Uitvoeringsregels evenementen gemeente Westerveld 2025

Geldend van 11-07-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregels evenementen gemeente Westerveld 2025

Besluit van de burgemeester van de gemeente Westerveld tot wijziging van de ‘Nota evenementenbeleid gemeente Westerveld’ van 2016.

De burgemeester van de gemeente Westerveld;

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Westerveld en de Inspraakverordening gemeente Westerveld;

b e s l u i t vast te stellen de volgende uitvoeringsregels:

Uitvoeringsregels evenementen gemeente Westerveld 2025

Inleiding

In 2016 is het Evenementenbeleid van de gemeente Westerveld vastgesteld. Dit beleid is geëvalueerd en in deze uitvoeringsregels opnieuw vormgegeven.

Visie

Evenementen brengen gezelligheid en levendigheid en leveren een bijdrage aan cultuur, toerisme en het sociaal-maatschappelijk leven in de gemeente Westerveld. Toerisme is één van de pijlers in Westerveld. Evenementen zijn een middel om Westerveld op de (toeristische) kaart te zetten. Ze hebben waarde als toeristische trekpleister en zijn goed voor de lokale economie.

Evenementen brengen inwoners dichter bij elkaar, waardoor de leefbaarheid in een gebied vergroot wordt.

Als gemeente willen we de kwaliteit stimuleren en mooie nieuwe initiatieven mogelijk maken.

Doel uitvoeringsregels

Deze uitvoeringsregels hebben als doel de organisatoren zo goed mogelijk te faciliteren en het organiseren van een evenement makkelijker maken door:

  • Een duidelijk juridisch kader te bieden;

  • Ondersteuning bij het aanvragen van een vergunning of bij het goed en veilig organiseren van evenementen;

  • Een efficiënt en helder vergunningverleningsproces;

  • Vooraf duidelijkheid voor organisatoren en omwonenden creëren, zodat bij de omgeving bekend is wat ze kunnen verwachten en een gevoel van overlast zoveel mogelijk beperkt kan worden.

Deze nadere regels is het juridische toetsingskader waarbinnen de burgemeester of het college een besluit neemt over een aanvraag voor een evenement. Voor organisatoren is een stroomschema voor het wel of niet nodig zijn van een vergunning en een brochure met nadere uitleg over de regels opgesteld. Tevens wordt er een verbetert draaiboek voor organisatoren gemaakt, welke als handleiding kan dienen bij de vergunningaanvraag.

Partijen, verantwoordelijkheden en rollen

De organisator

De gemeente Westerveld wil organisatoren van een evenement duidelijkheid bieden over de regels, waardoor het aanvragen van een evenementenvergunning zo makkelijk mogelijk wordt. De organisator is zelf verantwoordelijk voor het ordelijk en veilig verloop van het evenement. De organisator is ook zelf verantwoordelijk voor de communicatie en de promotie van het evenement. Het spreekt voor zich dat de organisator zijn bezoekers een aangename tijd wil bezorgen, maar het is ook van belang dat rekening wordt gehouden met anderen: zoals omwonenden, terreineigenaren, bedrijven (zoals horeca) in de omgeving en andere gebruikers van de locatie. Het betrekken van anderen in een vroeg stadium en niet pas aan het eind van het vergunning traject, hoort hierbij. Voordat een aanvraag voor een vergunning wordt gedaan, is het voor een organisator al verstandig te weten hoe bijvoorbeeld omwonenden over het initiatief denken. Zijn klachten te verwachten? En hoe kunnen klachten worden voorkomen? Het helpt het proces van vergunningverlening als daarover vooraf is nagedacht. Tenslotte hoort ook het regelen van de noodzakelijke facilitaire en beheersmatige voorzieningen tot de taken van de organisator, net als het regelen van de financiering van het evenement.

De gemeente

De gemeente heeft de zorg voor openbare orde & veiligheid, volksgezondheid en de bescherming van het milieu. De gemeente heeft een taak bij vergunningverlening en toezicht. Als het gaat over de vergunningen wil de gemeente de regels zo eenvoudig en duidelijk mogelijk maken, en het proces zo faciliterend mogelijk laten verlopen. Daarvoor is digitalisering van aanvragen ontwikkeld en zijn de regels vereenvoudigd.

Hiermee wil de gemeente bijdragen aan een klimaat dat economische en maatschappelijke meerwaarde oplevert. Gemeente en organisatoren hebben hierin hetzelfde belang. De gemeente investeert in een goede relatie en samenwerking met het werkveld. De gemeente draagt hieraan bij door bijvoorbeeld een stimuleringsfonds beschikbaar te stellen voor nieuwe initiatieven.

De burgemeester heeft in het kader van evenementen een bijzondere taak, vanuit zijn algemene verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu. De burgemeester heeft vanuit deze verantwoordelijkheid ook de bevoegdheid (artikel 2:25 APV) om vergunningen te verstrekken, te weigeren of in te trekken en kan daarbij ook voorschriften stellen.

Hulpdiensten

De hulpverleningsdiensten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wettelijke taken op het gebied van openbare orde & veiligheid, gezondheid en de bescherming van het milieu. Zij reserveren capaciteit op basis van de evenementenkalender. Daarbij gaat het niet alleen om de evenementen binnen de gemeente Westerveld, maar ook van omliggende gemeenten in Drenthe. Brandweer, politie en de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) adviseren het bevoegd gezag over de gezondheid en veiligheid van een evenement. Afhankelijk van de risico-inschatting kan ook de Veiligheidsregio Drenthe (VRD) adviseren. Waar relevant consulteert de gemeente, naast brandweer, politie en/of GHOR nog andere bedrijven of instellingen, zoals de Provincie, Rijkswaterstaat, het Waterschap en de Omgevingsdienst Drenthe.

Capaciteit hulpdiensten

Naarmate het evenement risicovoller is, neemt de procedure meer tijd in beslag. Als het om een risicovol evenement gaat, is het van belang dat de hulpdiensten hiervoor capaciteit beschikbaar hebben. Knelpunten voor samenloop van evenementen in Zuidwest-Drenthe moeten op tijd worden opgelost. Dit vraagt om een goede planning en afstemming vooraf. Als er meer aanvragen zijn dan mogelijk is op een bepaalde locatie, moet er ook een afweging worden gemaakt welke evenementen wel en welke evenementen geen vergunning kunnen krijgen.

Lokale driehoek

De lokale driehoek, bestaande uit de burgemeester, de officier van justitie en de teamchef van politie, bepaalt welke beleid- en tolerantiegrenzen tijdens een (risico)evenement worden gehanteerd. Deze grenzen geven aan of en hoe de politie namens het bevoegde gezag in algemene en specifieke situaties zal optreden.

Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde

Wet en regelgeving

In artikel 2.24 en 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westerveld (APV) staan een aantal regels voor evenementen. Hier staat wanneer er sprake is van een evenement en wanneer er een vergunning nodig is. Soms hoeft een evenement alleen maar gemeld te worden en een aantal evenementen zijn zonder melding toegestaan. Dan is geen vergunning nodig.

Naast de APV geldt er nog andere wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet, de Alcoholwet, de wet Publieke Gezondheid, de Omgevingswet, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), Wegenverkeerswet en de Zondagswet.

Per 1 januari 2018 is het Besluit brandveilig gebruik en de basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop) van kracht. Het Bgbop geeft brandveiligheidsvoorschriften voor het gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, waarvoor vanuit andere regels geen brandveiligheidseisen zijn gesteld. Het Bgbop stelt ook voorwaarden aan de basishulpverlening op deze plaats.

Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt getoetst en kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu (artikel 1.8 APV). Aan een vergunning kunnen ook voorschriften worden verbonden. Die maken dan onderdeel uit van de vergunning.

Toetsing evenementenvergunning

Hieronder wordt aangegeven op basis waarvan een evenementenvergunning verleend of geweigerd wordt. Het geeft duidelijkheid voor iedereen die een evenement wil organiseren op basis waarvan een besluit genomen wordt. Het geeft ook een kader om bij een eventuele weigering van een vergunning een goede motivatie te kunnen geven.

Evenement

Een evenement is een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Het maakt niet uit of het evenement op particulier terrein of op gemeentegrond plaatsvindt. Het maakt ook niet uit of het evenement binnen of buiten plaatsvindt.

Sommige ‘voor publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak’ zijn geen evenementen. Dat geldt bijvoorbeeld voor bioscoop- en theatervoorstellingen, markten, bingo’s en loterijen, een activiteit in een horecabedrijf en demonstraties. Dan is geen evenementenvergunning nodig. Wel kunnen andere vergunningen of ontheffingen nodig zijn, zoals een geluidsontheffing of een ontheffing op grond van de Alcoholwet.

Kleine evenementen

Voor evenementen is meestal een vergunning nodig. In een aantal gevallen is een melding voldoende. Voor activiteiten met minder dan 50 personen is geen vergunning of melding nodig. Dit betekent meer ruimte voor eenvoudige activiteiten zoals buurtbarbecues. De APV wordt hierop aangepast.

Onderstaand een overzicht van de criteria voor kleine evenementen waarvoor een melding nodig is:

  • het aantal aanwezigen bedraagt meer dan 50 personen en niet meer dan 150 personen;

  • het evenement vindt plaats tussen 07.00 uur en 23:00 uur;

  • er wordt geen muziek ten gehore gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur;

  • het evenement vormt geen belemmering voor het verkeer en hulpdiensten;

  • objecten die geplaatst worden vormen geen belemmering voor het verkeer en hulpdiensten en brengen geen schade toe aan de openbare plaats;

  • er is een aanwijsbare organisator;

  • het evenement is tenminste 10 werkdagen van tevoren gemeld bij de burgemeester.

De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten om dit evenement te verbieden als er gevaar bestaat voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu. Als de organisator binnen 10 werkdagen na de melding geen reactie heeft ontvangen is er automatisch sprake van een acceptatie van de melding.

Soms is bij een kleinschalig evenement wel een ontheffing nodig. Een voorbeeld hiervan is een geluidsontheffing bij:

  • Een verjaardagsfeest of een bruiloft op eigen terrein met een besloten karakter, waarbij aanwezigen op uitnodiging aanwezig zijn, is geen evenementenvergunning nodig. Wel is dan een geluidsontheffing nodig. Bij kaartverkoop of muntverkoop is er geen sprake meer van een besloten karakter en is er wel een evenementenvergunning of evenementmelding en geluidontheffing nodig.

Voorbeelden waarbij wel een evenementenvergunning nodig is:

  • Een activiteit welke plaatsvindt op of aan de weg, zoals op parkeerplaatsen en dus voor publiek toegankelijk gebied, dan is er sprake van een evenement en is een vergunning nodig.

  • Als de openbare orde en veiligheid in gevaar kunnen komen, kan de burgemeester besluiten dat sprake is van een evenement en dat een vergunning nodig is. Ook als het eigenlijk een besloten feest of een klein evenement is. Dat geldt ook voor activiteiten in (horeca-) bedrijven. Zolang de activiteit tot de normale bedrijfsvoering van het bedrijf hoort, is er geen evenementenvergunning nodig. Dan zijn de voorschriften (over o.a. geluid en brandveiligheid) van het Besluit activiteiten leefomgeving voldoende.

Risicoscan

Na de aanvraag van een vergunning, volgt een risico-inschatting. De gemeente bepaalt aan de hand van een risicopuntenmodel of het om een regulier-, aandachts- of risicovol (A, B of C) evenement gaat. Hiervoor gebruiken we het risicopuntenmodel van de ‘GHOR-Handreiking voor Publieke gezondheid en Veiligheid bij evenementen’ (zie bijlage 1).

De categorieën verwijzen naar de mate van belangrijkheid en risicofactoren zoals openbare orde, bereikbaarheid, aantal bezoekers en overlast. De categorieën zijn A, B en C (van laag naar hoog risico). Voor deze activiteiten is een vergunning nodig.

A-, B- en C- evenementen

Er wordt een onderscheid gemaakt in A-, B- en C- evenementen. Dit onderscheid wordt gemaakt door de mate van risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de gevolgen het verkeer.

A-evenement

Een A-evenement is een klein evenement met een laag risico. Dit evenement heeft een beperkte impact op de omgeving. Een voorbeeld hiervan is een wandeltocht, sinterklaasintocht, braderie of muziekoptreden zonder versterkte muziek.

B-evenement

Een B-evenement is evenement met een gemiddeld risico. Dit evenement heeft een grote impact op de directe omgeving. Een voorbeeld hiervan is een festival, dorps-of tentfeest.

C-evenement

Een C-evenement is een evenement met een hoog risico. Dit evenement heeft een grote impact op de gemeente of regio. Een voorbeeld hiervan is een groot wielerevenement.

Voorschriften

In de vergunning worden voorschriften opgenomen. Deze voorschriften maken onderdeel uit van de vergunning en moeten door de organisator nageleefd worden. De gemeente heeft daarin een toezichthoudende taak. Het is afhankelijk van de aard van het evenement, de activiteiten die plaatsvinden, de periode en de locatie welke voorschriften van de vergunning onderdeel uitmaken.

Geluid

Geluid is een aspect bij evenementen dat vaak voor overlast zorgt in de omgeving. Evenementen kunnen zorgen voor een geluidsproductie die tot ver buiten het terrein van het evenement te horen is. Door geluidsoverlast kan het woon- en leefklimaat van omwonenden worden aangetast. Bezoekers van evenementen kunnen daarnaast gehoorschade oplopen als het geluid te hard is.

In de vergunning kunnen voorschriften omtrent geluid opgenomen worden, zoals voorschriften over het toegestane geluidsniveau, de situering van de geluidsbronnen, de frequentie en tijden. Niet alleen geluidsnormen spelen een rol, maar ook andere factoren zoals de duur en het tijdstip van het evenement, de bekendheid en acceptatie van het evenement, soort muziek en persoonlijke beleving.

Geluidsoverlast is afhankelijk van de akoestische omvang van het evenement, maar ook van het draagvlak dat er voor het evenement bestaat. Elk evenement vergt maatwerk, maar dit is soms praktisch onuitvoerbaar. Een gedifferentieerde aanpak met categorieën van evenementen is wel mogelijk.

Vanwege een maatschappelijk belang is er vaak een groot draagvlak voor het organiseren van een evenement. Omwonenden kunnen echter ernstige en onduldbare overlast ervaren van een evenement. Het is wenselijk dat de gemeente Westerveld het beleid ten aanzien van geluid bij evenementen richt op zoveel mogelijk voorkomen of beperken van ernstige en onduldbare overlast.

De nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van januari 1996 van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg (hierna: nota) biedt een handreiking voor beleid, waarbij criteria worden gegeven die een belangenafweging mogelijk maakt. In vaste rechtspraak is aanvaard dat de Nota het uitgangspunt is voor de beoordeling of geluidoverlast van een evenement aanvaardbaar is of niet. De gemeente Westerveld kiest ervoor om bij de hantering van normen voor geluid bij evenementen aan te sluiten bij deze nota. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst Drenthe geadviseerd over de normen voor geluid bij evenementen.

De Omgevingsdienst adviseert voor evenementen in Drenthe een norm in dB(C) te hanteren, die representeert beter de hinder bij hogere geluidniveaus. Deze norm is over het algemeen 70 dB(A) en/of 85 dB(C) als 3 minuten voortschrijdend gemiddelde, ter plaatse van de maatgevende woning (of geluidsgevoelige bestemming).

Om de grens van het optreden van een “onduldbare hinder” niet te overschrijden, dient als maximaal toelaatbare gevelbelasting (een-minuut Leq) de in onderstaande tabel aangegeven waarden worden aangehouden:

Normering maximale gevelbelasting

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen

Gevelisolatie

Maximale gevelbelasting

Dag

(07.00 – 19.00 uur)

35 dB(A)

50 dB(A)

20 à 25 dB(A)

70 à 75 dB(A)

Avond

(19.00 – 23.00 uur)

30 dB(A)

50 dB(A)

20 à 25 dB(A)

70 à 75 dB(A)

Nacht*

(23.00 – 07.00)

25 dB(A)

25 dB(A)

20 à 25 dB(A)

70 à 75 dB(A)

* Voor dagen waarop een zaterdag, zondag of een officieel erkende feestdag volgt, wordt het tijdstip waarop de normstelling voor de nachtperiode ingaat, met twee uur verschoven naar 01.00 uur. In de nachtperiode wordt slechts “achtergrondmuziek” toegestaan.

Bastonen

De geluidsnorm die gehanteerd wordt, is gebaseerd op de nota. Hierin is met name gekeken naar het feit of er sprake is van een verstoring van de spraakverstaanbaarheid. Gebleken is dat met een geluidsniveau van 75 dB(A) op de gevel van de woning, je binnen nog verstaanbaar met elkaar kunt praten. De Raad van State acht deze norm acceptabel.

De meeste hinder ontstaat echter door basdreunen. Om die reden is in het beleid ook een geluidsnorm voor lage tonen opgenomen (dB( C )-norm). Bij het bepalen van de geluidsnorm wordt onderscheid gemaakt in muziekevenementen en evenementen waarbij muziek een secundaire rol speelt, zoals een sportevenement.

Geluidsnorm bij muziekevenementen

Het voortschrijdend gemiddelde equivalente geluidniveau gedurende drie minuten (LAeq, 3 min en Lceq, 3 minuten), veroorzaakt door de aanwezige toestellen en installaties mag niet meer dan 70 dB(A) en 85 dB(C) bedragen op de gevel van de dichtstbijzijnde woning of ander geluidgevoelige object.

Geluidsnorm bij evenementen waarbij muziek een secundaire rol speelt

Het voortschrijdend gemiddelde equivalente geluidniveau gedurende vijf minuten (LAeq, 5 min en Lceq, 5 min), veroorzaakt door de aanwezige toestellen en installaties mag niet meer dan 70 dB(A) en 85 dB(C) bedragen op de gevel van de dichtstbijzijnde woning/geluidsgevoelig object.

Geluidsnorm bij mengpaneel

Een organisator van een muziekevenement dient zich te houden aan het 3e en 4e Convenant Preventie Gehoorschade Muzieksector (ministerie van VWS, V.V.E.M, vereniging van Nederlandse poppodia en festivals, 2018/2023). Om gehoorschade te beperken kan bij muziekevenementen een norm worden opgenomen die geldt bij het mengpaneel. Ter plaatse van het mengpaneel (Front Off House) mag het voortschrijdend gemiddelde equivalente geluidsniveau gedurende vijftien minuten (LAeq, 15 min) maximaal 100 dB(A) bedragen. Daarbij wordt de piekbelasting beperkt tot een geluidsdruk van maximaal 200 Pascal (of 140 dB (C)). Onder geluidsniveau wordt verstaan het Leq-niveau in dB(A) gemeten over een periode van 15 minuten aan de mengtafel op een hoogte van 2 meter boven de vloer.

Geluidsnorm bij incidentele festiviteiten

Voor een incidentele festiviteit is soms geen vergunning nodig (zie hoofdstuk 6). De hierboven weergegeven geluidsnormen zijn echter ook van toepassing bij incidentele festiviteiten.

Afwijking

Bedacht moet worden dat geen evenement gelijk is. Ook de evenementenlocaties verschillen. Zo kan de afstand tot de dichtstbijzijnde woning of geluidgevoelig object bij de ene locatie veel groter zijn dan bij de andere. Ook het aantal evenementen dat op een bepaalde locatie plaatsvindt varieert. Er kan dus reden zijn om af te wijken van bovenstaande geluidsnormen en in overleg met de Omgevingsdienst Drenthe maatwerk te verrichten.

Als een organisator van een evenement wil afwijken van de normen voor de maximale gevelbelasting, dan kan dat aangevraagd worden. De organisator moet dan met een akoestisch onderzoek onderbouwen welke normen haalbaar en mogelijk zijn. In voorkomend geval wordt omtrent geluidsbelasting advies gevraagd van de Omgevingsdienst Drenthe.

Geluid bij k ermissen

Een kermis is een evenement van zodanige aard dat de standaard geluidsnormen niet passen bij het evenement. Voor kermissen geldt een afwijkende geluidsnorm/meetmethodiek. Op een kermis staan attracties elk met hun eigen geluid (muziek, sirene, omroeper, etc.). De gebruikelijke geluidmeting op de gevel van de dichtstbijzijnde woning heeft dan weinig zin, omdat het resultaat hiervan niets zegt over het aandeel van de verschillende attracties hierin. Daarom wordt bij een kermis, of vergelijkbaar evenement, de methode van bronmeting toegepast. Dit houdt in dat de geluidmeting plaatsvindt op één meter van de luidspreker bij elke attractie.

Het muziekgeluidniveau mag niet hoger zijn dan Leq 90 dB(A) gemeten op één meter van een luidspreker.

Om het geluidniveau van kermisattracties in de hand te houden, kunnen (onder andere) de onderstaande vergunningvoorschriften en geluidnormen worden opgenomen in een evenementenvergunning voor een kermis:

  • Het is verboden om een muziekinstallatie en andere geluidsapparaten te gebruiken buiten de openingsuren van de kermis behoudens voor het afstellen en testen op de dag voorafgaande aan de eerste kermis dag gedurende maximaal een uur.

  • Het is verboden gebruik te maken van sirenes, hoorns en dergelijke geluidsapparaten anders dan voor begin en einde van een rit dan wel om een andere kermisactiviteit aan te kondigen.

  • De geluidsinstallatie, inclusief luidsprekers, mogen zich uitsluitend binnen de kermisattractie bevinden waarbij de voorzijde van de luidsprekers uitsluitend naar beneden gericht mag zijn en naar het midden van de kermislocatie: de luidsprekers mogen in geen geval op of richting de omringende woonbebouwing zijn gericht.

  • De geluidsinstallatie moet zodanig zijn afgesteld dat het geluidsniveau van 90 d(B)A gemeten op één meter voor de luidsprekers niet wordt overschreden. Piekniveaus (Lmax) zijn toegestaan tot een geluidniveau van 100 dB(A).

  • In geval dat meerdere luidsprekers staan opgesteld, geldt dat gemeten tussen de luidsprekers in of gemeten op één meter voor de luidsprekers de 90 dB(A) niet mag worden overschreden.

Categorieën geluidsbelasting

Er zijn twee categorieën geluidsbelasting als gevolg van evenementen:

  • 1.

    Categorie geluidsbelasting laag

De geluidsbelasting bij dit soort evenementen is verwaarloosbaar. Onder deze categorie valt ook de niet elektronisch versterkte muziek. Ook vallen onder deze categorie buurtfeesten, braderieën en markten. Evenementen die in deze categorie vallen zijn vaak kleinschalig (veelal A evenementen). Er is sprake van achtergrondmuziek en het draagvlak in de omgeving is vaak groot.

  • 2.

    Categorie geluidsbelasting hoog

De geluidsbelasting bij dit soort evenementen is tot 75 dB(A)/90 dB(C) per locatie. Gemeten wordt voor de gevel van de woningen of op per locatie vast te leggen referentiepunten (bijvoorbeeld buitengebied). Onder deze categorie vallen bijna alle evenementen met een luidruchtig karakter zoals, muziek, tentfeesten en kermissen (veelal B- en/of C-evenementen). Uitgangspunt bij de vergunningverlening is het opnemen van een norm als voorschrift. Het toegelaten maximum van 75 dB(A) op gevels van woningen wordt als norm opgenomen. De organisatie dient haar verantwoordelijkheid bij het naleven van de voorschriften duidelijk te nemen. De organisatie moet zelf het toegestane geluidsniveau onder de grenswaarde houden aan de hand van door henzelf uit te (laten) voeren metingen. Voorschriften worden opgenomen ter voorkoming van geluidhinder bij opbouw en afbouw en vanwege het in werking hebben van generatoren etc.

Tijden en duur geluidsbelasting

  • Het evenement vindt op maandag tot en met zaterdag niet voor 08.00 uur plaats en op zondag niet voor 13.00 uur (Zondagswet).

  • Op dagen voorafgaand aan een werkdag wordt niet langer dan tot 23.00 uur een vergunning verstrekt voor het ten gehore brengen van (versterkte) muziek tijdens een evenement. Een eindtijd van 02.00 uur (cooling down vanaf 01:30 uur) is mogelijk als de volgende dag een zaterdag, zondag of officieel erkende feestdag is.

  • Meerdaagse B- of C evenementen kennen een maximale duur van drie aaneengesloten dagen waarop versterkte muziek ten gehore wordt gebracht.

  • Bij een evenement is de tijd voor de muziek maximaal acht uur per etmaal. De periode tussen starttijd en eindtijd is de netto evenement tijdsduur exclusief op- en afbouw periode en/of soundcheckperiode(n).

  • Bij een B- of C evenement wordt ervan uitgegaan dat dit belastend is voor de omgeving met een hemelsbrede straal van twee kilometer rondom het evenemententerrein.

Gehoorschadepreventie

Wanneer bezoekers en personeel worden blootgesteld aan geluidsdruk kunnen zij gehoorschade oplopen. Steeds vaker worden aan bezoekers oorddopjes aangeboden. Het is in ieder geval noodzakelijk goede voorlichting te geven aan bezoekers. Niet alleen bezoekers kunnen gehoorschade oplopen, met name personeel wordt vaak lange tijd blootgesteld aan hard geluid. In de Arbowet is dit geregeld. De organisator is verantwoordelijk voor gehoorschadepreventie van zowel werknemers al bezoekers. Welke bescherming het beste gebruikt kan worden, hangt af van de situatie. Meer informatie hierover is te vinden op de website van GGD en de Arbodienst. Wanneer de Arbeidsinspectie constateert dat er ten onrechte geen gehoorbescherming wordt gedragen, worden er boetes uitgedeeld. Oók aan werknemers die weigeren gehoorbescherming te dragen.

Het Convenant Preventie Gehoorschade geeft aan dat het voor minderjarige bezoekers (tot 18 jaar) vanaf een geluidsniveau van 88 dB(A) nodig is om het dragen van gehoorbescherming te faciliteren en te stimuleren. Voor meerderjarige bezoekers geldt dit vanaf een geluidsniveau van 92,5 dB(A).

Bereikbaarheid/toegankelijkheid

De organisatie is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bereikbaarheid voor zowel bezoekers als hulpdiensten. In de eerste plaats zijn organisatoren verantwoordelijk om de consequenties van het evenement voor de verkeersorde te beperken. Dit betekent dat zij zo nodig moeten zorgen voor de inzet van verkeersregelaars en het verzekeren van deze verkeersregelaars. In overleg met politie wordt het aantal benodigde verkeersregelaars bepaald.

Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement, kunnen de volgende acties voor de organisator gelden:

  • Het (laten) opstellen van het onderdeel verkeer in het draaiboek (met als onderdeel hekken- en bordenplan) dat vervolgens ter toetsing aan de politie en gemeente wordt voorgelegd.

  • Niet eerder dan 1 dag voorafgaande aan het evenement plaatsen van hekken en borden, met uitzondering van de vooraankondigingsborden;

  • In samenspraak met de organisator en de hulpdiensten worden afspraken gemaakt over de termijn waarop na afloop van het evenement hekken en borden verwijderd moeten zijn;

  • Verstrekken van informatie over parkeervoorzieningen (al dan niet op afstand) en het communiceren over verkeersmaatregelen en -consequenties;

  • Fietsvoorzieningen ter stimulering van gebruik van de fiets;

  • De organisator geeft in het draaiboek aan of er verkeersregelaars nodig zijn. De vergunningverlener toetst en bepaalt evt. in samenspraak met de verkeerskundige en/of politie hoeveel verkeersregelaars er nodig zijn. In de voorschriften bij de vergunning wordt de verplichting om met verkeersregelaars te werken opgenomen.

Milieu en afval

Evenementen in het publieke domein veroorzaken vaak veel afval. De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het voorkomen van milieutechnische schade. Na afloop van evenement moet het terrein vrij van afval en in oorspronkelijke staat opgeleverd worden.

In de evenementenvergunning kunnen hiervoor voorschriften worden opgenomen.

Ballonnen en confettikanonnen

Op grond van artikel 4.7a van de APV is het verboden om ballonnen op te laten stijgen. Het oplaten van ballonnen heeft gevolgen voor het milieu. Dit verbod betekent dat er tijdens evenementen geen ballonnen (ook geen biologisch afbreekbare ballonnen) in de open lucht mogen worden opgelaten. Ook is het niet toegestaan om in de open lucht confettikanonnen te gebruiken tijdens evenementen.

Regels voor specifieke evenementen

Er zijn ook regels die gelden voor enkele specifieke soorten evenementen. Het gaat dan om vechtevenementen, circussen en crossevenementen.

Vechtevenementen

Kooigevechten en andere soortgelijke vechtevenementen, waarbij niet of nauwelijks regels gelden, en het sportieve karakter niet of nauwelijks een rol speelt, zijn in Westerveld niet toegestaan. Het Nederlands Instituut voor Vechtsport en Maatschappij (NIVM) werkt er hard aan om de kwaliteit van de vechtsportclubs te waarborgen en te vergroten. Om deze reden is er door een expertgroep samen met het Keurmerkinstituut een keurinstrument ontwikkeld. Het keurmerk, genaamd Fight Right, onderstreept én waarborgt dat verenigingen en trainers verantwoord, pedagogisch en veilig omgaan met vechtsport. De gemeente Westerveld staat uitsluitend vechtsportevenementen toe die onder auspiciën staan van koepelorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF en/of keurmerk Fight Right dragen.

Circussen

Een circus is een reizend gezelschap dat optreedt in een tent en de voorstelling bestaat uit optredens van bijvoorbeeld acrobaten, jongleurs, clowns, dierentemmers en goochelaars. Een voorstelling van een circus is een evenement. Het toetsingskader uit dit evenementenbeleid is hierop van toepassing.

De gemeente Westerveld verleent geen vergunningen voor evenementen waarbij dieren worden mishandeld, gekweld of waarbij de gezondheid van het dier in gevaar kan komen.

Crossevenementen met gemotoriseerde voertuigen

Snelheidswedstrijden met auto’s, motoren of andere gemotoriseerde voertuigen op de openbare weg zijn in Westerveld niet toegestaan. De reden hiervoor is:

  • Een dergelijke wedstrijd betekent in de praktijk dat de openbare weg gedurende geruime tijd moet worden afgesloten. Dit veroorzaakt overlast voor omwonenden en eigenaren van omliggende percelen en hiermee kan de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer niet gewaarborgd worden (artikel 2, lid 1, sub c en d Wegenverkeerswet 1994).

  • De verkeersveiligheid voor voetgangers kan niet voldoende worden gegarandeerd (artikel 2, lid 1 onder a en b Wegenverkeerswet 1994).

  • Er kan overlast, hinder of schade ontstaan voor omwonenden en het kan negatieve gevolgen hebben voor het milieu (Besluit activiteiten leefomgeving). Hierbij kan gedacht worden aan geluidsoverlast, stankoverlast, schade aan de veestapel en flora en fauna.

  • Een snelheidswedstrijd kan een aantasting van het karakter en de functie van het gebied (artikel 2, lid 2, onder b Wegenverkeerswet 1994) vormen. Met andere woorden: een dergelijk evenement past niet in onze landelijke gemeente waar het accent ligt op rust, ruimte en groen.

Evenementen met gemotoriseerd verkeer op een locatie buiten de openbare weg zijn in beginsel nog wel toegestaan.

Evenementen met gemotoriseerd verkeer waarbij snelheid geen rol speelt (bijvoorbeeld een oldtimertocht) zijn wel toegestaan. De deelnemers blijven verkeersdeelnemers, waarbij de geldende regels van toepassing zijn. De overlast van deze evenementen is minder groot (de wegen hoeven niet te worden afgesloten) en de milieubelasting is lager vanwege de lagere (normale) snelheid. Als er gebruik wordt gemaakt van zandwegen worden deze voor aanvang van het evenement en na afloop gemonitord.

Evenementen met een seksistisch dan wel een racistisch karakter

Evenementen met een expliciet seksueel karakter zijn in beginsel niet toegestaan. Het gaat hier niet om een erotische beurs, maar wel om optredens met een expliciet pornografisch karakter. Deze evenementen zijn in strijd met de menselijke waardigheid en daarmee in strijd met de openbare orde. Hetzelfde geldt voor evenementen met een expliciet racistisch karakter.

Kermissen

Er is sprake van een kermis als er gelijktijdig minimaal vijf attracties op een locatie staan.

In Westerveld heeft een dorpskermis met een nostalgisch karakter de voorkeur. Hieronder vallen in ieder geval een draaimolen, een schietsalon, een oliebollenkraam en botsauto’s.

Een kermis is van oudsher een volksfeest, maar in de loop van de laatste decennia hebben mechanische attracties steeds meer de overhand, gepaard gaand met veel geluid en geluids- en lichteffecten.

Vanwege de belasting op de omgeving wordt het aantal en de omvang van kermissen beperkt. In Dwingeloo is de Dwingelermarkt met daarbij een kermis in het voor- en najaar. In de overige dorpen Havelte, Vledder en Diever zijn per jaar maximaal één kermis op de evenemententerreinen voor maximaal vier aaneensluitende dagen toegestaan.

Aan de attracties worden veiligheidseisen gesteld op grond van het Warenbesluit attractie- en speeltoestellen 2023.

Voor de geluidsnormen wordt verwezen naar het onderdeel geluid hiervoor genoemd in deze nota.

Braderieën en markten

In de gemeente Westerveld worden veel braderieën en markten gehouden. Braderieën en incidentele markten vallen onder het begrip ‘evenement’, zoals bedoeld in artikel 2.24 van de APV.

Onder braderie wordt verstaan: een activiteit in de openlucht, een feestelijke markt, waar naast de commerciële activiteiten tevens vermaak geboden wordt.

Onder markt wordt verstaan: een activiteit in de openlucht waar alleen goederen worden verkocht. Voor zover deze activiteiten ook op vermaak zijn gericht, worden ze beschouwd als braderie, bijvoorbeeld een themamarkt zoals een zomermarkt, kerstmarkt of een paasmarkt. Weekmarkten en de biologische markt in Vledder zijn markten die vallen onder artikel 160, aanhef en onder h van de Gemeentewet. Hiervoor geldt de Marktverordening van de gemeente Westerveld.

Een snuffelmarkt is een markt in een voor het publiek toegankelijke gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands of incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats. Een snuffelmarkt valt niet onder de definitie van een evenement. Voor een snuffelmarkt moet een ‘snuffelmarktvergunning’ worden aangevraagd (artikel 5.22 APV).

Bestaande braderieën en markten

Al vele jaren worden er jaarlijks herhaalde braderieën en markten georganiseerd die geliefd zijn bij bewoners, toeristen en winkeliers en die hun bestaansrecht hebben bewezen.

Diever:

  • Boekenmarkt

  • Struunmarkt (6x)

  • Zomermarkten (6x)

  • Kunstmarkt

  • Paasmarkt

  • Sfeervol Diever

  • Wollig landleven

Dieverbrug:

  • Sluisdagen

Doldersum:

  • Grenzeloos/Lokale markt

Dwingeloo:

  • Dwingelermarkten (2x)

  • Wie wat wol markt

  • Keramiekmarkt

  • Siepelmarkten (6x)

Vledder:

  • Kunstmarkt

  • Kofferbakmarkten (6x)

  • Voorjaarsmarkt

  • Vleddermarkten (6x)

  • Wollig landleven

  • Kerstmarkt

Havelte:

  • Kerstmarkt Dickens

  • Wollig landleven

Frederiksoord:

  • Lentefair

Zorgvlied:

  • Wollig landleven

Nadere regels voor braderieën en markten

Op grond van openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en/of milieu kunnen nadere voorschriften aan de evenementenvergunning worden verbonden.

Bij een aanvraag voor een evenementenvergunning voor een braderie of markt wordt de locatie per geval op geschiktheid beoordeeld.

Naast de eerdergenoemde lijst van bestaande braderieën en markten mogen er drie extra braderieën of markten per jaar per dorp plaatsvinden

Een braderie of markt mag maximaal één dag duren. Evenementen leggen druk op de omgeving, zoals de omwonenden en winkeliers. Door een maximum van een dag te stellen, in combinatie met een maximum aantal per jaar per locatie, wordt de ‘activiteitendruk’ op een locatie gereguleerd.

Verenigingen kunnen aan een organisatiebureau vragen namens hun een braderie te organiseren.

Als een braderie of markt op zondag voor 13.00 uur wordt gehouden, zal een ontheffing op grond van de Zondagswet noodzakelijk zijn. Een braderie of markt kan niet voor 13.00 uur plaatsvinden in de nabijheid van een kerk waar op zondagochtend een kerkdienst wordt gehouden.

Evenementen en omgevingsplan

Evenementen worden tot nu toe beschouwd als een normaal gebruik van de openbare ruimte. De Raad van State heeft verschillende uitspraken gedaan (o.a. ECLI: NL:RVS:2012:BW8858) over bestemmingsplannen, waaruit blijkt dat evenementen beter in bestemmingsplannen, nu omgevingsplan, geregeld moeten worden. Als evenementen worden toegestaan, moet de gemeente kijken naar de ruimtelijke aspecten van het evenement. De gemeente moet kijken naar het aantal evenementen per jaar, de soort, de duur en de bezoekersaantallen. Deze aspecten moeten geregeld worden in het omgevingsplan. Soms is een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het omgevingsplan.

Een uitzondering geldt voor een “kortdurend en incidenteel” evenement. Daar is echter niet snel sprake van. Als een evenement slechts twee aaneengesloten dagen en eenmaal per jaar plaatsvindt, maar de opbouw en afbouw ook al een paar dagen in beslag neemt, dan gaat het niet meer om een kortdurend evenement. Als het gebruik van het terrein in strijd is met het omgevingsplan, is er voor een dergelijk evenement naast een evenementenvergunning ook een omgevingsvergunning nodig.

Bij het opstellen van het omgevingsplan wordt gekeken op welke wijze de bovengenoemde aspecten hierin kunnen worden opgenomen.

Evenementen in natuurgebieden

In onze gemeente zijn diverse gebieden aangewezen waarbinnen natuurbehoud en natuurontwikkeling voorop staat. Hierbij moet gedacht worden aan de Natura2000 gebieden: de Nationale parken Dwingelderveld, het Drents-Friese Wold en het gebied Holtingerveld. Het gebied Oosterzand nabij Uffelte is een stiltegebied.

Toegangspoort Holtingerveld

In het (tijdelijk deel) omgevingsplan is dit gebied aangewezen als evenemententerrein. Evenementen die passen binnen dit gebied zijn dan ook toegestaan. De grondeigenaar (Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten) zal toestemming moeten verlenen voor het gebruik van het terrein.

Toerisme

De recreatie- en toerismesector is van groot belang voor de gemeente Westerveld. Het levert een substantiële bijdrage aan de werkgelegenheid, economische activiteit en levendigheid in de gemeente. Samen met de gemeenten in Zuidwest Drenthe werken we aan de marketing en communicatie van ons gebied. De verhaallijnen van de Koloniën van Weldadigheid, de Landgoederen, de Nationale Parken, het Holtingerveld gevormd door IJs en Oorlog, de dorpen, cultureel erfgoed en de monumenten, Duisternis en sterren zijn hierbij belangrijke pijlers. Evenementen kennen vaak een jarenlange traditie en dragen bij aan het onderscheidend vermogen van de dorpen, verbinding en ontmoeting tussen mensen en meerdaags verblijf.

Stikstof en soortenbescherming

Stikstof en soortenbescherming spelen een belangrijke rol in zowel de voorbereiding als tijdens evenementen. Er is ruimte voor evenementen, maar niet alles kan overal. De gemeente is het eerste aanspreekpunt voor organisatoren van evenementen. De provincie is het bevoegd gezag voor het afgeven van een omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit. De provincie Drenthe heeft een brochure ontwikkeld, waarin wordt uitgelegd wanneer een dergelijke vergunning nodig is.

Evenemententerreinen

Binnen de gemeente Westerveld worden de volgende terreinen aangemerkt als evenemententerrein:

  • Havelte: Eursingerkerkweg

  • Havelte: Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld (Van Helomaweg)

  • Diever: marktterrein aan de Bosweg (parkeerplaats Eendenvijver)

  • Dwingeloo: Bruges

  • Vledder: Wellegiesweide

  • Uffelte: Vijverlaan (korfbalterrein)

Om overbelasting van de verschillende gebieden te voorkomen zijn op deze locaties 4grote meerdaagse B- evenementen (3 aaneengesloten dagen) per jaar toegestaan, tenzij het omgevingsplan anders bepaalt. De op- en afbouw van een evenement mag maximaal 2 dagen voor een evenement en 2 dagen na het evenement duren.

Op grond van het Omgevingsplan Uffelte mag op het evenemententerrein per jaar maximaal 4 aaneengesloten dagen één evenement plaatsvinden (het jaarlijkse school- en volksfeest).

In het Omgevingsplan Oerlandschap Holtingerveld Havelte is bepaald dat er maximaal 10 evenementen per jaar mogen worden gehouden, gedurende 20 dagen per jaar. Er zijn voor dit evenemententerrein specifieke geluidsnormen vastgesteld.

Voor circussen en kermissen gelden aparte regels, waardoor deze evenementen niet onder het aantal van maximaal vier grote evenementen vallen.

B- en C-evenementen op andere locaties

Een B- of C- evenement kan zorgen voor een grote belasting op de omgeving wat betreft bijvoorbeeld geluid, aantal bezoekers en belasting van het terrein op de door de organisator gewenste locatie.

Aanvragen voor grote evenementen op andere locaties dan de evenemententerreinen worden geweigerd, tenzij de locatie en het evenement zodanig aan elkaar gerelateerd zijn dat het evenement op de locatie moet plaatsvinden. Voorbeelden hiervan zijn de viering van een jubileum van een sportclub op een sportveld.

Naast de aangewezen evenemententerreinen zijn er nog terreinen en brinken die niet als evenemententerrein zijn aangewezen, maar die wel geschikt zijn voor niet al te grote evenementen:

Diever: de Brink

Havelte: de Brink en het Piet Soerplein

Dwingeloo: de Brinken

Frederiksoord: terrein voor De Tuinen van Weldadigheid

Wapse: voetbalterrein

Brinken in de dorpen

Brinken zijn van oorsprong de plaatsen waar het sociale leven in de dorpen plaatsvond. Evenementen op de brinken komt de leefbaarheid en het trekken van toeristen in de kernen ten goede.

Het is ongewenst dat er op de brinken teveel, te grootschalige en voor de kwetsbare brink, te belastende evenementen plaatsvinden.

Evenementen die een te grote belasting op de grasmat van de brinken geven, moeten op een andere locatie plaatsvinden. Hierbij moet gedacht worden aan hippische evenementen, kermissen, circussen en evenementen met gemotoriseerd verkeer.

Het is niet toegestaan om tijdens een evenement auto’s op de brinken te parkeren.

Eindtijden

Tot nu toe werd voor de eindtijden van een evenement aangesloten bij de vastgestelde tijden voor incidentele- en collectieve festiviteiten in de APV. Met de invoering van geluidsnormen waar ook begin- en eindtijden, de regels van de Zondagswet gelden en om onduidelijkheid te voorkomen, is het wenselijk om ook eindtijden voor evenementen te bepalen. Daarom voorziet dit beleid nu ook in algemene eindtijden voor evenementen.

Om een geleidelijk vertrek van bezoekers (‘cooling down’) mogelijk te maken, wordt een onderscheid gemaakt in de eindtijd van het geluid/muziek/schenken drank en de eindtijd van het evenement. De eindtijd van het evenement houdt in dat op dat moment géén bezoekers meer aanwezig mogen zijn in de (feest)tent of op de locatie waar het evenement wordt gehouden.

De volgende eindtijden gelden voor alle evenementen:

Eindtijd geluid/muziek/schenken:

Eindtijd evenement (cooling down):

Zondag tot en met donderdag: 23:00 uur

Zondag tot en met donderdag: 23:30 uur

Vrijdagen: 01:00 uur in de volgende dag

Vrijdag: 01:30 uur in de volgende dag

Zaterdag en dagen vóór een officiële feestdag: 01:30 uur in de volgende dag

Zaterdag en dagen vóór een officiële feestdag: 02:00 uur in de volgende dag

In uitzonderingsgevallen, zoals een oud- en nieuwfeest, kan de burgemeester ontheffing verlenen voor een latere eindtijd.

Constructies

Tijdens evenementen worden vaak bouwsels geplaatst, zoals podia, tenten en tribunes. De organisator is verantwoordelijk voor constructieve veiligheid van deze bouwsels. De organisator dient dan ook de veiligheid aan te tonen. Bij bouwsels waarbij de constructieve veiligheid relevant is, kan gedacht worden aan:

  • bouwsels (bijvoorbeeld tenten) met een vloeroppervlakte groter dan 25m2 en een hoogte hoger dan vijf meter;

  • podia waarvan de vloerhoogte hoger is dan ca. één meter, een oppervlakte hebben van groter dan 75 m2 (hoogte podium is inclusief overkapping of wanden).

Ieder bouwsel moet worden getoetst aan de Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria bij een aanvraag voor een Evenementenvergunning. Als een bouwsel wordt geplaatst tijdens het evenement, moet bij de aanvraag van een evenementenvergunning een bouwboek, constructiegegevens en een bouwtekening aangeleverd worden. Zo kan de constructieve veiligheid worden beoordeeld. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen.

Alcohol- en drugsmisbruik

Een organisator is verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen om alcohol- en drugsmisbruik tegen te gaan. Hier wordt onder andere onder verstaan het nemen van maatregelen om alcoholgebruik onder de 18 jaar te voorkomen.

Maatregelen voorafgaand aan het evenement:

  • maak afspraken over wat er gedaan wordt bij openbaar dronkenschap en drugsgebruik. Spreek bijvoorbeeld af dat bij personen jonger dan 18 jaar, bij binnenkomst gecontroleerd wordt of deze onder invloed zijn van alcohol en/of drugs. Wanneer dit het geval is, noteer dan de persoonsgegevens en weiger de toegang tot het evenement;

  • communiceer het geldende alcohol- en drugsbeleid;

  • zorg ervoor dat het personeel (horecapersoneel, beveiligers, EHBO’ers en vrijwilligers) voldoende kennis heeft om risico’s rondom alcohol- en drugsgebruik goed in te kunnen schatten;

  • personeel drinkt ten tijde van het evenement geen alcohol en gebruikt geen drugs;

  • geef toezichthouders en/of beveiligers een extra rol met betrekking tot alcohol en drugs.

Maatregelen tijdens het evenement:

  • het huisreglement bevat vermeldingen dat onder de 18 jaar geen alcohol toegestaan is en dat het niet is toegestaan om drugs en overige geestverruimende middelen of lachgas mee het terrein op te nemen of in bezit te hebben;

  • indien drugs gevonden worden bij de toegangscontrole of op het terrein, worden deze in beslag genomen en de betreffende bezoeker wordt van het terrein verwijderd. Indien nodig wordt de politie ingeschakeld.

  • maak afspraken over wat er gedaan wordt bij openbaar dronkenschap of onder invloed zijn van drugs tijdens het evenement. Spreek af wanneer de toegang wordt geweigerd;

  • hang bij elke bar informatie over de leeftijdsgrenzen voor de verkoop van alcoholhoudende drank;

  • overweeg het gebruik van polsbandjes voor de 18+ doelgroep;

  • zorg dat er voldoende keuze is in alcoholvrije dranken;

  • overweeg het plaatsen van een verkooppunt voor alleen alcoholvrije dranken.

Door vooraf duidelijk te communiceren over de regels weten de bezoekers tijdig onder welke voorwaarden ze welkom zijn op het evenement. Huisregels zijn pas van kracht als bezoekers deze al bij aankoop van hun kaartje of bij betreding van het evenement duidelijk hebben kunnen lezen. Communicatie kan bijvoorbeeld via de website en sociale mediakanalen van het evenement. Tijdens het evenement bij alle ingangen van het evenemententerrein, in programmaboekjes, bij tap- of schenkpunten voor alcohol (bijvoorbeeld via posters).

Communicatie

Bewoners van nabijgelegen woningen en bedrijven moeten vooraf geïnformeerd worden over het evenement. De organisatie stuurt hierover voor het plaatsvinden van het evenement een bewonersbrief. Deze brief bevat ten minste de volgende informatie:

  • datum/data en tijd(en) evenement;

  • aard van het evenement (met verwijzing naar de website voor meer informatie);

  • datum/data en tijd(en) op- en afbouw;

  • telefoonnummer van de organisatie waar informatie verkrijgbaar is (zowel tijdens evenement als de op- en afbouw);

  • En, indien van toepassing:

  • verkeersmaatregelen (locaties en tijden van o.a. afsluitingen);

  • parkeerbeperkingen (locaties en tijden);

  • consequenties voor het openbaar vervoer;

  • bereikbaarheid van het evenement er openbaar vervoer;

  • mogelijke overlast veroorzakende activiteiten of beperkingen.

Aansprakelijkheid

De organisator is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de vergunning aan eigendommen van de gemeente of van anderen wordt toegebracht. Verder moet de organisator de gemeente vrijwaren voor schadeaanspraken van derden. De organisator kan hiervoor een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten, die zowel de materiële als de letselschade die voortvloeit uit het evenement dekt. In de vergunning worden locatie en tijdsduur van het evenement afgebakend, waarvoor de aansprakelijkheid geldt.

Toezicht en handhaving

Bij het toezicht op evenementen zijn meerdere afdelingen en instanties betrokken. Hieronder is aangegeven hoe het toezicht is verdeeld:

Toezicht en handhaving

VRD

Brandveiligheid van o.a. feesttenten, bakkramen, overkappingen, blusmiddelen, calamiteitenroutes, vluchtwegen

Politie

Openbare orde en veiligheid

Gemeente

Naleving Alcoholwet, voorschriften van de evenementenvergunning en Besluit brandveilig gebruik en de basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop)

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Toezicht op de zorgverlening tijdens evenementen op grond van de Veldnorm evenementenzorg (VNEZ)

Procedure

Aanvraag

Een vergunning kan worden aangevraagd met een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier, samen met op het formulier aangegeven bijlage. Het aanvraagformulier is te downloaden via de gemeentelijke website en kan ook digitaal via een webformulier met DigiD worden ingediend.

Evenementenkalender

Om zowel de organisatoren, hulpverleningsdiensten, omwonenden en externe partners (zoals hulpdiensten) in een vroeg stadium geïnformeerd te hebben over wat voor soort evenementen er gepland worden, is er een evenementenkalender beschikbaar op www.gemeentewesterveld.nl. De evenementenkalender is een overzicht van aangemelde activiteiten, waarvoor nog geen vergunning is verleend. De plaatsing op de evenementenkalender volstaat niet als aanvraag.

Bestaande B-, en C- evenementen worden door de gemeente benaderd met het verzoek kenbaar te maken wanneer hun evenement weer plaats gaat vinden in het komende jaar en of het evenement op de evenementenkalender geplaatst moet worden.

Aanvraagtermijnen vergunning

De vergunningaanvraag voor een:

  • categorie A evenement dient de organisator uiterlijk 12 weken;

  • categorie B evenement dient de organisator uiterlijk 14 weken;

  • categorie C evenement dient de organisator uiterlijk 16 weken;

voor aanvang van het evenement in.

Gezien de wettelijke vereiste zorgvuldigheid bij het voorbereiden van een te nemen besluit, is de genoemde termijn ook nodig. Binnen deze termijn dienen adviezen van in- en externe adviseurs gevraagd en ontvangen te zijn, dient de aanvraag beoordeeld te worden en dient de bezwaartermijn voor belanghebbenden geborgd te zijn.

Wanneer het evenement, bij beoordeling van de aanvraag, toch in een andere categorie blijkt te vallen, wordt dat aan de organisator kenbaar gemaakt. Zo mogelijk wordt maatwerk geleverde en wordt aanvullende informatie gevaagd. Als het evenement in een risicovollere categorie valt, kan dat er toe leiden dat de aanvraag te laat is ingediend om tijdig advisering van hulpdiensten te ontvangen en om tijdig de aanvraag te beoordelen. Er zal dan afgewogen moeten worden of het evenement kan plaatsvinden.

Belangrijke voorwaarde voor het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag is dat de aanvraag volledig is. Dat betekent ook dat de op het aanvraagformulier aangegeven draaiboek met de onderdelen veiligheid, verkeer (routes, plattegrond evenementenlocatie) en indien nodig beveiliging, meegestuurd zijn.

Actuele, onverwachte en onvoorziene gebeurtenissen kunnen om meer flexibiliteit vragen. Een voorbeeld daarvan is een stille tocht. In voorkomend geval kan de procedure worden verkort en versneld om een vergunning voor een evenement te verlenen. Op die manier is er ruimte voor dergelijke gebeurtenissen. Er moet echter sprake zijn van bijzondere omstandigheden waarbij een tijdige aanvraag niet mogelijk is.

Te laat ingediende aanvragen

Het niet tijdig indienen van een (volledige) aanvraag voor een evenementenvergunning kan ertoe leiden dat de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld. Dan volgt er geen vergunning.

Naast de termijnen die specifiek voor evenementen gelden, gelden er algemene termijnen voor de aanvraag van vergunningen of ontheffingen. Als een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, dan kan besloten worden de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 1.8 APV).

Te vroeg ingediende aanvragen

Een aanvraag die veel te vroeg wordt gedaan, kan niet goed worden beoordeeld. In de tijd tussen de aanvraag en het evenement kunnen de regels wijzigen. Ook kan de omgeving wijzigen en kunnen zich maatschappelijke ontwikkelingen voordoen.

Onder een ‘te vroege’ aanvraag wordt verstaan een aanvraag die tenminste een jaar van tevoren wordt ingediend. Als tussen de datum van de aanvraag en de datum waarop het evenement zal plaatsvinden, tenminste één kalenderjaar zit, is het te vroeg om de aanvraag goed te kunnen beoordelen.

Bij een te vroege aanvraag wordt daarvan een gemotiveerde mededeling gedaan aan de aanvrager. De aanvraag wordt dan niet in behandeling genomen.

Bezwaar en beroep

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen een besluit van de burgemeester of het college, zoals de verlening van een evenementenvergunning of geluidsontheffing. Een bezwaarschrift kan binnen zes weken na het besluit worden ingediend. Er volgt dan een beslissing op bezwaar. Tegen die beslissing kan vervolgens nog beroep worden ingesteld bij de rechtbank.

Om bewoners en andere belanghebbenden de gelegenheid te geven bezwaar te maken tegen een afgegeven evenementenvergunning streeft de gemeente Westerveld ernaar de vergunning zes weken voor het evenement te verlenen. Organisatoren worden aangespoord om op tijd een aanvraag te doen en om op tijd eventuele ontbrekende gegevens aan te leveren. Een niet tijdige en/of niet volledige aanvraag kan ertoe leiden dat de gevraagde vergunning of ontheffing geweigerd wordt. Er bestaat een risico dat de afhandeling van een bezwaar niet voor het plaatsvinden van een vergund evenement afgerond is. Zolang er nog geen definitieve uitspraak voor bezwaar of beroep is, kan een voorlopige voorziening - bijvoorbeeld een verbod – gevraagd worden aan de voorzieningenrechter van de rechtbank.

Evaluatie

Alle C-evenementen en, indien nodig, andere evenementen, worden binnen twee maanden na afloop van het evenement geëvalueerd. Aan de evaluatie nemen in ieder geval deel: de organisator, de gemeente en de politie. Op verzoek van de gemeente kunnen de brandweer, de GHOR en andere partijen gevraagd worden deel te nemen aan de evaluatie. Bij C-evenementen vindt de evaluatie altijd multidisciplinair plaats.

Leges

Organisatoren betalen voor de kosten die de gemeente maakt om een vergunning te toetsen en te verlenen. Dit zijn leges. De hoogte van de leges staan in de legesverordening.

Evenementen verschillen in grootte en aard. Een A-evenement is veelal kleinschalig en vergt relatief weinig inzet van de gemeente als het gaat om de vergunningverlening en de hulpverleningsorganisaties voor wat betreft het geven van advies. Anders is dit bij B- en C- evenementen. Hier wordt vaak veel inzet gevraagd van de vergunningverlener, maar ook van de hulpverleningsorganisaties.

Het is niet evenredig om de organisator van een kleinschalig A-evenement net zoveel leges te laten betalen voor de vergunning als de organisator van bijvoorbeeld een grootschalig C-evenement. Enerzijds om de hiervoor genoemde benodigde ambtelijke inzet, maar ook vanwege de vaak meer commerciëlere partij achtereen C-evenement. De draagkracht van deze partijen is vele malen hoger, waardoor de leges dus niet in verhouding staan tot de draagkracht en evenmin tot de door de gemeente gemaakte kosten.

Om deze verhoudingen enigszins recht te trekken worden leges gedifferentieerd naar de verschillende categorieën evenementen. Dit betekent dat organisatoren van een A-evenement minder leges hoeven te betalen dan organisatoren van een C-evenement. De verschillende legestarieven per evenement zijn te rechtvaardigen, omdat er per categorie verschillende inspanningen worden geleverd om een evenementenvergunning te behandelen en te verlenen. Met name de tijd die er door de gemeente wordt ingestoken is de factor die het verschil maakt. Hoe meer risico en impact een evenement heeft, des te meer tijd er nodig is om dit in de vergunning mee te nemen.

Gedifferentieerde legestarieven

  • a.

    Voor kleine evenementen geldt geen vergunningplicht en voor die evenementen zijn ook geen leges verschuldigd. Wel geldt voor sommige evenementen een meldingsplicht.

  • b.

    Voor A-evenementen kan een evenementenvergunning worden verleend tegen een eenmalig tarief voor leges van € 58,30 (tarief 2025). Voor eventuele bijkomende ontheffingen worden separaat leges in rekening gebracht.

  • c.

    Voor B-evenementen geldt een tarief van € 125,00 voor een evenementenvergunning. Voor eventuele bijkomende ontheffingen worden separaat leges in rekening gebracht.

  • d.

    Voor C-evenementen geldt een tarief van € 750,00 voor een evenementenvergunning. Voor eventuele bijkomende ontheffingen worden separaat leges in rekening gebracht.

  • e.

    Voor een herdenkingsplechtigheid en voor een optocht (niet zijnde een betoging) op de weg, zijn geen leges verschuldigd.

Inwerkingtreding

Het Evenementenbeleid gemeente Westerveld treedt in werking nadat het is bekendgemaakt. Op alle na inwerkingtreding van dit beleid ingediende aanvragen is dit beleid van toepassing.

Aldus vastgesteld op 24 juni 2025

Een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld

De secretaris de burgemeester

D. Bruijn J. Spoelstra

De burgemeester van de gemeente Westerveld

J. Spoelstra

Ondertekening