Beleidsregels briefadres Peel en Maas

Geldend van 04-07-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels briefadres Peel en Maas

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.45, 2.47 en 2.52 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), de artikelen 4:5, en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van Binnenlandse Zaken van 18 oktober 2016.

Overwegende dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadressen in de BRP.

BESLUITEN:

Vast te stellen: Beleidsregels briefadres Peel en Maas.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Alleenstaande ouder:

      • i.

        een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap;

      • ii.

        een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd;

      • iii.

        een gehuwd ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of

      • iv.

        een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

    • b.

      Briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP).

    • c.

      Briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of een door het college van burgemeester en wethouder aangewezen rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP).

    • d.

      Briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt

    • e.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas.

    • f.

      Gezinshuishouden:

      • i.

        twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren)

      • ii.

        twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren)

      • iii.

        een alleenstaande ouder met kind(eren).

    • g.

      Dakloze: iemand zonder vaste verblijfplaats en iemand die op straat leeft.

    • h.

      Thuislozen: iemand die geen thuis heeft.

    • i.

      Wet : Wet basisregistratie personen (Wet BRP)

    • j.

      Woonadres, conform wet BRP artikel lid 1.1, sub o:

      • i.

        het adres waar betrokkene woont (waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft)

      • ii.

        indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten

      • iii.

        het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder b, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregel gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      het wonen in een tijdelijke onderkomen zonder vaste stand- of ligplaats in Nederland;

    • d.

      uitoefening van een ambulant beroep;

    • e.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

    • f.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • g.

      langdurig vermiste personen.

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP, zoals

    • a.

      instellingen voor gezondheidszorg;

    • b.

      instellingen op het gebied van kinderbescherming;

    • c.

      penitentiaire instellingen.

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is, conform artikel 2.41 van de wet.

  • 5.

    het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij inzet of voorzetting van hulpverlening noodzakelijk is, onder voorwaarde dat:

    • a.

      er sprake is van één of meer sociaal maatschappelijke problemen;

    • b.

      de maatwerkoplossing er op gericht is om de persoon de kans te geven zijn leven “weer op de rit te krijgen”;

    • c.

      de persoon instemt met of al voldoet aan de voorwaarde van het hulpverleningstraject.

Artikel 3 Voorwaarden aangifte briefadres

  • 1. De aangifte wordt (desgevraagd persoonlijk) gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2. Bij een aangifte van een briefadres is het verplicht alle benodigde stukken te overhandigen.

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een volledig ingevuld en ondertekend Aanvraagformulier briefadres;

    • b.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan van de briefadreshouder;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan van de briefadresgever;

    • d.

      een door de briefadresgever ondertekende Verklaring toestemming briefadresgever;

    • e.

      een schriftelijke verklaring van een medewerker van een erkende hulpverlenende organisatie, waaruit blijkt dat er een begeleidingsplan is opgesteld ten behoeve van de briefadresaanvrager als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1 sub a en artikel 2 lid 5 van de wet;

    • f.

      bewijsstuk waaruit blijkt dat er sprake is van een korte overbrugging (maximaal 8 maanden) tussen twee woonadressen, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1 sub b van de wet;

    • g.

      stukken waaruit blijkt dat betrokkene een ambulant beroep uitoefent als een briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1 sub d van de wet.

  • 4. Wanneer het na het overhandigen van de stukken zoals bepaald in het derde lid niet mogelijk is om de aangifte van het briefadres afdoende te kunnen beoordelen, kunnen nadere benodigde stukken worden vereist.

  • 5. Als één of meer stukken ontbreken, wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen twee weken het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 6. De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 7. Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 onder b van de wet.

Artikel 4 Nadere voorwaarden en verplichtingen toevoeging briefadres Huis van de Gemeente

  • 1. Voor de personen als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub a en lid 5 gelden voor het doen van aangifte van een briefadres op het adres Wilhelminaplein 1 of 1a, 5981 CC Panningen de volgende extra voorwaarden:

    • a.

      Voor personen als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub a en lid 5 dient de briefadreshouder in het bezit te zijn van een begeleidingsplan of dit terstond aan te vragen bij een erkende hulpverlenende organisatie;

    • b.

      dient de briefadreshouder te voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld binnen het betreffende begeleidingsplan;

    • c.

      wordt post minimaal 1 maal per 2 weken opgehaald;

    • d.

      dient alles wat van invloed kan zijn op het houden van een briefadres gemeld te worden;

    • e.

      behoudt de gemeente Peel en Maas zich het recht om op elk moment het toegekende briefadres te beëindigen door middel van een onderzoekprocedure te starten.

  • 2. Alleen in opdracht van de hulpverlener of van een medewerker van de gemeente Peel en Maas is het mogelijk de post te laten doorsturen naar een ander adres of iemand anders te machtigen om de post voor betrokkene te komen ophalen.

  • 3. Het briefadres mag niet op geen enkele manier bedrijfsmatig gebruikt worden.

  • 4. Indien de post 4 weken niet wordt opgehaald of niet aan de andere voorwaarden (meer) wordt voldaan wordt de onderzoeksprocedure gestart waarna betrokken wordt uitgeschreven naar een ander adres of naar “vertrokken onbekend waarheen” Na het vervallen van het briefadres wordt de dan aanwezige post van belanghebbende retour afzender gestuurd.

  • 5. Het college van B&W registreert van een persoon ambtshalve een briefadres in de BRP indien het woonadres ontbreekt, er geen aangifte van adreswijziging wordt gedaan waarbij een briefadres wordt gekozen en betrokkene voldoet aan de criteria voor inschrijving als ingezetene van de BRP.

  • 6. Als er geen schriftelijke verklaring van instemming van een briefadresgever kan worden verkregen, kent het college een briefadres toe op het adres van de gemeente.

Artikel 5 Herstel van verzuim bij aangifte adreswijziging waarbij een briefadres wordt gekozen

  • 1. Als één of meer stukken ontbreken, wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen twee weken het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 2. Indien de aangifte niet binnen twee weken na aangifte aangevuld wordt of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, kan de aangifte buiten behandeling gesteld worden.

Artikel 6 Monitoring briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel wordt een briefadres inschrijving na de duur van maximaal 8 maanden opnieuw beoordeeld door het college.

  • 2. De beoordeling van de briefadresinschrijving wordt gedaan in achtneming van de artikelen 2, 3, 4 en 7 van deze beleidsregel.

  • 3. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid is degene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen 4 weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de 5e dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn adres heeft.

Artikel 7 Verplichtingen briefadresgever en briefadresnemer

  • 1. Zowel de briefadresgever als briefadresnemer zijn verplicht om op verzoek van het college inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van de briefadressen.

  • 2. Betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij/zij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, lid 1 sub b en f en lid 4 van deze beleidsregel;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    de aangeleverde stukken niet voldoende aannemelijk maken dat een briefadres rechtmatig gehouden zal worden op grond van een van de in artikel 2 van deze beleidsregel benoemde redenen om een briefadres te kunnen houden;

  • e.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • f.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 8 van deze beleidsregel.

Artikel 9 Termijn briefadres

  • 1. Bij de aangifte wordt een vermoedelijke termijn aangegeven voor het gebruik van het briefadres.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub a, c, d en lid 5 van deze beleidsregel wordt een briefadres verleend voor de volgende periode dat;

    • a.

      sub a en lid 5: dat betrokkene een zwervend bestaan heeft;

    • b.

      sub c: betrokkene verblijft in een tijdelijk onderkomen zonder vaste stand- of ligplaats in Nederland;

    • c.

      sub d: dat betrokkene een ambulant beroep uitoefent zonder vaste woonplaats;

    • d.

      sub h: tijdens de duur van de vermissing.

  • 3. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub b van deze beleidsregel mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 8 maanden.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub e van deze beleidsregel mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 8 maanden, de periode dat aangever maximaal buiten Nederland mag verblijven.

  • 5. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub f van deze beleidsregel mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 2 jaar, de periode dat de aangever buiten Nederland mag verblijven.

  • 6. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 van deze beleidsregel mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 7. De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 tot en met 8 van deze beleidsregel.

  • 8. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het zevende lid van deze beleidsregel, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Van een onbillijkheid kan sprake zijn als er in een specifieke situatie het strikt vasthouden van de regeling als onredelijk kan worden aangemerkt of als er onevenredige schade zou ontstaan.

Artikel 11 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregels briefadres gemeente Peel en Maas”.

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

  • 3. De beleidsregel Briefadres gemeente Peel en Maas zoals vastgesteld op 7 oktober 2019 wordt ingetrokken met ingang van de datum zoals vermeld in lid 2 van dit artikel.

Ondertekening

Panningen, 24 juni 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de gemeentesecretaris/directeur,

K. Werps-Aerts

de burgemeester,

B.C.M. Vostermans