Regeling vervalt per 01-07-2029

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Best 2025, 2026 en 2027

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-07-2025 t/m 30-06-2029 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Best 2025, 2026 en 2027

Het college van gemeente Best

overwegende dat,

  • het gewenst is om deze beleidsregels vast te stellen voor:

    de verstrekking van een vaste tegemoetkoming inzake de alleenverdienersproblematiek en in welke situaties en onder welke voorwaarden een verstrekking dan wel een weigering van toepassing is aan een huishouden waarvoor deze problematiek geldt

gelet op:

  • artikel 78gg Participatiewet

b e s l u i t

vast te stellen ‘Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Best 2025, 2026 en 2027’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.1 In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    Alleenverdiener: het huishouden dat:

    • a.

      een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

    • b.

      vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

    • c.

      een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.

    Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

    Vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet.

TOEGANG

Artikel 2 Ambtshalve toekenning

  • 2.1 Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.

Artikel 3 Aanvraag zelfmelder

  • 3.1 Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.

  • 3.2 De aanvraag om een vaste tegemoetkoming kan vormvrij worden ingediend bij het college. De aanvraag kan ook worden ingediend met hulp van een verwijzer, zoals een sociaal raadsman/-vrouw, een hulpverlener verbonden aan Bestwijzer, of een Regisseur Inkomen, Werk of Inburgering van de gemeente Best. Een specifiek aanvraagformulier is niet vereist.

  • 3.3 Voordat een formele aanvraag wordt ingediend, wordt het huishouden of diens belangenbehartiger verzocht telefonisch contact op te nemen met de Afdeling Sociale Zaken / Regisseurs Inkomen van de gemeente Best. In dit gesprek wordt verkend of de situatie van het huishouden binnen de reikwijdte van de regeling valt en of het zinvol is een aanvraag in te dienen. Dit betreft nog geen formele beoordeling.

  • 3.4 Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener is.

  • 3.5 Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.

  • 3.6 Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.

  • 3.7 Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 3.8 Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 3.9 Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.

  • 3.10 Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

    Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

  • 3.11 De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt uiterlijk 30 juni 2029 aangevraagd.

TOEKENNING EN VERSTREKKING

Artikel 4 Toekenning

  • 4.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.

Artikel 5 Verstrekking

  • 5.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming in één keer. De verstrekking voor het betreffende kalenderjaar loopt door als het huishouden uit de gemeente verhuist.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 6. Hardheidsclausule

  • 6.1 Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Awb in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 7.1 De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie en werken terug tot 1 januari 2025 en blijven in werking tot en met 30 juni 2029.

  • 7.2 Deze beleidsregels blijven van toepassing op vóór 1 juli 2029:

    • a.

      ingediende aanvragen; en

    • b.

      tegen bezwaar- en beroepschriften, ingediend tegen de met toepassing van deze beleidsregels genomen beslissingen.

  • 7.3 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Best 2025, 2026 en 2027.

Ondertekening

Nota van Toelichting

Achtergrond:

Iedereen in Nederland heeft recht op een besteedbaar inkomen op het bestaansminimum. Dit bedrag is afhankelijk van leeftijd en leefsituatie. Mensen met lage inkomens krijgen extra ondersteuning door middel van toeslagen. Een groep huishoudens ontvangt door een ongelukkige samenloop van wet- en regelgeving te weinig toeslagen. Dit heeft nadelige gevolgen voor het netto-inkomen van deze huishoudens. Zij ontvangen een netto-inkomen dat lager is dan een vergelijkbaar (echt)paar met bijstand en maximale toeslagen. Daarmee komen zij netto uit onder het bestaansminimum. Deze omstandigheden noemen we de Alleenverdienersproblematiek.

Deze problematiek ontstond in 2009 toen de overdraagbaarheid van de Algemene Heffingskorting gefaseerd werd afgebouwd (volledige afbouw in 2023), en daarbij een andere afbouw volgde dan de bijstandsuitkering (volledige afbouw in 2039). Het wegnemen van deze ongewenste situatie wordt in 3 fasen gecorrigeerd waarbij het rijk gemeenten heeft verzocht hierbij te ondersteunen in fase 1 en 2.

  • Fase 1: Gemeenten helpen het rijk in 2023 en 2024 met een oplossing via individuele bijzondere bijstand. Hiervoor is een handelingsperspectief geboden.

  • Fase 2: Gemeenten helpen het rijk in 2025, 2026 en 2027 met (de uitvoering van) de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek.

  • Fase 3: Vanaf 2028 is door de Belastingdienst een definitieve oplossing voorzien via de fiscaliteit (de inkomstenbelasting).

De beleidsregels die nu voorliggen hebben betrekking op fase 2, de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap). Deze tijdelijke wet is op 1 januari 2025 in werking getreden. De wet is een aparte regeling binnen de Participatiewet en biedt de wettelijke grondslag om de bij de Belastingdienst bekende huishoudens met alleenverdienersproblematiek over de jaren 2025, 2026 en 2027 ambtshalve een vaste tegemoetkoming te betalen. De vaste tegemoetkoming wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voor het kalenderjaar 2025 is de tegemoetkoming vastgesteld op € 1.000,- per huishouden. Het Inlichtingenbureau deelt de bij de Belastingdienst bekende Burgerservicenummers van de meestverdienende partner van de betrokken huishoudens via het gegevensportaal met onze gemeente. Huishoudens waarvan onze gemeente het vermoeden heeft dat zij tot de doelgroep behoren kunnen uitgenodigd worden om een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming te doen. Huishoudens die zelf het vermoeden hebben tot de doelgroep te behoren kunnen op eigen initiatief een aanvraag doen (zogenaamde zelfmelders).

Omvang en kenmerken doelgroep

In 2025 zijn, op grond van definitieve inkomens-en vermogensgegevens van 2023, landelijk 6.178 huishoudens bekend bij de Belastingdienst die vallen onder de doelgroep van de alleenverdieners-problematiek. In onze gemeente betreft het 12 huishoudens. Dit zijn (echt)paren waarbij één van de partners de meestverdienende partners is. Het inkomen bestaat uit een loondervingsuitkering (UWV of privaat) of een Wajong-uitkering. Het inkomen van de kostwinner kan aangevuld zijn met een aanvullende bijstandsuitkering of een klein loon. De minstverdienende partner heeft mogelijk een klein inkomen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alleenverdiener: Het begrip 'alleenverdiener' in deze beleidsregels is bedoeld om huishoudens te identificeren die financieel benadeeld worden door de afbouw van belastingvoordelen, zoals de dubbele algemene heffingskorting. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer beide partners in een huishouden niet hetzelfde inkomen genereren uit een uitkering, maar de belastingvoordelen niet volledig kunnen worden benut door de hoogte van het gezamenlijke inkomen. Het verschil tussen het netto-inkomen van een alleenverdiener en een vergelijkbaar huishouden is de kern van de regeling.

Huishouden: In dit geval wordt het begrip 'huishouden' specifiek gedefinieerd als twee personen die fiscaal en voor toeslagen als partners worden beschouwd. Dit sluit aan bij de wettelijke definities en zorgt voor duidelijkheid bij de toepassing van de regeling.

Vaste tegemoetkoming: Dit is het bedrag dat voor de jaren 2025, 2026 en 2027 beschikbaar wordt gesteld om de alleenverdienersproblematiek te verlichten. De hoogte van de tegemoetkoming wordt jaarlijks vastgesteld via een ministeriële regeling. De regeling is bedoeld om huishoudens financieel te ondersteunen in de periode waarin deze problematiek speelt.

Artikel 2 Ambtshalve toekenning

In dit artikel wordt geregeld dat de gemeente de tegemoetkoming automatisch toekent aan huishoudens waarvan het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt. Dit betekent dat huishoudens die voldoen aan de voorwaarden, geen aanvraag hoeven in te dienen. Dit maakt de regeling eenvoudiger en toegankelijker voor degenen die er recht op hebben.

Artikel 3 Aanvraag zelfmelder

Dit artikel biedt huishoudens die geen ambtshalve tegemoetkoming ontvangen de mogelijkheid om zelf een aanvraag in te dienen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de gegevens van de meestverdienende partner niet bekend zijn bij de gemeente. De aanvraag is vormvrij en kan desgewenst worden ingediend met hulp van een verwijzer, zoals een sociaal raadsman/-vrouw, een hulpverlener van Bestwijzer of een Regisseur van de gemeente. Voorafgaand aan een formele aanvraag wordt telefonisch contact met de gemeente aanbevolen, zodat beoordeeld kan worden of het zinvol is om een aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige aanvragen en draagt bij aan een doelmatige uitvoering.

Het college beoordeelt de aanvraag op basis van objectieve criteria, waaronder het inkomen en de partnerschapsrelatie, zodat de tegemoetkoming terechtkomt bij de huishoudens die voor de regeling in aanmerking komen.

Artikel 4 Toekenning

Dit artikel beschrijft dat de tegemoetkoming per kalenderjaar in één keer wordt toegekend en voor het gehele bedrag. Dit geeft zowel de aanvrager als de gemeente duidelijkheid over het proces en zorgt ervoor dat de financiële ondersteuning op een efficiënte manier wordt verstrekt.

Artikel 5 Verstrekking

De verstrekking van de vaste tegemoetkoming gebeurt in één keer. Indien een huishouden verhuist, blijft de verstrekking doorlopen. Dit zorgt ervoor dat verhuizende huishoudens niet onterecht hun tegemoetkoming verliezen, zolang zij voldoen aan de voorwaarden van de regeling.

Artikel 6. Hardheidsclausule

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel bepaalt de datum van inwerkingtreding van de beleidsregels (de dag na bekendmaking) en stelt dat de regels terugwerken tot 1 januari 2025 en blijven gelden tot en met 30 juni 2029. Verder wordt aangegeven dat de beleidsregels van toepassing blijven voor aanvragen die vóór 1 juli 2029 zijn ingediend en de bijhorende bezwaar- en beroepschriften. Ook worden de beleidsregels geciteerd onder de naam ‘Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Best 2025, 2026 en 2027’.