Aansluitverordening gemeente Eemsdelta 2025

Geldend van 04-07-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2025

Intitulé

Aansluitverordening gemeente Eemsdelta 2025

De raad van de gemeente Eemsdelta,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2025;

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 2.16 van de Omgevingswet en artikel 3.16 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen omtrent de aansluiting van particulier riool op openbaar riool ten aanzien van technische voorwaarden en procedures;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Aansluitverordening gemeente Eemsdelta 2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Aansluiting: het geheel van overdrachtspunt, leiding en inlaat voor de aanvoer van afvalwater.

Aansluitpunt: de plaats waar het afvalwater van een perceel geloosd wordt op een perceelaansluitleiding.

In het geval van vuilwater is dit een erfscheidingsput.

In het geval van hemelwater en/of grondwater is dit een ontstoppingsstuk.

Als het ontstoppingsstuk of de erfscheidingsput op meer dan 1 meter van de perceelsgrens op particulier terrein ligt, dan ligt het aansluitpunt op 0,50 meter binnen de perceelsgrens.

Bij het ontbreken van een erfscheidingsput of ontstoppingsstuk, ligt het aansluitpunt op 0,50 meter binnen de perceelgrens.

In het geval dat het hoofdriool door een particulier perceel loopt, dient het bochtstuk of (flexibele) T-stuk op de standpijp als aansluitpunt. Ook als er een ontstoppingsstuk of erfscheidingsput aanwezig is.

Indien een vetafscheider, olieafscheider of andere voorziening die onderdeel uitmaakt van het particulier riool in openbare grond is gelegen: het punt waar die voorziening wordt aangesloten op de perceelaansluitleiding.

Bij drukriolering: het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput of vacuümput.

Bij gemeentelijke IBA’s: het punt waar het particulier riool aansluit op de gemeentelijke IBA Wanneer de IBA gelegen is op openbaar terrein, ligt het aansluitpunt op 0,50 meter binnen de perceelsgrens.

Afvalwater: alle water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

Bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, (afvloeiend) hemelwater of grondwater is.

Bronneringswater: opgepompt ondiep grondwater.

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta.

Drainagewater: grondwater, ingezameld middels een ingegraven doorlatend buizensysteem.

Drukriolering: gedeelte van het openbaar riool, voor de afvoer van vuilwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van onder- of overdruk.

Erfscheidingsput: een controleput die dicht bij de erfscheiding ligt en bedoeld is voor inspectie en onderhoud in geval van verstopping.

(Gemeentelijke) IBA: voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater, in eigendom bij de gemeente.

Gemengd stelsel: openbaar riool voor de afvoer van afvalwater en hemelwater.

Grondwater: water afkomstig uit de ondergrond, dat vrij onder het aardoppervlak voorkomt, met daarin de aanwezige stoffen. Hieronder vallen drainagewater en bronneringswater.

Hemelwater: water afkomstig van neerslag.

Huishoudelijk afvalwater: afvalwater uit particuliere huishoudens afkomstig van keukens, toiletten, badkamers, wasmachines en dergelijke.

Ontstoppingsstuk: hulpstuk waarin een met een deksel afsluitbare opening is aangebracht en bedoeld is voor inspectie en onderhoud in geval van verstopping.

Openbaar riool: het gedeelte van de riolering, dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor de inzameling en het transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomende aard.

Particulier riool: de binnen de erfgrenzen liggende riolering van het aan te sluiten perceel tot aan het aansluitpunt. Hieronder vallen alle riolen die niet van de gemeente zijn (bedrijven, instellingen, etc.).

Perceelaansluiting: de aansluiting van een perceel op het openbaar riool, bestaande uit een inlaat, standpijp, perceelaansluitleiding en aansluitpunt.

Perceelaansluitleiding: de leiding van de perceelaansluiting die zich tussen het aansluitpunt en de inlaat op het openbaar riool bevindt.

Rechthebbende:

de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1 bedoelde persoon.

(Verbeterd) gescheiden stelsel: rioolstelsel waarbij het hemelwater, al dan niet door het openbaar riool, gescheiden van het buizenstelsel voor de afvoer van vuilwater wordt afgevoerd.

Vuilwater: huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater

Artikel 2. Afbakening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op percelen binnen de gemeente Eemsdelta waarvoor aansluiting op een gemeentelijk rioolstelsel of voorziening voor afvalwater mogelijk of vereist is;

  • 2.

    Deze verordening heeft uitsluitend betrekking op de technische en feitelijke aansluiting als bedoeld in het eerste lid, en ziet niet op de milieuhygiënische beoordeling van lozingen.

Artikel 3. Aansluiting op het openbaar riool

  • 1.

    Het is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een aansluiting tot stand te brengen, te wijzigen of in stand te houden tussen het particulier riool en het gemeentelijk riool of de voorziening ligt.

  • 2.

    Toestemming wordt uitsluitend verleend indien de perceelsgrens binnen 40 meter van het gemeentelijk riool of de voorziening ligt.

  • 3.

    Toestemming wordt uitsluitend verleend voor aansluiting indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Gemengd stelsel:

      • i.

        afvalwater, vuilwater, hemelwater en/of grondwater kunnen worden aangesloten;

      • ii.

        hemelwater en/of grondwater alleen indien berging of infiltratie op eigen terrein of lozing op oppervlaktewater redelijkerwijs niet mogelijk is.

    • b.

      (Verbeterd) gescheiden stelsel:

      • i.

        vuilwater wordt aangesloten op het vuilwaterriool;

      • ii.

        hemelwater en/of grondwater (zoals drainagewater) wordt aangesloten op het hemelwaterriool;

      • iii.

        hemelwater en/of grondwater alleen indien berging of infiltratie op eigen terrein of lozing op oppervlaktewater redelijkerwijs niet mogelijk is.

    • c.

      Drukriolering:

      • i.

        uitsluitend vuilwater wordt aangesloten.

    • d.

      Gemeentelijke IBA:

      • i.

        uitsluitend vuilwater wordt aangesloten.

  • 4.

    Toestemming voor de aansluiting van hemelwater en/of grondwater wordt slechts verleend indien redelijkerwijs:

    • a.

      berging op eigen terrein niet mogelijk is;

    • b.

      infiltratie op eigen terrein niet mogelijk is;

    • c.

      lozing op oppervlaktewater niet mogelijk is.

  • 5.

    Indien meer dan één aansluiting tot stand wordt gebracht of gewijzigd, geldt het verbod in lid 1 voor elke aansluiting afzonderlijk.

  • 6.

    Het aanleggen van een aansluiting wordt als bezwaarlijk beschouwd indien:

    • a.

      de onderkant (binnenonderkant buis) van het aansluitpunt lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de perceelsaansluitleiding (1 %);

    • b.

      de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij wordt aangesloten via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep;

    • c.

      een gecombineerde afvoer (hemelwater en vuilwater) wordt gevraagd terwijl een gescheiden stelsel, IBA of drukriolering aanwezig is;

    • d.

      een lozing plaatsvindt waarvoor een vergunning is vereist onder milieuwetgeving, maar deze niet is verleend of niet aan de regels is voldaan;

    • e.

      het rioolstelsel onvoldoende capaciteit heeft;

    • f.

      een omgevingsvergunning of vergunning voor een milieubelastende activiteit is geweigerd.

  • 7.

    Het college weigert toestemming indien een aansluiting, of wijziging daarvan, vanwege technische, juridische, milieutechnische of (milieu)economische gronden bezwaarlijk is.

Artikel 4. Eisen aan het particulier riool

  • 1.

    Het particulier riool dient te voldoen aan de technische eisen en bepalingen die gelden op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving, waaronder de artikelen 4.204 tot en met 4.206.

  • 2.

    Afvalwater dient gescheiden aangeboden te worden.

  • 3.

    Het particulier riool dient te worden aangelegd tot op maximaal 0,5 meter van de perceelsgrens, tenzij het college anders toestaat.

  • 4.

    Het aansluitpunt van het particulier riool dient zodanig te worden aangelegd dat het goed bereikbaar en inspecteerbaar is voor de beheerder van het openbaar riool.

  • 5.

    Indien sprake is van aansluiting op drukriolering of een IBA, kunnen aanvullende technische eisen worden gesteld aan het particulier riool, zoals het gebruik van drukbestendige leidingen of een pompinstallatie.

Artikel 5. Verzoek tot aanleg of wijziging van aansluiting

  • 1.

    Een verzoek tot het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting op het openbaar riool, een drukrioleringsput of een gemeentelijke IBA wordt door de rechthebbende van het aan te sluiten of aangesloten perceel ingediend via een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij het verzoek worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      naam en adres van de aanvrager en dagtekening van de aanvraag;

    • b.

      ligging van het perceel aan de hand van straatnaam en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, het kadastraal perceelnummer, inclusief een duidelijke situatieschets;

    • c.

      een opgave van de aard van het af te voeren water:

      • i.

        huishoudelijk afvalwater;

      • ii.

        hemelwater;

      • iii.

        drainagewater;

      • iv.

        bedrijfsafvalwater;

      • v.

        bronneringswater;

      • vi.

        een combinatie van bovenstaande;

    • d.

      Indien bedrijfsafvalwater wordt afgevoerd: een omschrijving van de aard van de stoffen, inclusief de mate van verontreiniging

    • e.

      het leidingverloop en de dimensies van de leidingen

    • f.

      de plaats en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt

    • g.

      de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

  • 3.

    Indien de in het tweede lid bedoelde gegevens reeds zijn vastgelegd in een voor het perceel afgegeven omgevingsvergunning of watervergunning, kan worden volstaan met een verwijzing naar die vergunning.

  • 4.

    De aanvraag wordt slechts in behandeling genomen indien alle in het tweede lid genoemde gegevens zijn verstrekt. Ontbrekende gegevens worden door het college schriftelijk opgevraagd. De aanvrager krijgt vier weken de gelegenheid de aanvraag aan te vullen. Gedurende die termijn wordt de behandeling van het verzoek opgeschort.

Artikel 6. Verzoek tot incidentele en eenmalige lozingen

  • 1.

    Het college kan op schriftelijk verzoek toestemming verlenen voor een incidentele of eenmalige lozing op het openbaar riool, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      De lozing is niet in strijd met voorschriften uit wet- en regelgeving of met vergunningen van andere bestuursorganen;

    • b.

      De lozing verstoort de doelmatige werking van de het openbaar riool niet;

    • c.

      de lozing veroorzaakt geen overstorting van vuilwater op het oppervlaktewater.

  • 2.

    Indien voor de beoogde lozing reeds een vergunning is verleend op grond van milieuregelgeving (zoals een omgevingsvergunning of watervergunning), overlegt de aanvrager een kopie van deze vergunning en de bijbehorende voorwaarden bij het verzoek.

  • 3.

    Het college kan aan de toestemming nadere voorschriften verbinden, waaronder tijdelijke voorzieningen of maatregelen ter borging van de voorwaarden genoemd in het eerste lid, en eisen omtrent monitoring of rapportage.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van een volledige aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de beslissing omtrent de aanvraag aanhouden, indien:

    • a.

      Voor het aan te sluiten perceel een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning nog moet worden aangevraagd of in behandeling is;

    • b.

      Voor het perceel een vergunning voor een milieubelastende activiteit nog moet worden aangevraagd of in behandeling is, zoals bedoeld in artikelen 4.3, lid 1, onder b, en 5.1, lid 2, onder b van de Omgevingswet.

  • 3.

    Het college brengt de rechthebbende zo spoedig mogelijk op de hoogte van de aanhouding van de beslissing en de reden daarvan, evenals de verwachte termijn voor het vervolg van de procedure.

  • 4.

    Na verlening van de in lid 2 genoemde vergunningen, neemt het college binnen 8 weken een beslissing op de aanvraag.

Artikel 8. Wijziging en intrekking van de toestemming

Het college kan een verleende toestemming tot aansluiting wijzigen of intrekken indien:

  • 1.

    bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    de bepalingen van deze verordening niet worden nageleefd;

  • 3.

    sprake is van een wezenlijke wijziging in de aard of hoeveelheid van het af te voeren afvalwater, bijvoorbeeld door uitbreiding van een bedrijf, functiewijziging van het perceel of sloop van een bouwwerk.

Artikel 9. Uitvoering aanleg of wijziging van een perceelaansluiting

  • 1.

    De aanleg of wijziging van een perceelaansluiting vindt uitsluitend plaats door of in opdracht van de gemeente.

  • 2.

    De gemeente stemt met de aanvrager de gewenste aansluitlocatie af. De precieze aansluitlocatie en de hoogteligging worden door de gemeente bepaald op basis van de ligging van het openbaar riool en overige aanwezige ondergrondse infrastructuur.

  • 3.

    Na de feitelijke aansluiting dient de perceelaansluiting zichtbaar en onafgedekt te blijven totdat deze door de gemeente is gecontroleerd en akkoord is bevonden.

Artikel 10. Kosten voor het aansluiten op het openbaar riool

  • 1.

    De kosten voor de aanleg van de perceelaansluiting worden vastgesteld door het college op basis van de offerte van de door de gemeente gecontracteerde aannemer en de eventuele kosten die gemoeid gaan met de aanvraag van een omgevingsvergunning.

  • 2.

    De kosten voor de aanvrager bedragen maximaal €5000. Indien de totale kosten dit bedrag overschrijden, komt het meerdere voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    De uitvoering van de perceelaansluiting vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk heeft ingestemd met de in het eerste lid genoemde kosten.

  • 4.

    Indien de aanvraag na goedkeuring van de offerte wordt ingetrokken, kunnen reeds gemaakte voorbereidingskosten aan de aanvrager worden doorberekend.

Artikel 11. Onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluiting worden uitgevoerd door of namens de gemeente en komen voor rekening van de gemeente. Indien echter sprake is van schade of verstoppingen als gevolg van onjuist gebruik van het particulier riool, komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen via de perceelaansluiting die verstoppingen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die de constructie aantasten of schadelijk zijn voor het milieu of stankoverlast veroorzaken;

    • c.

      het lozen van hemelwater of drainagewater op een vuilwaterleiding, gemeentelijke IBA of de drukriolering;

    • d.

      het lozen van vuilwater op een hemelwater- of drainageleiding.

  • 3.

    De kosten voor onderhoud aan het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij deze het gevolg zijn van inspoeling vanuit het openbaar riool.

  • 4.

    Tot renovatie wordt ook gerekend het aanpassen van de perceelaansluiting als gevolg van een wijziging aan het openbaar riool.

Artikel 12. Storingen

  • 1.

    Bij een verstopping of andere storing onderzoekt de rechthebbende of de storing zich in het particulier riool of in de perceelaansluiting bevindt. Daartoe graaft de rechthebbende het aansluitpunt op. De locatie van het aansluitpunt is opvraagbaar bij de gemeente.

  • 2.

    Indien het water in het aansluitpunt tot bovenaan de leiding staat, duidt dit op een verstopping in het openbaar riool. Bij geen of weinig water ligt de oorzaak vermoedelijk in het particulier riool.

  • 3.

    Als het vermoeden bestaat dat de verstopping of storing zich in de perceelaansluiting bevindt, of veroorzaakt wordt door inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende contact op met de gemeente. Werkzaamheden mogen alleen na toestemming van de gemeente door derden worden uitgevoerd. Zonder toestemming komen deze kosten voor rekening van de rechthebbende. Indien achteraf blijkt dat de verstopping door onjuist gebruik is veroorzaakt, kunnen de kosten op de rechthebbende worden verhaald

  • 4.

    Indien het probleem in het particulier riool ligt, dient de rechthebbende dit zelf (of via een derde) op eigen kosten te verhelpen.

  • 5.

    Kan het aansluitpunt niet worden opgegraven, dan schakelt de rechthebbende – eventueel op advies van de gemeente – een ontstoppingsbedrijf in. Als uit een camera inspectie blijkt dat de oorzaak bij het gemeentelijke deel ligt, kunnen de gemaakte kosten bij de gemeente worden gedeclareerd.

Artikel 13. Zorgplicht

  • 1.

    Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een perceel dat is aangesloten op het openbaar riool, treft de rechthebbende maatregelen aan het particulier riool om verzanding van de perceelaansluiting en het openbaar riool te voorkomen.

  • 2.

    Indien niet aan deze zorgplicht wordt voldaan, is de gemeente bevoegd de perceelaansluiting af te sluiten. De kosten hiervan worden verhaald op de rechthebbende.

  • 3.

    Bij definitieve beëindiging van het gebruik van een perceelaansluiting stelt de rechthebbende de gemeente hiervan in kennis.

  • 4.

    In dat geval verwijdert de gemeente het deel van de perceelaansluiting op particulier terrein, op kosten van de rechthebbende.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15. Overgangsrecht

  • 1.

    Verzoeken tot aansluiting, aanleg of wijziging van een perceelaansluiting die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld volgens de bepalingen van deze verordening, tenzij reeds een besluit is genomen onder de voorheen geldende regelgeving.

  • 2.

    Op perceelaansluitingen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening tot stand zijn gebracht op basis van eerdere regelgeving, zijn vanaf de inwerkingtreding de artikelen 11, 12 en 13 van deze verordening van toepassing.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Aansluitverordening gemeente Eemsdelta 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 juni 2025.

De raad van de gemeente Eemsdelta

B. Visser

Voorzitter

T.G.C. Kramer-Klein

Griffier