Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741774
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741774/1
Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten
Geldend van 09-07-2025 t/m heden
Intitulé
Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumentenHet college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Uithoorn;
Gelet op:
- -
artikel 2, lid 1 onder i en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Uithoorn 2012
Overwegende dat:
- -
de gemeente in het algemeen belang het lokale cultureel erfgoed wil behouden;
- -
de gemeente objecten of gebieden die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde aanwijst als gemeentelijk monument;
- -
de kosten van instandhouding, in het bijzonder het onderhoud en de restauratie, van gemeentelijke monumenten hoger kunnen zijn dan de kosten voor instandhouding van niet-monumentale gebouwen vanwege de hogere eisen aan architectonische uitwerking, materiaalgebruik en detaillering;
- -
subsidie wordt gegeven ter compensatie van deze hogere kosten en het feit dat de
- -
monumenten worden aangewezen in het algemeen belang;
besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
a. Adviescommissie Omgevingskwaliteit: onafhankelijk adviesorgaan dat onder andere advies geeft inzake gemeentelijke monumenten;
-
b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;
-
c. Eigenaar: diegene die in de kadastrale registratie als eigenaar van het gemeentelijk monument staat vermeld;
-
d. Gemeentelijk(e) monument(en): beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 1 van de Erfgoedverordening Uithoorn 2023;
-
e. Monumentale waarden van een monument: de monumentale waarde van het monument, blijkend uit het aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Erfgoedverordening Gemeente Uithoorn 2023;
-
f. Monumentenzorg: de bescherming, instandhouding of het onderhoud en het herstel van onroerende goederen die van algemeen belang zijn door hun historische, volkskundige, artistieke, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde;
-
g. Restauratiewerkzaamheden: de werkzaamheden aan een gemeentelijk monument die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel of conservering van de monumentale waarde, zoals bedoeld in artikel 1 onder e van deze regeling, noodzakelijk zijn;
-
h. Onderhoudswerkzaamheden: periodiek noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen van een gemeentelijk monument die monumentale waarde bezitten;
-
i. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Uithoorn;
-
j. Subsidie, subsidieverlening, subsidievaststelling, subsidieplafond: hetgeen daaronder wordt verstaan, wordt omschreven in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
-
k. Subsidiabele restauratiekosten: de kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in stand te houden.
-
l. Subsidiabele onderhoudskosten: de kosten voor werkzaamheden die naar het oordeel van het college regelmatig moeten worden verricht om de monumentale waarde van het gemeentelijke monument in goede staat te houden, zoals bijvoorbeeld: het schilderwerk, voegwerk en kleinschalig houtrot herstel.
Artikel 2. Doelgroep
Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een gemeentelijk monument binnen de gemeente Uithoorn.
Artikel 3. Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012
De Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 is van overeenkomstige toepassing op deze regeling, tenzij daarvan in deze regeling nadrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 4. Subsidieplafond
-
1. De raad stelt uiterlijk in november het subsidieplafond vast in de begroting voor het opvolgende jaar;
-
2. Uiterlijk in november wordt het subsidieplafond bekend gemaakt waarbij de wijze van verdeling op basis van de in lid 3 van in dit artikel genoemde criteria wordt vermeld;
-
3. Met betrekking tot de subsidieverdeling hanteert het college één of meer van de volgende criteria:
- a.
de volgorde van binnenkomst van aanvragen;
- b.
de monumentale waarde van het gemeentelijk monument;
- c.
de bouwtechnische toestand van het monument;
- d.
de mate van toepassing van energiebesparende maatregelen.
- a.
Artikel 5. De subsidieaanvraag
-
1. De aanvraag om een subsidie wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij het college ingediend;
-
2. In afwijking van artikel 6, lid 2 en 3 van de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 dient de aanvraag in ieder geval te bevatten:
- a.
Foto’s van de huidige situatie;
- b.
Een werkomschrijving;
- c.
Een gespecificeerde begroting van de kosten, uren en materialen;
- d.
Tekeningen van de bestaande en gewijzigde situatie van het pand (schaal 1:100): plattegronden, dwars- en langsdoorsneden aangevuld met bestaande peilmaten en gevels voorzien van maatvoeringen van de onderdelen en indelingen;
- e.
Materiaalomschrijving en kleurenstaat van bestaande en nieuwe toestand;
- f.
Detailtekeningen (schaal 1:5) voorzien van de nodige maatvoeringen;
- g.
Een bouwkundige inspectie opgemaakt door de Monumentenwacht Noord-Holland of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerde instantie bij restauraties. Het rapport mag maximaal 5 jaar oud zijn.
- a.
-
3. Als de aanvraag onvolledig is, wordt de eigenaar in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen een termijn van 8 weken aan te vullen. Indien de aanvraag daarna nog steeds onvolledig is, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld.
-
4. Aanvragen om subsidie die, in verband met het bepaalde in artikel 7, lid 1 onder a van deze regeling, zijn afgewezen, hoeven niet opnieuw te worden ingediend. Deze worden in het eerstvolgende jaar op de oorspronkelijke volgorde van indiening als eerste in behandeling genomen.
-
5. Voordat het college beslist op een aanvraag om subsidieverlening, vraagt het college advies aan de Adviescommissie Omgevingskwaliteit.
-
6. Als voldaan is aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5, lid 2 en 3 van deze regeling en er zijn geen weigeringsgronden, bepaalt het college de voorlopige hoogte van de subsidie en de voorwaarden waaraan de werkzaamheden moeten voldoen.
Artikel 6. De subsidieverlening
-
1. Het college kan op aanvraag van de eigenaar van een gemeentelijk monument subsidie verlenen voor de subsidiabele onderhouds- en restauratiekosten;
-
2. De subsidie voor gemeentelijke monumenten bedraagt 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 15.000,00;
-
3. De beslis- en verdagingstermijn als bedoeld in artikel 8, lid 1 en 2 van de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 zijn van toepassing.
Artikel 7. Subsidiabele kosten
-
1. De volgende kosten zijn subsidiabel:
- a.
de aanneemsom die betrekking heeft op de restauratiewerkzaamheden;
- b.
de honoraria van de architect en van de constructeur voor zover de inschakeling hiervan noodzakelijk is;
- c.
de verschuldigde BTW voor zover deze niet teruggevorderd kan worden;
- d.
de leges voor de omgevingsvergunning en enig ander vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;
- e.
de kosten van de CAR-verzekering;
- f.
de kosten van het inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Holland of een andere gekwalificeerde instantie bij restauraties indien van toepassing.
- a.
-
2. Als een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van onderhoud verricht, zijn de materiaalkosten subsidiabel;
-
3. De subsidiabele kosten worden beoordeeld aan de hand van noodzakelijkheid, soberheid, doelmatigheid, de bepalingen in het Bouwbesluit bouwwerken leefomgeving en de Erfgoedverordening gemeente Uithoorn 2023.
Artikel 8. Weigeringsgronden
Het college weigert subsidie te verlenen indien:
- a.
door het verlenen van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden;
- b.
indien een voor de werkzaamheden noodzakelijke vergunning op grond van de Erfgoedverordening Gemeente Uithoorn 2023 is aangevraagd en geweigerd;
- c.
voor de uit te voeren werkzaamheden een andere subsidie is toegekend;
- d.
indien de werkzaamheden geen betrekking hebben op de instandhouding van het gemeentelijke monument;
- e.
minder dan vijf jaar geleden van overheidswege geldelijke steun is verstrekt voor onderhoud en minder dan vijftien jaar voor restauratie aan dezelfde onderdelen van het gemeentelijk monument als waarop de aanvraag betrekking heeft;
- f.
met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag door het college is beslist;
- g.
de kosten van de werkzaamheden op grond van een verzekering of enige andere regeling zijn gedekt, hieronder begrepen schade als gevolg van brand,- en stormschade, waartegen verzekering mogelijk is.
- h.
in het geval van een aanvraag voor een restauratiesubsidie, de subsidiabele restauratiekosten minder dan € 1.500,00 bedragen;
- i.
in het geval de aanvraag om onderhoudssubsidie, de subsidiabele onderhoudskosten minder dan € 300,00 bedragen;
- j.
de werkzaamheden niet bijdragen aan het belang van monumentenzorg of dat dit belang in onvoldoende mate wordt gediend.
Artikel 9. Verplichtingen van de subsidieontvanger
-
1. Het college kan bij het verlenen van subsidie aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
- a.
De aanbesteding van het werk;
- b.
De termijn waarbinnen de werkzaamheden gestart moeten zijn;
- c.
De termijn waarbinnen de werkzaamheden moeten worden gereed gemeld;
- d.
De verantwoording van de gemaakte kosten en/of de bouwtechnische administratie;
- e.
Het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de werkzaamheden;
- f.
De kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden.
- a.
Artikel 10. Beslissing op de aanvraag
De beslis- en verdagingstermijn als bedoeld in artikel 8, lid 1 en 2 van de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 zijn van toepassing.
Artikel 11. Start van de werkzaamheden
-
1. Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat het college op de aanvraag heeft beslist. Het college kan de eigenaar op diens verzoek toestemming geven om vooruitlopend op de te nemen beslissing omtrent de subsidieverlening met de werkzaamheden te starten. Deze toestemming kan niet eerder worden verleend dan nadat de subsidiabele kosten zijn vastgesteld.
-
2. Als niet voldaan wordt aan het bepaalde in lid 1 kan het college besluiten de subsidietoekenning (voorlopig) in te trekken.
Artikel 12. Gereedmelding en subsidievaststelling
-
1. De werkzaamheden dienen binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening te zijn uitgevoerd. Op gemotiveerd verzoek van de eigenaar kan deze termijn worden verlengd;
-
2. Binnen vier weken na afronding van de werkzaamheden dient door de eigenaar een gereedmelding te worden ingediend; deze wordt beschouwd als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie;
-
3. De in het tweede lid bedoelde gereedmelding omvat een schriftelijke opgave van de werkelijk gemaakte kosten, onder bijvoeging van afschriften van de daarop betrekking hebbende nota's;
-
4. Het college stelt de subsidie vast op basis van de werkelijke kosten indien deze lager zijn dan de geraamde kosten waarop de subsidieverlening is gebaseerd.
Artikel 13. Uitbetaling van de subsidie
-
1. De subsidie wordt uitbetaald nadat de definitieve hoogte door het college is vastgesteld;
-
2. Het subsidiebedrag wordt conform de subsidievaststelling uitbetaald, onder verrekening van eventuele al uitbetaalde voorschotten en uitsluitend op een door de eigenaar op te geven bankrekening;
-
3. In afwijking van het eerste lid van dit artikel kan een voorschot op de subsidie worden uitbetaald indien de voortgang van de werkzaamheden dat naar het oordeel van het college rechtvaardigt. Het voorschot kan ten hoogste 60% van de subsidieverlening bedragen.
Artikel 14. Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen te zijner beoordeling, in het belang van de monumentenzorg of het behouden van cultuurhistorische waarden, afwijken van deze nadere regels.
Artikel 15. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie.
Artikel 16. Citeertitel
Deze subsidie regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling Gemeentelijke Monumenten gemeente Uithoorn 2025”.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn d.d. 24 juni 2025.
Artikelsgewijze toelichting Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten Gemeente Uithoorn 2025
Artikel 1:
Deze regeling is van toepassing op subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan beschermde gemeentelijke monumenten binnen de gemeente Uithoorn, die beogen de monumentale waarden in stand te houden. Alleen eigenaren van beschermde gemeentelijke monumenten kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie op basis van deze verordening. Hiervoor zijn aparte financieringsmogelijkheden zoals belastingaftrek en restauratiehypotheken bij het Nationaal Restauratiefonds.
De termen subsidieverlening, subsidievaststelling en subsidieplafond zijn ontleend aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die een afzonderlijke titel bevat (titel 4.2: artikelen 4:21 tot en met 4:80) over subsidies. Het subsidieplafond is het bedrag dat ten hoogste voor subsidieverstrekking beschikbaar is. Het is noodzakelijk dat dit bedrag expliciet vast te stellen. Hierdoor wordt een open-einde-regeling voorkomen. De Awb bepaalt dat een subsidie moet worden geweigerd voor zover daardoor het subsidieplafond zou worden overschreden (artikel 4:25 Awb).
Het wettelijk systeem houdt verder in dat de subsidieverlening plaatsvindt voordat de subsidiabele activiteit plaatsvindt. Daardoor ontstaat een aanspraak op uitbetaling na voltooiing van de activiteit. De subsidievaststelling geschiedt op de aanvraag van de eigenaar nadat hij de activiteit heeft gereedgemeld. Als aan de gestelde voorschriften is voldaan volgt de vaststelling van de subsidie en de uitbetaling van het bij de subsidieverlening in het vooruitzicht gestelde bedrag. Er kan geen hoger bedrag worden betaald dan is bepaald bij de subsidieverlening. Als de werkelijk kosten lage uitvallen dan verwacht wordt het definitieve subsidiebedrag dienovereenkomstig verlaagd.
Artikel 2:
Dit artikel verduidelijkt voor wie deze nadere regels bedoeld zijn.
Artikel 3:
De Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 (ASV) regelt een aantal onderwerpen, zodat deze niet meer in afzonderlijke subsidieregelingen behoeven te worden opgenomen. In deze verordening wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend per beleidsterrein nadere regels vast te stellen. De ASV is op deze nadere regels van toepassing. Op een aantal (formele) punten wordt echter afgeweken van de verordening, onder andere voor wat betreft de over te leggen bescheiden ten behoeve van subsidieverlening- en vaststelling.
Artikel 4:
De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast op basis van de desbetreffende begrotingspost. De plafonds worden opgenomen in de Beleidsregels voor subsidieverstrekking die wordt gepubliceerd op overheid.nl en op de website van de gemeente. De Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat daarbij tevens verdeelcriteria worden vermeld voor het geval het beschikbare budget ontoereikend is om alle aanvragen te honoreren. Doordat in de Beleidsregels voor subsidieverstrekking wordt verwezen naar deze nadere regels, wordt aan de wettelijke verplichting voldaan.
De verdeelcriteria moeten bij de beoordeling van de aanvragen zodanig worden toegepast dat een eventuele afwijzing een toetsing door de bestuursrechter kan doorstaan. De volgorde van binnenkomst is het belangrijkste criterium. De andere criteria worden indien van toepassing meegewogen.
Wat de gemeente Uithoorn betreft, vormt duurzaam bouwen steeds meer een structureel element van het bestuurlijk besluitvormingsproces. Om die reden is de mate van toepassing van energiebesparende maatregelen als criterium opgenomen.
Artikel 5:
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de stukken die nodig zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag. Gezien de aard van deze subsidieregeling worden andere bescheiden verzocht dan die op basis van de algemene subsidieverordening overgelegd moeten worden. Onderdeel van de benodigde stukken is een aanvraagformulier dat op de website van de gemeente te vinden is.
De stukken genoemd onder lid 2 zijn nodig om een zo nauwkeurig mogelijke indruk te krijgen van de gewijzigde situatie ten opzichte van de bestaande situatie.
Het over te leggen inspectierapport is een waardevolle bron voor de beoordeling of en zo ja, in welke mate aan de verdeelcriteria van artikel 3 wordt voldaan. Omdat een dergelijk rapport ook een investering vraagt, wordt deze alleen bij restauraties verlangd.
De gemeente Uithoorn heeft een Adviescommissie Omgevingskwaliteit. Deze Adviescommissie Omgevingskwaliteit adviseert burgemeester en wethouders over aanvragen om een omgevingsvergunning die betrekking hebben op beschermde monumenten. De commissie heeft eveneens de taak te adviseren over aanvragen om subsidieverlening. De toekenning of afwijzing van subsidie wordt gemotiveerd.
Artikel 6:
In dit artikel wordt de hoogte van het maximaal toe te kennen subsidiebedrag geregeld. Werkzaamheden zijn alleen subsidiabel voor zover deze betrekking hebben op de instandhouding van de monumentale waarden van het gemeentelijk monument.
Artikel 7:
In dit artikel worden de kosten benoemd die in ieder geval subsidiabel zijn.
Als de eigenaar zelf werkzaamheden in het onderhoud verricht, zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel. Dit omdat het niet de bedoeling is dat een eigenaar aan de subsidie verdient.
Artikel 8:
Met het stellen van deze weigeringsgronden wordt een doelmatige aanwending van de beschikbare middelen bevorderd. Door te bepalen dat de subsidiabele kosten van enige omvang zijn, wordt versnippering van het budget beperkt.
Artikel 9:
In dit artikel is de informatieplicht van de aanvrager geregeld. Deze is verplicht alle informatie te verschaffen voor beoordeling van de aanvraag zoals genoemd in artikel 5, lid 1 en 2 en medewerking te verlenen aan in opdracht van het college te houden onderzoeken. Hierbij dient uiteraard rekening gehouden te worden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Artikel 10:
Artikel 11:
De eigenaar mag pas starten met de werkzaamheden nadat een besluit over de subsidieaanvraag genomen is. Het college kan in bijzondere gevallen beslissen hiervan af te wijken. Bijvoorbeeld op gemotiveerd verzoek van de eigenaar.
Artikel 12:
Na tijdige voltooiing van de werkzaamheden meldt de subsidieontvanger dit, waardoor hij het college vraagt de subsidie definitief vast te stellen. Aan de hand van de over te leggen nota’s wordt gecontroleerd wat de werkelijke kosten zijn.
Artikel 13:
Door de aanvrager moet aannemelijk worden gemaakt dat het gevraagde voorschot op korte termijn noodzakelijk is om onvermijdelijke uitgaven te kunnen doen, waartoe hem anders de middelen ontbreken en waarvoor niet langs een andere weg een oplossing kan worden gevonden.
Artikel 14:
Op deze hardheidsclausule kan een beroep worden gedaan indien toepassing van de voorschriften van deze subsidieregeling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Zo kan het college in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in Artikel 8 lid 1 onder f. In gevallen waarin de regeling niet voorziet of onduidelijk is, besluit het college.
Artikel 15:
De inwerkingtreding van deze verordening is gekoppeld aan de datum van bekendmaking. De bekendmaking moet op grond van artikel 142 van de Gemeentewet plaatsvinden ten minste acht dagen voor de inwerking treding.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl