Damoclesbeleid Gemeente Stein

Geldend van 03-07-2025 t/m heden

Intitulé

Damoclesbeleid Gemeente Stein

De burgemeester van de gemeente Stein, gelet op:

  • de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet tot het toepassen van bestuursdwang ten aanzien van woningen en lokalen en/of op een daarbij behorend erf in verband met de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs en/of harddrugs of het treffen van voorbereidingshandelingen;

  • de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht tot vaststelling van beleidsregels met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid;

  • de uitspraken in 2021 respectievelijk 2022 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State die van betekenis zijn ten aanzien van de waarschuwingsmogelijkheid en het evenredigheidsbeginsel;

  • de afstemming in het lokale driehoeksoverleg; besluit: vast te stellen het “Damoclesbeleid gemeente Stein”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Betrokkene: de eigenaar en/of verhuurder en/of huurder en/of bewoner en/of exploitant en/of overtreder. Hiervoor kan tevens het meervoud, betrokkenen, gelezen worden.

  • b.

    (Bijbehorend) erf: al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

  • c.

    Handel: het verkopen, afleveren of verstrekken van softdrugs en/of harddrugs – in al zijn verschijningsvormen – dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan; onder handel wordt mede verstaan een mondelinge overeenkomst tot koop/verkoop/verstrekking van drugs waarbij aflevering of logistieke handelingen elders plaatsvinden.

  • d.

    Handelshoeveelheid harddrugs: meer dan 0,5 gram harddrugs, meer dan 5 milliliter GHB.

  • e.

    Handelshoeveelheid softdrugs: meer dan 5 gram softdrugs, meer dan 5 hennepplanten, meer dan 1 ampul lachgas.

  • f.

    Harddrugs: alle middelen die vermeld worden op lijst I behorende bij de Opiumwet.

  • g.

    Lokaal: elk (deel van een) gebouw, bouwwerk (een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte) of complex van ruimten, al dan niet toegankelijk voor publiek en niet zijnde een woning, zoals een winkel, café, loods, schuur of bedrijfsruimte. Het feitelijke gebruik van het pand of complex van ruimten is bepalend en niet de uiterlijke kenmerken zoals de bouw en aanwezigheid van huisraad.

  • h.

    Overtreding: de overtreding van de Opiumwet waarbij een handelshoeveelheid hard- en/of softdrugs is aangetroffen, dan wel sprake is van handel, dan wel sprake is van voorbereidingshandelingen in een woning of lokaal en/of op een bijbehorend erf.

  • i.

    Pand: een woning of lokaal.

  • j.

    Sluiting: de last onder bestuursdwang waarbij een woning en/of lokaal en/of bijbehorend erf gesloten wordt met toepassing van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet.

  • k.

    Softdrugs: alle middelen die vermeld worden op lijst II behorende bij de Opiumwet.

  • l.

    Voorbereidingshandelingen harddrugs: voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, van de Opiumwet.

  • m.

    Voorbereidingshandelingen softdrugs: voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 11a Opiumwet.

  • n.

    Woning: elk voor bewoning bestemd of feitelijk daarvoor gebruikt (deel van een) gebouw, bouwwerk (een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte) of complex van ruimten zoals: een woonkeet, loods of ander soortgelijk bouwwerk bestemd om te voorzien in een (tijdelijke) behoefte aan woongelegenheid, een woonwagen, caravan, boot enz.

Artikel 2 Algemeen

Lid 1:

Voor het toepassen van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt verwezen naar de aanwezigheid van verdovende middelen op lijst I en II behorende bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet.

Lid 2:

Bij toepassing van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt aansluiting gezocht bij de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11 en 11a Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet.

Lid 3:

De burgemeester toetst of zij bevoegd is om artikel 13b Opiumwet toe te passen en (tijdelijke) sluiting van de woning of het lokaal noodzakelijk en evenwichtig is. Er wordt bij het nemen van het besluit in het kader van de noodzakelijkheid en evenredigheid bijvoorbeeld betekenis toegekend aan de volgende omstandigheden (niet-limitatief):

  • de betrokkenheid/persoonlijke verwijtbaarheid/verantwoordelijkheid van de betrokkene;

  • de aanwezigheid van minderjarige kinderen;

  • de kwetsbaarheid (voor drugscriminaliteit) van de buurt;

  • het gevaar van de situatie.

Lid 4:

De last onder bestuursdwang wordt opgelegd aan de betrokkene bij de woning c.q. het lokaal. De betrokkene wordt gelast de woning of het lokaal te sluiten en voor een bepaalde periode gesloten te houden. Indien niet wordt voldaan aan de last, wordt bestuursdwang toegepast, waarbij de woning of het lokaal van gemeentewege wordt gesloten.

Lid 5:

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:25 en titel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen de kosten van bestuursdwang worden verhaald op de overtreder, dan wel de betrokkene voor zover deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel op last van de overtreder behoren te komen.

Lid 6:

Een sluiting van een woning of lokaal houdt tevens in een sluiting van het bijbehorende erf. Een opgelegde sluiting omvat dus het gehele perceel.

Lid 7:

Als begunstigingstermijn wordt een perioden aangehouden waarbinnen, gelet op de omstandigheden van het specifieke geval, de betrokkene zelf in de gelegenheid is om gehoor te geven aan de opgelegde last. Bij lokalen geldt dat binnen het eerste uur van de begunstigingstermijn, de klanten uit de inrichting dienen te worden verwijderd.

Lid 8:

Het opleggen van een last onder bestuursdwang vindt plaats met toepassing van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat, voordat een definitief besluit wordt genomen, de belanghebbende(n) schriftelijk op de hoogte wordt gebracht van het voornemen tot sluiting en dat hij/zij in de gelegenheid wordt gesteld mondeling of schriftelijk zienswijzen in te dienen.

Lid 9:

Indien er feitelijk tot sluiting wordt overgegaan zal het pand voor eenieder ontoegankelijk worden gemaakt.

Lid 10:

De duur van de sluiting is afhankelijk van de aard van het pand, de zwaarte van de overtreding en van de vraag of het pand reeds eerder gesloten is geweest en varieert qua termijn. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde handhavingsmatrix, onder artikel 7.

Lid 11:

Een wijziging in de huursituatie wordt als niet ter zake doende beschouwd, indien deze wordt aangebracht nadat de overtreding van de Opiumwet is geconstateerd. De ratio hierachter is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de last kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk om de woning of het lokaal tijdelijk aan het criminele drugscircuit te onttrekken.

Artikel 3 Handel (artikel 13b lid 1 sub a Opiumwet)

Er is sprake van een overtreding ingevolge artikel 13b, eerste lid, sub a van de Opiumwet (met andere woorden: het is aannemelijk dat er sprake is van handel) bij het aantreffen van een handelshoeveelheid softdrugs, bij het aantreffen van een handelshoeveelheid harddrugs of bij overige aanwijzingen voor “verkopen, afleveren of verstrekken van verdovende middelen dan wel het daartoe aanwezig zijn van verdovende middelen”. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ex artikel 13b Opiumwet, kan dus ook worden toegepast indien uit andere indicatoren dan handelshoeveelheden verdovende middelen aannemelijk wordt dat een woning of lokaal betrokken is bij de handel in verdovende middelen.

Artikel 4 Voorbereidingshandelingen (artikel 13b lid 1 sub b Opiumwet)

Er is sprake van een overtreding ingevolge artikel 13b, eerste lid, sub b van de Opiumwet (met andere woorden: er is sprake van voorbereidingshandelingen) bij het voorhanden zijn van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a lid 1 sub 3 of artikel 11a Opiumwet. Om te bepalen of deze situatie zich voordoet, kan rekening gehouden worden met de volgende (niet-limitatief opgesomde) indicatoren:

  • de aard van de stoffen en/of voorwerpen. Hierbij kan worden gedacht aan chemische stoffen, apparatuur of aanverwante artikelen die niet, nauwelijks of zeer onwaarschijnlijk voor andere doeleinden (kunnen) worden gebruikt dan voor de productie, transport, of handel van verdovende middelen;

  • de mate waarin de stoffen en/of voorwerpen erop wijzen bestemd te zijn voor de productie, transport of handel van verdovende middelen;

  • de combinatie van stoffen en/of voorwerpen;

  • de hoeveelheid stoffen en/of voorwerpen;

  • de mate van bekendheid van de woning of het lokaal waar dergelijke stoffen en/of voorwerpen gebruikt of verhandeld worden;

  • de mate van risico of gevaar voor het woon- of leefklimaat in de omgeving en/of voor de omwonenden.

Artikel 5 Lokalen

Softdrugs

Lid 1:

Bij een eerste constatering van handel en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt volstaan met een waarschuwing dat de handel en/of de voorbereidingshandelingen dient te worden gestaakt en gestaakt moet blijven.

Lid 2:

Indien binnen twee jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van zes maanden. Indien binnen twee jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd, maar dan ten aanzien van handel in harddrugs, en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van twaalf maanden.

Lid 3:

Indien binnen drie jaar na de tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt het lokaal gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 4:

Indien binnen drie jaar na de derde constatering een vierde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt het lokaal gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 5:

Bij iedere opvolgende overtreding, vangt de nieuwe begintermijn aan zoals bedoeld in lid 1.

Harddrugs

Lid 6:

Bij een eerste constatering van handel en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt het lokaal zonder waarschuwing gesloten voor de duur van twaalf maanden.

Lid 7:

Indien binnen drie jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn. Indien binnen drie jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd, maar dan ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van zes maanden.

Lid 8:

Indien binnen drie jaar na tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt het lokaal gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 9:

Indien binnen drie jaar na de derde constatering een vierde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt het lokaal gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 10:

Bij iedere opvolgende overtreding, vangt de nieuwe begintermijn aan zoals bedoeld in lid 6.

Artikel 6 Woningen

Softdrugs

Lid 1:

Bij een eerste constatering van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt volstaan met een waarschuwing dat de handel en/of de voorbereidingshandelingen dient te worden gestaakt en gestaakt moet blijven.

Lid 2:

Indien binnen twee jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van drie maanden. Indien binnen twee jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd, maar dan ten aanzien van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van zes maanden.

Lid 3:

Indien binnen drie jaar na de tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van zes maanden. Indien binnen drie jaar na de tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van twaalf maanden.

Lid 4:

Indien binnen drie jaar na de derde constatering een vierde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt de woning gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 5:

Bij iedere opvolgende overtreding, vangt de nieuwe begintermijn aan zoals bedoeld in lid 1.

Harddrugs

Lid 6:

Indien bij een eerste constatering sprake is van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor drie maanden.

Lid 7:

Indien binnen drie jaar na de eerde constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van drie maanden. Indien binnen drie jaar na de eerste constatering een tweede overtreding wordt geconstateerd, maar dan ten aanzien van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van zes maanden.

Lid 8:

Indien binnen drie jaar na de tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in softdrugs en/of voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van zes maanden. Indien binnen drie jaar na de tweede constatering een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in harddrugs en/of voorbereidingshandelingen harddrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van twaalf maanden.

Lid 9:

Indien binnen drie jaar na de derde constatering een vierde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van handel in soft- en/of harddrugs en/of voorbereidingshandelingen, wordt de woning gesloten voor een door de burgemeester nader te bepalen termijn.

Lid 10:

Bij iedere opvolgende overtreding, vangt de nieuwe begintermijn aan zoals bedoeld in lid 6.

Artikel 7 Handhavingsmatrix

Het vorenstaande resulteert in de volgende handhavingsmatrix:

O

Lokalen

Woningen

1

Softdrugs: waarschuwing

Harddrugs: 12 maanden

Softdrugs: waarschuwing

Harddrugs: 3 maanden

2

Softdrugs: 6 maanden

Softdrugs: 6 maanden

Softdrugs: 3 maanden

Softdrugs: 3 maanden

Harddrugs: 12 maanden

Harddrugs: nader te bepalen termijn*

Harddrugs: 6 maanden

Harddrugs: 6 maanden

3

Softdrugs: nader te bepalen termijn*

Harddrugs: nader te bepalen termijn*

Softdrugs: 6 maanden

Softdrugs: 6 maanden

Harddrugs: 12 maanden

Harddrugs: 12 maanden

4

Softdrugs: nader te bepalen termijn*

Harddrugs: nader te bepalen termijn*

Softdrugs: nader te bepalen termijn*

Harddrugs: nader te bepalen termijn*

O= overtreding

* Door de burgemeester te bepalen termijn, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval.

Artikel 8 Waarschuwing

Lid 1:

Indien een waarschuwing wordt opgelegd, geldt deze voor twee jaar. Deze waarschuwing wordt niet met een besluit gelijkgesteld en hierdoor staan geen rechtsmiddelen open.

Lid 2:

Van het opleggen van een waarschuwing kan worden afgeweken, indien blijkt dat er sprake is van een ernstig geval waarin het niet opportuun is om te volstaan met een waarschuwing. In die gevallen wordt direct een last onder bestuursdwang opgelegd. Een aantal indicatoren die zo’n geval tot een ernstig geval kunnen maken en ertoe leiden dat niet wordt volstaan met een waarschuwing, zijn (niet-limitatief):

  • drugsgerelateerde loop naar het pand;

  • drugsgerelateerde overlast rondom het pand;

  • drugsgerelateerde meldingen over het pand c.q. de betrokkene;

  • drugsgerelateerde attributen in het pand;

  • noemenswaardige hoeveelheden contact geld in het pand;

  • gevaarzetting;

  • voor drugscriminaliteit gevoelige wijk;

  • wapens in het pand;

  • aanwijzingen voor een rol van het pand in het drugscircuit;

  • recidive op persoonsniveau;

  • antecedenten van betrokkene.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In beginsel wordt overeenkomstig deze beleidsregel besloten. De burgemeester kan echter op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals op genomen in dit beleid. Deze afwijkingsbevoegdheid is geregeld in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10 Intrekking

Het “Damoclesbeleid Gemeente Stein 2020”, in werking sinds 1 juli 2020, wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het elektronische Gemeenteblad op www.overheid.nl.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Damoclesbeleid gemeente Stein”.

Ondertekening

Stein, 24 juni 2025

De Burgemeester van Stein,

Mevr. M.F.H. Leurs-Mordang