Verordening Noodfonds gemeente Oldenzaal

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• a.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal;

• b.

  Aanvrager: een professionele hulp- en dienstverlenende instantie;

• c.

  Inwoner: een natuurlijk persoon die rechtmatig verblijft in Nederland en ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen van de gemeente Oldenzaal.

Artikel 2. Doel van het noodfonds

Het noodfonds heeft als doel om inwoners in financiële nood tijdelijk en aanvullend te ondersteu-nen, indien een inwoner geen recht heeft op bestaande wettelijke of gemeentelijke voorzieningen en/of deze voorzieningen financieel ontoereikend zijn.

Artikel 3. Reikwijdte

• a.

  Deze verordening is van toepassing op incidentele financiële verstrekkingen aan individuele inwo-ners van Oldenzaal.

• b.

  Het noodfonds is aanvullend en vangnet van aard en wordt uitsluitend ingezet wanneer bestaande regelingen of hulptrajecten niet toereikend of beschikbaar zijn.

Artikel 4. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd om:

• –

  aanvragen voor het noodfonds te beoordelen en te besluiten tot toekenning of afwijzing;

• –

  beleidsregels vast te stellen ter uitwerking van deze verordening;

• –

  nadere eisen te stellen aan aanvraagprocedures, bewijsstukken en hoogte van de tegemoetko-ming.

Artikel 5. De aanvraag

• a.

  Een aanvraag om een voorziening uit het noodfonds wordt door aanvrager ingediend bij het colle-ge, door middel van een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• b.

  Bij de beoordeling van een aanvraag, wordt rekening gehouden met de ernst en de duur van de situatie, de mogelijke gevolgen als niet wordt geholpen en de aanwezige alternatieven om het probleem op te lossen.

• c.

  De aanvrager ontvangt binnen 10 werkdagen schriftelijk bericht van het college of de aanvraag wordt gehonoreerd of afgewezen.

• d.

  Een aanvraag wordt slechts toegekend indien en voor zover de financiële middelen in het nood-fonds daartoe toereikend zijn.

Artikel 6. Voorwaarden voor toekenning

• a.

  Het noodfonds is nadrukkelijk niet bedoeld voor structurele of terugkerende kosten.

• b.

  Per kalenderjaar kan een inwoner slechts eenmaal een beroep doen op het noodfonds. Een her-haald beroep op het fonds is alleen mogelijk bij nieuwe, unieke situaties.

• c.

  De tegemoetkoming vindt plaats in de vorm van een gift of een betaling aan een derde.

• d.

  De doelgroep voor beroep op het noodfonds wordt niet beperkt door het hanteren van inkomens-grenzen. De aanvrager moet wel gemotiveerd kunnen weerleggen dat de inwoner de kosten zelf niet kan dragen en dat er geen hulp mogelijk is uit het eigen netwerk.

• e.

  Bij aanvragen voor inwoners op wie een schuldregeling of –sanering van toepassing is, of wie daartoe een aanvraag heeft ingediend, wordt vermeden dat die schuldregeling of –sanering wordt doorkruist of belemmerd.

• f.

  De hoogte van het bedrag wordt door het college bepaald en is afhankelijk van de situatie.

• g.

  De bijdrage uit het noodfonds is gemaximeerd tot een bedrag van € 3.000.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan van deze verordening afwijken, voor zover er sprake is van onredelijke of onbedoel-de gevolgen voor de inwoner. Dit kan alleen als het duidelijk is dat strikte toepassing van de regels niet eerlijk is en niet past bij het doel van de verordening.

Artikel 8. Overgangsrecht

Een inwoner houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Gewijzigde Regeling noodfonds gemeente Oldenzaal, totdat het college een nieuw besluit op grond van deze verorde-ning heeft genomen

Artikel 9. Slotbepalingen

• a.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

• b.

  Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Noodfonds Oldenzaal.