Besluit van de Regeringscommissaris van 15 september 2020 No 885/GEZ in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Verordening van de eilandsraad van openbaar lichaam Sint Eustatius houdende bepalingen over ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2020 (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning eilandsraad openbaar lichaam Sint Eustatius 2020)

Geldend van 18-09-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de Regeringscommissaris van 15 september 2020 No 885/GEZ in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Verordening van de eilandsraad van openbaar lichaam Sint Eustatius houdende bepalingen over ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2020 (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning eilandsraad openbaar lichaam Sint Eustatius 2020)

De Regeringscommissaris voor Sint Eustatius, handelende op grond van artikel 18 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius in de plaats van de eilandsraad;

gelet op artikel 35 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eusatius en Saba;

BESLUIT:

Vast te stellen de navolgende

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning eilandsraad openbaar lichaam Sint Eustatius2020

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: een persoon die door of vanwege het bestuur van het openbaar lichaam is aangesteld of daaraan ondergeschikt is, dan wel een persoon die werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht met of vanwege het openbaar lichaam, niet zijnde een medewerker van de griffie;

  • b.

    ambtelijke bijstand: bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ambtelijke bijstand niet zijnde een verzoek om informatie;

  • c.

    bestuurscollege: bestuurscollege als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling III van de WolBES;

  • d.

    eilandgedeputeerde: de eilandgedeputeerde als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de WolBES;

  • e.

    eilandsraad: de eilandsraad als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling II van de WolBES;

  • f.

    eilandsraadslid: een lid van de eilandsraad;

  • g.

    eilandsecretaris: de eilandsecretaris als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 2 van de WolBES, of diens vervanger;

  • h.

    fractie: - het lid van de eilandsraad dat door het centraal stembureau op één kandidatenlijst als enige verkozen is verklaard;

    • -

      de leden van de eilandsraad die door het centraal stembureau op één en dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard;

    • -

      dezelfde fractie die is gevormd door één of meerdere leden van de eilandsraad, die eerder tot een andere fractie behoorden;

  • i.

    gezaghebber: gezaghebber als bedoeld in Hoofdstuk III. Afdeling IV van de WolBES;

  • j.

    eilandgriffier: de door de eilandsraad benoemde eilandgriffier of diens vervanger, als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 3 van de WolBES;

  • k.

    openbaar lichaam: openbaar lichaam Sint Eustatius als bedoeld in artikel 3 van de WolBES;

  • l.

    WolBES: Wet openbare lichamem Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Paragraaf 2 Ambtelike bijstand

Artikel 2 Recht op ambtelijke bijstand

Elk eilandsraadslid heeft recht op ambtelijke bijstand overeenkomstig hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

Artikel 3 Verzoek om informatie en bijstand

  • 1. Een raadslid kan de griffier verzoeken om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in, of afschrift van, documenten waaromtrent geen geheimhouding is opgelegd;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De eilandgriffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is verzoekt de eilandgriffier de eilandsecretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b, binnen 30 dagen te verstrekken. Het verzoek wordt geweigerd indien artikel 5, eerste lid van toepassing is.

  • 3. Als de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde bijstand niet door de eilandgriffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, doet de eilandgriffier een verzoek om ambtelijke bijstand aan het bestuurscollege. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt binnen 30 dagen verstrekt.

Artikel 4 Verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. Het bestuurscollege neemt in zijn eerstvolgende vergadering nadat het verzoek genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, is ingediend een beslissing hierop.

  • 2. Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat een daartoe aangewezen ambtenaar binnen 30 dagen na ontvangst van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, bedoelde verzoek, bijstand aan een raadslid verleent, tenzij het verzoek op grond van artikel 5, eerste lid, wordt geweigerd.

  • 3. De termijn van 30 dagen genoemd in het tweede lid, kan eenmalig met 30 dagen worden verlengd.

Artikel 5 Weigering verzoek ambtelijke bijstand

  • 1. Een verzoek om ambtelijke bijstand wordt geweigerd indien:

    • a.

      het eilandsraadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de eilandsraad;

    • b.

      dit het belang van het openbaar lichaam kan schaden;

    • c.

      het eilandsraadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 7, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.

  • 2. Als de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a en b, bedoelde bijstand wordt geweigerd deelt de eilandsecretaris dit met redenen omkleed mee aan de eilandgriffier.

  • 3. Als de in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, bedoelde bijstand wordt geweigerd deelt het bestuurscollege dit met redenen omkleed mee aan de eilandgriffier.

  • 4. Als het verzoek om bijstand door het bestuurscollege of door de eilandsecretaris is geweigerd, legt de eilandgriffier op aanvraag van het betrokken eilandsraadslid de zaak voor aan de gezaghebber. De gezaghebber beslist zo spoedig mogelijk hierover.

Artikel 6 Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1. Indien een eilandsraadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar aan hem verleende ambtelijke bijstand kan hierover door de eilandgriffier mededeling worden gedaan aan de eilandsecretaris.

  • 2. Als overleg met de eilandsecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing kan het eilandsraadslid de zaak aan de gezaghebber voorleggen. De gezaghebber voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Artikel 7 Omvang en register ambtelijke bijstand

  • 1. Een eilandsraadslid heeft twee keer per jaar recht op door ambtenaren te verlenen ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c.

  • 2. De eilandsecretaris houdt een register bij van verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, waarin wordt opgenomen:

    • a.

      de naam van het eilandsraadslid door wie het verzoek is ingediend;

    • b.

      het onderwerp van het verzoek;

    • c.

      welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

    • d.

      voor zover mogelijk hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost en indien van toepassing, de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 8 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

  • 1. De eilandsecretaris verstrekt aan het lid van het bestuurscollege op wiens werkzaamheden een verzoek om ambtelijke bijstand betrekking heeft, desgevraagd een afschrift van het verzoek uit het register.

  • 2. Als het bestuurscollege of één of meer leden van het bestuurscollege informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand of gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 3 Financiële fractieondersteuning

Artikel 9 Recht op financiële vergoeding

De fracties ontvangen jaarlijks geen financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 10 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning eilandsraad openbaar lichaam Sint Eustatius 2020”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de Regeringscommissaris

Sint Eustatius, op 17 september 2020

De Regeringscommissaris,

w.g. De heer M.L.A. van Rij

Toelichting

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning eilandsraad openbaar lichaam Sint Eustatius 2020.

Algemeen

Artikel 35 van de Wet Openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: WolBES) bepaalt dat de eilandsraad en elk van zijn leden recht hebben op ambtelijke bijstand (eerste lid) en dat de in de eilandsraad vertegenwoordigde groeperingen (de fracties) recht hebben op ondersteuning (tweede lid). Met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van fracties moet de eilandsraad een verordening vaststellen die ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording bevat (derde lid). Met deze verordening wordt hier uitvoering aan gegeven. De formulering van artikel 35 van de WolBES laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de eilandsraad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle eilandsraadsleden een beroep worden gedaan.

In deze verordening vervult de eilandgriffier een centrale rol. De hoofdverantwoordelijkheid van de eilandgriffier is de ondersteuning van de raad; hij of zij is onder andere het eerste aanspreekpunt als het gaat om verzoeken om informatie en ambtelijke bijstand. Een nadere omschrijving van en toelichting op de taken van de eilandgriffier is vastgelegd in de ambtsinstructie van de eilandgriffier. De griffiemedewerkers (ongeacht functiebenaming als medewerker, eilandsraadsadviseur of eilandsraadscommissiegriffier) vallen wel onder het gezag van de eilandgriffier. De eilandsraadscommissiegriffiers die niet formeel ondergebracht zijn bij de griffie handelen in ieder geval bij de uitvoering van de werkzaamheden als eilandsraadscommissiegriffier overeenkomstig de aanwijzingen van de eilandgriffier.

De eilandgriffier vervult via de eilandsecretaris ook de rol van schakel tussen de eilandsraadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. Dat de eilandsraad over een eilandgriffier met griffie beschikt betekent niet dat er geen behoefte is aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal in bepaalde gevallen een beroep op deze organisatie dan ook nodig zijn. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. Omdat de eilandgriffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal daarom de eilandsecretaris in dergelijke gevallen de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. Daarom zijn bepaalde aspecten van de rol van de eilandsecretaris in deze verordening nader uitgewerkt. Dat is van belang om de rol van de eilandsecretaris op een juiste wijze vorm te geven nu er een splitsing heeft plaatsgevonden tussen griffie en reguliere ambtelijke organisatie.

Artikelsgewijs

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven behandeld.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Hoewel medewerkers van de griffie wel degelijk ambtenaren zijn in de zin van de Ambtenarenwet BES worden ze in deze verordening uitgezonderd van het begrip ‘ambtenaar’. Hier is voor gekozen om onderscheid aan te kunnen brengen tussen de reguliere ambtelijke organisatie, die onder het gezag van het bestuurscollege valt en de medewerkers van de griffie, die onder het gezag van de eilandsraad vallen.

Artikel 3. Verzoek om informatie

Eilandsraadsleden die feitelijke informatie van geringe omvang nodig hebben, hoeven zich niet via de formele weg van artikel 171, tweede en volgende leden, van de WolBES tot het bestuurscollege te richten.

In dit artikel is bepaald dat zij hun verzoek dan aan de eilandgriffier moeten doen. In het eerste lid is voor de goede orde toegevoegd dat het uitsluitend gaat om documenten waarop geen geheimhouding rust. De eilandgriffier moet immers zelf een opgelegde geheimhouding in acht nemen. Als een eilandsraadslid geheime stukken opvraagt die alleen mogen worden ingezien, dan moet de eilandgriffier hem doorverwijzen naar het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd. De eilandgriffier (of één van de griffiemedewerkers) verstrekt vervolgens de informatie binnen 30 dagen (tweede lid). Als zij echter niet in staat zijn om volledig tegemoet te komen aan het verzoek kan door de eilandgriffier en via de eilandsecretaris gekeken worden of de reguliere ambtelijke organisatie de informatie kan leveren. Het is in lijn met de onderlinge taakverdeling dat de eilandgriffier de aangewezen persoon is om de voortgang in het proces te bewaken.

Artikel 4. Verlenen van ambtelijke bijstand

Ook verzoeken om ambtelijke bijstand moeten aan de eilandgriffier gericht worden. Als de griffiemedewerkers de ondersteuning niet kunnen leveren, overlegt de eilandgriffier met de eilandsecretaris over de inzet van ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie.

Artikel 5. Weigering verzoek ambtelijke bijstand

Het is aan de eilandsecretaris om te beoordelen of één van de in het derde lid genoemde ‘weigeringsgronden’ voor het door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie verlenen van ambtelijke bijstand zich voordoet. Dit artikel regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de gezaghebber; de eilandgriffier of het betreffende eilandsraadslid kunnen namelijk na weigering de gezaghebber verzoeken de ambtelijke bijstand alsnog te laten verlenen. Het ligt in de rede dat de gezaghebber hierover overleg voert met de eilandsecretaris, de eilandgriffier en indien nodig ook het betrokken eilandsraadslid. Uiteraard kan de eilandsraad via de gebruikelijke weg hierover de gezaghebber verzoeken verantwoording af te leggen (op grond van artikel 182 van de Wol-BES).

Artikel 6. Geschil over ambtelijke bijstand

Net als bij de weigering om ambtelijke bijstand door ambtenaren vanuit de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen kan de gezaghebber ook een rol vervullen als een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie geleverde ambtelijke bijstand. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan zal de gezaghebber ook hier een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen (tweede lid). De positie van de gezaghebber maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft.

Artikel 7. Omvang en register ambtelijke bijstand

Er is voor gekozen het recht op door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen ambtelijke bijstand te beperken (eerste lid). Enerzijds om te zorgen dat deze ook daadwerkelijk geëffectueerd kan worden, anderzijds ook om enige grip te houden op de omvang van deze werkzaamheden. De beperking geldt dus niet voor de ambtelijke bijstand die door de griffie geleverd wordt en ook niet voor het verstrekken van informatie.

Het door de eilandsecretaris bij te houden register maakt het mogelijk na te gaan in welke mate er al een beroep is gedaan op de ambtelijke organisatie (tweede lid). Tevens kan het een belangrijke rol spelen bij het in kaart brengen van de behoefte aan deze voorzieningen.

Artikel 8. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

In het eerste lid wordt het belang erkend dat een lid van het bestuurscollege op wiens werkzaamheden een verzoek om ambtelijke bijstand betrekking heeft (de portefeuillehouder) in staat is op de hoogte te blijven van het feit dat bijstand wordt verleend door de onder de verantwoordelijkheid van het bestuurscollege functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen eilandsraad en het bestuurscollege is het logisch dat hem op zijn verzoek een afschrift van het verzoek wordt verstrekt.

Het tweede lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen eilandsraad en bestuurscollege terecht komt. Als een eilandsraadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het bestuurscollege. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door bestuurscollegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een eilandsraadslid is in het tweede lid bepaald dat gedeputeerden of de gezaghebber zich voor informatie direct tot het betrokken eilandsraadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Als hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het bestuurscollege dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.