Agrarische nota Blaricum 2025

Geldend van 04-07-2025 t/m heden

Intitulé

Agrarische nota Blaricum 2025

Omgevingsprogramma voor behoud en versterking van het agrarisch karakter

1 Aanleiding en doelstellingen

Dit Agrarisch Omgevingsprogramma (nota) 2025-2035 beschrijft de kernwaarden en maatregelen om het agrarische karakter van Blaricum te behouden.

Dit omgevingsprogramma volgt op de Agrarische nota 2011. De kern van deze laatste nota omvatte:

  • Het behoud van het agrarische karakter van Blaricum

  • Het middel om dit te waarborgen was de eigendomsoverdracht van een deel van de gemeentelijke gronden aan de Agrarische Stichting Blaricum (ASB) en Stichting Goois Natuurreservaat (GNR)

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR121470

De eigendomsoverdracht van de gronden aan de ASB is zoals benoemd volledig voltooid. De wens om het agrarisch karakter van ons dorp te behouden, zoals ook in de vorige nota omschreven, is nog sterk aanwezig bij de inwoners van de gemeente. Echter de agrarische nota uit 2011 is achterhaald. De definitie en de waarde van het agrarisch karakter kent vele interpretaties. Ook is het zo dat van oudsher in Blaricum sprake is van een zeer kleinschalige vorm van agrarische activiteiten (en hobbyboeren) en is een traditioneel agrarisch verdienmodel als hoofdactiviteit in de dorpskern van Blaricum economisch niet haalbaar. En is er al langer sprake van een vergrijsd aantal agrariërs zonder concrete opvolgplannen waardoor de agrarische activiteiten die er nog wél zijn verder afnemen. Dat roept de vraag op welke realistische toekomstvisie op de agrarische activiteiten en het behoud van het agrarisch karakter past bij deze ontwikkelingen en welke maatregelen daarbij horen. De gemeenteraad heeft daarom verzocht om taakstellende uitgangspunten op te stellen die aan de huidige tijdsgeest tegemoet komen, én bijdragen aan de beleving en economische exploitatie ten gunste van het agrarische karakter.

Dit omgevingsprogramma (voorheen nota) biedt een concrete visie op wat we willen en kunnen bereiken om het agrarische karakter in ons dorp te behouden. Het beschrijft welke kernwaarden en beleidsvelden hiervoor bepalend zijn en welke principes en sturende keuzes daarbij worden gehanteerd. Ook welke maatregelen hiervoor ingezet worden en de rol van de gemeente daarbij.

2 Samenhang met omgevingsplan en omgevingsvisie

De samenhang tussen dit omgevingsprogramma, het omgevingsplan en de omgevingsvisie is essentieel om een integrale en coherente ontwikkeling van de gemeente Blaricum te waarborgen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe deze documenten elkaar aanvullen en versterken, en hoe het agrarisch karakter als kernwaarde wordt verankerd in de beleidsvoering én uitvoering.

Relatie met de Omgevingsvisie

De omgevingsvisie van Blaricum schetst een breed toekomstbeeld voor de fysieke leefomgeving. Hierin staan de lange termijn doelstellingen en de strategische keuzes om een duurzame en leefbare gemeente te blijven. Het agrarisch karakter vormt één van de aspecten van deze visie, waarbij de kernwaarden van het agrarisch karakter worden gewaarborgd.

Dit omgevingsprogramma operationaliseert de uitgangspunten uit de omgevingsvisie. Het vertaalt de abstracte beleidsdoelen naar concrete kernwaarden, principes en maatregelen die direct bijdragen aan het behoud en de versterking van het agrarisch karakter. Deze kernwaarden dienen als toetsingskader voor de verdere realisatie van de visie. Hierbij spelen leidende principes een belangrijke rol.

Leidende principes

Een van de leidende principes uit de omgevingsvisie die van invloed zijn op dit omgevingsprogramma is "behoud door ontwikkeling". Dit principe komt in dit programma naar voren bij hoofdstuk 8, waar het toestaan van ondersteunende ontwikkelingen wordt benoemd. Een tweede leidend principe is "binden en verbinden van generaties". Voor het behoud van de sterke gemeenschapszin en het zelforganiserend vermogen is het cruciaal toekomstige generaties sterk te blijven binden aan het dorp en het contact tussen jong en oud te stimuleren en faciliteren. De gemeente heeft de toekomstige generaties nodig om de kwaliteiten van het dorp, die in de afgelopen decennia zijn opgebouwd, te behouden, voort te zetten en verder te ontwikkelen. In 2040 (en daarna) wil de gemeente dat de bevolking nog steeds zo actief, betrokken en zelforganiserend is als nu. Daarom is het van belang dat jongeren actief verbonden worden met het agrarisch karakter en de kernwaarden van dit programma.

In de omgevingsvisie wordt het behoud van openheid en doorzichten in het landschap benoemd. Het omgevingsprogramma geeft hiervoor concrete richtlijnen, zoals het weren van bebouwing op specifieke zichtlijnen en het stimuleren van agrarisch landgebruik dat bijdraagt aan de landschappelijke openheid.

Relatie met het Omgevingsplan

Het omgevingsplan is het juridisch instrument waarin de regels voor de fysieke leefomgeving worden vastgesteld. Waar het omgevingsprogramma een beleidsmatig kader biedt, zorgt het omgevingsplan voor de wettelijke borging van deze kaders. Het omgevingsprogramma agrarisch karakter fungeert als een bouwsteen voor het omgevingsplan. De kernwaarden en maatregelen die in het programma worden opgenomen, worden vertaald naar specifieke bepalingen en regels in het omgevingsplan. Hierdoor wordt gewaarborgd dat ontwikkelingen in de gemeente in lijn blijven met de visie op het agrarisch karakter.

Concreet betekent dit dat als de gemeente in dit omgevingsprogramma inzet op kleinschalige landbouwactiviteiten, dan dient het omgevingsplan dit te ondersteunen door bestemmingsplannen te actualiseren en die dienen deze activiteiten mogelijk te maken. Daarnaast kan het omgevingsplan regels stellen voor het tegengaan van bebouwing in agrarische gebieden.

Integrale benadering

De samenhang tussen het omgevingsprogramma, het omgevingsplan en de omgevingsvisie zorgt voor een integrale benadering. Dit voorkomt beleidsfragmentatie en zorgt ervoor dat alle instrumenten bijdragen aan dezelfde overkoepelende doelen. Regelmatige evaluatie en afstemming tussen deze instrumenten zijn noodzakelijk om deze samenhang te waarborgen en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

3 Hoe is dit programma tot stand gekomen

Voor het opstellen van dit agrarisch omgevingsprogramma is een participatieproces doorlopen. Op 8 november 2024 vond een stakeholderbijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van onder meer de Agrarische Stichting Blaricum, het Goois Natuurreservaat, Regio Gooi en Vechtstreek, agrariërs, de Bijenvereniging, de Gooise Heemtuinstichting, Stichting Boekweitakker en andere genodigden. Tijdens de bijeenkomst zijn via een interactieve werkvorm aspecten van het agrarisch karakter van Blaricum in kaart gebracht en besproken. Ook is ingegaan op de rol van de gemeente binnen dit programma. In bijlage 1 is het verslag van de stakeholderbijeenkomst te vinden.

Daarnaast zijn de resultaten van eerdere inwonersparticipatie tijdens de herijking van de Strategische Visie Blaricum (2020) benut. Hieruit bleek dat veel van de destijds aangedragen punten overeenkomen met de uitkomsten van de stakeholderbijeenkomst.

De gemeenteraad heeft in een aparte sessie met een vergelijkbare werkvorm input geleverd en hebben we de resultaten besproken. Ook zijn de resultaten benut van de verschillende gesprekken tussen de gemeente, bewoners en andere gebiedspartijen die in het najaar van 2024 zijn gevoerd.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Onder de Omgevingswet werkt de gemeente met drie belangrijke instrumenten:

  • Omgevingsvisie - Een strategische, langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving, met ambities en doelen voor onder meer duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.

  • Omgevingsprogramma - Een concreet uitvoeringsdocument dat een specifieke gebieds- of thematische visie uitwerkt en aangeeft hoe de doelen uit de visie worden bereikt. Het bevat beleidskeuzes, maatregelen, en verantwoordelijkheden.

  • Omgevingsplan - Een juridisch bindend document waarin alle regels voor de fysieke leefomgeving worden vastgelegd, inclusief bestemmingen en vergunningvereisten.

4 Reikwijdte en ruimtelijke afbakening

Dit omgevingsprogramma richt zich op het definiëren van het agrarisch karakter en agrarisch erfgoed én op het behoud daarvan. Het agrarisch karakter wordt het meest in al haar facetten beleefd en ervaren in de dorpskern. En wordt daarbij aangevuld door de landschappelijke en historische aspecten van omliggende landerijen. Dit programma ziet dus met name op de historische agrarische gebouwen, de (ruimtelijke) structuren en sociale aspecten en tradities die het unieke dorpsbeeld en de beleving van historisch agrarisch karakter bepalen. Daarbij wordt gestreefd naar de balans tussen het behoud van de kernwaarden van het agrarisch karakter en de ruimte voor nieuwe, duurzame vormen van multifunctionele- en ondersteunende agrarische activiteiten, passend bij de schaal en identiteit van het dorp.

Behoud door ontwikkeling én ontwikkeling met behoud

Het hanteren van dit principe betekent dat er nieuwe inkomstenbronnen nodig zijn voor gebruikers en eigenaren om het agrarisch karakter te behouden. Het programma zet in op het benutten van ontwikkelingen om kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken (behoud door ontwikkeling). Tegelijkertijd wordt ook het omgekeerde nagestreefd: het benutten van bestaande kwaliteiten als inspiratiebron en toetsingskader om nieuwe ontwikkelingen vorm te geven (ontwikkeling met behoud). Op deze manier behouden we het geliefde agrarische karakter van ons dorp en bieden we tegelijkertijd ruimte voor noodzakelijke nieuwe ontwikkelingen.

5 Relevante wettelijke- en beleidskaders

Om invulling te geven aan het behoud van het agrarisch karakter zijn meerdere lokaal vastgestelde beleidskaders relevant. In tabel 1 is een overzicht van de relevante raakvlakken opgenomen met deze beleidskaders.

6 Gebiedsanalyse

Lokale trends

Sinds de vaststelling van de Agrarische Nota in 2011 zijn de agrarische activiteiten in de gemeente verder gekrompen. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een afname van actieve agrarische bedrijven, wat de traditionele rol van landbouw als drager van het historisch agrarisch karakter onder druk heeft gezet. Bovendien vergrijst de populatie praktiserende (hobby-)boeren snel, terwijl er bij veel ondernemers geen opvolgingsplannen zijn. Dit gebrek aan opvolging brengt onzekerheid over de continuïteit van agrarische functies in de gemeente met zich mee. Daarnaast bestaat het risico dat boerderijen en erven hun agrarische en verbindende functie in het dorpsleven verliezen door herbestemming van onder andere een enkelvoudige woonbestemming. In figuur 1 tot en met 3 zijn overzichtskaarten opgenomen die de percelen met agrarische bestemmingen laten zien en de eigendomsverhouding daarvan.

Belanghebbende organisaties

Het behoud van het beleefbare en tastbare agrarische karakter, met name in de dorpskern, vereist nauwe samenwerking met grondeigenaren en terrein beherende organisaties (TBO's), zoals bijvoorbeeld de Agrarische Stichting Blaricum, Goois Natuurreservaat en Staatsbosbeheer. De gemeente kan dit behoud enkel via publiekrechtelijke instrumenten realiseren, zoals het Omgevingsplan, verordeningen en omgevingsvergunningen. Deze bieden de juridische basis voor het vastleggen van het gewenste gebruik van grond en het beschermen van het agrarisch karakter.

Tabel 1: relevante raakvlakken beleidskaders

afbeelding binnen de regeling

Samenwerking met de Agrarische Stichting Blaricum

De gemeente Blaricum ziet de Agrarische Stichting Blaricum (ASB) als een essentiële partner in het behoud en de ontwikkeling van het agrarisch karakter van Blaricum. De ASB beheert eigendommen die destijds door de gemeente zijn overgedragen met het doel dit karakter te waarborgen, zoals vastgelegd in de akten van overdracht. Om deze samenwerking te behouden heeft de gemeente een bestuurszetel binnen de ASB, om gezamenlijk een koers te bepalen die bijdraagt aan het behoud én ontwikkeling van het agrarisch karakter. Daarnaast

behoudt de gemeente haar instemmingsrecht bij voorgenomen verkoop van specifieke eigendommen door de ASB. In figuur 1 zijn de eigendommen van de ASB in de gemeente aangegeven.

Figuur 1: Eigendommen ASB

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: Agrarische Bestemmingen

afbeelding binnen de regeling

Een deel van “Agrarisch met waarden” wordt als natuur beheerd. Het Westelijke deel van de Oostermeent is hier een voorbeeld van en wordt aangemerkt als Beschermd Landschap. En wordt dus als natuur beheerd

Figuur 3: Agrarische Eigendommen

afbeelding binnen de regeling

7 Kernwaarden van het agrarisch karakter

Voor dit Agrarische Omgevingsprogramma onderscheidt de gemeente specifieke kernwaarden ten aanzien van het agrarische karakter en het samenhangende cultuurhistorisch erfgoed hiervan.

De kernwaarden van het agrarisch karakter zijn gebaseerd op vier elementen: fysieke, culturele, economische en sociale elementen. Deze elementen vormen de basis voor wat we samen in de gemeente willen bereiken, de visie. Om deze visie te verwezenlijken hanteert de gemeente sturende principes en maatregelen. Deze zijn weergegeven in tabel 2 en in de volgende paragrafen verder uitgewerkt.

8 Wat de gemeente wil bereiken: onze visie

Het agrarisch karakter van Blaricum is een essentieel onderdeel van de identiteit van het dorp en vormt de basis voor een aantrekkelijk, leefbaar en samenhangend dorpsleven. Van belang is het behouden van authentieke agrarische fysieke elementen, zoals boerderijen, hooibergen, klinkerwegen en zandpaden. Deze worden zoveel mogelijk behouden als zichtbare herinneringen aan het agrarische verleden. Ook streeft de gemeente naar het behoud en de versterking van dit karakter door de landschappelijke kwaliteit te beschermen. Het gaat hier om open landschappen, kleinschalige percelen en engen met landschapselementen zoals bijvoorbeeld houtwallen en hagen.

De agrarische en dorpse identiteit blijven centraal staan, waarbij we het belang van tradities, onze cultuurhistorie rondom de Erfgooiers en de verbinding met het landschap blijven ondersteunen. Zichtbare en beleefbare aspecten, zoals paarden en tractoren in het straatbeeld, lokale boerderijwinkels en traditionele teelten, zorgen voor een tastbare band tussen verleden, heden en toekomst. Daarbij horen ook typische sociale kenmerken zoals mensen groeten op straat, de bijdrage aan vrijwilligerswerk door onder andere praktisch ingestelde mensen met daadkracht (de brandweer en de Oranjevereniging als voorbeeld).

Tabel 2: Kernwaarden Agrarisch Karakter en maatregelen om deze te behouden.

afbeelding binnen de regeling

Om het agrarisch karakter te waarborgen, is economische levensvatbaarheid van de sector van groot belang. Dit vraagt om innovatieve, nieuwe, multifunctionele concepten die traditionele verdienmodellen combineren met agrarische

activiteiten zoals bijvoorbeeld combinaties met zorg, recreatie, kunst, winkelverkoop of horeca. Daarbij is voldoende draagkracht van de dorpskern voor verkeersbewegingen en parkeren een belangrijke, toetsende randvoorwaarde. Tot slot zet de gemeente in nop een sterke verbinding tussen de agrariërs en de inwoners. waarbij inwoners actief betrokken worden bij het agrarisch leven en de waardering voor lokale producten en tradities kan groeien.

In de volgende paragrafen wordt per element van het agrarisch karakter afzonderlijk een toelichting gegeven, waarbij we ingaan op de betekenis, de waarde en wat we er in Blaricum mee bedoelen.

Fysieke elementen

Behoud boerderijen en agrarische opstallen

Het behoud van (monumentale-) boerderijen en agrarische opstallen in het dorp is essentieel voor het behoud van het agrarisch karakter van Blaricum. Kenmerkend voor deze gebouwen zijn de zichtbare, traditionele boerderijen met lage daken, hooibergen en stallen, vaak met een landelijke uitstraling en eenvoudige bouwstijl. Deze opstallen, samen met lage heggen die de percelen omzomen, dragen bij aan het open, kleinschalige landschap en versterken de historische sfeer van het dorp. Het behouden van deze agrarische elementen is waardevol omdat ze niet alleen het culturele erfgoed en de identiteit van Blaricum belichamen, maar ook bijdragen aan het behoud van het karakteristieke landschap dat het dorp zijn unieke uitstraling geeft.

Landschappelijke kwaliteit

Het betreft hier openheid, kleinschalige percelen en historische agrarische structuren zoals engen (oude akkergronden), houtwallen, weilanden en boomgaarden, gecombineerd met het herstel en de bevordering van biodiversiteit. Dit omvat de versterking van landschapselementen zoals kruidenrijk grasland, hagen, traditionele (graan-)gewassen, bomen en poelen die de biodiversiteit die verbonden is met het agrarisch landschap ondersteunt. Het landschap wordt ook meer ingezet voor klimaatadaptatie door overtollig water te kunnen bergen, en het kunnen vasthouden van water in droge periodes.

Behoud van klinker- en zandpaden

Smalle klinkerwegen door het dorp of met zand bedekte paden die het dorp verbinden met de omliggende landerijen en natuur. Deze paden zijn belangrijk voor het open, landelijke karakter van Blaricum en maken het mogelijk om door het landschap te bewegen.

Culturele elementen

Agrarische en dorpse Identiteit

Blaricum heeft een sterke verbinding met het erfgoed van de Erfgooiers, de oorspronkelijke boerenbevolking die bekend stond om hun veeteelt en kleinschalige landbouw in het Gooi. Dit historische culturele aspect is een belangrijk onderdeel van de identiteit van het dorp, tezamen met de tradities, gewoonten en jaarlijkse evenementen.

Zichtbare en beleefbare aspecten

Lokale initiatieven zoals agrarische markten, educatieve evenementen over de agrarische lokale geschiedenis, en jaarlijkse evenementen zoals de dag van het Werkpaard en het Ringsteken spelen hierbij een belangrijke rol. Maar ook paarden en een tractor in het straatbeeld en boerderijen waar je verse eieren, honing, groenten en fruit van lokale boeren kan kopen. Het gaat ook over beleefbare landschappen die toegankelijk zijn via wandel- en fietspaden en die langs boerderijen komen die bijvoorbeeld recreatieve activiteiten aanbieden.

Economische elementen

Economische levensvatbaarheid

Het behoud van economisch levensvatbare agrarische (neven-)activiteiten is essentieel voor het behoud van het agrarisch karakter van het dorp. Traditionele (gespecialiseerde-) landbouw is in het geheel niet haalbaar, maar er zijn kansen voor diversificatie en activiteiten waarbij het agrarisch karakter tot uiting komt of de agrarische activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit. Directe verkoop van lokale producten, multifunctionele landbouw zoals zorgboerderijen, houden van kleinvee, (kleinschalige) recreatie, agrarisch natuurbeheer en het leveren van groenblauwe diensten dragen bij aan de economische duurzaamheid van de activiteiten. Deze benaderingen versterken de lokale economie en de verbondenheid met het landschap.

Sociale elementen

Verbinding met onze inwoners

Het sociale aspect van het agrarisch karakter gaat overkoepelend over de sociale verbinding tussen de inwoners en agrarisch ondernemers. Door agrarisch ondernemers en onze inwoners blijvend met elkaar te verbinden wordt het agrarisch erfgoed blijvend gewaardeerd. Dit kan doordat er direct lokale producten kunnen worden gekocht en doordat inwoners betrokken zijn bij agrarische activiteiten en evenementen. Dit helpt ondernemers economisch te ondersteunen en de activiteiten die georganiseerd worden dragen bij aan de onderlinge sociale cohesie en het zelf organiserend vermogen onder inwoners.

9 Principes, sturende (ruimtelijke-) keuzes en maatregelen

Principes, keuzes en maatregelen zijn cruciaal om richting te geven aan het verwezenlijken van de visie en om het agrarisch karakter van Blaricum te behouden. Het zorgt voor focus en prioritering, en het beschermen van de belangrijke kernwaarden. Door deze principes en vastgestelde keuzes te hanteren ontstaat een afwegingskader voor toekomstige ontwikkelingen en initiatieven. Het uitvoeren van de maatregelen zorgt voor borging van de principes en keuzes op langere termijn.

Behoud van boerderijen en agrarische opstallen

Er zijn momenteel 13 percelen met opstallen (de meesten ook met een bedrijfswoning) die zijn aangemerkt met de bestemming “Agrarisch”. De gemeente zet zich in voor het behoud en de bescherming van boerderijen en agrarische opstallen als cultureel erfgoed en waardevolle elementen in onze dorpskern. Nieuwe bedrijfsmatige initiatieven zullen (binnen de agrarische bestemming) flexibel worden afgewogen om ruimte te bieden voor multifunctionele activiteiten, waarbij het agrarische karakter van de gebouwen en de omliggende traditionele ruimtelijke structuren gewaarborgd blijft. Hierbij ondersteunen we bedrijfsmatige herbestemming, kwaliteitsverbetering én verduurzaming van agrarische gebouwen, zodat ze een eigentijdse (gecombineerde) functie kunnen vervullen zonder hun oorspronkelijke karakter te verliezen.

Met de komst van de Omgevingswet en straks het Omgevingsplan, is wijzigingsbevoegdheid om agrarische bestemmingen om te zetten naar een woonbestemming, van rechtswege vervallen. Hiervoor in de plaats heeft de wetgever het college de bevoegdheid gegeven om via een buitenplanse omgevingsactiviteit (BOPA) van het omgevingsplan af te wijken. Maatregel: De gemeente wil van deze mogelijkheid onder strikte voorwaarden gebruik blijven maken. Dat is vast te leggen in een anterieure overeenkomst die dan wordt gesloten tussen aanvrager en gemeente. Daarbij kan wel onder strikte voorwaarde worden meegewerkt aan omzetting naar een woonbestemming, waarbij dan bijvoorbeeld sprake is van betaalbaar wonen en er toch ook nog, op beperkte schaal, agrarische (neven)activiteiten op het perceel plaatsvinden. De gebouwen / woningen moeten ook het agrarisch karakter cq. de uitstraling van de (voormalige) boerderij behouden. In het Omgevingsplan zullen we hiervoor voorwaarden opnemen, waaraan getoetst kan worden.

Behoud van openheid en landschappelijke aansluiting aan de dorpsranden

De gemeente waarborgt de ruimtelijke kwaliteit en openheid aan de randen van, en in het dorp door een zorgvuldige overgang tussen de bebouwde omgeving en het omringende agrarische landschap te behouden. Dit betekent dat nieuwe ontwikkelingen in deze zones in principe niet worden ingepast, zodat het zicht op de omliggende akkers en het karakter van het open landschap niet wordt verstoord. Maatregel: Geen nieuwe gewijzigde begrenzing bij agrarische- en natuurbestemmingen op landerijen in omgevingsplan mogelijk maken en geen afwijking via Buitenplanse omgevingsplan activiteit (Bopa)hiervoor verlenen. Uitzondering hierop zijn de eerder genomen besluiten ten aanzien van het woninglocatieonderzoek voortvloeiend uit de Woonvisie (raadbesluit 9 juli 2024). Dit zal worden opgenomen in het Omgevingsplan.

Stimuleren van initiatieven voor biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaatadaptatie

De gemeente moedigt initiatieven aan zoals waterberging, agrarisch natuurbeheer en aanleg van landschapskenmerken. Hierbij ondersteunen we maatregelen die de biodiversiteit versterken, de waterkwaliteit verbeteren en bijdragen aan klimaatadaptatie. Maatregel: samenwerking met en tussen terreinbeherende organisaties (o.a. het Waterschap, ASB en het Goois Natuur Reservaat) bevorderen zodat integraal aan duurzame kwaliteitsverbetering van de landerijen kan worden gewerkt.

Stimuleren van initiatieven en evenementen rondom cultuurhistorisch erfgoed

De gemeente juicht initiatieven en evenementen toe die onze rijke cultuurhistorie, en met name ons erfgoed als Erfgooiers, meer onder de aandacht brengen en levendig houden. Deze activiteiten dragen bij aan het versterken van

de verbinding tussen de bewoners en hun geschiedenis, en bieden mogelijkheden om het erfgoed te bewaren, te delen en te waarderen. Door het organiseren van dergelijke evenementen en het ondersteunen van projecten en activiteiten rondom ons erfgoed, willen we de historische identiteit van onze dorpskern behouden en versterken. Maatregel: faciliteren van initiatieven en evenementen die bijdragen aan het uitdragen van onze cultuurhistorie. Dit doen we in de vorm van de ondersteuning bij de aanvragen en omgevingsvergunningen.

De gemeente als partner en regisseur

Met de beperkte aanwezige capaciteit en financiële middelen stelt de gemeente zich zo veel mogelijk op als partner om het agrarische karakter te behouden bij vergunningverlening, communicatie, het aanboren van subsidies en financiële ondersteuning. Daarbij dragen we vanuit onze regisserende rol bij aan het behoud van de kernwaarden. Maatregel: gemeente stelt zich op als partner en neemt regie om de kernwaarden te behouden.

10 Monitoring

Elke vijf jaar evalueren we of we naar onze visie toewerken en of de structurerende keuzes en principes hiertoe doelmatig en effectief zijn gebleken. Alsdan besluiten we of deze nota herzien of aangepast moeten worden.

afbeelding binnen de regeling

Erfgooiers in protest 1903. Schilder: Ferdinand Hart Nibbrig

Ondertekening

Bijlage 1 Stakeholderbijeenkomst

Verslag Stakeholderbijeenkomst Actualisatie Agrarische Nota Gemeente Blaricum

Locatie: Gemeentehuis Blaricum

Datum: Vrijdag 8 november

Doel bijeenkomst:

In deze bijeenkomst stonden twee centrale vragen centraal in het kader van de actualisatie van de agrarische nota van de gemeente Blaricum:

  • 1.

    Wat verstaan we onder het agrarische karakter van Blaricum?

  • 2.

    Wat kan de gemeente doen om dit karakter te behouden en te versterken?

afbeelding binnen de regeling

Bespreking vraag 1: Wat verstaan we onder het agrarische karakter van Blaricum?

De aanwezigen gaven het volgende aan als kenmerkend voor het agrarische karakter van Blaricum:

Kernpunten:

  • Zichtbare boerderijen die authentiek zijn voor het dorp.

  • Een boerderijwinkel met streekproducten, zodat bewoners en bezoekers lokaal kunnen kopen.

  • De percelen met typische kenmerken behouden om de authenticiteit te bewaren (ook engen en houtwallen).

  • Paarden en kleinvee die in het straatbeeld zichtbaar zijn.

  • Herstel van de boer-burger verbinding, zodat het agrarische karakter ook op sociaal vlak een plek krijgt.

  • De levendigheid op het boerenerf

  • Folklore (Oranje vereniging activiteiten/ dag van het Werkpaard)

Overige opmerkingen:

  • Terugbrengen van het boerenhart in het dorp door middel van een volwaardige boerderij in of aan de rand van het dorp.

  • Folklore worden gedragen door de boeren zelf. Zonder die boeren leeft het niet, dan wordt het een museum.

  • Lage heggen die de zichtbaarheid van de boerderijen bevorderen.

  • Actieve vorm van akkertjes. Kleine stukjes akker/land zijn onderdeel van het boeren karakter.

  • Subsidie; als men bloemen wil zaaien krijg je wel geld, maar wil je graan zaaien dan is er geen geld beschikbaar.

  • Het boekweitakkertje behouden

  • De beleving van de boerderij is onderdeel van het karakter. Dat er in het dorp deze beleving blijft bestaan. De inwoner moet het meemaken, voelen en weer respect krijgen voor de boer.

  • Ook het straatbeeld in de zin van de klinkertjes in de straten, de lagen heggen, de stoepen.

  • ASB zorgt voor een blokkade op de jongere generatie. Jonge boeren hebben het geld niet om zo duur te kunnen pachten.

  • Natuurbeleving en groen, daar komen mensen voor. De boeren hebben dit gevormd.

Bespreking vraag 2: Wat kan de gemeente doen om dit agrarische karakter te behouden en te versterken?

De aanwezigen benadrukten dat de gemeente een actieve rol zou moeten spelen in het behoud en de versterking van het agrarische karakter van Blaricum door de volgende maatregelen:

  • Visievorming en handhaving: De gemeente moet een duidelijke visie formuleren voor het behoud van agrarische kenmerken in de kern van het dorp en zorgt voor de naleving van bestaande en nieuwe regels en afspraken om dit te behouden.

  • Verdienmodel voor boeren: Door het toestaan en faciliteren van nevenactiviteiten voor boerderijondernemers kan een duurzaam verdienmodel gecreëerd worden, mits deze activiteiten passen binnen de agrarische sfeer. Daarbij is er ook belangstelling voor vriendelijke en maatschappelijke leningen voor de boeren gefaciliteerd door de gemeente. Ook het vereenvoudigen van vergunningaanvraag werd genoemd.

  • Actieve betrokkenheid en communicatie: De gemeente moet voortrekker zijn in positieve verandering, door bewoners actief te betrekken en duidelijke, positieve communicatie te hanteren. Raad moet meer de verbinding zoeken met de boeren en het boerenleven, bijvoorbeeld door eens op de boerderijen te komen kijken en het zelf mee te maken.

  • Groene draai faciliteren: De toekomst voor kleinschalige boerderijen ligt in agrarisch natuurbehoud en natuurinclusief te boeren. De gemeente zou hierin een voortrekker kunnen zijn door een gezamenlijke aanpak te formuleren. Dit zou nog effectiever kunnen zijn door het te verbinden met het beleidsplan Groenbeheer.

  • Ruimte voor een volwaardige boerderij: Er moet ruimte zijn voor een volwaardige boerderij om zo het dorpse agrarische karakter zichtbaar te versterken met nog echte agrarische kenmerken.

  • Sterk voor de boer: De gemeente kan meer achter de boeren staan als er belangenconflicten heersen en de boer meer verdedigen, bijvoorbeeld tegen klachten van overlast.

  • Erfgoed en identiteit: De cultuur en historie van de Erfgooiers moet breder uitgedragen worden, wat niet alleen waardevol is als erfgoed maar ook bijdraagt aan de identiteitsvorming van de gemeenschap.

  • Agrarische bestemmingen binnen het dorp behouden: En de gemeente kan beter faciliteren qua ruimtelijke ordening. Ook is nieuwbouw naast de oude boerderijen onwenselijk omdat vaak lijdt tot klachten van overlast en ruzie over erfgrenzen.

  • Samenwerking met ASB: door de gemeente en de ASB dient er gewerkt te worden aan een gezamenlijk beeld en duidelijkheid over elkaars rol, zodat een gedragen en efficiënte samenwerking ontstaat. ASB moet overtuigd worden om prijzen laag houden om het meer mogelijk te maken boerderijen te behouden en voor jongere generatie. Niet de prijs van de stenen maar de prijs van het onderhoud. Het beleid en de positie van de ASB is een sleutelrol in het behoud van het karakter van het dorp.

  • Fonds Blaricum Boerenbehoud: De gemeente zou naar het ontwerp van de Stichting Boekweitakker een breder fonds kunnen opzetten voor alle engen binnen het dorp. Of voor het financieren van een echte boerderij.

  • Afbakening omgevingsprogramma: Het omgevingsprogramma moet gericht zijn om effectief en hanteerbaar te zijn.

  • Gooische Heemtuin: Als bewaarder van lokale gewassen en soorten (rasvast) is de heemtuin ook karakteristiek voor Blaricum. Het zou in die rol ook subsidie moeten krijgen.

  • Le Coultredreef beschermen: De hogere overheid zou daar door middel van aanwijzing nieuwe bebouwing kunnen verplichten omdat het dichtbij de snelweg ligt. De gemeente moet zich daar proactief op voorbereiden.

Bijlage 2 Analyse beleidskaders

afbeelding binnen de regeling