /of (gedeeltelijke) afkoop kosten koffie, thee en water indien dit verplicht bij de verhuurder afgenomen dient te worden voor het deel boven € 1,- per kopje of het deel boven € 6,- per kan, zodat de deelnemer max. € 1,- hoeft te betalen.2

      Huur, gwl en schoonmaak en eventueel deel afkoop koffie/thee/water:

      feitelijk bedrag met een maximum van € 12.500

      Huisvestingskosten eigen pand (incl. gas, water, licht, schoonmaakkosten en internetaansluiting)

      Maximaal € 2600 per dagdeel per week op jaarbasis (maximaal € 1300 voor activiteiten 1x per 2 weken op jaarbasis) Met een maximum van € 12.500

      Organisatie- en communicatiekosten (per organisatie)

       

      Buurtnetwerken (ontvangen reeds organisatie- en Communicatiekosten vanuit onderdeel buurtnetwerken)

      € 0,-

      Andere organisaties die tot 40 (twee)wekelijkse actieve deelnemers bereiken (elke deelnemer slechts 1x meetellen, ook als deze meerdere keren per week/2 weken komt)

      € 1400,-

      Andere organisaties die meer dan 40 wekelijkse actieve deelnemers bereiken (elke deelnemer slechts 1x meetellen, ook als deze meerdere keren per week komt)

      € 2800,-

      Activiteitenbudget wekelijkse activiteiten (vrij besteedbaar t.b.v. uitvoering van de activiteiten. Dat kan variëren van sprekers voor een themabijeenkomst, het organiseren van extra (ontmoetings)activiteiten, materiaalkosten tot schoonmaakkosten van een huiskamer, tegemoetkoming of presentje vrijwilligers omdat de deelnemers zo op leeftijd zijn dat zij dit zelf niet kunnen) (alle activiteiten bij elkaar opgeteld) (je kunt maar 1 categorie aankruisen, de onderdelen kunnen niet bij elkaar opgeteld worden)

       

      1 dagdeel per week (minimaal 40 weken)

      € 750

      2 dagdelen per week (minimaal 40 weken)

      € 1500

      3 t/m 5 dagdelen per week (minimaal 40 weken)

      € 2250

      6 dagdelen of meer per week (minimaal 40 weken)

      € 4500

      Activiteitenbudget 1x per 2 weken

       

      1 dagdeel per 2 weken (20-25 dagdelen per jaar)

      (NB bij meer dagdelen per 2 weken onder activiteitenbudget per week aanvragen)3

      € 375

      Materiaalkosten ontmoetingsactiviteiten onderhoud buurttuin / buurtpark (indien dagdeel niet meegenomen onder activiteitenbudget)

       

      Buurttuin/buurtpark tot 2500 m2 (50x50 m)

      € 750

      Buurttuin/buurtpark groter dan 2500 m2 (50x50 m)

      € 1750

      Opstartkosten nieuwe sociale ontmoetingsplekken (aanschaf meubilair, koelkast etc.) (eenmalig)

       

      Nieuwe sociale ontmoetingsplek (per organisatie)

      € 1750

      • Na toekenning zijn de subsidiebedragen onderling uitwisselbaar, met uitzondering van de huisvestingskosten.

        • Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • d.

      Kosten die bij het onderdeel sociale ontmoeting niet voor vergoeding in aanmerking komen (naast wat in artikel 6 genoemd is):

      • Uitstapjes (incl. theater/bioscoopbezoek)

      • Overnachtingen

  • 3. Vrijwillig Jeugdwerk, incl. scouting

    • a.

      Criteria:

      • Een scoutinggroep moet lid zijn van Scouting Nederland.

      • Een scoutinggroep heeft leden die contributie betalen.

      • De activiteiten richten zich op alle kinderen, ongeacht culturele achtergrond, afkomst, gender, of geloof uit een bepaald gebied in een bepaalde leeftijd.

      • Bij organisaties zonder leden bedraagt de eigen bijdrage maximaal €1,- per activiteit.

      • Activiteiten vinden minimaal 2 keer per maand plaats.

      • Activiteiten zijn divers en verschillend. Deze zijn afgestemd op de specifieke doelgroep van de activiteit en niet primair gericht op sport of amateurkunst.

      • Voor activiteiten waarbij gezamenlijk eten een centrale rol speelt, dienen de kosten voor eten en drinken te worden gedekt door de eigen bijdragen van de deelnemers of andere inkomsten.

    • b.

      Hoogte van de subsidie:

      Scoutinggroepen (max € 15.000) of ander jeugdwerk met leden die wekelijks samenkomen en contributie betalen

       

      Basisbedrag (dit bedrag gaat vanaf 2027 per jaar € 500 omlaag tot een bedrag van € 1000 in 2030)

      € 3000

      Bedrag per betalend lid (juni voorafgaand aan aanvraag)

      € 125

      Jeugd en jongerenwerk zonder leden

      Maximumbedrag per jaar

      Huisvestingskosten

      Maximaal € 12.500

      Kosten huur, gas, water, elektriciteit

      Huur, gwl feitelijke kosten

      Huisvestingskosten eigen pand (incl. gwl)

      Maximaal € 2600 per dagdeel per week op jaarbasis (en dus € 1300 voor activiteiten 1x per 2 weken op jaarbasis) incl. gwl. Met een maximum van € 12.500

      Organisatie- en communicatiekosten (per organisatie, alleen indien geen aanvraag is gedaan op onderdeel sociale ontmoeting, lichte ondersteuning of ontplooiing)

       

      Buurtnetwerken (ontvangen reeds organisatie- en Communicatiekosten vanuit onderdeel buurtnetwerk)

      € 0,-

      Andere organisaties die tot 40 (twee)wekelijkse actieve deelnemers bereiken (elke deelnemer slechts 1x meetellen, ook als deze meerdere keren per week/2 weken komt)

      € 1400,-

      Andere organisaties die meer dan 40 wekelijkse actieve deelnemers bereiken (elke deelnemer slechts 1x meetellen, ook als deze meerdere keren per week komt)

      € 2800,-

      Activiteitenbudget wekelijkse activiteiten (alleen indien geen aanvraag is gedaan op sociale ontmoeting)

       

      1 dagdeel per week (minimaal 40 weken)

      € 750

      2 dagdelen per week (minimaal 40 weken)

      € 1500

      3 t/m 5 dagdelen per week (minimaal 40 weken)

      € 2250

      6 dagdelen of meer per week (minimaal 40 weken)

      € 4500

      Activiteitenbudget 1x per 2 weken (alleen indien geen aanvraag is gedaan op sociale ontmoeting)

       

      1 dagdeel per 2 weken (20-25 dagdelen per jaar)

      (NB bij meer dagdelen per 2 weken onder activiteitenbudget per week aanvragen)4

      € 375

         

      • Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • c.

      Kosten die voor het onderdeel jeugdwerk, incl. scouting niet voor vergoeding in aanmerking komen (naast wat in artikel 6 genoemd is):

      • Overnachtingen

  • 4. Kindervakantiewerk

    • a.

      Criteria:

      • Het organiseren van kindervakantiewerk voor jongeren van 4 tot en met 15 jaar uit de gemeente Maastricht met activiteiten die in de gemeente Maastricht plaatsvinden.

      • Het kindervakantiewerk richt zich op alle kinderen, ongeacht culturele achtergrond, afkomst, gender of geloof uit een bepaald gebied in een bepaalde leeftijd.

      • De activiteiten vinden plaats tijdens schoolvakanties en worden uitsluitend door vrijwilligers begeleid. Het programma vindt gedurende minimaal 5 dagen plaats.

      • Er wordt afgestemd met de andere organisaties binnen de gemeente Maastricht die zich bezighouden met kindervakantiewerk, zoals Maastricht Sport, Trajekt en Cultuurmakers.

      • De eigen bijdrage is voor kinderen niet hoger dan € 1,- per kind per dag.

    • b.

      Hoogte van de subsidie:

      • 1.

        De subsidie bedraagt maximaal € 15.000 per organisatie per stadsdeel en de kosten van maximaal 500 uur inzet van een betaalde coördinator.

      • 2.

        Met het aantal deelnemende kinderen wordt bedoeld: het aantal kinderen dat vooraf verwacht wordt op basis van het aantal beschikbare plekken.

      • 3.

        De subsidie bedraagt € 5,- per deelnemend kind per dag.

      • 4.

        Huisvestingskosten bedragen maximaal € 200 per dag.

      • 5.

        Organisatiekosten, in het geval deze niet zijn aangevraagd op andere onderdelen in deze regeling:

        • a.

          tot en met 40 deelnemende kinderen max € 1400,

        • b.

          bij meer dan 40 deelnemende kinderen max € 2800,-

      • 6.

        Een betaalde coördinator (max 500 uur, waarbij maximaal coördinator-uur op 3 vrijwilligersuren) kan worden gesubsidieerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

        • a.

          In minimaal 3 stadsdelen, minimaal 5 dagen per stadsdeel

        • b.

          Minimaal 300 deelnemers in totaal (gerekend per 5 dagen)

      • 7.

        Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • c.

      Kosten die voor het onderdeel kindervakantiewerk niet voor vergoeding in aanmerking komen (naast wat in artikel 6 genoemd is): n.v.t.

  • 5. Lichte ondersteuning

    • a.

      Criteria:

      • De organisatie richt zich op ondersteuning van mensen en/of hun naasten, ongeacht culturele achtergrond, afkomst, gender, geloof, beperking of politieke overtuiging, in een situatie van

        • armoede en/of

        • met ziekte en/of beperking en/of

        • met een psychische kwetsbaarheid

      • Er is hiernaast bij deze mensen tevens sprake van een beperking in de persoonlijke, praktische en/of sociale zelfredzaamheid

      • De ondersteuning is primair gericht op het gebied van :

        • I.

          het leggen van sociale contacten/ opbouwen van een sociaal netwerk en/of

        • II.

          het omgaan met de situatie waarin mensen zitten en/of

        • III.

          praktische ondersteuning, zoals

          • ■︎︎

            hulp bij administratie

          • ■︎︎

            hulp bij vervoer naar bijvoorbeeld een arts

      • De ondersteuningsactiviteiten kunnen o.a. bestaan uit:

        • a.

          Sociale ontmoetingsactiviteiten

        • b.

          Lichte ondersteuning door vrijwilligers

        • c.

          Trainingen door vrijwilligers

        • d.

          Informatiebijeenkomsten, gericht op het omgaan met/verbeteren van de situatie waarin mensen zitten met betrekking tot financiën en omgaan met geld, mentale gezondheid, opvoeding of gezond eten voor een klein budget.

        • e.

          Ondersteuning van naasten door naasten

        • f.

          Mensen met vergelijkbare ervaringen of kennis helpen elkaar

        • g.

          Uitvoering van de ondersteuningsactiviteiten gebeurt volledig door een vrijwilliger.

        • h.

          De vrijwilliger kan door max 1 fte betaalde coördinator worden ondersteund.

        • i.

          Bij een sociaal restaurant kan – naast een coördinator - een betaalde professionele kok de vrijwilligers ondersteunen.

        • j.

          De verhouding uren coördinator (en eventueel betaalde kok) en vrijwilligersuren bedraagt minimaal 3 vrijwilligersuren t.o.v. 1 coördinatie-uur.

        • k.

          De vrijwilliger is geen stagiair die binnen haar stage-uren wordt begeleid.

      • Voor activiteiten waarbij gezamenlijk eten een centrale rol speelt, dienen de kosten voor eten en drinken te worden gedekt door de eigen bijdragen van de deelnemers of andere inkomsten

    • b.

      Hoogte van de subsidie:

      • De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €75.000,-.

      • Huisvestingskosten (deze dienen in verhouding te staan tot het aantal deelnemers en de activiteit)

      • De organisatie- en communicatiekosten bedragen max. € 2800

      • De activiteitenkosten bedragen max. € 4500

      • Kosten voor max. 1 fte coördinator (incl. administratie/boekhouding)

      • Kosten professionele kok sociaal restaurant

      • Kosten geschoolde vrijwillige trainers cf. uurtarief belastingdienst vrijwilligers: max € 56,- per vrijwillige trainer per workshop/dagdeel incl. voorbereiding, reistijd en reiskosten. Bij meerdere trainers max € 112,- per workshop.

      • Scholing vrijwilligers binnen de eigen organisatie danwel door een aan de organisatie verbonden organisatie max. € 2000

      • Scholing vrijwilligers door een externe, niet aan de organisatie verbonden scholingsorganisatie, max € 5000

      • Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • c.

      Kosten die voor het onderdeel lichte ondersteuning niet voor subsidie in aanmerking komen (naast wat in artikel 6 genoemd is):

      • Uitstapjes (incl. theater/bioscoopbezoek):

      • Overnachtingen

  • 6. Ontplooiing

    • a.

      Voorwaarden:

      • De organisatie richt zich met haar activiteiten op alle Maastrichtenaren, ongeacht culturele achtergrond, afkomst, gender, geloof, beperking of politieke overtuiging, al dan niet specifiek op die Maastrichtenaren die ondersteuning kunnen gebruiken.

      • Uitvoering van de ondersteuningsactiviteiten gebeurt volledig door een vrijwilliger.

      • Deze vrijwilliger kan door max 1 fte betaalde coördinator worden ondersteund.

      • De verhouding uren coördinator en vrijwilligersuren bedraagt minimaal 3 vrijwilligersuren t.o.v. 1 coördinatie-uur.

      • De vrijwilliger is in eerste plaats vrijwilliger. De vrijwilliger is geen stagiair of iemand die begeleid wordt.

      • De organisatie richt zich op:

        • Verbeteren taalvaardigheden Nederlands voor mensen die niet of beperkt Nederlands kunnen spreken en/of lezen en schrijven. En/of

        • Verbeteren digitale basisvaardigheden en/of

        • Kinderen/jongeren die moeite ervaren met huiswerk en/of naar school gaan

      • Voor mensen/kinderen/jongeren met een beperking in de persoonlijke, praktische en/of sociale zelfredzaamheid.

    • b.

      Criteria:

      • De ondersteuningsactiviteiten kunnen bestaan uit:

        • Huiswerkbegeleiding / ondersteuning leervaardigheden en schoolse vaardigheden

        • Taallessen Nederlands

        • Taal café en/of andere manieren om de Nederlandse taal beter te leren

        • Taalmaatjes

        • Basale digitale vaardigheden

    • c.

      Kosten die voor vergoeding in aanmerking komen zijn:

      • De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 100.000

      • Huisvestingskosten (deze dienen in verhouding te staan tot het aantal deelnemers en de activiteit)

      • Kosten max. 1 fte coördinator (incl. administratie/boekhouding)

      • Organisatie- en communicatiekosten max. € 2800

      • Activiteitenkosten max. € 4500

      • Kosten vrijwillige trainers/docenten max € 56,- per vrijwillige trainer per workshop/dagdeel incl. voorbereiding, reistijd en reiskosten. Bij meerdere trainers max € 112,- per workshop.

      • Kosten leermaterialen taalles Nederlands (laptop, methode, licentie, lesmaterialen leerlingen e.d.) max. € 5000

      • Scholing vrijwilligers binnen de eigen organisatie danwel door een aan de organisatie verbonden organisatie max. € 2000Scholing vrijwilligers door een externe, niet aan de organisatie verbonden scholingsorganisatie, max € 5000

      • Bedragen worden vanaf 2027 jaarlijks geïndexeerd met de (voorlopige) gemeentelijke index.

    • d.

      Deze kosten worden bij het onderdeel ontplooiing niet vergoed (naast wat in artikel 6 genoemd is):

      • Eten en drinken anders dan koffie, thee, water en fris en incidenteel broodjes of vlaai.

      • Uitstapjes (incl. theater/bioscoopbezoek): dit dienen deelnemers zelf te betalen, danwel hiervoor dienen andere middelen gezocht te worden

      • Overnachtingen

Artikel 8. Wijze van verdeling voor de onderdelen buurtnetwerk, sociale ontmoeting, vrijwillig jeugdwerk incl. scouting en kindervakantiewerk, zoals genoemd in artikel 3 lid 2 sub a tot en met d.

  • 1. Verdeling van de subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt

  • 2. Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aangevulde en complete aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn op volgorde van ontvangst toegekend.

  • 4. Indien het college besluit, zoals genoemd in artikel 5 lid 2, een deel van het totale subsidieplafond te bestemmen voor nieuwe buurtnetwerken en/of nieuwe sociale ontmoetingsplekken, vindt verdeling van de subsidie plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt is.

Artikel 9. Wijze van verdeling e en f (lichte ondersteuning en ontplooiing)

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt beoordeeld nadat de aanvragen zoals bedoeld in artikel 8 zijn behandeld en er nog beschikbare middelen zijn binnen het vastgestelde subsidieplafond.

  • 2. Na het sluiten van de aanvraagtermijn is de aanvrager niet meer in de gelegenheid de aanvraag aan te vullen.

  • 3. Een aanvraag op onderdelen e (lichte ondersteuning) en f (ontplooiing) als in artikel 3 lid 2 , wordt getoetst aan de voorwaarden van deze subsidieregeling en beoordeeld door een ambtelijke toetsgroep.

  • 4. De ambtelijke toetsgroep bestaat uit minimaal 3 ambtenaren.

  • 5. Beoordeling vindt plaats met behulp van de vastgestelde scorecard, zoals in bijlage 3 bij deze regeling is opgenomen.

  • 6. Iedere aanvraag wordt in zijn totaal getoetst. Hierbij wordt gekeken naar de hoofdactiviteit(en). Indien naar oordeel van de toetsgroep de aanvraag 2 of meer hoofdactiviteiten bevat die kwalitatief zo van elkaar verschillen dat een totaalscore niet mogelijk blijkt, kan de toetsgroep beslissen de beoordeling te splitsen en voor elke hoofdactiviteit een aparte scorecard af te nemen. Dit dient echter een uitzonderingssituatie te zijn. Een aanvrager kan hier geen verzoek voor indienen.

  • 7. Hoe hoger het aantal punten, hoe hoger de rangschikking.

  • 8. De aanvraag met de hoogste score van onderdeel lichte ondersteuning en de aanvraag met de hoogste score op het onderdeel ontplooiing krijgen als eerste subsidie toegekend. Opvolgend de nummers 2 met de hoogste score. Daarna de nummers 3. Hierna vindt de verdeling plaats van hoog naar laag ongeacht het onderdeel. Indien bij het bereiken van het subsidieplafond blijkt dat meerdere aanvragers de zelfde score hebben, dan wordt onder deze aanvragers het resterende subsidiebedrag naar rato verdeeld.

Artikel 10. Eigen Vermogen

  • 1. Voor de bepaling van het eigen vermogen wordt peildatum 31 december voorafgaand aan het moment van aanvragen gehanteerd.

  • 2. Indien het eigen vermogen van de vrijwilligersorganisatie niet boekhoudkundig kan worden bepaald, worden de banksaldi, inclusief kasgelden aan het einde van het jaar voorafgaande aan het jaar van aanvraag hiervoor in de plaats gesteld.

  • 3. Indien de subsidieaanvraag lager is dan € 5000 mag het eigen vermogen maximaal € 5000 bedragen.

  • 4. Indien de subsidieaanvraag € 5000 of hoger is mag het eigen vermogen maximaal 100% van het te verlenen subsidiebedrag bedragen.

  • 5. Uitgezonderd van het eigen vermogen zijn bestemmingsreserves die onderbouwd zijn met een plan van aanpak en tijdsplanning. De bestemmingsreserves dienen in verband te staan met de doelstellingen/activiteiten van de organisatie, en dienen noodzakelijk en reëel te zijn.

  • 6. Het deel van het eigen vermogen dat boven het toegestane eigen vermogen uitkomt, zoals genoemd in lid 3 of 4, wordt afgetrokken van het te verlenen subsidiebedrag.

Artikel 11. De aanvraag

  • 1. De aanvraag om een subsidie dient:

    • a.

      aangevraagd te worden door middel van het gemeentelijke aanvraagformulier

    • b.

      inzichtelijk te maken hoe de activiteiten worden uitgevoerd.

    • c.

      een overzicht te geven van de aan de activiteit verbonden begrote inkomsten en uitgaven (begroting).

  • 2. Per aanvrager kan maximaal 1 aanvraag op grond van deze regeling worden ingediend.

Artikel 12. De aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt, op grond van artikel 7, vierde lid, van de Asv, in de maand september voorafgaande aan het subsidiejaar ingediend.

  • 2. Indien het college besluit, zoals genoemd in artikel 5 lid 2, een deel van het totale subsidieplafond te bestemmen voor nieuwe buurtnetwerken en/of nieuwe sociale ontmoetingsplekken, kunnen aanvragen ook gedurende het kalenderjaar hiervoor worden ingediend.

Artikel 13. De beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag om subsidie, op grond van artikel 8, derde lid, van de Asv, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag in ingediend.

Artikel 14. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de Asv, zal subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    De aanvrager ook zonder subsidie over voldoende middelen kan beschikken of indien de aanvrager reeds subsidie voor dezelfde activiteiten ontvangt via een andere subsidieregeling van de gemeente, de provincie of het Rijk.

  • b.

    Activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al zijn gestart of plaatsgevonden hebben.

  • c.

    De activiteiten naar oordeel van het college onvoldoende bijdragen aan de beleidsprioriteiten zoals genoemd in het beleidskader sociale basis.

  • d.

    De activiteiten naar het oordeel van het college een commercieel doel dienen.

  • e.

    De activiteiten gericht zijn op belangenbehartiging met een religieus en/of politiek karakter of indien de activiteiten een religieus en/of politiek karakter hebben.

  • f.

    De activiteiten naar het oordeel van het college niet passen binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 3 en artikel 7 van deze regeling.

  • g.

    Er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteiten niet of niet geheel zullen worden uitgevoerd.

  • h.

    De aanvraag bedoeld is voor een buurtnetwerkorganisatie zoals genoemd in artikel 3 lid 2a en artikel 7 lid 1 en er al een door gemeente gesubsidieerde buurtnetwerkorganisatie in de buurt actief is.

  • i.

    De aanvraag bedoeld is voor een sociale ontmoetingsplek zoals genoemd in artikel 3 lid 2 b en artikel 7 lid 2 en er al een gelijkaardige door gemeente via deze regeling gesubsidieerde ontmoetingsplek in de buurt actief is, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om een 2e gelijkaardige ontmoetingsplek te realiseren.

  • j.

    Er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet zal voldoen aan de, aan de subsidie verbonden, verplichtingen.

  • k.

    Als het aannemelijk is dat er onvoldoende draagvlak is voor de activiteit binnen de buurt.

Artikel 15. Verplichtingen

  • 1. Onverminderd artikel 11 van de Asv, zijn aan de subsidieverlening de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      De aanvrager moet een administratie bijhouden die zo is ingericht dat op elk moment duidelijk is hoe het geld is besteed. Ook moeten alle betalingen en inkomsten hierin terug te vinden zijn.

    • b.

      Indien er voor de activiteit vergunningen noodzakelijk zijn, zorgt de aanvrager hiervoor.

    • c.

      Als er een bijdrage wordt gevraagd voor deelname aan de activiteit, moet de aanvrager dit vóór de start van de activiteit duidelijk aan de deelnemers laten weten.

    • d.

      Als de subsidieaanvraag gaat over een activiteit voor jongeren tot 27 jaar, kwetsbare volwassenen, ouderen of mensen die moeite hebben met zelf de regie houden, dan moet de aanvrager zorgen dat alle vrijwilligers een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 16. Verantwoording

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000 worden, zoals in ASV is vastgelegd door burgemeester en wethouders direct vastgesteld.

  • 2. Bij subsidies van meer dan € 5.000 wordt, zoals in de ASV is vastgelegd een aanvraag tot vaststelling vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar van subsidiering ingediend.

  • 3. Bij subsidies van € 5.000 en ten hoogste € 75.000 bevat, zoals in de ASV is vastgelegd, een aanvraag tot subsidievaststelling, zoals :

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een jaarrekening of een financieel verslag bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 4. Bij subsidies van meer dan € 75.000 bevat een aanvraag tot subsidievaststelling:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn

    • b.

      verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • c.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en

    • d.

      inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • e.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • f.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk registeraccountant.

  • 5. Eventuele aanvullende verplichtingen omrent de verantwoordingen kunnen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Artikel 17. Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen, die betrekking hebben op de uitvoering van deze subsidieregeling, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 18. Slotbepaling

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na wettelijke bekendmaking.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Tijdelijke subsidieregeling ‘’Versterken sociale en maatschappelijke basis door vrijwillige inzet, gemeente Maastricht, ingetrokken.

  • 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kracht van de Samenleving gemeente Maastricht 2026.

Ondertekening

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.30 juni 2025.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

BIJLAGE 1 OVERZICHT BUURTEN ZOALS DIE ERKEND WORDEN VOOR DEZE REGELING

Buurten kunnen ook geclusterd aanvragen.

Amby

Beatrixhaven

Belfort

Daalhof

Belvédère

Biesland

Binnenstad

Borgharen

Boschpoort

Bosscherveld

Boschstraatkwartier

Brusselsepoort

Caberg

Campagne

Céramique

De Heeg

Dousberg-Hazendans

Frontenkwartier

Heer

Heugem

Heugemerveld

Itteren

Jekerdal

Sint Pieter

Villapark

Jekerkwartier

Kommelkwartier

Lanakerveld

Limmel

Malberg

Malpertuis

Mariaberg

Meerssenhoven

Nazareth

Oud-Caberg

Pottenberg

Randwyck

Scharn

Sint Maartenspoort

Statenkwartier

Vroendaal

Wittevrouwenveld

Wolder

Wyck (excl. Céramique)

Wyckerpoort

BIJLAGE 2 LIJST HUIDIGE GEMEENSCHAPSHUIZEN

Gemeenschapshuizen in eigendom van de gemeente:

  • 1.

    Buurtcentrum De Romein (Pottenberg)

  • 2.

    Gemeenschapshuis ’t Atrium (Daalhof)

  • 3.

    Dorpscentrum De Aw Sjaol (Itteren)

  • 4.

    Gemeenschapshuis Haarderhof (Borgharen)

  • 5

    Kapelaan Lochtmanhuis (Limmel)

  • 6

    Buurtcentrum Nazareth (Nazareth)

  • 7.

    Gemeenschapshuis Amyerhoof (Amby)

  • 8.

    Trefcentrum (Wittevrouwenveld)

  • 9.

    Ontmoetingscentrum Aen de Wan (Heer)

  • 10.

    Buurtcentrum Moetiara Maloekoe (Heer-Molukse buurt)

  • 11

    Buurtcentrum De Boeckel (De Heeg)

  • 12.

    Gemeenschapshuis ’t Ruweel (Malberg)

  • 13.

    Buurtcentrum Mariaberg (Mariaberg)

Gemeenschapshuizen in eigendom van een particuliere stichting:

  • 14.

    Parochiehuis Wolder (Wolder)

  • 15.

    Buurtcentrum De Soos (St. Pieter)

  • 16.

    Gemeenschapshuis Bosscherveld (Boschpoort)

  • 17.

    Buurtcentrum De Luibe (Oud-Caberg)

  • 18.

    Klaekeburg (Heugem)

BIJLAGE 3 SCORECARD

Mensen hebben een sociaal netwerk waar ze zich prettig in voelen en op kunnen terugvallen.

Mensen zijn in staat om, al dan niet met hulp en steun van anderen, volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving.

Scorekaart

Score

  • a.

    De mate waarin de aanvraag bijdraagt aan het vormen van een sociaal netwerk waar mensen zich prettig in voelen

 
  • 1.

    Wat is het hoofddoel van de activiteiten? (1 kiezen waar de hoofdfocus op ligt)

 

De focus van de activiteit ligt volledig op praktische ondersteuning (zoals bijvoorbeeld hulp bij administratie, vervoer naar een arts): 2 punten

 

De focus van de activiteit ligt op ondersteuning door een vrijwilliger bij vaardigheden, emotionele of sociale ondersteuning: 4 punten

 

De focus ligt op ondersteuning van deelnemers aan deelnemers en/of van naasten aan naasten: 6 punten

 

Structurele sociale ontmoeting in een groep is het hoofddoel van de activiteit: 8 punten

 

 
  • 2.

    De activiteiten dragen bij aan een duurzaam netwerk van de deelnemer(s)

 

Het zijn eenmalige activiteiten zonder zicht op uitbreiding van het netwerk: 0 punten

 

Interactie gedurende de activiteit en/of relatie vrijwilliger-deelnemer: 2 punten

 

Deelnemers leren elkaar kennen tijdens de activiteit: 4 punten

 

Deelnemers leren elkaar kennen en helpen/versterken elkaar tijdens en na de activiteit: 6 punten

 
  • b.

    Mate waarin deelnemers laagdrempelig kunnen deelnemen aan de activiteit

 
  • 3.

    Moeten mensen zich aanmelden? Is aanwezig zijn min of meer verwacht/verplicht? Of kunnen mensen binnenlopen wanneer ze zin hebben?

 

Geen van onderstaande: 0 punten

 

Mensen moeten zich (aan) melden voordat ze mee kunnen doen en/of er wordt aanwezigheid verwacht (verplichte deelname na aanmelding): 1 punt

 

Activiteiten zijn heel laagdrempelig: aanwezig zijn is voldoende. Mensen kunnen deelnemen wanneer ze willen en wegblijven wanneer ze willen en mensen worden geholpen om aansluiting te vinden: 2 punten

 
  • c.

    De mate waarin de organisatie afstemt met de omgeving waarin de activiteiten worden uitgevoerd

 
  • 4.

    De mate waarin de organisatie contact heeft met de buurtbewoners en/of buurtorganisaties

 

n.v.t./ er is geen contact: 0 punten

 

Er af en toe contact met buurtbewoners en/of buurtorganisaties : 1 punt

 

Er is regelmatig contact met buurtbewoners en/of buurtorganisaties: 2 punten

 

 
  • 5.

    De mate van samenwerking met organisaties die voor de doelgroep van belang zijn.

 

n.v.t./er is geen samenwerking: 0 punten

 

De aanvrager is bekend met welke organisaties van belang zijn en heeft af en toe contact met hen: 1 punt

 

Er is sprake van structurele samenwerking met (vrijwillige en/of professionele organisaties die voor de doelgroep van belang zijn: 2 punten

 
  • d.

    In hoeverre wordt een uniek deel van de doelgroep bereikt? En in hoeverre zijn de activiteiten voor deze doelgroep uniek? (binnen het totaal van de aanvragen op deze regeling)

 
  • 6.

    Bereikt de aanvrager een deel van de doelgroep Lichte ondersteuning en Ontplooiing (zoals genoemd in art. 7,5 en 7,6) dat door andere aanvragers niet wordt bereikt?

 

De aanvrager biedt activiteiten aan voor een doelgroep die door meer dan 2 andere aanvragers ook wordt aangeboden: 0 punten

 

Er zijn slechts maximaal 2 andere aanvragers die activiteiten organiseren voor dezelfde doelgroep: 2 punten

 

De aanvrager is de enige organisatie die activiteiten organiseert voor deze doelgroep: 4 punten

 

 
  • 7.

    Gelet op de doelgroep waarvoor de activiteit wordt aangeboden: in hoeverre is de activiteit op zichzelf uniek en een aanvulling op het bestaande aanbod?

 

Er zijn 2 of meer aanvragers die (deels) dezelfde activiteit(en) bieden voor dezelfde doelgroep: 0 punten

 

Er is 1 andere aanvrager die (deels) dezelfde activiteit(en) biedt voor dezelfde doelgroep: 1 punt

 

De activiteiten die voor de doelgroep wordt aangeboden zijn uniek: 2 punten

 
  • e.

    Verhouding bedrag-deelnemers

 
  • 8.

    Hoe is de verhouding tussen het bedrag en het aantal mensen dat deelneemt vergeleken met soortgelijke aanvragen?

 

hoger: 0 punten

 

vergelijkbaar: 2 punten

 

lager: 4 punten

 

Indien er geen soortgelijke aanvraag is, krijgt de aanvrager hetzelfde aantal punten als bij vraag 9

 

 
  • 9.

    Hoe is de verhouding tussen het bedrag en het aantal mensen dat deelneemt vergeleken met andere aanvragen op de onderdelen van lichte ondersteuning of ontplooiing?

 

hoger: 0 punten

 

vergelijkbaar: 2 punten

 

lager: 4 punten

 
  • f.

    De mate waarin de activiteiten ook uit andere bronnen gefinancierd worden

 
  • 10.

    Hoe is de verhouding tussen overige inkomsten (anders dan de gevraagde subsidie) voor de activiteit(en) en het totale begrotingsbedrag van de activiteit(en)?

 

Volledig van deze subsidieregeling afhankelijk: 0 punten

 

Andere inkomsten tot <20% van het totale begrotingsbedrag: 1 punt

 

Andere inkomsten tot ≥20% van het totale begrotingsbedrag: 2 punten

 

Totaal

 

Noot
1

Zie lijst huidige gemeenschapshuizen bijlage 2

Noot
2

Dit kan ook een hoger bedrag zijn, bijv. € 1,50. Dan geldt de afkoop boven € 1,50

Noot
3

Indien er naast vaste dagdelen per week ook een dagdeel per 2 weken is kan dit bij 1, 2 of 5 dagdelen per week

Noot
4

Indien er naast vaste dagdelen per week ook een dagdeel per 2 weken is kan dit bij 1, 2 of 5 dagdelen per week