Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741561
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741561/1
VTH Uitvoeringsprogramma Gemeente Veere 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 11-07-2025
Intitulé
VTH Uitvoeringsprogramma Gemeente Veere 2025Hoofdstuk 1. Inleiding
Gemeenten en provincie zijn vanuit de Omgevingswet (Ow) verplicht om jaarlijks een Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving vast te stellen.
Zij stellen hierbij ook vast of de autonome taken (zoals APV) opgenomen zijn in het programma.
Omgevingsbesluit Artikel 13.8 (uitvoeringsprogramma)
- 1.
De bestuursorganen, bedoeld in artikel 13.5, werken jaarlijks de uitvoerings- en handhavingsstrategie uit in een uitvoeringsprogramma, waarin wordt aangegeven welke van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, het komende jaar zullen worden verricht. Daarbij houden ze rekening met de doelen, bedoeld in dat lid, en de prioriteitenstelling, bedoeld in artikel 13.6, eerste lid, onder a.
- 2.
Het uitvoeringsprogramma wordt zo nodig afgestemd met de instanties die zijn belast met de strafrechtelijke handhaving.
Alle bevoegde gezagen in Zeeland hanteren sinds 2024 dezelfde opbouw van dit uitvoeringsprogramma (en het bijbehorende jaarverslag). Dit eenduidige format vloeit voort uit het gezamenlijke VTH-beleid. Het maakt onderlinge afstemming en samenwerking makkelijker en draagt bij aan een integrale aanpak.
Het VTH-uitvoeringsprogramma geeft weer wat de gemeente Veere allemaal doet in 2025 op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving om bij te dragen aan doelen in de fysieke leefomgeving. Het programma volgt na de evaluatie en de bepaling van de prioriteiten. De prioriteiten worden gekoppeld aan een strategie, zoals bedoeld in de VTH strategie. In het jaarprogramma komen de WAT en HOE ( zie VTH strategie) vraag bij elkaar en worden operationeel gemaakt. Dit uitvoeringsprogramma vormt de onderlegger voor de begroting. Het programma is ook te zien als een gedetailleerde uitwerking van de begroting op het gebied van VTH.
Omgevingsbesluit Artikel 13.10 (borgen van middelen)
De bestuursorganen, bedoeld in artikel 13.5, dragen er zorg voor dat:
- a.
de voor het bereiken van de doelen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, en voor het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in dat lid, benodigde en beschikbare financiële en personele middelen inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting worden gewaarborgd; en
- b.
voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn.
Op basis van dit uitvoeringsprogramma worden ook afspraken met de RUD Zeeland, de GGD (In de Omgevingswet speelt het thema gezondheid een belangrijkere rol dan in voorgaande programma’s onder de Wabo), de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) en de DCMR gemaakt, op basis waarvan deze een eigen werkplan maken.
In artikel 1.2 van de Omgevingswet worden de “thema’s” van de fysieke leefomgeving (van een gemeente, provincie, waterschap etc.) benoemd. Deze “thema’s” die de wet noemt zijn:
Omgevingswet Artikel 1.2 (fysieke leefomgeving) 1. Deze wet gaat over: a. de fysieke leefomgeving, en b. activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving.
2. De fysieke leefomgeving omvat in ieder geval: a. bouwwerken,/bouwen/erfgoed b. infrastructuur, c. Milieu, Lucht en Bodem. d. water/watersystemen, e. natuur en f leefbaarheid (toegevoegd)
Het uitvoeringsprogramma is in het verlengde van deze bestanddelen opgebouwd. Thema’s als leefbaarheid zijn daaraan toegevoegd in het kader van de APV. In hoofdstuk 2 worden alle kaders op een rij gezet. Het gaat om wettelijke kaders, Zeeuwse afspraken en lokale keuzes. Vervolgens worden de verschillende inhoudelijke thema’s behandeld.
Voor elk thema geven we aan wat het beoogde maatschappelijke effect, ofwel het doel is en wat de regionale en lokale prioriteiten binnen betreffend thema zijn. Vervolgens geven we, zover we dit in kaart hebben gebracht, aan welke acties op het gebied van preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving ingezet worden en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Voor elk thema nemen we de wettelijk verplichte reflectie (en conclusie) op ten aanzien van de vraag of de ter beschikbaar gestelde middelen voldoende zijn om de vereiste activiteiten uit te voeren.
In hoofdstuk 10 is onze inzet voor verschillende samenwerkingsthema’s opgenomen. Hoofdstuk 11 beschrijft relevante ontwikkelingen en risico’s die wij zien voor een succesvolle uitvoering van dit uitvoeringsprogramma.
Hoofdstuk 2. Wettelijke kaders
Bevoegde gezagen zijn op basis van art. 13.8 van het Omgevingsbesluit (hierna te noemen: ‘Ob’) wettelijk verplicht jaarlijks het uitvoerings- en handhavingsbeleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma. Het voorliggende document voorziet in deze wettelijke verplichting. Hierbij vindt afstemming plaats met partners die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving en zorgen de bestuursorganen richting de uitvoeringsdiensten (RUD Zeeland, VRZ, GGD en DCMR) voor een uniform uitvoeringsprogramma. Het bestuursorgaan moet de voor het bereiken van doelen benodigde financiële en personele middelen in de begroting waarborgen (art. 13.10 Ob) alsmede het bereiken van de doelen en de uitvoering van het uitvoeringsprogramma monitoren (artikel 13.11 Ob). Jaarlijks wordt de uitvoering en het doelbereik geëvalueerd.
2.1 Wettelijke verplichtingen/plaats in de big 8
Omgevingsbesluit Artikel 13.11 (evaluatierapportage)
- 1.
De bestuursorganen, bedoeld in artikel 13.5, rapporteren jaarlijks over de mate waarin uitvoering van het uitvoeringsprogramma heeft plaatsgevonden en de mate waarin deze uitvoering heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel.
- 2.
Naar aanleiding van de in het eerste lid bedoelde rapportage wordt de uitvoerings- en handhavingsstrategie bezien en zo nodig aangepast.
Deze evaluatie leggen wij vast in het jaarverslag VTH 2024, dat net als dit uitvoeringsprogramma door het college van Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. Het VTH-uitvoeringsprogramma vult in de big 8 (zie figuur 1) de stap in van ‘(strategische) plannen op het gebied van VTH. Erna volgt de opdrachtverlening ten behoeve van de feitelijke uitvoering.
Figuur 1: Big 8, ofwel de beleids- en uitvoeringscyclus
2.2 Zeeuwse afspraken VTH-beleid
In het gezamenlijke VTH Beleid Zeeland 2024 hebben de Zeeuwse VTH-partners afspraken gemaakt over de wijze waarop VTH-taken worden uitgevoerd. De gezamenlijke bestuurlijke uitgangspunten hiervoor zijn:
1. Integraal werken
We werken als 1- loket (met behulp van casemanagement) en zorgen voor een integrale beoordeling van vergunningaanvragen en meldingen. Dit doen we door werken volgens de volgende doelstellingen:
- •
(Integraal) Beschermen en benutten fysieke leefomgeving;
- •
Verbeteren van de (integrale) dienstverlening;
- •
Korte doorlooptijden van besluitvormingsprocessen;
- •
Goede en tijdige participatie van burgers en bedrijven bij besluitvorming;
- •
Transparantie en inzicht in procedures en processen;
- •
Integrale en samenhangende besluiten.
2. Risicogericht werken
We richten ons op de grootste risico’s (op basis van een periodieke probleem- en risicoanalyse) en zorgen dat deze bedrijven en burgers de regels naleven. Bij onze prioriteitstelling wegen we de mate van het risico en het naleefgedrag mee. Met tijdige en goede voorlichting en communicatie proberen we overtredingen te voorkomen en risico’s beheersbaar te houden.
3. Voorkomen van ondermijning
We willen niet dat burgers of bedrijven een vergunning of toestemming gebruiken om activiteiten uit te voeren met geld dat verdiend is via misdrijven. Ook willen we niet dat burgers of bedrijven een vergunning (mede) gebruiken voor het plegen van misdrijven. We zetten de instrumenten van preventie, toezicht en sanctie actief in om ondermijnende activiteiten te voorkomen of stoppen. Activiteiten die vallen onder ondermijnen gedogen we niet. We gaan ondermijning tegen door goed samen te werken bij de uitvoering van de VTH taken. Zoals met het Openbaar Ministerie, andere overheden en ketenpartners. We sturen op samenwerking en gezamenlijke prioriteiten en wisselen onderling informatie uit.
4. Betrouwbaar: doen wat we moeten doen
We zijn betrouwbaar voor onze burgers, partners en het bedrijfsleven. Dat doen we bijvoorbeeld door het standaardiseren van werk , toepassen van standaard vergunningsvoorschriften en dezelfde strategie. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.
5. Transparantie
We voeren de VTH-taken transparant uit. Dit is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, maar staat ook in sommige wetten. Denk aan het publiceren van vergunningen (verplicht vanuit EU wetgeving) en meldingen en aan het openbaar maken van namen van risicovollere bedrijven die herhaaldelijk de regels overtreden. We zorgen dat procedures reproduceerbaar zijn, dat betekent dat het procesverloop en de beslissingen in het dossier staan.
6. Professioneel: kwaliteitscriteria
De uitvoering van taken voldoet minimaal aan de (landelijk) gestelde proces- en kwaliteitscriteria (zie: https://vng.nl/sites/default/files/2024-10/kwaliteitscriteria-3.0-voor-uitvoering-en-handhaving-krachtens-de-omgevingswet.pdf).
RUD Zeeland voldoet aan de landelijke VTH-kwaliteitscriteria. Dit blijkt uit een analyse door een extern, gespecialiseerd bureau. Dit rapport wijst wel op vier aandachtspunten die verbetering behoeven; Vergunningverlening Milieu - afval, toezicht en handhaving milieu, juridische aspecten afwijkingsbesluiten en Energie & duurzaamheid. RUD Zeeland pakt deze punten op en zet daarnaast een monitoringsprogramma op voor de kwaliteitscriteria zodat RUD Zeeland hier ook in de toekomst aan blijft voldoen.
Ook de gemeente Veere moet bij de uitvoering van VTH taken voldoen aan deze landelijke VTH-kwaliteitscriteria 3.0. Om deze te toetsen worden de kennis, kwaliteiten en competenties van het in dienst zijnde personeel aan deze criteria getoetst. De laatste (zelf)evaluatie hiervan voor Veere stamt uit 2021. Begin 2025 toetst Onderzoeksbureau Senze voor ons of we aan deze criteria voldoen. We pakken dit Zeeuwsbreed op met alle 13 gemeenten. Van hieruit bekijken we ook de Walcherse samenwerkingsovereenkomsten en de mogelijkheden voor samenwerking. Ook zullen zij onze Kwaliteitsverordening VTH herzien. Deze biedt handvatten voor rapportage over de kwaliteit in de uitvoering van onze VTH taken richting de gemeenteraad.
7. LHSO
We werken conform de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO, zie bijlage A), zoals vastgelegd in de Zeeuwse Sanctiestrategie. De LHSO is door de gemeenten, provincie en waterschap vastgesteld voor toepassing na 1-1-2024.
8. Verantwoordelijkheid waar deze hoort
We nemen onze verantwoordelijkheid en werken binnen de kaders van geldende wet- en regelgeving. We gaan uit van de beginselplicht tot handhaving. Dit geldt ook voor de eigen vergunde werkzaamheden en die van medeoverheden. We benaderen bedrijven, instellingen, particulieren en overheden vanuit het principe dat iedere partij eigen verantwoordelijkheid heeft. Daarom verwachten we ook dat bedrijven, instellingen, particulieren en overheden hun eigen verantwoordelijkheid voor de naleving van regels oppakken, onder andere door:
- •
goede en volledige informatie aan te leveren bij vergunningaanvragen en meldingen;
- •
zelf te zorgen voor actieve en betrouwbare informatie over risicovolle activiteiten, door ongewone voorvallen tijdig te melden.
De uitwerking van deze uitgangspunten in onze vergunningen-, toezicht, sanctie- en gedoogstrategie is te vinden in deel B van het gezamenlijke VTH-beleid.
2.3 Risicogericht werken vanuit een risico- en probleemanalyse
De frequentie en diepgang waarmee we onze vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken uitvoeren, bepalen we aan de hand van een risico- en probleemanalyse. Hierbij analyseren we welke impact eventuele overtredingen kunnen hebben (ofwel: wat kan er gebeuren als iemand bepaalde regels niet naleeft?) in combinatie met de kans op overtredingen (ofwel: hoe is het naleefgedrag voor betreffende toezichtstaak?). Hiertoe maakte elk lokaal bevoegd gezag voorheen per toezichtstaak één keer per vier jaar een probleemanalyse. Uit deze probleemanalyse komt een score (op basis van de combinatie van impact en kans) die volgens onderstaande tabel bepalend is voor het aantal controles en de benodigde personeelscapaciteit. De laatste probleemanalyse van de gemeente Veere stamt uit 2019 en gold tot en met 2022. Er is daarna geen nieuwe probleemanalyse meer uitgevoerd. We sluiten hiervoor op de regionale risicoanalyse en vullen deze desgewenst aan met lokale prioriteiten.
2.4 Zeeuwse prioriteiten
Vanuit het Zeeuwse VTH verband sluiten alle 13 gemeenten aan op het Zeeuwse VTH beleid. Ook de gemeente Veere heeft dit vastgesteld. Vanuit dit samenwerkingsverband zijn er in 2022 al Zeeuwse VTH-prioriteiten bepaald. Momenteel werkt we deze prioriteiten verder uit in een regionale probleem- en risicoanalyse. Deze is echter nog niet afgerond en daarom gaan we op dit moment nog uit van de huidige Zeeuwse prioriteiten en onze meest recente risico-analyse (geldig t/m 2022).
Per regionale prioriteit kunnen we als bevoegd gezag een streefwaarde invullen. Dit biedt de mogelijkheid om lokaal een draai te geven een Zeeuwse prioriteit. Daarnaast bekijken we per deelonderwerp de lokale beleidsdoelen en nemen we dit mee in de uitvoering van VTH taken. Hoofdzakelijk zijn dit het huidige collegeprogramma, de Omgevingsvisie Veere en het Duurzaamheidsprogramma gemeente Veere.
Omgevingsbesluit artikel 13.5 lid 4.
De handhavingsstrategie wordt gebaseerd op een analyse van de problemen die zich kunnen voordoen bij de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet. Artikel 13.6 (inhoud uitvoerings- en handhavingsstrategie)
Omgevingsbesluit 13.6 lid 1.
De uitvoerings- en handhavingsstrategie biedt in ieder geval inzicht in: a. de prioriteitenstelling voor het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 13.5, eerste lid;
Figuur 2: Schematische weergave Zeeuwse VTH-prioriteiten
2.5 Organisatie van VTH
Scheiding vergunningverlening en handhaving
Vergunningen, toezicht en handhaving is bij de gemeente Veere ondergebracht bij één afdeling; de afdeling Dienstverlening (DV), maar wel uitgesplitst in 2 teams: team vergunningverlening en team Toezicht & Handhaving (T&H). Een scheiding tussen vergunningverlening en toezicht & handhaving is wettelijk verplicht voor milieu (en dit is dan ook zo georganiseerd). Voor andere thema’s is deze verplichting er niet, maar proberen we dit wel zo te organiseren, omdat het bijdraagt aan objectiviteit en kwaliteit. Wel werken wij intern aan meer verbinding tussen deze componenten, om zo de juridische kwaliteit te waarborgen. Zaken in vergunningverlening willen we goed regelen en daarmee zetten we ook in op preventie. Dit om achteraf minder te maken krijgen met handhavingsverzoeken.
Externe uitvoerende partijen
De Veiligheidsregio Zeeland voert namens ons toezicht en handhaving op het brandveilig gebruik uit. De Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD) doet dat voor ons op milieuregels bij de zwaardere milieubedrijven (basistaken). Met ingang van 1-1-2024 zijn er met de komst van de Omgevingswet 250 bedrijven als basistaak naar de RUD over gegaan. In bijlage C is een overzicht gegeven van alle interne en externe overlegstructuren.
Bereikbaarheid buiten kantooruren
Binnen en buiten kantooruren moet de gemeente bereikbaar zijn voor meldingen en behandeling van incidenten en acute klachten voor APV-, bouw- en milieuzaken. Deze bereikbaarheid is niet altijd gegarandeerd. Burgers kunnen hun klachten indien per telefoon, of via de app BuitenBeter: welke wordt uitgelezen door ons boa team. Zij zetten de meldingen intern door naar de betreffende collega; de klacht wordt dan niet direct, maar op de eerstvolgende kantoordag verder opgepakt..
RUD Zeeland heeft een eigen milieupiketdienst voor bedrijven die onder RUD Zeeland vallen: https://www.milieuklachtencentrale.nl/.
Vormen van toezicht (zie ook VTH strategie)
Bij preventieve en repressieve controles zetten we verschillende toezichtinstrumenten of combinaties van instrumenten in. We onderscheiden de volgende vormen van toezicht:
- •
Aangekondigd of onaangekondigd;
- •
Steekproeven;
- •
Fysiek toezicht, zichtbare aanwezigheid;
- •
Administratief toezicht;
- •
Aspectcontrole;
In dit uitvoeringsprogramma geven we bij afzonderlijke thema’s aan welke toezichtsvorm(en) ingezet worden. Als in dit uitvoeringsprogramma bij indicatoren gesproken wordt van ‘inspecties’ dan betreft het alle mogelijke vormen van toezicht bij elkaar.
Hoofdstuk 3. Bouwwerken (inclusief Bibob toets)
3.1 Inleiding
De Omgevingswet (Ow) vervangt het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) het voormalige Bouwbesluit 2012. Daarnaast gaan de voormalige bestemmingsplannen op in het gemeentelijke omgevingsplan. Het omgevingsplan vertaalt de doelen en het beleid uit de omgevingsvisie en de programma’s naar juridische regels. Het gaat daarbij om reguleren van activiteiten – bijvoorbeeld bouwen, slopen, aanleggen en gebruiken – en het toewijzen van functies aan locaties.
3.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)-
Tegelijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) ingegaan. Deze wet geldt voor nieuwe bouwwerken in gevolgklasse 1 en heeft ten doel de bouwkwaliteit te verbeteren. Artikel 2.17 van het Besluit bouwwerken leefomgeving somt op welke bouwactiviteiten onder gevolgklasse 1 vallen. Kortweg gaat het dan om eengezinswoningen en kleine bedrijfspanden. Waar voorheen de nadruk lag op het preventief technisch toetsen van bouwplannen legt de Wkb de nadruk op een uitgebreidere toets van het bouwwerk door een onafhankelijke kwaliteitsborger. Dit gebeurt zowel tijdens de bouw als bij de oplevering. De kwaliteitsborger controleert uitsluitend op de technische bouwactiviteit, maar de gemeente blijft het bevoegde gezag. Daarnaast zal de gemeente toezicht moeten blijven houden op de verleende omgevingsplanactiviteit en op de veiligheid van de leefomgeving rondom de bouwplaats. Naar alle waarschijnlijkheid zal per 1 januari 2025 het verbouwen van bouwwerken in gevolgklasse 1 onder de Wkb worden gebracht.
Evaluatie Beleidsnota uitvoering Wet kwaliteitsborging voor het bouwen-
De Wkb is op januari 2024, samen met de Omgevingswet in werking getreden. Voor die tijd zijn er nog veel vergunningen aangevraagd onder de Wabo, welke in 2024 dus onder de oude wetgeving zijn afgehandeld. Hierdoor zijn er onder de nieuwe wetgeving relatief minder vergunningen aangevraagd. Deze aantallen rapporteren wij in het Jaarverslag VTH 2024. Ook zijn er nog maar een relatief klein aantal bouwprojecten gestart onder de Wkb; er werden zo’n 10 bouwmeldingen gedaan onder de Wkb. Er zijn nog geen woningen onder de Wkb opgeleverd (gereedmeldingen Wkb). Van strijdigheid met het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) kwam er één melding van een kwaliteitsborger.
De opgedane ervaring met de Wkb is hierdoor nog te minimaal om het beleid goed te kunnen evalueren. In het Wkb beleid is ervoor gekozen dat wij als gemeente de mogelijkheid behouden om risicogericht toezicht te houden. Dit geeft de mogelijkheid voor een toezichthouder om zelf een controle uit te voeren, indien gewenst. Vooralsnog zijn er geen opmerkingen op deze gemaakte keuzes en lijken deze voor ons de best werkbare opties. In 2025 houden we daarom deze werkwijze verder aan en houden we de ontwikkelingen en ervaringen bij.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
In de volgende tabel is het beoogde maatschappelijke effect verwoord en voorzien van een indicator (met streefwaarde) om dit te kunnen monitoren.
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Bouwtoezicht (incl. monumenten en asbest) |
Bouw- en verbouwactiviteiten vinden op veilige, gezonde en duurzame wijze plaats. |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van bouwvoorschriften per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10% |
Licht: 25%) |
Lokale prioriteit (2025) |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Veilige bouw |
We willen dat de bouw- sloop- en omgevingsplanregels worden nageleefd. |
|
Veilig gebruik van bouwwerken |
We willen geen incidenten of ongelukken en zo min mogelijk hinder. |
3.3 Bouwwerken: Brandveilig gebruik
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Brandveilig gebruik |
Gebouwen worden (brand)veilig ontworpen, gebouwd en gebruikt. |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van brandveiligheidsvoorschriften per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Zie Jaarplan Veiligheidsregio zeeland (VRZ): de VRZ doet voor ons de controles op brandveiligheid.
3.4 Asbest
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Veilig saneren van asbest, i.v.m. gezondheid, door bedrijven |
Op de locatie en de omgeving saneren bedrijven asbest veilig inclusief bij incidenten |
Asbest verdwijnt niet in de keten, ketentoezicht |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van planologische regels per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
||
Lokale prioriteit |
Subdoelen |
Streefwaarden |
We willen een schone, veilige, gezonde en mooie leefomgeving voor iedereen. |
Er vinden geen asbestdumpingen plaats binnen de bebouwde kom. Er vinden geen asbestdumpingen plaats in het buitengebied. |
Asbesttoezicht is een basistaak en daarom sinds 2019 bij de RUD belegd. Het afhandelen van sloopmeldingen en het houden van toezicht op bedrijfsmatige asbestsaneringen zijn de belangrijkste taken. Daarnaast houdt RUD Zeeland zich bezig met het aanpakken van milieucriminaliteit, zoals het illegaal verwijderen van asbest en houden ze toezicht op het verwijderen van asbest voor meer dan 35 m2 voor particulieren.
Zelf hebben we als gemeente ook een rol bij asbestvondsten. De toezichthouder bouwen en/of milieu let hierop bij controles en reageert op meldingen. Tevens hebben we het proces van asbestvondsten beschreven in ons calamiteitendraaiboek. Bij een vermoedelijke vondst van asbest in de openbare ruimte schakelen we Strukton milieutechniek in, die vervolgens de asbest constateert en verwijdert.
3.1 Toezicht op monumenten bij gemeenten
Het toezicht op omgang met rijksmonumenten berust in eerste instantie bij gemeenten, zowel als vergunningverlener én handhaver. Voor klachten over de omgang met monumenten moet men in eerste instantie bij de gemeente zijn: mensen kunnen hun klacht, of melding kwijt via een handhavingsmelding op de website van de gemeente Veere, of via het DSO. Daarop is er nu nog geen aanvullende informatie beschikbaar over monumenten.
Regels voor monumenten toetsen we bij meervoudige vergunningaanvragen via een deelproces monumenten in RX Mission. Uitgangspunt hiervoor zijn algemene rijksregels en de verordening fysieke leefomgeving. Qua toezicht streven we ernaar om jaarlijks op alle verleende omgevingsvergunningen voor rijksmonumenten een 100% controle uit te voeren. Het aantal controles is natuurlijk afhankelijk van het aantal verleende omgevingsvergunningen.
3.6 Uitbreiding Bibob toets in vergunningverlening
Uitbreiding Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob): Veere is aangesloten bij de Zeeuwse Norm weerbare overheid. Een onderdeel hiervan is de Bibob toetsing. We willen niet dat Veere een aantrekkelijk vestigingsklimaat is voor criminelen. De Bibob toets is een middel hiervoor en zetten we inmiddels al ruim 15 jaar in bij vergunningverlening (exploitatievergunning en alcoholwetvergunning).
Deze wet moet voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert door het verlenen van vergunningen, subsidies, aangaan van vastgoedtransacties en het doen van aanbestedingen en onderzoeken we of een aanvrager en zijn zakelijke kring integer zijn. Zo voorkomen we dat de overheid ongewild criminele activiteiten ondersteunt en/of er een vermenging ontstaat van de boven- en onderwereld. Als de resultaten van een Bibob toets wijzen op onaanvaardbare risico’s, maken we gebruik van de bevoegdheden die we hebben. We weigeren de vergunning of trekken een vergunning in. Eventueel kunnen we - na een zorgvuldige afweging - gerichte aanvullende voorschriften in de vergunning zetten.
Momenteel toetsen we de integriteit van aanvragers alleen bij Exploitatievergunningen horecabedrijf incl. terras en alcoholwetvergunningen. Dit is niet genoeg om onze eigen doelstellingen te behalen en ook niet om te voldoen aan de doelstelling van de Zeeuwse norm weerbare overheid. Om de toetsing en integriteit van aanvragers stapsgewijs verder uit te breiden is in maart 2024 de Beleidsregel Bibob gemeente Veere 2024 vastgesteld. Besloten is op termijn Bibob toetsing stapsgewijs uit te breiden naar omgevingsvergunning bouwen, subsidies, overheidsopdrachten en privaatrechtelijke transacties. Ook de wens om vakantieparken en campings te kunnen screenen moet nog worden uitgewerkt. Door middel van het formuleren van een bestuursopdracht zullen we hier binnen de afdeling Dienstverlening de komende tijd verder uitvoering aan geven.
Lokale prioriteit: |
Subdoel: |
Streefwaarden: |
Behoud van een gunstig vestigingsklimaat voor ondernemers |
Tegengaan van ondermijnende activiteiten door middel van uitbreiding Bibob toetsen bij vergunningencheck |
Percentage gevallen waarin Bibob-toets of -onderzoek is gedaan waar dat volgens het Bibob-beleid zou moeten (100%) |
3.7 Borgen van middelen en kwaliteit
Thema Bouwwerken Bouwtoezicht (incl. monumenten en asbest) |
Uren |
Aantallen controles |
|
Benodigd |
Beschikbaar |
Geraamd |
|
T&H taken Nieuwbouwprojecten |
1925 uur |
979 uur |
|
Klachten, meldingen en handhavingsverzoeken |
342 uur |
171 uur |
|
Periodiek toezicht op erfgoed en monumenten |
100 uur |
20 uur |
|
Voorlichting en communicatie inwoners |
80 uur |
80 uur |
|
Controle afwijking bestemmingsplan |
100 uur |
50 uur |
|
Illegale bouwwerken (incl. achterstallig onderhoud) |
40 uur |
40 uur |
|
BAG controles |
60 uur |
60 uur |
|
Brandveilig gebruik |
VRZ |
VRZ |
|
Totaal |
2647 |
1400 |
|
Bibob toets |
Benodigd |
Beschikbaar |
|
Uitvoeren Beleidsregel Bibob gemeente Veere 2024 |
Komt in de bestuursopdracht |
0 |
Inzet op Bouwtoezicht voor 2025-
Gebaseerd op de nieuwe wetgeving, ons vastgestelde WKB beleid en onze verplichte taken voor toezicht bouw is er in de afgelopen tijd een berekening uitgevoerd voor de benodigde uren aan inzet voor bouwtoezicht (T&H). De benodigde uren hiervoor bedragen 2647 uur (1.9 FTE). Hiervoor hebben we 1400 uur (1 FTE) beschikbaar. Dit betekent dat we in 2025 niet alle voorkomende werkzaamheden uit kunnen voeren voor bouwtoezicht. Voorlopig liggen de prioriteiten bij toezicht daarom op:
- •
constructieveiligheid en brandveiligheid;
- •
publiektoegankelijke bouwwerken en gebouwen met een logiesfunctie;
- •
controles n.a.v. een handhavingsverzoek;
- •
klachten en meldingen met hoge prioriteit, oftewel: waar de veiligheid van derden in het geding is.
Inzet op Bibob-
De hiervoor benodigde uren zijn nog niet inzichtelijk en worden nog uitgewerkt in de bestuursopdracht. Er zijn nog geen extra uren hiervoor beschikbaar. De extra benodigde Bibob toetsen worden daarom in 2025 nog niet conform het vastgestelde beleid in 2024 uitgevoerd.
Hoofdstuk 4. Woninggebruik
Urgentie voor wonen is in het Programma op hoofdlijnen 2022-2026 tot een van de belangrijkste inhoudelijke speerpunten benoemd. De populariteit van de gemeente Veere leidt al decennia tot een toename van tweede woningbezit: deze woningen zijn gelegen op gronden waar volgens het Omgevingsplan de toegestane activiteit ‘wonen’ of ‘gemengd’ is. Een woning mag volgens de regels uit het Omgevingsplan en de Huisvestingsverordening niet recreatief worden verhuurd. Tevens is tweede woningbezit ongunstig voor de beschikbaarheid van voldoende betaalbare woningen op de reguliere woningmarkt.
4.1 Strijdig gebruik Omgevingsplan – aanpak van onjuist woninggebruik
Lokale prioriteiten: |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Regulering tweede woningbezit |
1.We willen niet dat het tweede woningbezit in de gemeente Veere toeneemt. 2.We willen tweede woningen toevoegen aan de reguliere woningvoorraad. |
|
Woningen worden gebruikt volgens de regels van het Omgevingsplan en de Huisvestingsverordening tweede woningen |
1.We willen geen onjuist gebruik van (tweede) woningen 2.We willen geen recreatieve verhuur van (tweede) woningen |
In 2025 richten we ons vooral op het juiste gebruik van woningen: woningen zijn om in te wonen en zijn dus niet bestemd voor recreatieve verhuur. Dat geldt voor reguliere- én voor tweede woningen. Dit is nu ook duidelijk opgenomen in het bestemmingsplan Kernen Veere Plus. Recreatieve verhuur van woningen zonder vergunning is dus strijdig gebruik. Hier treden we handhavend tegen op. Onze toezichthouders controleren op het juiste gebruik van woningen en voeren adresonderzoeken uit.
De eerste prioriteit ligt daarom bij woningen binnen het werkingsgebied van de Huisvestingsverordening. Zodoende willen we ervoor zorgen dat woningen volgens de regels gebruikt worden en bovenal: dat tweede woningbezit niet verder toeneemt. Daarbij wordt ook gekeken naar woningen die recreatief verhuurd worden, schijninschrijvingen en de recreatieve verhuur van bijgebouwen zonder dat er in de hoofdwoning gewoond wordt.
Daarnaast hebben we te maken met een aantal ‘oude’ tweede woningen die een ontheffing hebben gekregen van de voormalige gebruiksverordeningen van de voormalige gemeenten. Deze oude tweede woningen zijn doorgaans in gebruik als familiehuis, maar worden in voorkomend geval ook recreatief verhuurd. In 2026 willen we hierin een opruimslag maken.
4.2 Huisvesting arbeidsmigranten (welzijn/overlast)
Het toerisme in Veere leidt tot een toename van de werkgelegenheid, voornamelijk in hotels en restaurants. Wegens de krapte op de arbeidsmarkt leidt dit tot een toestroom van arbeidsmigranten. Ook arbeidsmigranten hebben een goede plek nodig om te wonen/verblijven. Onjuiste/ illegale huisvesting van arbeidsmigranten kan leiden tot overlast, maar ook tot situaties van uitbuiting en het onnodig bezet houden van woningen. In Veere werken we de komende tijd toe naar een beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Regionaal wordt er (vanuit de provincie) nu een onderzoek opgestart om de aanwezigheid van arbeidsmigranten in Zeeland verder in kaart te brengen. Tussen beleid en vergunningverlening vindt er momenteel afstemming plaats bij plannen/initiatieven voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
Regionale prioriteiten |
Subdoelen |
Indicatoren (streefwaarde) |
Huisvesting arbeidsmigranten (welzijn/overlast) |
Beperken van overlast door arbeidsmigranten. |
Aantal klachtmeldingen: we treden hier alleen klachtgericht tegen op. |
Voorkomen van arbeidsuitbuiting/ Huisvesting van arbeidsmigranten is veilig. |
||
Reguliere woningen worden niet opgekocht om arbeidsmigranten te huisvesten. |
||
We willen meer zicht op arbeidsmigranten in Veere (bijvoorbeeld middels inschrijvingen brp) |
||
Deugdelijke huisvesting van arbeidsmigranten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. |
4.3 Inzet van de beschikbare uren voor tweede woninggebruik
Lokale prioriteiten |
|||
Woninggebruik |
Uren |
Aantallen controles |
|
Uitvoering tweede woningbeleid & toezicht |
Benodigd |
Beschikbaar |
Geraamd |
Adresonderzoeken |
250 |
250 |
- |
Uitvoering & Evaluatie tweede woningenbeleid & Voorbereiding controles |
2000 |
2000 |
- |
Juridische handhaving |
1400 |
1400 |
|
Controles huisvestingverordening + Permanente bewoning recreatiewoningen |
2400 |
2400 |
- |
Kamerverhuur |
130 |
130 |
- |
Controles BAG/BRP/bestemmingsplan |
1500 |
1500 |
- |
Scholing, inwerken etc. |
384 |
384 |
|
Totaal |
8064 |
8064 (4032 toezicht, 2632 administratieve ondersteuning en 1400 juridische handhaving) |
- |
Inzet op tweede woningen:
Voor het uitvoeren van de benodigde werkzaamheden voor gebruik van woningen volgens de regels (uitvoeren beleid en toezicht op de huisvestingsverordening), alsmede de onderliggende werkzaamheden; zoals het uitvoeren van de BRP/BAG controles is de benodigde inzet niet gebaseerd op een berekening. Dit komt omdat deze werkzaamheden niet gebaseerd zijn op wettelijke taken, maar op onze lokale prioriteiten en onderliggende wet- en regelgeving. We hebben in totaal 8064 uur beschikbaar voor tweede woningen. De verdeling van de uren hierboven is slechts een grove schatting.
Samenvattend voeren toezichthouders (tweede) woninggebruik controles uit in het kader van overtredingen van het Omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan), de Huisvestingsverordening, de Leegstandsverordening , BAG-controles en/of overtredingen van de Wet basisregistratie personen (BRP). Hiervoor hebben we 4032 uur beschikbaar. Na het constateren van een overtreding gaan we over tot handhaving waar dat nodig is en zorgen hierbij voor de juiste juridische afhandeling. Voorafgaand hieraan sturen we informatiebrieven en we voeren de nodige gesprekken met eigenaren van tweede woningen. Deze acties kunnen al leiden tot normconform gedrag waardoor een juridische procedure met sanctiebesluiten soms niet meer nodig is. Voor juridische handhaving zelf hebben we 1400 beschikbaar. Voor het uitvoeren van adresonderzoeken, inclusief de voorbereiding, klaarzetten en afhandeling van controles hebben we 2632 uur beschikbaar.
Hoofdstuk 5. Milieu
Veere mandateert ook in 2025 alleen de basistaken milieu aan de RUD en voert de overige taken zelf uit. Milieuvergunningen (aanvragen en verlening) voert de RUD geheel voor ons uit. Veere voert zelf nog het milieutoezicht uit voor zo’n 450 bedrijven. Daarnaast geven we opvolging aan klachten en meldingen.
5.1 Controlefrequenties
Controlefrequenties, ofwel aantallen controles zijn berekend volgens het binnen de RUD afgesproken risicoanalyse en Zeeuwse Kwaliteitsniveau en de Zeeuwse risico-analyse. Deze zijn nog gebaseerd op de WABO en daardoor inrichtinggebonden. De risico-analyse wordt momenteel herzien en aangepast aan de nieuwe wetgeving. Zolang deze nieuwe analyse er nog niet is, gaan we nog uit van de oude analyse. Controlefrequenties bieden rechtstreeks input voor de planning van controles in de inzet van personeel.
Score |
tijdelijke/eenmalige toestemming |
Structurele objecten |
Gebiedsgericht uren |
Zeer hoog |
100% |
1x per jaar |
80 |
Hoog |
80% |
1x per 2 jaar |
50 |
Gemiddeld |
50% |
1x per 5 jaar |
20 |
Laag |
20% |
1x per 10 jaar |
10 |
Zeer laag |
Piepsysteem |
Piepsysteem |
Piepsysteem |
Wat willen we bereiken?
We willen een schone, veilige, gezonde en mooie leefomgeving voor iedereen. Daarom willen we dat milieuregels worden nageleefd. We willen geen incidenten of ongelukken en zo min mogelijk hinder.
In de volgende paragrafen is voor de regionale en lokale prioriteiten uitgewerkt wat het beoogde maatschappelijk effect is en hoe VTH ingezet wordt om dat effect te realiseren.
5.2 Milieubelastende activiteiten (vergunningplichtig, of meldingsplicht)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Verreweg alle bedrijven die vallen onder de score Hoog en Zeer hoog hebben MBA’s uit Hoofdstuk 3 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) en zijn onder de Omgevingswet als basistaak bij de RUD belegd. Voor deze bedrijven gelden de algemene regels uit het BAL. Naast toezicht bij de 'zwaardere' milieubedrijven voert de RUD ook het toezicht op vuurwerkinrichtingen en energietoezicht voor ons uit. Dit zijn basistaken.
Aangrijpingspunt |
Regionale prioriteit |
Indicatoren (streefwaarde) |
Milieubelastende activiteiten uit het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) |
Zeeuwse bedrijven functioneren binnen de grenzen van de vastgestelde risiconormen. Bedrijven dragen zorg voor doelmatige afvalinzameling en scheiden hun afval volgens de regels. |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van vastgestelde risiconormen per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Vergunningen zijn actueel |
Percentage actuele vergunningen (niet-BRZO: 95%) |
5.3 Milieu: Vuurwerkinrichtingen
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Vuurwerkinrichtingen |
Vuurwerk wordt veilig opgeslagen en behandeld. |
Percentage inspecties zonder geconstateerde overtredingen m.b.t. vuurwerk per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
5.4 Milieubelastende activiteiten (omgevingsplan)
In het Omgevingsplan gemeente Veere staan regels die van rechtswege uit het voormalige activiteitenbesluit milieu zijn overgegaan. In deze set van regels staan ook ‘Milieubelastende activiteiten’, maar dit zijn geen basistaken voor de RUD. Dit betreffen bedrijven met een lage risicocategorie. VTH taken voeren we hiervoor nog zelf uit.
Aangrijpingspunt |
Regionale prioriteit |
Indicatoren (streefwaarde) |
Milieubelastende activiteiten uit de Omgevingsplan |
Zeeuwse bedrijven functioneren binnen de grenzen van de vastgestelde milieu- en risiconormen; bedrijven dragen zorg voor doelmatig afvalbeleid en scheiden afval volgens de regels en afval wordt gescheiden ingezameld. |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van vastgestelde risiconormen per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
5.5 Klachten en overige milieutaken
Veel van de inzet voor milieutoezicht gaat momenteel naar de afhandeling van klachten. Deze gaan vaak over geur(hinder), geluid(hinder) en overtredingen van het Omgevingsplan gemeente Veere. Op klachten, of handhavingsmeldingen reageren we altijd. Indien deze bij de RUD horen, verwijzen we de klager direct door naar de Milieuklachtencentrale van de RUD. Als de klacht bij ons hoort, dan handelen we deze zelf af. We doen dit door in eerste instantie contact op te nemen met de klager en desgewenst doen we onderzoek. Geconstateerde overtredingen handelen we af volgens de LHSO.
Hoofddoel |
Regionale prioriteit |
Indicatoren (streefwaarde) |
Een schone, veilige leefomgeving met zo min mogelijk hinder. |
Subdoel: we volgen klachten accuraat op: geconstateerde overtredingen treden we tegen op conform de LHSO. |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van vastgestelde risiconormen per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
5.6 Milieu: Energie/duurzaamheid
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Energie/ duurzaamheid |
Bedrijven investeren in wettelijk verplichte energiebesparingsmaatregelen en benutten mogelijkheden voor duurzame energieopwekking |
Percentage geïnspecteerde bedrijven dat aan de verplichtingen op het gebied van energiebesparing en duurzame opwekking voldoet (streefwaarde door bevoegd gezag in te vullen) |
Energie is vanaf juli 2023 een basistaak van de RUD. Vanuit de SPUK-THE financiering (energietoezicht) heeft de RUD in 2024 controles uitgevoerd bij 109 (Zeeuwse) bedrijven die moeten voldoen aan de energiebesparingsplicht. Om te voldoen aan de eisen die de energiebesparingsplicht stelt, is er meer toezicht nodig. Er is hiervoor op dit moment nog geen opdracht geformuleerd aan de RUD. Wel maakt het onderdeel uit van de ‘basis op orde’ van het plan van aanpak ‘robuuste RUD’. Energietoezicht is namelijk een basistaak. Aanvullend hierop gaan we in 2025 verder werken aan SMART doelen voor energietoezicht en op basis hiervan een opdracht formuleren aan de RUD. Deze zullen zij opnemen in hun Jaarplan 2026.
5.7 Mba’s niet zijnde een bedrijf (bijvoorbeeld hobbymatig, MBA)
Onder de Omgevingswet kunnen MBA’s ook los van een bedrijf bestaan, bijvoorbeeld bij een huishouden. Denk hierbij aan: het exploiteren van een stookinstallatie bij een huishouden, propaantanks bij een huishouden, dieselolietanks bij een huishouden, particuliere mestopslag en/of particuliere paardenhouderij van minder dan 5 paarden. Over hoe we omgaan met deze MBA’s alsmede de omvang ervan binnen de gemeente Veere is nog onvoldoende duidelijkheid. Dit wordt nog verder uitgezocht en uitgewerkt.
5.8 Mba bodem (saneringen, opslag van grond, bagger)
Bodem is één van de gestelde omgevingskwaliteiten die we graag op een zo hoog mogelijk niveau willen behouden om daarmee bij te dragen aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en natuur. Met ingang van de Omgevingswet vallen de toezicht en handhaving van Mba’s op of in de bodem onder bevoegd gezag van de gemeente. In de meeste gevallen betreffen dit basistaken die worden uitgevoerd door de RUD. Voor de uitvoering van de niet-basistaken zijn (nog) geen afspraken gemaakt tussen de RUD en de gemeente. Voor gemeenten is op dit moment nog niet duidelijk welke kosten er gemoeid zijn met de uitvoering van de basistaken en niet-basistaken. Dit is voor de gemeenten wel wenselijk.
Warme overdracht bodemtaken- RUD Zeeland voert op eigen initiatief ook de niet-basistaken voor bodem uit. Er is door de RUD een monitoringsysteem opgezet waarmee inzicht komt in de door de RUD verrichte werkzaamheden op het gebied van toezicht en handhaving op de Mba’s voor bodem en de daarmee gemoeide kosten per gemeente. Bestuurlijk wordt momenteel nog uitgezocht wat de gevolgen zijn van deze niet formeel vastgelegde taakuitvoering door de RUD. Dan zijn er ook nog incidentele niet-basistaken die wij als gemeente zelf uitvoeren. Dit betreffen graafwerkzaamheden bij bouwwerkzaamheden, bijvoorbeeld indien hier in de vergunning een verbodsbepaling voor staat opgenomen. Indien er toch wél gegraven wordt dan dragen we dit over aan de RUD.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Een gezonde fysieke leefomgeving met behoud van een klimaatbestendige robuuste en gezonde bodem. |
1.Milieubelastende activiteiten op of in de bodem gebeuren volgens de regels en worden gemeld. 2.Tegen ondeugdelijke situaties treden we handhavend op (eigenlijk de RUD). 3.Bij het inrichten van de openbare ruimte toetsen we of deze voldoet aan de eisen voor een klimaatbestendige, robuuste en gezonde bodem uit de LIOR (Leidraad Inrichtingen Openbare Ruimte) . |
Percentage inspecties zonder geconstateerde overtredingen m.b.t. graafwerkzaamheden, bodemsaneringen, opslag van grond en bagger en het toepassen van grond en bagger. |
Lokale prioriteit: illegale mestopslagen |
Mestopslag gebeurt volgens de regels en mest op het land wordt gemeld. Tegen ondeugdelijke situaties treden we (handhavend) op. |
Aantal meldingen van mestopslagen. Aantal geconstateerde illegale mestopslagen |
5.9 Geluid- en geurhinder (bedrijfsmatig / openbare ruimte)
Bedrijven zijn voor hun activiteiten gehouden aan de geldende normen voor geur en geluid. Deze normen staan van rechtswege in het Omgevingsplan gemeente Veere, maar ook in de verordening fysieke leefomgeving. De normen van rechtswege in het Omgevingsplan passen wij de komende jaren per gebied aan. Bij (meervoudige) vergunningaanvragen toetsen wij deze normen middels een deelproces. Tevens zien we erop toe bij controles en treden we op bij klachten.
1. Laag frequent geluid (lfg)
Naast klachten over horecageluid, of andere bedrijfsmatige activiteiten zijn er tegenwoordig zijn er ook veel klachten over laag frequent geluid (lfg). Dit is vaak afkomstig van een koel- afzuiginstallatie, of airco-unit. Om de overlast vast te stellen en correct op te volgen laten we hiervoor - indien nodig - een geluidsmeting uitvoeren. We hebben zelf geen geluidsspecialist in huis, daarom hebben wij dit onderdeel belegd bij de RUD.
2. KIF meldingen
Om extra geluid in de openbare ruimte te produceren kunnen ondernemers 6 keer per jaar een Kennisgeving Incidentele Festiviteit (KIF) melding indienen. Indien er een klacht binnenkomt over geluidsoverlast checken wij of deze melding is ingediend. Indien dat niet zo is, gaat de toezichthouder hierover het gesprek aan met de ondernemer.
3. Gezonde lucht en voorkomen van geurhinder
Daarnaast moeten bedrijven voldoen aan de geldende (afstand) normen voor fijnstof en emissies om zodoende de uitstoot van schadelijke stoffen en stankoverlast zoveel mogelijk te beperken en een gezonde leefomgeving te behouden. Bedrijven moeten zich hiervoor houden aan de geldende afstandsnormen voor geur en we niet willen dat (geur)gevoelige locaties worden blootgesteld aan een slechte luchtkwaliteit en/of stankoverlast. Tevens moeten ondernemers een ontheffing aanvragen voor stoken.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Geluidhinder openbare ruimte |
Beperken van geluidhinder door activiteiten in de openbare ruimte (of evenementen). |
Geregistreerde KIF meldingen Aantal overlastmeldingen (-50%) Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen per LHS-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10% Licht: 25%) |
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Het optimaal behoud van een zo goed mogelijke luchtkwaliteit en het voorkomen van geurhinder. |
Bedrijven voldoen aan de geldende milieunormen voor fijnstof en emissie |
Nog stellen |
Bedrijven voldoen aan de geldende normen en afstanden voor geurhinder |
||
Ondernemers vragen een stookontheffing aan volgens het stookbeleid en illegaal stoken treden we tegen op. |
Controles stookontheffingen en illegaal stoken |
5.9 Lichthinder – behoud van duisternis
Duisternis is één van de omgevingskwaliteiten van de gemeente Veere die we graag op een zo hoog mogelijk niveau willen krijgen en behouden. De gemeente Veere streeft naar een goede kwaliteit van de leefomgeving, licht(hinder) en duisternis hebben hier ook invloed op. De gemeente ontwikkelde daarom een visie op donker en licht in het kustgebied en in januari 2018 stelde de gemeenteraad van Veere het Beleid voor Donker in de kuststrook en Natura 2000 gebieden vast. Uitgangspunt hierin is: ‘het is donker in dit gebied en verlichten gebeurt bewust‘. De gemeente geeft in dit beleidsplan gebieden aan waar donkerte de voorkeur heeft. Toezicht is nodig om deze gewenste doelstellingen te behalen en te behouden. Tot nu toe werd dit onder de reguliere taken/uren van milieutoezicht geschaard, maar de praktijk heeft uitgewezen dat dit onvoldoende mogelijkheid biedt om prioriteit en opvolging te geven aan de gestelde doelen. Daarom gaven we er de afgelopen jaren slechts beperkt opvolging aan. Uit de Evaluatie Beleid voor Donker, die het college 18 februari 2025 vaststelde, blijkt dat het belangrijk is de gesprekken en het toezicht weer op te pakken. Met als doel het behouden van de kwaliteit duisternis.
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Het optimaal behoud van een zoveel mogelijk duisternis |
‘In Natura 2000 gebied is donkerte uitgangspunt en verlichten gebeurt bewust‘. |
Duisterniswaarden blijven gelijk of verbeteren. We laten jaarlijks meerdere keren metingen uitvoeren naar donker/licht in het Donkerbeleidsgebied. |
5.10 Borgen van benodigde middelen en kwaliteit Milieu
Thema Milieu |
Uren |
Aantal producten |
||
Benodigd |
Beschikbaar / inzet |
Wettelijk verplicht |
Realiseerbaar |
|
VTH taken Bedrijven (vergunningplicht en zwaardere) RUD |
697 uur |
697 uur (opgenomen in Concept jaarplan RUD) |
58 periodieke controles |
Blijkt uit jaarrapportage |
VTH taken MBA’s (BAL), basistaak per 1-1-2024 RUD |
738 |
0 (nog niet opgenomen in jaarplan RUD |
55 controles |
- |
Vuurwerktoezicht |
40 |
40 |
||
Energietoezicht |
? |
0 |
||
Periodieke controles |
1312 |
484 |
100 controles |
40 controles |
Extra onderzoek meldingsplichten bedrijven |
150 |
0 |
- |
- |
Bouwen en beheren van omgevingsdossiers |
250 |
150 |
- |
- |
Klachtenafhandeling |
600 |
500 |
Niet te plannen |
Jaarverslag |
Geluidhinder (inclusief KIF meldingen en knalapparaten) |
61 |
61 (uit uren Milieutoezicht) |
Piepsysteem |
Piepsysteem |
Illegaal stoken en controle stookontheffing |
210 |
0 |
- |
Jaarverslag |
Gesprekken en controles lichthinder |
120 |
120 |
- |
- |
Controles illegale mestopslagen |
75 |
35 |
||
Lokale prioriteit 1 |
||||
Inzet ondermijning |
50 |
50 |
- |
- |
Totaal |
2648 uur |
1400 uur |
Inzet op milieutoezicht RUD Zeeland:
RUD Zeeland voert ook in 2025 nog geen preventief toezicht uit op de basistaken die per 1-1-2024 over zijn gegaan. Voor de overige taken die zij voor ons uitvoeren is er nog geen Jaarplan, maar in het concept jaarplan zijn voldoende uren opgenomen om overige de wettelijke taken uit te voeren. In de praktijk focussen zij op de bedrijven met het hoogste risico, of met slecht naleefgedrag. Indien een controle daartoe aanleiding biedt, wordt er diepgaander onderzoek opgestart en/of voert de RUD meerdere controles uit.
Inzet op milieutoezicht gemeente Veere:
Om zelf de benodigde inzet te plegen op de niet-basistaken hebben we 2648 uur nodig. We hebben hier 1400 uur voor beschikbaar. In de praktijk helpt een administratief juridisch ondersteuner met het dossierbeheer in RX Mission, het uitzetten van meldingen en het klaarzetten van controles en brieven. We hebben in 2025 dus onvoldoende capaciteit om de voorkomende werkzaamheden uit te voeren. Met de beschikbare uren verzorgen we klachtenafhandeling en voeren we 40 verplichte periodieke controles uit. Daarnaast voeren we een deel van de overige administratieve taken uit en plegen we inzet op overige thema’s, zoals ondermijning. Indien een dossier uitgroeit tot aandachtsdossier, dan besteden we hier de nodige aandacht aan. Dit kan ten koste gaan van het aantal geplande periodieke controles.
Hoofdstuk 6. Water
Water is één van de gestelde omgevingskwaliteiten die we graag op een zo hoog mogelijk willen behouden om daarmee bij te dragen aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en natuur. Omgevingswaarden voor water behouden we en versterken we. Wateroverlast gaan we tegen, of proberen we zoveel mogelijk te beperken. Gezonde ecosystemen dragen hiervoor bij aan schone waterberging. In de volgende paragrafen is voor de regionale en lokale prioriteiten uitgewerkt wat de beoogde maatschappelijk effecten zijn.
6.1 Indirecte lozingen-
Een indirecte lozing is vanaf 1-1-2024 volgens het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) een Mba Directe Lozing heet vanaf dat moment een lozingsactiviteit: De VTH taken bij indirecte lozingen betreffen o.a. het toetsen van de aanvragen voor indirecte lozingen en het toezicht op de indirecte lozingen zelf (met, of zonder vergunning). Er zijn taken waarvoor de Provincie bevoegd gezag is. Deze taken worden uitgevoerd door RUD Zeeland, het Waterschap Scheldestromen en Rijkswaterstaat.
Daarnaast dragen gemeenten de wettelijke zorg voor een aantal gemeentelijke watertaken. Op dat terrein kunnen gemeenten ervoor kiezen een eigen waterprogramma vast te stellen en waar nodig of wenselijk regels op te nemen in het omgevingsplan. Gemeenten zijn verder verantwoordelijk voor o.a. vergunningverlening, toezicht en handhaving van bedrijfsmatige (indirecte) lozingen van afvalwater op de riolering die in verbinding staan met een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap (uitgezonderd gevallen waarvoor de Provincie of het waterschap bevoegd gezag is).
Daarnaast moeten we in 2027 gaan voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW):
Om te gaan voldoen aan de KRW is het de bedoeling dat de bestaande vergunningen worden geactualiseerd. Momenteel is de situatie dusdanig dat we niet tijdig aan deze richtlijn gaan voldoen. Om hier verandering in te brengen doet een regionale werkgroep momenteel onderzoek naar de randvoorwaarden (waaronder de normen voor lozingen) en benodigde uren voor de benodigde actualisatieslag.
Voor wat betreft de opdrachtformulering richting de RUD Zeeland proberen we dit zoveel mogelijk gezamenlijk (Provincie Zeeland en gemeenten) te doen.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Waterkwaliteit |
De watersystemen in Zeeland voldoen in 2027 aan de inundatienormen (omgevingswaarden) van de Omgevingsverordening Zeeland 2021 (WB21-kader) |
Mate waarin voldaan is aan de gestelde omgevingswaarden (100% in 2027) |
Aantal lozingsactiviteiten en mba’s (0) |
||
Het percentage maatregelen om het beheergebied voor wateroverlast (WB21) op orde te brengen dat is uitgevoerd (in 2023: 93%) |
Zie jaarplan Waterschap Scheldestromen 2025.
Zie Jaarplan Provincie Zeeland (RUD Zeeland) 2025.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Waterkwantiteit |
De waterpeilen zijn optimaal afgestemd op het grondgebruik en de bodemopbouw, in relatie met wateroverlast en droogte. |
Aantal klachten inzake het peilbeheer (<10) |
Zie jaarplan Waterschap Scheldestromen 2025.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Grondwateronttrekking |
In stand houden van het grondwaterpeil |
In peilstations gemeten grondwaterpeil (cf. peilbesluit) |
Percentage ontvangen jaaropgaves, voor zowel permanente als tijdelijke bronnen (> 95%) |
Zie jaarplan Waterschap Scheldestromen 2025.
6.2 Borgen van middelen en kwaliteit thema Water
Thema Water Subdoel |
Uren |
Middelen |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Benodigd |
Beschikbaar |
|
Waterkwaliteit |
50 + uren Waterschap / RUD |
50 + uren Waterschap /RUD |
||
Actualisatie vergunningen indirecte lozingen |
Wordt regionaal nog uitgezocht |
- |
||
Waterkwantiteit |
Waterschap |
Waterschap |
||
Grondwateronttrekking |
20 |
20 |
||
Totaal |
70 |
70 |
Momenteel hebben we binnen Veere de benodigde uren beschikbaar om een bijdrage te leveren aan VTH voor het onderdeel Water. De geplande actualisatieslag voor vergunningen voor indirecte lozingen legt in de toekomst mogelijk wel extra beslag op onze capaciteit (voornamelijk binnen vergunningverlening). Zodra de resultaten uit de inventarisatie hiertoe bekend zijn, nemen we deze mee in onze eigen planning. Vergunningverleners moeten hiervoor dan ook de benodigde certificeringen behalen.
Hoofdstuk 7. Groen / Natuur
7.1 Inleiding
Vanuit ons duurzaamheidsprogramma willen we onze leefomgeving en omgevingskwaliteiten zoals stilte, donkerte, natuur, biodiversiteit en bodem-, lucht- en waterkwaliteit behouden en waar mogelijk verbeteren. Voor verreweg de meeste VTH taken voor natuur en groen is de Provincie bevoegd gezag. De provincie mandateert deze taken aan RUD Zeeland. Uitvoering ervan wordt vastgelegd in het Jaarplan van de RUD voor de Provincie. Daarnaast voeren wij ook binnen de gemeentelijke vergunningverlening, toezicht en handhaving taken uit voor groen en natuur en maken we i.s.m. de VRZ een risico- en impactanalyse Natuurbranden. In de volgende paragrafen is voor de regionale en lokale prioriteiten uitgewerkt wat het beoogde maatschappelijk effect is en hoe VTH ingezet wordt om dat effect te realiseren.
7.2 Natuurbrandrisico
Als gemeente zijn we betrokken bij de Risico-inventarisatie natuurbranden. Deze maakt de risico’s en de impact van brand in natuurgebieden zichtbaar. We doen dit in gezamenlijkheid met de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) en de betrokken partners. Gemeente Veere loopt landelijk gezien met de Manteling, Breezand en Kustlicht één van de hoogste risico’s bij natuurbranden. De meest impactvolle zones worden nu uitgewerkt. Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze zones worden opgenomen in de APV.
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Natuurbrandrisico |
Branden in NNN-gebieden worden voorkomen en beheersbaar gehouden. |
Aantal natuurbranden (0) |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen t.a.v. natuurbrandrisico’s per LHS-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Bij het verlenen van stookontheffingen houden we in droge periodes rekening met de risico’s op een natuurbrand. Onze eigen boa’s controleren daarnaast op illegale recreatie en stoken in de natuur. In het kader van awareness en risicocommunicatie is er in de toekomst mogelijk een grotere rol weggelegd voor toezicht. In de risicogebieden komen namelijk veel toeristen en bezoekers en zijn er veel campings gevestigd. Hun gedrag kan van invloed zijn op het ontstaan van een natuurbrand.
Zie verder Jaarplan VRZ 2025.
7.3 Gebiedsbescherming/behoud natuurwaarden
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)-
Stikstof is een belangrijk en actueel thema. In veel natuurgebieden in Nederland komt zoveel stikstof terecht, dat dat schadelijk kan zijn voor de kwetsbare natuur. Dat is slecht voor de biodiversiteit, de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater en voor de gezondheid van mensen. Voor alle activiteiten waar stikstof bij vrij komt, moet er gekeken worden naar het effect van stikstof op Natura-2000 gebieden. Dat kan ook bij maatregelen/activiteiten in het kader van duurzaamheid zijn.
Bij een meervoudige aanvraag (bouwen en natuur tegelijk) checken we middels een Quickscan natuur of alle vereiste stukken voor natuur erbij zitten.
Het opstellen van een stikstofberekening kan in bepaalde situaties noodzakelijk zijn. Dit is de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf. Bij onze eigen projecten (gemeente Veere) besteden we deze extern uit. Als blijkt dat er een natuurvergunning nodig is, dan loopt dat via de provincie (zij zijn bevoegd gezag voor de natuurvergunning, toezicht en handhaving).
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Gebiedsbescherming / behoud natuurwaarden |
Tegengaan van de achteruitgang in biodiversiteit |
Ontwikkeling in biodiversiteit (geen verdere achteruitgang) |
Behouden en versterken van natuur (flora en fauna) op en rondom de duinen en natuurstranden, waar de zee, flora en fauna vrij spel en ruimte hebben. |
||
Aantal geconstateerde gevallen van illegaal hout sprokkelen ten opzichte van voorgaand jaar (afname) |
||
Aantal geconstateerde gevallen van illegale jacht (0) |
Zie Jaarplan Provincie 2025.
7.4 Soortenbescherming
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Soortenbescherming |
Flora en fauna wordt niet beschadigd |
Percentage instandhoudingsdoelen dat voldoet aan N2000-beheerplannen (100%) |
Aantal geconstateerde gevallen van (illegale) stroperij ten opzichte van voorgaand jaar (afname) |
Bij een (meervoudige) vergunningaanvraag voeren we een Quickscan flora en fauna uit i.h.k.v. de Omgevingswet (voorheen Wet natuurbescherming). Dit is inclusief soortbescherming. Indien nodig vragen we de initiatiefnemer om extra gegevens aan te leveren en/of we verwijzen de initiatiefnemer door naar de Provincie voor het aanvragen van de benodigde ontheffingen.
Zie verder Jaarplan Provincie 2025.
7.5 Kappen van bomen/houtopstanden
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Lokale prioriteit 1. Vastleggen van waardevolle groenstructuur en de waardevolle (particuliere en gemeentelijke) bomen. |
We houden vinger aan de pols bij beeldbepalende en waardevolle, particuliere houto Tegen geconstateerde illegale houtkap treden we op.pstanden. |
Binnen Veere is er een waardevolle bomenlijst: deze moet geactualiseerd worden. Daarnaast verlenen we kapvergunningen en zien we toe op illegale houtkap. Dit doen de Inspecteurs groene wetten van de RUD en boa’s van Zeeuws Landschap / Staatsbosbeheer en onze eigen boa’s.
Indien nodig treden zij hier tegen op.
Zie verder Jaarplan Provincie 2025.
7.6 Borgen van middelen en kwaliteit thema Natuur
Subdoel |
Uren |
Middelen |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Benodigd |
Beschikbaar |
|
Natuurbrandrisico |
VRZ/ZL/SBB |
NVT |
NVT |
NVT |
Gebiedsbescherming/behoud natuurwaarden |
Provincie/RUD |
NVT |
NVT |
NVT |
Soortenbescherming |
Niet gespecificeerd |
NVT |
NVT |
NVT |
Kappen bomen/houtopstanden (controles) |
Piepsysteem |
Piepsysteem |
NVT |
NVT |
Kappen (kapvergunningen) |
Niet gespecificeerd |
NVT |
NVT |
De benodigde inzet vanuit de gemeente is niet direct inzichtelijk, omdat de enige controles vanuit de gemeente (kappen) gaan op een piepsysteem. Vergunningen worden verleend op basis van aanvragen, die zijn niet van te voren in te schatten. Andere zaken worden uitgevoerd door de partners: Zeeuws landschap (ZL), Staatsbosbeheer (SBB), Provincie en RUD (Groene wetten).
Inzet van opzichters en medewerkers Groen bij de afdeling Openbare Ruimte (Opru)-
Bij onze eigen afdeling Openbare Ruimte (Opru) hebben we ook toezichthouders en medewerkers in de buitendienst werkzaam. Deze toezichthouders zien vooral toe op de door uitvoering van de door henzelf uitgevoerde werkzaamheden (dit zijn projecten binnen Opru zelf). Deze mensen zijn veel buiten en daarmee constateren zij dus ook zaken. Het is daarom de moeite waard om na te gaan hoe we binnen VTH beter gebruik kunnen maken van de collega’s bij Opru. Daarom gaan we binnenkort in gesprek met de afdeling Opru om af te stemmen of - en in hoeverre - de waarnemingen van de medewerkers in de buitendienst meegenomen kunnen worden in toezicht en handhaving aangaande de omgevingswet (bouwen en milieu), de APV en/of de handhaving van natuurwetgeving.
Hoofdstuk 8. Leefbaarheid
8.1 Leefbaarheidsbeleid gemeente Veere
In de omgevingsvisie van Veere staat een ‘betere balans tussen leefbaarheid (voor inwoners) en toerisme als speerpunt opgenomen. Toerisme kan op verschillende manieren een negatieve impact hebben op de leefbaarheid binnen kernen. Denk bijvoorbeeld aan overlast van verkeer, parkeeroverlast, geluidsoverlast van evenementen en/of stemgeluid en Illegale (dag)recreatie: (dag)toeristen. De impact van het toerisme op onze gemeente is onderzocht in de integrale analyse “Leefbaarheid en toerisme’. Deze analyse is opgevolgd door het Programma Toerisme; wat stelt dat toerisme extra druk op de gemeente legt. Bezoekers maken immers gebruik van dezelfde fysieke leefomgeving en voorzieningen als de inwoners. In het hoogseizoen, dat steeds langer duurt, verblijven er 4 à 5 keer zoveel mensen in de gemeente als dat er inwoners wonen. Deze piek zorgt voor overlast, onder andere op het gebied van ervaren drukte, verkeersoverlast op de wegen en parkeerproblemen in meerdere kernen. In dit programma is er onder andere voor gekozen om Toerisme waarde toe te laten voegen aan de leefbaarheid, landschap en natuur van de gemeente Veere.
Deze keuzes zijn verder uitgewerkt en gedefinieerd in het ontwikkelkader verblijfsrecreatie – en accommodaties. Het ontwikkelkader formuleert mogelijkheden voor toetsing (in de vorm van een mengpaneel), welke handvatten biedt om grip te houden op groei in de toeristische sector. Hiermee wordt groei binnen de toeristische sector significant ingeperkt. Groei is in principe niet toegestaan, tenzij er wordt voldaan aan de uitvoering van maatregelen die waarde toevoegen aan het landschap en/of de leefbaarheid in Veere. De mogelijkheden en maatregelen worden uitgewerkt in een mengpaneel. Het ontwikkelkader wordt begin 2025 onder voorbehoud van de ingediende amendementen vastgesteld. Daarna volgt de uitwerking van een onderliggend uitvoeringsplan. De consequenties voor uitvoering van het ontwikkelkader voor VTH zijn momenteel nog niet inzichtelijk. Zodra deze in beeld zijn, verwerken wij deze in het VTH uitvoeringsplan 2026 en houden we hiermee rekening binnen onze planning en capaciteit.
Leefbaarheid maakt daarnaast ook onderdeel uit van ons Walchers Integraal Veiligheidsbeleid 2023-2026 (versie Veere), waarin staat dat veiligheid en leefbaarheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn van burgers en inwoners. Naast de politie is de gemeentelijke handhaving (buitengewoon opsporingsambtenaren (boa) en/of toezichthouders) een belangrijk instrument om leefbaarheid en veiligheid te bevorderen. De gemeente is werkgever van deze handhavers. Ook de regie op de operationele inzet van de gemeentelijke handhavers vindt plaats vanuit het gemeentehuis. Bovendien heeft de burgemeester als lid van diverse overlegsituaties invloed op de uitvoering en de voortgang van (integraal) veiligheidsbeleid binnen de regio.
8.2 De rol van de boa in handhaving leefbaarheid
Buitengewoon opsporingsambtenaren zijn de ogen en oren van de gemeente op straat en tevens het eerste aanspreekpunt voor bewoners, bezoekers, ondernemers én de jeugd van de gemeente Veere. De taken van de boa bestaan onder andere uit handhaving van de Algemene Plaatselijke Verordening Veere (APV) en de Verordening fysieke leefomgeving Veere 2024, gebiedsgericht toezicht (inclusief Handhaving Wet Mulder) en hulpverlening bij diverse incidenten. Daarnaast steken ze ook veel tijd in preventie en samenwerking met de politie en geven zij opvolging aan meldingen via het OC (Operationeel Centrum). De boa’s kennen het grondgebied van Veere goed en weten daardoor als geen ander wat er onder de bevolking speelt.
8.3 Regionale en lokale prioriteiten
In de volgende paragrafen is voor de regionale en lokale prioriteiten uitgewerkt wat het beoogde maatschappelijk effect is en welke VTH instrumenten we inzetten om enkele van de regionale en lokale leefbaarheidsdoelen te bereiken.
Veilige evenementen en seizoensmarkten
Evenementen in Veere moeten bij de organisatie voldoen aan de regels uit het Evenementenbeleid. Deze regels worden getoetst bij de aanvraag. Het huidige Evenementenbeleid stamt uit 2016 en is toe aan een herziening, die past bij de huidige doelstellingen van het college. De afdeling dienstverlening streeft er daarom naar om op termijn het evenementenbeleid te herzien.
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Veilige Evenementen (inclusief seizoensmarkten) |
Zeeuwse evenementen zijn veilig en duurzaam georganiseerd en voldoen aan de geldende normen in de evenementenvergunning. Bij seizoensmarkten slepen we fout geparkeerde voertuigen weg |
Aantal ernstige incidenten tijdens evenementen (0) |
Directe en indirecte CO2-uitstoot van evenementen (afname) |
||
Ontwikkeling van klachten/meldingen t.o.v. eerdere edities (suggestie: -50%) |
We houden toezicht op evenementenvergunningen; we controleren alleen actief op de voorschriften in de vergunningen van de grootste evenementen. Onze boa’s zijn hierbij zichtbaar aanwezig en treden op waar nodig. Bij seizoensmarkten zijn onze boa’s ook zichtbaar aanwezig, zorgen voor een veilig verloop en voor uitvoering van de wegsleepregeling, indien nodig.
(Illegale) recreatie veilige (verantwoorde) horeca
Vooral in het zomerseizoen is het erg druk in onze gemeente en hebben de toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren hun handen vol aan het reageren op alle signalen van overlast. Tijdens het zomerseizoen controleren we op illegaal kamperen en op overstand bij minicampings. Op het strand controleren we ook, evenals rondom het Veerse Meer. Bij de laatstgenoemde trekken we gezamenlijk op met andere gemeenten en controlerende instanties. Tevens handhaven we op “het betreden van verboden gebied”, bijvoorbeeld op de stranden en in de duinen. Voor veilige horeca hebben onze boa’s een rol in de handhaving van exploitatievergunningen, voeren we controles uit op sluitingstijden en zien we toe op de naleving van de Alcoholwet.
Veilige stranden en veilige kernen
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Illegale recreatie |
Geen illegale overnachtingen (in natuurgebieden, op parkeerplaatsen etc.). |
Aantal geconstateerde illegale overnachtingen (streefwaarde te bepalen per bevoegd gezag) |
Lokale Prioriteiten |
||
Veilig strandbezoek Leefbare en schone stranden |
Naleving Strandbepalingen / verbodsbepaling APV (strand) Veilige afloop van de stranden Geen (zwerf) afval Geen overlast honden en paardenpoep |
Nog bepalen |
Veilige en verantwoorde horeca |
Naleving openingstijden en naleving alcoholwetvergunning. |
Nog bepalen |
Veilige en verantwoorde kernen |
1.Overlast hangjeugd in zomerseizoen tegengaan. 2.Binding houden met de lokale jeugd |
Toezicht op de stranden-
Voor veilige stranden handhaven we in principe op verbodsbepalingen uit de APV gemeente Veere en op eventuele bepalingen uit het strandbeleid van Veere. Op de stranden hebben de strandwachten van Stichting Strand exploitatie Veere (SSV) de voornaamste rol als gastheer. Zij spreken bezoekers aan op ongewenst gedrag, maar hebben geen handhavende bevoegdheden. Bij excessen op het strand doet SSV een beroep op ondersteuning van de gemeentelijke boa. Deze gewenste ondersteuning is door gebrek aan capaciteit binnen ons eigen team van boa’s niet altijd gegarandeerd. Wel is er, via een opdracht richting SSV, extra strandbewaking gedurende 40 nachten in het zomerseizoen. Uitvoering van deze nachtbewaking geschiedt door een gecertificeerd bureau. Jaarlijks na het zomerseizoen moet voor 1 november een evaluatieverslag aan de gemeente worden voorgelegd over de uitgevoerde nachtbewaking.
Toezicht op horeca en illegale recreatie-
Voor toezicht op illegaal overnachten met campers en voor horecacontroles is toezicht in de avonduren nodig. Dit type toezicht voeren we nu beperkt uit; door gebrek aan capaciteit hebben we onvoldoende mankracht voor een dynamisch rooster gedurende het gehele toeristenseizoen. Ook is er nu lang niet altijd toezicht mogelijk op een veilige afloop van het strand, of voor hangjongeren die na het uitgaan verder gaan feesten op het strand. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid(s)(beleving) van inwoners en bezoekers van de gemeente Veere. Voor het verzorgen van jeugdbegeleiding en het geven van voorlichting op scholen hebben we twee boa’s werkzaam die een deel van hun taken uitvoeren als jeugd boa. Dit heeft een preventief effect of de jeugd.
8.4 Afvalinzameling particulieren
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Gescheiden afvalinzameling particulieren |
Particulieren bieden hun afval en grondstoffen op de juiste (gescheiden) wijze aan. |
Percentage verkeerd aangeboden afval en grondstoffen, op basis van steekproeven (<10%) |
Ontwikkeling van door afvalverwerkers afgekeurde dan wel ‘vervuilde’ partijen ingezameld huisvuil, PMD <15% , GFT < 5% en OPK <10%. Geen afkeuringen door verwerkende partij. |
||
Lokale prioriteit |
Subdoel |
|
Bijplaatsingen, Dumping afval |
Particulieren bieden afval en grondstoffen op juiste wijze aan. Er vinden geen dumpingen plaats. |
Het aantal dumpingen en bijplaatsingen <10 per jaar. |
Bedrijfsafval in huishoudelijke afval en grondstof stromen |
Bedrijven bieden afval en grondstoffen aan bij een erkende inzamelaar. |
Geen constatering van bedrijfsafval bij verwerkers. Het aantal meldingen <5 per jaar |
Voor toezicht op de afvalstoffenverordening werven we momenteel een boa met taakaccent afval, die de helft van de uren gaat besteden aan toezicht op afvalinzameling scheiden van afval door particulieren. Deze zal in eerste instantie worden ingezet in om het handhavingsproces binnen het aandachtsgebied afval, van constatering tot afhandeling, verder te beschrijven. Daarnaast zal deze samen gaan werken met de afvalcoach die controles doet en voorlichting geeft aan huis. De boa is tevens gerechtigd toezichthouder en zal analyses uitvoeren op beschikbare data, zodat afwijkend gedrag en/of misbruik van afval inzamel voorzieningen door inwoners kan worden vastgesteld. Hij werkt hiertoe samen met de toezichthouder milieu, indien nodig.
8.5 Borgen van middelen en kwaliteit thema Leefbaarheid
Subdoel |
Uren |
Aantal Controles / meldingen / Middelen |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Geraamd |
Uitgevoerd |
|
Controles Evenementenvergunning |
259 |
180 |
NB |
Jaarverslag |
Inzet seizoensmarkten |
120 |
35 |
||
Inzet dag surveillance (inclusief gebiedsgericht toezicht, hulpverlening en reageren op OC meldingen |
6463 |
5752 |
||
Extra surveillance (avonddienst) |
1400 |
700 |
||
Extra surveillance (nachtdienst) |
1400 |
0 |
||
Inzet Jeugd boa |
180 |
180 |
||
(Illegale) recreatie en controle minicampings |
248 |
51 |
Jaarverslag |
|
Horecacontroles (inclusief terrasvergunning) |
441 |
45 |
Jaarverslag |
|
Controles strandbepalingen |
100 |
50 |
||
Onveilig parkeren |
945 |
945 |
||
Totaal |
10738 |
9100 |
||
Toezicht op de afvalstoffenverordening |
||||
Gescheiden afvalinzameling particulieren (controles / voorlichting) |
300 |
0 |
transportmiddelen |
0 |
Bijplaatsingen, Dumping afval |
150 |
0 |
transportmiddelen |
0 |
Bedrijfsafval in huishoudelijke afval en grondstof stromen |
150 |
0 |
transportmiddelen |
0 |
Totaal |
600 |
700 |
||
Fiscaal toezicht |
||||
Toezicht betaald parkeren |
2688 |
2688 |
||
Technische voorzieningen parkeren |
1232 |
1232 |
||
Extra inhuur toezicht betaald parkeren Zomerperiode |
4904 |
4904 |
||
Totaal |
8824 |
8824 |
Toelichting inzet benodigde mensen en middelen-
Om de benodigde inzet te plegen voor de leefbaarheid in Veere gedurende het hele jaar, maar voornamelijk om een dynamisch te kunnen draaien rooster in het zomerseizoen is 10738 uur nodig. 9100 uur hebben we hiervan beschikbaar: dit zijn een kleine 7 fte boa’s. Een dynamisch rooster is nodig om gedurende het zomerseizoen ook na 17:00 uur zichtbaar aanwezig te zijn en voor het draaien van nachtdiensten. De huidige bezetting is te krap om tijdens het zomerseizoen voldoende boa-inzet te plegen op ieder moment van de dag.
Voor toezicht op de afvalstoffenverordening werven we momenteel een boa met taakaccent afval, die groot deel van zijn uren gaat besteden aan toezicht op afvalinzameling scheiden van afval door particulieren. Hoeveel uren dat precies zijn en wat erna nog overblijft voor overig toezicht is nog niet bekend. Voor fiscaal toezicht op betaald parkeren en onderhoud aan de parkeerautomaten hebben we 3920 uur structureel beschikbaar aan formatie. Deze capaciteit is niet genoeg voor in de zomerperiode. Tijdens het zomerseizoen huren we daarom extra capaciteit in voor fiscaal toezicht. Deze uren staan in de tabel afzonderlijk benoemd.
Hoofdstuk 9. Juridische handhaving VTH
9.1 Inleiding
Op de afdeling dienstverlening zijn meerdere juristen (VTH) werkzaam. In beginsel hielden deze medewerkers zich voornamelijk bezig met handhavingszaken die voortkwamen uit o.a. ambtshalve constateringen. Soms blijkt uit een controle door de toezichthouder dat een iemand zich niet (meteen) aan de geldende wet- en regelgeving houdt. In het VTH-Beleid Zeeland staan de uitgangspunten voor preventie, vergunningen-, toezicht-, sanctie en gedoogstrategieën beschreven. De voorkeur gaat uit naar het zelfstandig beëindigen van een overtreding door de overtreder zelf.
Zodra de toezichthouder een overtreding constateert, wordt er een (informerende) waarschuwingsbrief toegestuurd aan de overtreder. In deze brief wordt een hersteltermijn gegeven. Als dit niet leidt tot het beëindigen van de overtreding(en) volgt een handhavingsprocedure. In 2024 namen we circa 50 handhavingsbesluiten en legden we circa 35 lasten onder dwangsom en lasten onder bestuursdwang op. Eveneens vertegenwoordigen we het college bij de behandeling van 6 voorlopige voorzieningen, circa 50 bezwaarschriften, 20 beroepszaken en 10 hoger beroepszaken. De verwachting is dat deze aantallen in 2025 ongeveer gelijk zullen zijn.
9.2 Plan van aanpak juridische kwaliteit
Echter zijn door de verandering van wetgeving en andere trends en ontwikkelingen zijn de werkzaamheden van onze VTH juristen door de jaren heen behoorlijk veranderd: de juridisch adviseur dienstverlening besteedt nu onder andere veel tijd aan het uitvoeren van de juridische toets op te verlenen omgevingsvergunningen. Deze toets is in het kader van ons eigen interne plan van aanpak juridische kwaliteit en beoogt omgevingsvergunningen te voorzien van een draagkrachtige motivering, die stand kan houden in een eventuele juridische procedure. Door deze kwaliteit aan de voorkant goed te waarborgen beogen we uiteindelijk dat minder handhavingsverzoeken zullen worden ingediend en/of juridische procedures worden opgestart. Mocht er dan wel sprake zijn van een verzoek om handhaving, of een bezwaar-, beroep- of hoger beroepschrift tegen een omgevingsvergunning, dan is de kans groot dat het besluit een rechterlijke toets doorstaat.
In 2024 werden circa 230 juridische toetsen uitgevoerd op omgevingsvergunningen. De verwachting is dat dit in 2025 vergelijkbaar zal zijn. Dit legt dus logischerwijs een groot beslag op de capaciteit bij onze juristen.
9.3 Handhavingsverzoeken & juridische procedures
Daarnaast bereiden de juristen de besluiten op handhavingsverzoeken voor. Zo’n besluit neem je niet zomaar; daar gaat een zorgvuldige procedure aan vooraf. Deze bestaat uit de benodigde (interne) afstemming, het uitvoeren van de nodige controles door een toezichthouder en soms het advies van een externe deskundige (denk dan aan een meting van geluid, geur of licht, het laten toetsen van een constructie door een registerconstructeur). In sommige gevallen kan het zinvol zijn om eerst een mediation gesprek op te starten. Dit wordt ook door de juristen beoordeeld en zij voeren eveneens de gesprekken. Op basis van het geheel van feiten en omstandigheden adviseren de juristen het college van B&W over het te nemen besluit op het handhavingsverzoek.
We ontvangen jaarlijks zo’n 40 handhavingsverzoeken.
Onze juristen voeren daarnaast ook alle juridische procedures op bezwaarschriften, beroepschriften en hoger beroepschriften. Deze procedures komen voort uit: handhavingszaken (zoals een besluit op een verzoek om handhaving of een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom) en besluiten op aanvragen om een omgevingsvergunning te verkrijgen (denk dan bijvoorbeeld aan het verlenen van een omgevingsvergunning, het weigeren van een omgevingsvergunning of het buiten behandeling stellen van een vergunningsaanvraag. We hebben jaarlijks zo’n 46 bezwaarzaken, 40 beroepszaken en 20 hoger beroepszaken. De tijd die hieraan besteed wordt is vooraf niet in te schatten. Dit hangt namelijk volledig af van de aard, omvang en complexiteit van de zaak.
Verzoeken Wet open overheid (WOO)-
Tot slot besteden de juristen veel tijd aan de coördinatie en afwikkeling van WOO-verzoeken. De benodigde tijd hiervoor is tevens lastig in te schatten, omdat de aantallen verzoeken en de omvang van de verzoeken op voorhand niet bekend zijn. We werken eraan om een deel van deze werkzaamheden, waaronder het anonimiseren, te beleggen bij de administratief medewerkers.
9.4 Borgen van middelen en kwaliteit thema Juridische handhaving (VTH)
Taak: |
Uren |
Zaken in 2025 |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Verwacht |
||
Handhavingstrajecten (Zeeuws VTH beleid) |
Komt in Benchmark |
Onbekend |
||
Juridische toets vergunningverlening |
Komt in Benchmark |
200 |
||
Handhavingsverzoeken |
Komt in Benchmark |
45 |
||
Juridische procedures (Bezwaar/beroep/hoger beroep) |
Komt in Benchmark |
126 |
||
WOO verzoeken |
Komt in Benchmark |
Onbekend |
||
Totaal |
4046 uur |
Voor bestuursrechtelijke (juridische) handhaving Bouw/RO/milieu (vergunningverlening en toezicht & handhaving) hebben we in ieder geval de volgende inzet beschikbaar: 3920 uur. Op basis van de huidige ontwikkelingen en voorliggende werkzaamheden is dit onvoldoende voor de (juridische) advisering voor VTH in 2025. Daarom liggen de prioriteiten voorlopig bij:
- •
Het afhandelen van verzoeken om handhaving;
- •
Het doen van een juridische toets op de motivering van omgevingsvergunningen;
- •
De vertegenwoordiging van het college in bezwaar (verweer, zitting, het nemen van een besluit op het bezwaarschrift);
- •
De vertegenwoordiging van het college in beroep (verweer, zitting, uitvoering geven aan de uitspraak van de rechtbank;
- •
De vertegenwoordiging van het college in hoger beroep (verweer, zitting, uitvoering geven aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State).
Met deze prioritering komen we (veel) minder toe aan:
- •
Handhavingstrajecten voor de taakgebieden bouwen, milieu, andere vormen van gebruik in strijd met het planologisch regime dan woninggebruik, overtredingen van de APV en de Vfl en andere bijzondere wetten (Alcoholwet, exploitatievergunningen, terrasvergunningen en Bibob).
- •
Handhavingsmeldingen;
- •
Minnelijke gesprekken.
Hiermee voldoende we dus niet geheel aan de eisen voor handhaving uit het Zeeuwse VTH beleid.
Om de werklast en de benodigde capaciteit bij de VTH juristen in kaart te brengen vindt er momenteel een benchmark onderzoek plaats op deze afdeling; op basis van de uitkomsten hiervan doen we een gerichte uitvraag voor capaciteit doen voor 2026. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Wel hebben we alvast rekening gehouden met een uitbreiding van 1 fte juridische capaciteit binnen DV, bij het financieel perspectief 2026.
Hoofdstuk 10. VTH beleidssamenwerking, Casemanagement en bijzondere wetten
10.1 Zeeuws VTH beleid- en uitvoering
Vanuit Veere nemen we deel aan het Zeeuwse VTH samenwerkingsverband. We hebben een vastgesteld Zeeuws VTH beleid en zijn vertegenwoordigd in diverse regionale overleggen. Ook nemen we deel aan de Gemeenschappelijke Regeling van de RUD Zeeland. De RUD sturen we aan middels het instrument accounthoudersschap. Daarnaast moeten we voldoen aan de eisen van het IBT (Interbestuurlijk Toezicht) van de Provincie. Hiervoor werken we jaarrond aan een prioriteitenstelling voor VTH, welke we vertalen naar de benodigde capaciteit en middelen. Deze nemen we mee in de begrotingscyclus. Dit alles komt in het jaarlijkse uitvoeringsplan VTH te staan. Daarnaast rapporteren we over de uitgevoerde werkzaamheden in het Jaarverslag. Deze producten leveren we tijdig en volledig aan bij het IBT.
10.2 Regionale samenwerking en uitwisseling van expertise
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
Beleidsafstemming |
1.Zeeuwse VTH-partners zorgen voor een eenduidige uitvoering van VTH-taken |
|
2.De deelnemers zorgen voor een gezamenlijke aansturing van de GR RUD Zeeland |
Percentage VTH-partners dat de afspraken uit het VTH-beleid volledig toepast (tenminste 80%) |
|
Uitwisseling expertise en informatie |
Expertise wordt uitgewisseld zodat niet iedereen het wiel hoeft uit te vinden. |
Percentage gemeenten dat deelneemt in tenminste een VTH-samenwerkingsactiviteit (100%) |
Lokale prioriteit |
||
Voldoen aan de eisen van het regionale IBT |
Jaarlijkse vaststellen VTH uitvoeringsplan en jaarverslag |
Tijdige aanlevering IBT |
10.3 Casemanagement toezicht en handhaving
Casemanagement is een belangrijk instrument voor integrale afstemming binnen VTH. Het protocol casemanagement is hiervoor vanuit de provincie Zeeland opgesteld en door het college vastgesteld in december 2023: in het bijbehorende BW advies is meegedeeld dat uitvoering van het protocol een extra beslag kan leggen op de capaciteit en dat hiermee rekening gehouden moet worden. Het protocol casemanagement VTH omschrijft wat een casemanager is en hoe hij/zij (samen)werkt. Maar daarmee zijn we er niet. In het protocol is namelijk niet uitgewerkt hoe iedere partij vervolgens het casemanagement binnen de eigen organisatie moet inrichten. Dit wisselt per organisatie en het staat iedere organisatie vrij om dit zelf te organiseren, zolang hierbij maar voldaan wordt aan de Zeeuwse uitgangspunten van ‘casemanagement’.
Bij vergunningverlening hebben we momenteel twee casusregisseurs werkzaam. Het functioneren hiervan moet eerdaags geëvalueerd worden. De werking van en/of ervaringen met intaketafels moeten we hierbij ook nagaan.
Binnen Veere moet casemanagement voor T&H geborgd worden. Dit hoeft geen vaste functie te zijn: een complexe casus kan namelijk starten vanuit verschillende deelgebieden. Het is daarom belangrijk dat meerdere medewerkers zich dit proces eigen maken en tijd vrij kunnen maken om in hun werk uitvoering te geven aan casemanagement indien een complexe zaak daartoe aanleiding biedt. Momenteel hebben de medewerkers hiervoor niet de benodigde uren voor beschikbaar. Tevens is er geen proces met uitgangspunten hiervoor.
10.4 Bijzondere wetten (APV en uitvoeringsbeleid):
Binnen vergunningverlening valt ook de uitvoering van bijzondere wetten. Om deze wetten goed uit te voeren is regelgeving nodig; in de vorm van verordeningen, beleid, of beleidsregel. Uit onderzoek is gebleken dat de benodigde stukken hiervoor (sterk) verouderd zijn en daarom een update nodig hebben. Sommige beleidsstukken moeten worden herschreven. Het betreft de volgende beleidsstukken:
- •
Beleidsregel artikel 35 Alcoholwet ontheffing zwak alcohol (voor het schenken van alcohol tijdens evenementen en activiteiten: deze heeft een update nodig.
- •
Beleidsregel artikel 4 Alcoholwet (i.v.m. bepaalde activiteiten in paracommerciële horecabedrijven (sportkantines etc). Dit is een nieuwe beleidsregel.
- •
Terrassenbeleid: deze heeft een update nodig.
- •
Evenementenbeleid gemeente Veere: stamt uit 2016 en heeft een update nodig die past bij de doelstellingen van het huidige college.
- •
Standplaatsenbeleid: de laatste versie is uit 1999 en heeft dus een update nodig.
- •
WKB Beleid: is vastgesteld in 2024, maar moet jaarlijks geëvalueerd worden.
Daarnaast wijzigen we jaarlijks onze APV: dit is nodig voor gebiedsgerichte toezicht en handhaving. Onze externe toezichtspartners zijn hierin afhankelijk van wat wij in onze APV opnemen. Zij dragen hiervoor ook verzoeken aan.
Momenteel is het binnen Veere zo bepaald dat de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) beleid maakt en dat de afdeling Dienstverlening (DV) dit uitvoert. Het benodigde beleid (en verordeningen) voor de uitvoering van vergunningverlening en bijzondere wetten is echter sterk uitvoeringsgericht. De hiervoor benodigde kennis is niet altijd beschikbaar bij de afdeling RO. Dit leidt er in de praktijk toe dat niet alle vereiste beleidsstukken tijdig kunnen worden herzien. Vergunningen worden daardoor nu deels gebaseerd op verouderd beleid. Dit zorgt voor knelpunten in de uitvoeringspraktijk.
10.5 Borgen van middelen en kwaliteit thema Samenwerking
Subdoel |
Uren |
Middelen |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Benodigd |
Beschikbaar |
|
Beleidsafstemming extern (accounthouderschap RUD / regionale samenwerking VTH en uitwisseling kennis en expertise) |
990 |
745 |
NVT |
|
Beleidsafstemming intern (VTH jaarplannen en jaarverslagen etc) |
700 |
195 |
Training beleidsmedewerker VTH |
Uit opleidingsbudget |
Casemanagement (uitrollen en uitvoeren) |
300 |
0 |
||
Bijzondere wetten en uitvoeringsbeleid |
? |
0 |
||
Totaal |
1990 |
940 |
- |
Voor het voldoen aan de procescriteria van de regionale beleidscyclus komen we uren tekort voor het opstellen van de jaarplannen en jaarverslagen en de inpassing hiervan in de begrotingscyclus.
Momenteel zijn er geen uren beschikbaar onder de medewerkers om verder vorm te geven aan casemanagement. Om hier verder vorm aan te geven, moeten daarom uren beschikbaar worden gesteld. Ook zijn er geen, of beperkte uren beschikbaar voor uitvoeringsbeleid. Momenteel blijven deze stukken daarom liggen, of wordt een dergelijke opdracht uitbesteed aan een extern bureau. Dit is een eenmalige oplossing en draagt niet bij aan kennisborging. Daarom verdient het de aanbeveling om hiervoor structureel uren beschikbaar te stellen.
Hoofdstuk 11. Ontwikkelingen en risico’s
In 2024 maakten we kennis met de Omgevingswet en alles wat daarmee samenhangt. Ondanks dat we ons als gemeente hierop hebben voorbereid, komt er juist na de invoer veel op ons af. Daarnaast spelen er ontzettend veel regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van IBP-VTH. Dit alles leidt tot voortschrijdend inzicht, wat geborgd moet worden in de lopende processen, procedures en plannen. Het is daarom zaak om dit goed inzichtelijk te hebben en speelruimte te behouden in de begroting en uitvoeringsplannen.
In onderstaand schema staan enkele risico’s met de bijbehorende gevolgen en mogelijke maatregelen uitgewerkt. Dit schema kan input bieden voor een soort knelpuntenanalyse, om de voortgang bij te houden.
Risico |
Uitleg / Gevolg |
Strategie/beheersmaatregel |
De huidige doelen zijn nog niet SMART geformuleerd. |
Per prioriteit is het de bedoeling dat het bevoegd gezag streefwaarden stelt. Deze bieden input voor het ramen van de benodigde capaciteit. Tevens kunnen VTH taken hierop gericht gepland en geëvalueerd/bijgesteld worden. Het huidige plan is meer een weergave van de huidige situatie. We hebben hierin dus nog een slag te slaan voor 2026. |
|
In 2025 is de begroting niet toereiken om alle wettelijke taken uit te voeren |
Dit plan is uitgewerkt toen de begroting 2025 al gedicht was. Dat betekent dat we in 2025 niet alle wettelijke VTH taken kunnen uitvoeren. |
|
We kunnen de vereiste kwaliteit niet leveren. |
We voldoen na doorlichting mogelijk niet aan de kwaliteitscriteria 3.0 en hebben geen formatieruimte om hierin op te schalen. |
|
Hoofdstuk 12 . Eindconclusie
Onderstaande tabel biedt inzicht in de benodigde en beschikbare hoeveelheid uren en middelen per thema:
Thema |
Uren |
Middelen |
||
Benodigd |
Beschikbaar |
Benodigd |
Beschikbaar |
|
Bouwwerken/Bouwen/ |
||||
Asbest/Erfgoed |
2647 |
1400 |
||
Bibob toetsing |
- |
- |
||
Tweede woningen |
8064 |
|||
8064 |
||||
Milieu div |
2648 |
1400 |
||
Water |
70 |
70 |
||
Natuur/Groen |
- |
- |
||
Leefbaarheid |
20.162 |
18.624 |
||
Juridische handhaving VTH |
5446 |
4046 |
||
Samenwerking (en VTH beleid) |
1990 |
940 |
||
Totaal |
40.957 |
34.544 |
Op het moment komen we uren tekort op de onderdelen Bouwtoezicht, milieutoezicht, leefbaarheid (inzet boa’s), het voldoen aan de procescriteria in de regionale beleidscyclus en voor juridische handhaving VTH. De benodigde uren voeren we naar urgentie op voor het financieel perspectief 2026. Voor 2025 moeten we het doen met de beschikbare uren en middelen. Hiervoor staat per hoofdstuk zo specifiek mogelijk uitgewerkt hoe we de beschikbare uren gericht inzetten om onze doelen in 2025 te bereiken.
Ondertekening
Bijlage A: Schematische weergave Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht
Figuur 1: De interventiematrix uit de LHSO, figuur 1
4. Aanzienlijk en/of onom- keerbaar |
A4 |
B4 |
C4 |
D4 |
3. Van belang |
A3 |
B3 |
C3 |
D3 |
2. Beperkt |
A2 |
B2 |
C2 |
D2 |
1. Vrijwel nihil |
A1 |
B1 |
C1 |
D1 |
[gevolgen ↑/ overtreder →] |
A Goedwillend |
B. Onverschillig |
C. Calculerend |
D. Notoir/crimineel |
Bijlage B: Overzicht overleggen toezicht en handhaving
Naam |
discipline |
Vergader frequentie |
Deelnemers |
Voorzitterschap |
Opmerkingen/doel van de vergadering |
Afdelingsoverleg |
Alle |
1x per maand |
Intern Afdeling Dienstverlening |
Afdelingshoofd afdeling Dienstverlening |
Algemene informatie afstemmen |
Clusteroverleg |
Alle |
4 x per jaar |
Intern Cluster Toezicht en Handhaving Beleidsmedewerker(s) Jurist(en) |
Coördinator cluster Toezicht en Handhaving |
Algemene informatie afstemmen |
Coördinatieoverleg |
Alle |
1x per week |
Intern Afdelingshoofd en coördinatoren cluster Toezicht en Handhaving |
Afdelingshoofd Dienstverlening |
Afstemmen personeel en organisatie |
Handhavingsoverleg |
Alle |
1x per 2 weken |
Intern Coördinator cluster Toezicht en Handhaving Beleidsmedewerker(s) bouwen en RO Toezichthouder bouwen Juristen |
Coördinator cluster Toezicht en Handhaving |
Afstemmen handhavingszaken |
Lokaal Handhavings Overleg |
Alle |
4 x per jaar |
Waterschap Gemeente Provincie Regionale Uitvoeringsdienst Politie Algemene inspectiedienst Staatsbosbeheer |
Gemeente Coördinator cluster Toezicht en Handhaving |
Informeren over en afstemmen handhavingstrajecten op dossierniveau |
Teamdriehoek |
Alle |
6x per jaar |
Openbaar ministerie Politie Gemeente Veere Gemeente Middelburg Gemeente Vlissingen |
Burgemeester |
Opstellen uitvoeringsprogramma handhaving Samenwerking en afstemming Behandeling actuele vraagstukken |
Veiligheidsoverleg |
Alle |
1x per 2 weken |
Burgemeester Politie Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid Coördinator handhaving |
Burgemeester |
Bespreken actualiteiten Afstemmen openbare orde en veiligheid op casusniveau |
Diverse overleggen Regionale Uitvoerings Dienst Zeeland |
Alle |
Diversen |
Diversen |
Diversen |
Diverse overleggen op bestuurlijk en ambtelijk niveau Gericht op afstemming van beleid en uitvoering |
Diverse overleggen Veiligheidsregio Zeeland |
Alle |
Diversen |
Diversen |
Diversen |
Diverse overleggen op bestuurlijk en ambtelijk niveau Gericht op afstemming van beleid en uitvoering |
Ambtelijk Overleg Omgevingsrecht (AOOR) |
Alle |
Halfjaarlijks |
Alle bevoegde gezagen: provincie, gemeenten, waterschap VTH-partners: RUD Zeeland, DCMR, RWS, terreinbeherende organisaties, politie, OM, Veiligheidsregio Zeeland |
? |
Voorbereiding BOOR |
Bestuurlijk Overleg Omgevingsrecht (BOOR) |
Alle |
Halfjaarlijks |
Alle bevoegde gezagen: provincie, gemeenten, waterschap VTH-partners: RWS, terrein beherende organisaties, politie, OM |
? |
Principe-afspraken over het gezamenlijk VTH-beleid en de uitvoering daarvan, die vervolgens binnen elke deelnemende organisatie afzonderlijk moeten worden vastgesteld |
Bijlage C: Indeling bouwprojecten
De indeling van de bouwprojecten vindt plaats naar het hoofdgebruik van het bouwproject en bouwsom zonder BTW.
Wonen:
Kenmerk van deze categorie bouwprojecten is dat er in de gebouwen gewoond en overnacht wordt.
Voorbeelden: woningen logiesverblijven
Bepalende gebruiksfuncties: woonfunctie, logiesfunctie
wonen cat.I dakkapel
wonen cat.I <€100.000 eenvoudig
wonen cat.I <€100.000 complex
wonen cat.II €100.000-1.000.000
wonen cat.III >€1.000.000
Publiek:
Kenmerken van deze categorie bouwprojecten is dat de gebouwen publiektoegankelijk zijn en dat er zich (grote) hoeveelheden mensen in kunnen bevinden.
Voorbeelden: publieksgebouwen, scholen, sportfaciliteiten, winkels, uitgaansgelegenheden etc.
Bepalende gebruiksfuncties: bijeenkomstfunctie, gezondheidszorgfunctie, onderwijsfunctie, sportfunctie, winkelfunctie
publiek cat.I <€100.000
publiek cat.II €100.000-1.000.000
publiek cat.III >€1.000.000
Bedrijf:
Kenmerkend aan deze categorie bouwprojecten is dat er in deze gebouwen alleen gewerkt wordt (geen overnachting).
Voorbeelden: kantoren, bedrijfscomplexen
Bepalende gebruiksfuncties: kantoorfunctie, industriefunctie
bedrijf cat.I <€100.000
bedrijf cat.II €100.000-1.000.000
bedrijf cat.III >€1.000.000
Overig:
Dit is een restcategorie.
Voorbeelden: kassenbouw, infrastructuur, civiele kunstwerken
Bepalende gebruiksfuncties: overige gebruiksfuncties, bouwwerk geen gebouw zijnde
Controle omgevingsvergunning bouwen overig cat.I+II+III
Bijlage D: Indeling objecten gebruiksbesluit brandveiligheid
Bijlage E: Indeling milieubedrijven en overige mba’s (hobbymatig, tijdelijk, Bodem)
Voeg hier eventueel de indeling van betreffend bevoegd gezag toe.
Voor taken van de RUD geldt de hieronder weergegeven indeling. In SquitXO zijn de circa 8700 inrichtingen opgenomen die tot het werkgebied van RUD Zeeland behoren. Deze inrichtingen worden ingedeeld in 4 risico categorieën:
1. Hoog risico
2. Medium risico
3. Beperkt risico
4. Verwaarloosbaar risico
Dit gebeurt op basis van een risicoanalyse op brancheniveau en per milieuthema. Per branche zijn scores gegeven per milieudoel (geluid, lucht, veiligheid, etc). De risicocategorie bepaalt de controlefrequentie en mede het soort controle-instrument (zoals bijvoorbeeld zelfcontrole of integrale controle) wat kan worden ingezet. Er wordt gewerkt met een 38- tal branches. Bijvoorbeeld de branche Akkerbouw, Op- en overslag gevaarlijke stoffen, Bouwnijverheid, Houden van dieren, Raffinaderijen etc. Branches zijn samengestelde groepen van bedrijven op basis van SBI-codes, bijvoorbeeld de branche motorvoertuigenhandel- en herstelinrichtingen omvat garages, showrooms, autospuiterijen, etc. De basis wordt gevormd door de hoofdactiviteit.
Er wordt gewerkt met branches, omdat het voor een meerjarenaanpak ondoenlijk is om voor 8700 bedrijven individueel te scoren. Er is altijd discussie mogelijk over de wijze van indelen en er is ook geen absolute waarheid hierin. Het is op basis van gezond verstand en gaat erom tot een zo logisch mogelijke indeling te komen. Vooralsnog is gekozen om de indeling die DCMR aanhoudt te volgen. Voordelen van de DCMR-systematiek zijn:
- •
Alle bedrijven, van eenvoudig tot complex, passen binnen deze methodiek. - Elementen van huidige Zeeuwse methodieken komen erin terug;
- •
Risicoanalyse is reeds beschikbaar.
In onderstaande tabel is de risico-indeling per branche weergegeven:
Branchecluster |
Risicocategorie |
Aantal bedrijven |
Afval(water)beheer |
Medium |
|
Akkerbouw |
Beperkt |
|
Autodemontagebedrijven |
Medium |
|
Bouwnijverheid |
Beperkt |
|
Chemie |
Hoog |
|
Chemische wasserijen |
Medium |
|
Droge bulk |
Medium |
|
Emplacementen (spoor) |
Hoog |
|
Energiebedrijven |
Hoog |
|
Energiedistributie en waterhuishouding |
Beperkt |
|
Glastuinbouw |
Beperkt |
|
Glasproductie en -bewerking |
Medium |
|
Grafische activiteiten |
Beperkt |
|
Groot- en detailhandel |
Verwaarloosbaar |
|
Horeca |
Beperkt |
|
Houden van dieren |
Medium |
|
Hout-/meubelindustrie |
Beperkt |
|
Industrie |
Beperkt |
|
Installaties |
Beperkt |
|
Metaalelectrobedrijven |
Medium |
|
Motorvoertuigenhandel en -herstelinrichtingen |
Medium |
|
Onderwijs |
Verwaarloosbaar |
|
Op- en overslag (tank) |
Hoog |
|
Op- en overslag gevaarlijke stoffen |
Hoog |
|
Overige dienstverlening |
Beperkt |
|
Overige op- en overslag |
Beperkt |
|
Raffinaderijen |
Hoog |
|
Rubber- en kunststofindustrie |
Medium |
|
Scheepswerven |
Medium |
|
Sport en recreatie |
Beperkt |
|
Tankstations |
Hoog |
|
Textielbedrijven |
Beperkt |
|
Vlees- en visverwerkende industrie |
Beperkt |
|
Voedingsmiddelenindustrie |
Beperkt |
|
Vuurwerk |
Medium |
|
Zorg |
Beperkt |
|
Windmolens |
Beperkt |
|
Propaantanks particulieren |
Beperkt |
Bijlage F: Indeling evenementen
Categorie |
Kenmerken |
Voorbeelden |
|
|
Hieronder kunnen vallen o.a. intocht Sinterklaas, buurtfeestjes etc. |
B. Middelgroot evenement |
|
Tot deze categorie worden onder meer gerekend dorpsfeesten, braderieën. |
|
|
Tot deze categorie worden onder meer gerekend de Kustmarathon Zeeland en een doortocht van de Tour de France |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl