Rectificatie: Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw)

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-07-2025

Intitulé

Rectificatie: Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw)

[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat de bijlagen niet waren opgenomen. De oorspronkelijke publicatie is op 19 juni 2025 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2025, 262814.]

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 10 juni 2025 de Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw) hebben vastgesteld.

Inwerkingtreding

De nadere regels worden van kracht met ingang van de dag na deze bekendmaking.

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de nadere regels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Tekst nadere regels

Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;

Gelet op het bepaalde in de Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025;

Besluit vast te stellen de Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw)

Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw)

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen die in dit besluit worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet, de Regeling Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    DSM: meest actuele versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.

  • c.

    Gemeente: de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Breda.

  • d.

    Verordening: Verordening Jeugdhulp Gemeente Breda 2025.

HOOFDSTUK 2: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN

Artikel 2.1 Ambulante behandeling

  • 1. Ambulante behandeling wordt alleen verstrekt voor de behandeling van:

    • a.

      Ontwikkelingsproblematiek; of

    • b.

      Problematiek in relatie tot een (licht) verstandelijke beperking; of

    • c.

      Psychische, psychosociale dan wel psychiatrische problematiek; of

    • d.

      Gedragsproblematiek.

  • 2. Ambulante behandeling van de in lid 1 sub a en b genoemde problematieken is gericht op het herstellen of het op gang brengen van een vastgelopen of verstoorde ontwikkeling en het versterken van de opvoedingskracht van het gezin, en wordt alleen verstrekt met als doel:

    • a.

      Gezond en veilig opgroeien;

    • b.

      Groeien naar zelfstandigheid, en

    • c.

      Voldoende zelfredzaam zijn om te participeren in het maatschappelijk verkeer, rekening houdend met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de jeugdige.

  • 3. Ambulante behandeling van de in lid 1 sub c genoemde problematieken is gericht op het aanpakken, herstellen, opheffen of stabiliseren van psychische of psychiatrische aandoeningen bij jeugdigen, en wordt alleen verstrekt als sprake is van een DSM-benoemde stoornis of een sterk vermoeden daarvan.

  • 4. Ambulante behandeling van de in lid 1 sub a tot en met c genoemde problematieken gedurende onderwijstijd vindt alleen plaats:

    • a.

      Als met betrekking tot de jeugdige een vrijstelling van onderwijs geldt in de zin van artikel 5 van de Leerplichtwet 1969, of;

    • b.

      Voor maximaal een dagdeel per week gedurende een periode van maximaal een halfjaar als hierover afstemming heeft plaatsgevonden tussen de jeugdige en/of zijn ouders, het regionaal bureau leerplicht, het samenwerkingsverband passend onderwijs van de school waar de jeugdige staat ingeschreven en het college en die afstemming tot overeenstemming heeft geleid.

Artikel 2.2 Specialistische ambulante behandeling (SGGZ)

  • 1. Specialistische ambulante behandeling is gericht op het aanpakken, herstellen, opheffen of stabiliseren van psychische of psychiatrische aandoeningen bij jeugdigen en is bedoeld voor de jeugdige en zijn gezinssysteem voor wie gestelde doelen als gevolg van matige tot zeer ernstige psychische of psychiatrische problematiek niet zelfstandig haalbaar zijn en de ondersteuning daarin vanuit het gezin en het eigen netwerk niet toereikend is. Na behandeling zal bij blijvende beperkingen soms begeleiding nodig zijn, waarbij het gaat om het toepassen, oefenen en blijven trainen van vaardigheden in het dagelijkse functioneren.

  • 2. Specialistische ambulante behandeling kan alleen worden ingezet wanneer er sprake is van een (vermoeden van een) DSM-benoemde stoornis. Blijkt tijdens het traject dat hiervan geen sprake is, dan wordt de behandeling stopgezet en de jeugdige waar nodig verwezen naar andere jeugdhulpvormen.

  • 3. Specialistische ambulante behandeling kan alleen worden verstrekt als het tot doel heeft om voor de jeugdige en zijn gezinssysteem een haalbaar niveau van zelfredzaamheid te bereiken. Daarbij dient het gedrag van de jeugdige en zijn gezinssysteem passend te zijn bij de ontwikkelingsmogelijkheden en om adequaat te functioneren binnen het gezin en op de relevante leefgebieden in de maatschappij.

  • 4. Specialistische ambulante behandeling kan alleen worden verstrekt als het is gericht op het aanleren en oefenen van nieuwe (inter)persoonlijke vaardigheden en gedrag voor het adequaat functioneren op verschillende leefgebieden.

  • 5. Psychofarmaca medicatiecontrole kan enkel worden geboden door de kinder- en jeugdpsychiater en de verpleegkundig specialist GGZ.

Artikel 2.3 Vaktherapie

  • 1. Vaktherapie is gericht op het aanpakken, herstellen, opheffen of stabiliseren van psychische problematiek bij jeugdigen door middel van ervaringsgericht leren.

  • 2. Vaktherapie wordt alleen verstrekt als het als doel heeft:

    • a.

      De zelfredzaamheid van de jeugdige en zijn gezin te vergroten; en/of

    • b.

      Het adequaat functioneren van de jeugdige in de maatschappij op relevante leefgebieden te versterken.

  • 3. Vaktherapie wordt alleen verstrekt ter behandeling van ontwikkelingsproblematiek. Vaktherapie wordt verder alleen verstrekt als:

    • a.

      Er geen andere vormen van ambulante behandeling zijn ingezet; en

    • b.

      Er geen vermoeden bestaat van een DSM-benoemde stoornis; en

    • c.

      De vaktherapie uitsluitend gericht is op de doelstellingen genoemd in lid 2 en

    • d.

      De vaktherapie individueel wordt geboden aan de jeugdige en/of zijn gezin.

Artikel 2.4 Dyslexie

  • 1. Diagnostiek en behandeling in relatie tot dyslexie is gericht op het aanpakken, herstellen, opheffen of stabiliseren van leerachterstanden die veroorzaakt worden door ernstige en enkelvoudige dyslexie, en heeft als doel het behalen van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen.

  • 2. Diagnostiek in relatie tot dyslexie wordt alleen verstrekt als er een schoolanamnese rapport en leerlingdossier beschikbaar is dat voldoet aan de eisen uit paragraaf 2.4.1 van (de meest recente versie van) het Protocol Dyslexie Diagnose & Behandeling 3.0.

  • 3. Behandeling in relatie tot dyslexie wordt alleen verstrekt als:

    • a.

      Het is gericht op de problematiek en het doel zoals genoemd in lid 1 en

    • b.

      Door middel van een onderzoek, dat is uitgevoerd overeenkomstig de eisen uit hoofdstuk 2 van (de meest recente versie van) het Protocol Dyslexie Diagnose & Behandeling 3.0, het bestaan van ernstige en enkelvoudige dyslexie is aangetoond; en

    • c.

      De dyslexieproblematiek leidt dan wel redelijkerwijs kan leiden tot een significante leerachterstand, en

    • d.

      De op grond van de Wet passend onderwijs verleende ondersteuning aantoonbaar ontoereikend is en het redelijkerwijs niet valt te verwachten dat de inzet van aanvullende ondersteuning op grond van de Wet passend onderwijs gaat leiden tot het behalen van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen.

Artikel 2.5 Begeleiding bij het dagelijkse leven

  • 1. Begeleiding bij het dagelijks leven wordt verstrekt in de vorm van individuele begeleiding of groepsbegeleiding, waarbij:

    • a.

      Individuele begeleiding in één op één contact aan de jeugdige en zijn gezin wordt aangeboden. Uitgangspunt is dat dit contact fysiek plaatsvindt. Digitaal contact is toegestaan voor zover dit aantoonbaar aansluit bij de hulpvraag en de behoefte van de jeugdige. Er kan niet worden volstaan met uitsluitend digitaal contact.

    • b.

      Groepsbegeleiding wordt aangeboden in groepsverband. De groepsgrootte betreft het maximaal aantal jeugdigen per groep dat voor de jeugdige gezien zijn problematiek hanteerbaar is.

  • 2. Begeleiding bij het dagelijkse leven is gericht op het bevorderen, het behouden of het compenseren van zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van jeugdigen met ernstige opgroeiproblematiek, een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking dan wel een psychiatrische of somatische aandoening. Begeleiding bij het dagelijkse leven heeft als doel:

    • a.

      De jeugdige en zijn gezin in staat te stellen om dagelijkse handelingen en vaardigheden uit te voeren, hier regie op te voeren, en waar relevant de geboden hulp en ondersteuning effectief te coördineren.

    • b.

      Het gezin in staat te stellen om de jeugdige de juiste ondersteuning te geven en om nieuwe vaardigheden verder zelfstandig te ontwikkelen.

    • c.

      De veiligheid van de jeugdige te borgen.

  • 3. Begeleiding bij het dagelijkse leven wordt alleen verstrekt:

    • a.

      Voor de jeugdige en zijn gezin voor wie de in lid 2 vermelde doelen als gevolg van een gebrek aan zelfredzaamheid of verlies aan regie bij het opgroeien en opvoeden niet zelfstandig haalbaar zijn; en

    • b.

      Als dagbesteding zoals bedoeld in art. 2.7 niet passend is.

  • 4. Individuele begeleiding zoals bedoeld in lid 1 sub a wordt voorts alleen vertrekt als groepsbegeleiding zoals bedoeld in lid 1 sub b gezien de problematiek van de jeugdige niet passend is.

Artikel 2.6 Persoonlijke verzorging

  • 1. Persoonlijke verzorging kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 2.7 Dagbesteding, dagbehandeling en logeeropvang (respijtzorg)

  • 1. Dagbesteding kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op het bieden van een zinvolle invulling van en structuur aan de dag voor jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, en ondersteunt in het zo lang mogelijk behouden van dagelijkse handelingen en vaardigheden.

  • 2. Dagbesteding kan ook worden verstrekt ter ontlasting van het gezinssysteem, waar dit door de problematiek van de jeugdige in het sociale netwerk én binnen de overige voorzieningen onvoldoende mogelijk is.

  • 3. Dagbesteding wordt verstrekt buiten schooltijden, in weekenden, en tijdens schoolvakanties en andere schoolvrije dagen. Dagbesteding wordt niet verstrekt gedurende onderwijstijd, tenzij met betrekking tot de jeugdige een vrijstelling van onderwijs geldt in de zin van artikel 5 van de Leerplichtwet 1969.

  • 4. Dagbehandeling kan uitsluitend worden verstrekt als het is gericht op het herstellen of het op gang brengen van een ernstig vastgelopen of verstoorde ontwikkeling en het versterken van de opvoedingskracht van het gezin en waar nodig de betrokken (jeugd-)professional.

  • 5. Dagbehandeling kan alleen worden verstrekt als het tot doel heeft om voor de jeugdige en zijn gezinssysteem een haalbaar niveau van zelfredzaamheid te bereiken. Daarbij dient het gedrag van de jeugdige en zijn gezinssysteem passend te zijn bij de ontwikkelingsmogelijkheden en om adequaat te functioneren binnen het gezin en op de relevante leefgebieden in de maatschappij.

  • 6. Dagbehandeling kan uitsluitend worden verstrekt als het gericht is op het aanleren en oefenen van nieuwe (inter)persoonlijke vaardigheden aan de jeugdigen en het gezinssysteem in het dagelijks functioneren en opvoeden. Daarbij is een nauwe samenwerking met het onderwijs, het gezin en hun eventuele netwerk en de betrokken (jeugd)professional vereist.

  • 7. Dagbehandeling is niet bedoeld ter vervanging van onderwijs; er moet bij dagbehandeling altijd primair sprake zijn van een behandeldoel. De inzet van dagbehandeling gedurende onderwijstijd moet altijd afgestemd zijn met leerplicht, het samenwerkingsverband passend onderwijs en de gemeentelijke toegang en gericht zijn op terugkeer/instroom in het onderwijs.

  • 8. Logeeropvang is gericht op ontlasting van het gezinssysteem van de jeugdige wanneer het daarvoor nodig is dat de jeugdige naast dagbesteding ook op sommige avonden en nachten op een andere dan de thuislocatie, verblijft. Logeeropvang wordt alleen verstrekt in aanvulling op dagbesteding zoals bedoeld in lid 1.

Artikel 2.8 Behandeling met verblijf

  • 1. Behandeling met verblijf kan uitsluitend worden verstrekt als dit is gericht op het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige.

  • 2. Behandeling met verblijf wordt dag en nacht (24-uursvoorziening) aangeboden buiten de eigen omgeving van de jeugdige op een locatie waar hij passende behandeling krijgt aangeboden.

  • 3. Behandeling met verblijf wordt verstrekt op vrijwillige of gedwongen basis.

Artikel 2.9 JeugdzorgPlus

  • 1. JeugdzorgPlus kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op de intensieve behandeling van jeugdigen met ernstige gedragsproblemen.

  • 2. JeugdzorgPlus wordt dag en nacht (24 uurs-voorziening) aangeboden buiten de eigen omgeving van de jeugdige op een locatie waar hij passende hulpverlening en/of behandeling krijgt aangeboden.

  • 3. JeugdzorgPlus wordt verstrekt op basis van een machtiging als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.

Artikel 2.10 Pleegzorg en gezinshuiszorg

  • 1. Pleegzorg kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op het bieden van een vervangende opvoed- en verzorgingsomgeving waarbij de jeugdige geplaatst wordt in een vervangende gezinssituatie in de vorm van een pleeggezin.

  • 2. Gezinshuiszorg kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op het bieden van een vervangende opvoed- en verzorgingsomgeving onder professionele begeleiding waarbij de jeugdige geplaatst wordt in een vervangende gezinssituatie in de vorm van een gezinshuis.

  • 3. Pleegzorg en gezinshuiszorg worden uitsluitend verstrekt als de ouders tijdelijk of permanent pedagogisch onmachtig zijn om veiligheidsrisico’s veroorzaakt door kind-eigen of gezinsproblematiek weg te nemen.

  • 4. Pleegzorg en gezinshuiszorg kunnen uitsluitend worden verstrekt als deze gericht zijn op een of meer van de in artikel 2.1 lid 1 genoemde doelstellingen.

  • 5. Pleegzorg en gezinshuiszorg kunnen ook worden ingezet als de jeugdige de leeftijd van 18 jaar maar nog niet die van 21 jaar heeft bereikt, mits de jeugdige aangeeft in het pleeggezin of gezinshuis te willen blijven wonen en nog steeds aan de voorwaarden uit lid 1 tot en met 4 wordt voldaan.

Artikel 2.11 Crisiszorg

  • 1. Crisiszorg kan uitsluitend worden verstrekt als deze is gericht op het bieden van kortdurende (verblijfs)zorg als sprake is van een crisissituatie.

  • 2. Crisiszorg wordt alleen verstrekt om de veiligheid van de jeugdige en zijn omgeving te waarborgen en/of om de situatie te stabiliseren.

  • 3. Crisiszorg kan zowel worden verstrekt in de vorm van verblijfszorg als in de vorm van ambulante jeugdhulp.

Artikel 2.12 Verhouding met het Stevig Lokaal Team

  • 1. Voor zover de voorzieningen als bedoeld in artikel 2.1 tot en met 2.11 onderdeel uitmaken van het aanbod van het Stevig Lokaal Team, geldt dat deze uitsluitend als individuele voorziening kunnen worden toegekend als is voldaan aan de voorwaarden zoals die voor de betreffende voorzieningen voortvloeien uit artikel 2.1 tot en met 2.12 en naar het oordeel van het college ondersteuning van de betreffende jeugdige binnen het Stevig Sociaal Team niet leidt tot een passende ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3 van de wet.

HOOFDSTUK 3: PROCEDURE TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE

Artikel 3.1 Verplicht gebruik van een formulier voor het indienen van een aanvraag

  • 1. Jeugdigen of hun ouders moeten voor het indienen van een aanvraag en voor het in dat kader verstrekken van noodzakelijke gegevens gebruikmaken van het formulier als bedoeld in bijlage A bij de nadere regels.

Artikel 3.2 Gegevens verzamelen

  • 1. Het college of het Stevig Lokaal Team verzamelt alle voor het onderzoek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Het college of het Stevig Lokaal Team maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met de jeugdige en/of zijn ouders een afspraak voor het gesprek als bedoeld in artikel 4.1 lid 1 of 2 van de verordening.

  • 2. De jeugdige en/of zijn ouders verschaffen voorafgaand aan het gesprek als bedoeld in lid 1 alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college of het Stevig Lokaal Team voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen.

  • 3. De jeugdige en/of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.

  • 4. Het college of het Stevig Lokaal Team informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.

  • 5. Het college of het Stevig Lokaal Team kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1 lid 1 en 2 van de verordening, gemotiveerd afzien van een gesprek, tenzij de jeugdige en/of zijn ouders aangeven een gesprek te willen.

Artikel 3.3 Gezinsplan

  • 1. In het gezinsplan worden de onderwerpen van het onderzoek als bedoeld in artikel 4.1 lid 3 respectievelijk lid 4 en 5 opgenomen, voor zover van toepassing.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan het college of het Stevig Lokaal Team afzien van het opstellen van een gezinsplan of afwijken van de verplichte inhoud van het gezinsplan als bedoeld in lid 1.

Artikel 3.4 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      Welke de te verstrekken jeugdhulp is, en;

    • b.

      Voor welke duur en frequentie de jeugdhulp wordt verstrekt, en;

    • c.

      Wat het beoogde resultaat van de jeugdhulp is, en;

    • d.

      Wat de ingangsdatum en duur van de beschikking is, en;

    • e.

      Indien van toepassing, welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

  • 2. Bij het verstrekken van een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval ook vastgelegd:

    • a.

      Voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend, en;

    • b.

      Welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb, waaronder in ieder geval de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 5.4 van de verordening, en;

    • c.

      Wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen, en;

    • d.

      Welke voorwaarden aan het pgb verbonden zijn, en;

    • e.

      Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en;

    • f.

      De wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

  • 3. Het gezinsplan is een onlosmakelijk onderdeel van de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening.

  • 4. Bij een beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening in de vorm van een pgb, is het budget- en motivatieplan, in aanvulling op lid 3, een onlosmakelijk onderdeel van de beschikking.

  • 5. In de beschikking staat beschreven op welke wijze de jeugdige of zijn ouders tegen de beschikking in bezwaar kunnen gaan.

Artikel 3.5 Evaluatie van de jeugdhulp

  • 1. In het kader van een evaluatie van de geleverde jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.7 lid 1 van de verordening, voor zover om verlenging van de jeugdhulp wordt gevraagd, en artikel 4.7 lid 2 van de verordening moet door de jeugdige of de ouders een deugdelijk evaluatieverslag worden verstrekt aan het college of, voor zover het een jeugdige of zijn ouders betreft die wonen in het aangewezen gebied Stevig Lokaal Team, het Stevig Lokaal Team.

  • 2. Het evaluatieverslag als bedoeld in lid 1 bevat de volgende informatie:

    • a.

      Welke jeugdhulp is geleverd;

    • b.

      Aan welke doelen is gewerkt;

    • c.

      Welke activiteiten en inspanningen er door de jeugdige, de ouders en de jeugdhulpaanbieder zijn verricht om de beoogde resultaten te bereiken;

    • d.

      Welke resultaten zijn behaald;

    • e.

      Op welke manier is gewerkt aan een afbouw van de jeugdhulp naar een overige voorziening of de eigen kracht van de jeugdige en/of zijn ouders;

    • f.

      De redenen waarom in voorkomend geval de resultaten niet of niet geheel zijn behaald;

    • g.

      Welke inspanning nodig is om de niet behaalde resultaten alsnog te behalen;

    • h.

      De overige door het college of het Stevig Lokaal Team in het kader van de evaluatie noodzakelijke geachte informatie.

  • 3. De jeugdhulpaanbieder of de derde waarvan op grond van een pgb de jeugdhulp wordt betrokken verleent aan de jeugdige of zijn ouders alle noodzakelijke medewerking die is vereist voor het kunnen opstellen van het evaluatieverslag als bedoeld in lid 1 en 2.

Artikel 3.6 Medewerkingsplicht

  • 1. De jeugdige en zijn ouders verlenen hun medewerking aan het onderzoek als bedoeld in artikel 4.1 van de verordening om in aanmerking te komen voor een individuele voorziening.

  • 2. De jeugdige en zijn ouders verlenen hun medewerking aan een evaluatie van de ingezette jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.7 van de verordening. De jeugdige en zijn ouders verlenen, indien het college hierom verzoekt, eveneens hun medewerking aan een evaluatie van de door het Stevig Lokaal Team geleverde vrij toegankelijke jeugdhulp.

  • 3. De jeugdige en zijn ouders verschaffen aan het college in het kader van een onderzoek als bedoeld in lid 1 of een evaluatie als bedoeld in lid 2 alle gegevens en bescheiden, die daarvoor naar het oordeel van het college nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen.

  • 4. De jeugdige en zijn ouders informeren het college in ieder geval uit eigen beweging:

    • a.

      Wanneer er wijzigingen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld een verhuizing naar een andere gemeente, die het recht op jeugdhulp kunnen beïnvloeden;

    • b.

      Als de ingezette jeugdhulp niet (meer) passend is, en waarom deze jeugdhulp niet of niet meer passend is;

    • c.

      Als de jeugdige niet meer is aangewezen op een individuele voorziening of een pgb en waarom de jeugdige daarop niet meer is aangewezen;

    • d.

      Overige feiten en omstandigheden waarvan de jeugdige of de ouders redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening of een pgb.

HOOFDSTUK 4. INDIVIDUELE VOORZIENING IN DE VORM VAN EEN PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 4.1 Regels persoonsgebonden budget

  • 1. Jeugdigen en hun ouders moeten voor het indienen van het budget- en motivatieplan als bedoeld in artikel 5.1 van de verordening en voor het in dat kader verstrekken van noodzakelijke gegevens gebruikmaken van het formulier als bedoeld in bijlage B bij de nadere regels.

  • 2. Een beschikking voor een pgb wordt voor de duur van maximaal 2 jaar verstrekt.

  • 3. Het college maakt geen gebruik van een verantwoordingsvrij bedrag als bedoeld in artikel 8c van de Regeling Jeugdwet.

  • 4. Een pgb mag in beginsel uitsluitend worden aangewend voor het betrekken van de jeugdhulp die in Nederland wordt geleverd. Het college kan echter schriftelijk toestemming verlenen voor het aanwenden van het pgb voor in het buitenland geleverde jeugdhulp als deze jeugdhulp volgens het college een bijzondere bijdrage levert aan het behalen van het beoogde resultaat. Jeugdhulp buiten Nederland kan bovendien alleen worden verleend door een derde als deze werkt als onderaannemer van een door de gemeente gecontracteerde of gesubsidieerde aanbieder.

  • 5. Het is niet toegestaan een pgb te besteden voor de kosten van door een derde verleende jeugdhulp als in de daartoe gesloten overeenkomst het bieden van de jeugdhulp mede afhankelijk is gesteld van het betrekken van woonruimte die door dezelfde derde of door een aan die derde gelieerde (rechts)persoon wordt geboden, tenzij het wonen (verblijf) onderdeel is van de individuele voorziening.

Artikel 4.2 Tarieven persoonsgebonden budget diensten

De tarieven als bedoeld in artikel 5.5, eerste lid, van de verordening zijn opgenomen in bijlage C van deze nadere regels.

Artikel 4.3 Kwaliteit

  • 1. De kwaliteitseisen die gelden voor de door het college gecontracteerde aanbieders zijn ook van toepassing op de derde aan wie het pgb bestemd voor formele hulp wordt besteed. In bijlage D is per individuele voorziening bepaald welke eisen daarop van toepassing zijn en in welke documenten die eisen zijn opgenomen.

  • 2. Op de uitvoerder van een pgb bestemd voor informele hulp respectievelijk bestemd om te worden besteed aan een persoon die behoort tot het sociale netwerk, zijn de in bijlage D bedoelde kwaliteitseisen uitsluitend van toepassing voor zover dat in die bijlage staat aangegeven.

HOOFDSTUK 5. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 5.1 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in de nadere regels, als de toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 5.2 Overgangsrecht

  • 1. Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening Jeugdhulp gemeente Breda 2020 waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van de Verordening Jeugdhulp gemeente Breda 2025, worden afgehandeld met inachtneming van deze nadere regels.

  • 2. Bezwaarschriften gericht tegen besluiten die zijn genomen voor de inwerkingtreding van de Verordening Jeugdhulp gemeente Breda 2025, worden behandeld met inachtneming van de Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 die ten aanzien van de betreffende zaak hun rechtskracht behouden. Hier kan ten gunste van de jeugdige of zijn ouders van worden afgeweken als heroverweging op grond van deze nadere regels leidt tot een gunstiger uitkomst.

Artikel 5.3 Intrekking

  • 1. De nadere regels jeugdhulp Breda 2025 worden ingetrokken.

Artikel 5.4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 juni 2025.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2025 (nieuw).

Ondertekening

Aldus besloten op 10 juni 2025.

, burgemeester,

, gemeentesecretaris,

Bijlage A - Aanvraagformulier jeugdhulp gemeente Breda

Aanvraagformulier jeugdhulp gemeente Breda

Gegevens jeugdige

Naam :

Adres :

Postcode en plaats :

Geboortedatum :

School (PO/VO)/ :

kinderdagverblijf/ :

peuterspeelzaal

Gegevens ouder(s) / verzorger(s)

Naam :

Telefoon :

E-mail :

Gezag :

Naam :

Telefoon :

E-mail :

Gezag :

Hulpvraag

Korte omschrijving van de hulpvraag: wat is de vraag die u heeft (in uw eigen woorden)? Hoeveel last ervaart u en/of uw jeugdige hierdoor? (1 = weinig last, 10 = veel last)

Hulpverleningsgeschiedenis

Korte samenvatting van eventuele eerdere/huidige hulpverlening en/of diagnostiek.

Afstemming WIJS! Breda / CJG Breda

Heeft u al contact gehad met iemand van WIJS! Breda / CJG Breda? Zo ja, met wie? En waarom is de zorg vanuit WIJS! Breda / CJG Breda niet passend?

Eigen kracht

Wat heeft u zelf al gedaan om de hulpvraag aan te pakken?

Ondersteuning

Welke hulp denkt u dat er nodig is?

Handtekening

Voor een aanvraag jeugdhulp is ten minste één handtekening van betrokkene nodig.

Tussen 12 – 16 jaar mag een jeugdige ook tekenen, vanaf 16 jaar is een handtekening van jeugdige verplicht.

Naam Datum + handtekening

Na ondertekening kunt u dit formulier opsturen naar jeugd[cijferspostcode]@breda.nl. Bijvoorbeeld jeugd4811@breda.nl

Bijlage B - Pgb budget- en motivatieplan gemeente Breda

Budget- en motivatieplan

Voor de aanvraag van een persoonsgebonden budget voor jeugdigen tot 18 jaar.

Soms krijgen ouders of verzorgers een persoonsgebonden budget (pgb).

Dit is een geldbedrag om zelf de zorg of ondersteuning in te kopen voor hun kind. Bijvoorbeeld als de gemeente geen afspraken heeft met de organisatie die het beste past bij de hulp die nodig is. Of als de hulp moeilijk te plannen is, of nodig is op speciale tijden.

Voorwaarden voor een persoonsgebonden budget (pgb)

U wilt een persoonsgebonden budget (pgb) voor uw kind aanvragen. Dat brengt verantwoordelijkheid en regelwerk met zich mee. Daarom is het belangrijk dat u hier zorgvuldig over nadenkt, zodat de zorg echt aansluit bij wat u en uw kind nodig hebben. De voorwaarden

  • 1.

    U legt uit waarom het aanbod van zorgorganisaties waarmee de gemeente afspraken heeft niet passend is voor de specifieke hulpvraag van uw jeugdige of gezin, en waarom u kiest voor een pgb.

    Hiermee laat u zien dat u een zorgvuldige afweging heeft gemaakt tussen ‘zorg in natura’ en het ‘pgb’, en waarom het pgb de beste optie is in uw situatie.

  • 2.

    U zet het pgb in voor het bereiken van de vastgestelde resultaten zoals die in het ondersteuningsplan of onderzoeksverslag staan. Dit betekent in ieder geval dat u het budget niet gebruikt voor:

    • >

      Bemiddelingskosten of betaling van kosten van uw zorgverlener die niet direct te maken hebben met de zorg (zoals reis- en vervoerskosten, overheadkosten, kosten voor het opstellen van een zorg- en/of werkplan).

    • >

      Eigen vervoerskosten.

    • >

      Kosten zoals abonnementskosten of kosten gebruikt voor hobby, sport, uitstapjes, enz.

  • 3.

    U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de uitvoering van het pgb en de daarbij behorende administratie zoals het opstellen van een zorgovereenkomst in het SVB portaal. Daarnaast houdt u zelf het budget bij.

Vul uw budget- en motivatieplan in

Om bovenstaande voorwaarden bij u te kunnen toetsen hebben wij informatie nodig. Zo kunnen wij goed beoordelen of een persoonsgebonden budget en de soort hulp die u wilt inzetten inderdaad het beste past voor u en uw kind. We vragen u daarvoor dit budget- en motivatieplan volledig in te vullen.

1. Uw gegevens

Voor jeugdigen onder 18 jaar, beheert een ouder persoon (de vertegenwoordiger) het budget. Van beide personen zijn de gegevens nodig.

Gegevens van de budgethouder:

(van de jeugdige/het kind voor wie de hulp nodig is.)

Naam jeugdige:

Geboortedatum:

Burgerservicenummer:

Gegevens van de vertegenwoordiger:

(van de persoon die het persoonsgebonden budget beheert. Dat kan een ouder/verzorger of iemand anders zijn, bijvoorbeeld een familielid.)

Voorletter(s) en achternaam:

Burgerservicenummer:

Straat en huisnummer:

Postcode en woonplaats:

Telefoonnummer:

E-mailadres:

Relatie met jeugdige: ouder / verzorger / familie / anders, namelijk:

Heeft u schulden?

o Nee

o Ja

Zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt? Heeft u daar professionele hulp bij?

2. Soort hulp die u aanvraagt

De soort hulp of ondersteuning die u aanvraagt, heet een maatwerkvoorziening. Voor welke maatwerkvoorziening wilt u een budget aanvragen?

  • Begeleiding bij het dagelijks leven

  • Ambulante behandeling: begeleiding bij psychische en gedragsproblemen

  • Specialistische ambulante behandeling (SGGZ)

  • Vaktherapie

  • Diagnostiek en/of behandeling bij dyslexie

  • Persoonlijke verzorging

  • Dagbesteding, dagbehandeling en/of respijtzorg

  • Pleegzorg

  • Gezinshuiszorg

  • Vervoersvoorziening

3. Motivatie voor de pgb-aanvraag

3a. Waar is hulp bij nodig (wat is de hulpvraag waar de zorg of ondersteuning voor wordt ingezet)?

3b. Aan welke doelen wordt gewerkt?

3c. Welke zorg of ondersteuning wilt u inzetten om dit te bereiken?

Zorg in natura

De gemeente heeft afspraken met zorgaanbieders in de regio West-Brabant Oost (WBO). Dat betekent dat inwoners die van deze zorgaanbieders hulp krijgen de zorg niet zelf hoeven te organiseren of zelf administratie en budget hoeven te beheren. Een aanvraag voor deze zorg heet ‘zorg in natura’. De zorgaanbieders in de regio waarmee de gemeente deze afspraken heeft, en dus deze zorg in natura kunnen geven, staan op: www.regiowbo.nl/kies-je-zorg

3d. Heeft u onderzocht of de zorg die u/uw kind nodig heeft ook gedaan kan worden door zorgaanbieders waarmee de gemeente afspraken heeft?

  • ja

  • nee

Zo ja, met welke organisaties heeft u contact gehad en wat was hun advies?

3e. Waarom kiest u voor een pgb? (en dus niet ‘zorg in natura’)

Formele zorg of informele zorg

Een persoonsgebonden budget kan worden gebruikt voor formele of informele zorg.

Formeel

De zorg is formeel als de persoon die uw kind gaat helpen iemand is die als zelfstandige werkt of bij een zorgorganisatie. U koopt dan professionele zorg in.

  • >

    Vraagt u formele zorg aan? Vul dan vraag 4 in. Vraag 5 moet worden ingevuld door de zorgaanbieder (daarna gaat u verder vraag 7).

Informeel

De zorg is informeel als u zelf de zorg geeft aan uw kind, of iemand anders die uw kind goed kent.

Informele zorg kan alleen bij:

  • -

    begeleiding bij het dagelijks leven

  • -

    persoonlijke verzorging

  • -

    logeeropvang

  • >

    Vraagt u informele zorg aan? Ga dan door naar vraag 6 (daarna gaat u verder met vraag 7).

4. Aanvraag formele zorg

4a. Van welke zorgaanbieder(s) wilt u hulp?

Naam zorgaanbieder

Registratienummer SKJ / BIG / KvK

Per week nodig

(noteer in minuten, uren of etmalen)

Tarief van de zorgaanbieder*

 
 
 

 
 
 

 
 
 

* Let op, het budget dat u krijgt is maximaal 90% van het normale tarief voor zorg in natura. Dat is het tarief dat de zorgaanbieders krijgen die afspraken met de gemeente Breda hebben. Dit tarief wordt jaarlijks vastgesteld. Vraagt de zorgaanbieder een hoger tarief, dan moet u dus zelf een deel bijbetalen.

4b. Welke activiteiten worden ingezet om aan de doelen te werken?

Activiteit:

Omschrijving:

 

 

 

 

4c. Op welke manier gaat u de kwaliteit van de zorg in de gaten houden?

Hoe wordt de zorg geëvalueerd?

5. Kwaliteitseisen professionele zorgaanbieder

Vragen 5a t/m 5g moeten worden ingevuld door de zorgaanbieder.

5a. Opleidingsniveau zorgprofessional:

  • MBO

  • HBO

  • WO

5b. 1) Bent u SKJ of BIG geregistreerd?

  • Ja, onder registratienummer:

  • Nee, maar werk onder verantwoordelijkheid van een regiebehandelaar (BIG geregistreerd) onder registratienummer:

  • Nee, maar beschik over relevante vakdiploma’s voor het uitvoeren van desbetreffende taken/werkzaamheden*.

    * Relevante vakdiploma’s graag aanleveren bij gemeente bij het indienen van het pgb budget- en motivatieplan.

5b. 2) Heeft u een andere relevante registratie in een register?

  • Ja, namelijk:

  • Nee

5c. Heeft u een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) die niet ouder is dan 3 maanden?

5d. Als zorgaanbieder bent u verplicht om een klachtenfunctionaris te hebben. Wilt u hieronder kort beschrijven hoe het klachtenproces is ingericht.

5e. Werkt u methodisch?

  • Ja.

  • Nee.

Indien ja: Volgens welke methode(s) werkt u en is het aangetoond dat deze methodes werken/effectief zijn?

Indien nee: welke werkwijze wilt u inzetten en van welke onderdelen hiervan is aangetoond dat ze werken/effectief zijn?

5f. Houdt u een zorgvuldige administratie bij waarin de geleverde hulp wordt geregistreerd? Geef aan wat u vastlegt en in welk systeem u dit vastlegt.

  • tijdsregistratie van de geleverde hulp

  • behandelplan met behandeldoelen

  • evaluatie van de geleverde hulp met resultaten

Ik maak daarbij gebruik van het systeem:

5g. Verklaart u dat u voldoet aan de overige kwaliteitseisen gesteld in de inkoopdocumenten regio WBO, verordening jeugdhulp 2025 en nadere regels jeugdhulp 2025?

  • Ja

  • Nee

6. Aanvraag informele zorg

6a. Wie gaat de zorg uitvoeren?

Naam zorgverlener

Relatie met jeugdige

Per week nodig

(noteer in minuten, uren of etmalen)

Tarief*

 
 
 

 
 
 

*Uitleg uurtarief: Het bedrag dat degene krijgt die de informele zorg geeft, is gelijk aan het minimumloon. Dit is dus een vast bedrag. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank staat meer informatie en de actuele bedragen:Minimumloon en vakantiegeld | PGB | SVB. We hanteren het uurloon inclusief vakantiegeld voor personen van 21 jaar en ouder.

6b. Is degene die de zorg geeft een ander persoon dan de vader en/of moeder van het kind (een ander familielid of bekende), voeg dan een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) van deze persoon aan dit budget- en motivatieplan toe.

Is deze VOG ouder dan 3 maanden?

6c. Op welke manier gaat u ervoor zorgen dat de zorg passend blijft bij de hulpvraag? (oftewel: hoe houdt u de kwaliteit van de zorg in de gaten?)

7. Uw taken en verantwoordelijkheden als vertegenwoordiger

Werken met een persoonsgebonden budget brengt verantwoordelijkheid en regelwerk met zich mee. Daar zijn wat kennis en vaardigheden bij nodig. Via de checklist pgb vaardigheid kunt u een toelichting lezen op deze vaardigheden.

  • >

    Ik begrijp de situatie van degene die de hulp nodig heeft goed en heb een duidelijk beeld van de hulpvraag.

  • >

    Ik ken de regels en verplichtingen die horen bij het persoonsgebonden budget, of weet die zelf (online) te vinden bij de instanties die hierover gaan.

  • >

    Ik kan een overzichtelijke budget-administratie bijhouden waarmee ik precies weet wat de uitgaven zijn.

  • >

    Ik kan goed communiceren met de gemeente, de SVB en zorgaanbieders.

  • >

    Ik ben in staat om zelfstandig de benodigde zorg en ondersteuning te organiseren en onafhankelijk voor een zorgverlener te kiezen.

  • >

    Ik kan afspraken maken en vastleggen en aan de gemeente uitleggen waarom deze afspraken zijn gemaakt.

  • >

    Ik kan beoordelen en uitleggen of de zorg die wordt gegeven passend en kwalitatief goed is.

  • >

    Ik kan de inzet van zorgverleners organiseren en aanpassen, zodat de zorg altijd door kan gaan, ook bij verlof of ziekte.

  • >

    Ik kan zorgverleners aansturen en hen aanspreken op hun functioneren.

  • >

    Ik weet wat ik moet doen als werk- of opdrachtgever van een zorgaanbieder.

7a. Heeft u bovenstaande gelezen en begrijpt wat er van u verwacht wordt?

  • Ja

  • Nee, ik heb over de volgende onderwerpen nog vragen:

8. Sociale Verzekeringsbank (SVB):

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert wetten en regelingen in de sociale zekerheid en zorg uit, zoals het persoonsgebonden budget.

8a. Ben u op de hoogte van deze werkwijze van de SVB?

U bent zelf verantwoordelijk voor het opstellen van een zorgovereenkomst en het digitaal indienen van de facturen. Op pagina 12 leest u hier meer over. Heeft u hier nog vragen over?

9. Ondertekening

Met het ondertekenen en inleveren van dit budget- en motivatieplan verklaart u het volgende:

  • >

    De gegevens in dit plan zijn naar waarheid ingevuld.

  • >

    U gaat akkoord met opname van uw gegevens in het registratiesysteem van de gemeente.

  • >

    U stemt ermee in dat de gemeente uw gegevens doorgeeft aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor de uitbetaling aan de zorgverlener.

Budgethouder (jeugdige):

Ben je 12 jaar of ouder? Zet hier dan je handtekening. Ben je jonger, dan is dat niet nodig.

Naam:

Handtekening:

Ouder(s)/verzorger(s):

Naam:

Handtekening:

Naam:

Handtekening:

Pgb vertegenwoordiger:

Als de ouder/verzorger niet degene is die het budget beheert, is ondertekening nodig van de pgb-vertegenwoordiger (de persoon die het persoonsgebonden budget beheert).

Naam:

Handtekening:

Datum:

Plaats:

Praktische informatie:

1. Stuur deze vragenlijst naar de gemeente

Nadat u met een medewerker van Team Regisseurs Jeugd een ondersteuningsplan heeft opgesteld, stuurt u dit ingevulde budget- en motivatieplan naar de gemeente.

  • >

    Heeft u een contactpersoon van Team Regisseurs Jeugd, dan stuurt u het naar deze contactpersoon.

  • >

    Heeft u (nog) geen contactpersoon, stuur het dan naar jeugd[cijfersvanuwpostcode]@breda.nl.

De jeugdregisseur neemt contact met u op om uw plan te bespreken

Zodra de jeugdregisseur van de gemeente het heeft ontvangen, neemt deze contact met u op om de aanvraag verder te bespreken. Op basis daarvan neemt de jeugdregisseur een besluit over uw pgb aanvraag.

U ontvangt van de gemeente een brief met daarin het besluit

Dit heet een beschikkingsbrief. In de brief staat of u een pgb ontvangt of niet, voor welke periode en voor welk tarief. Bewaar die brief goed.

Als uw aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen, kunt u daar bezwaar tegen maken. In de beschikkingsbrief van de gemeente leest u hoe u dat doet.

2. Wat moet u doen als uw aanvraag is goedgekeurd?

  • >

    Is uw aanvraag voor pgb goedgekeurd, dan geeft de gemeente uw gegevens door aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB krijgt van de gemeente het jaarbudget van uw pgb en betaalt (op uw verzoek) de facturen van de zorgverlener.

  • >

    U krijgt van de SVB een bericht met uw klantnummer en inloggegevens.

  • >

    U moet zelf via de SVB een contract tussen u en de zorgaanbieder opstellen; een zorgovereenkomst. Deze kunt u downloaden via de website van de SVB: www.svb.nl/nl/pgb (onder ‘kies de juiste zorgovereenkomst’).

    • >

      Let op, er zijn verschillende zorgovereenkomsten afhankelijk van het soort persoonsgebonden budget dat u ontvangt. Stel per zorgverlener/zorginstelling een aparte zorgovereenkomst op.

    • >

      Gebruik de gegevens uit de beschikkingsbrief van de gemeente bij het invullen van de zorgovereenkomst.

  • >

    Stuur de ondertekende zorgovereenkomst naar de SVB. Of voeg deze digitaal toe op ‘Mijn PGB’ door in te loggen op de website van de SVB: Zorgovereenkomst opsturen | PGB | SVB.

Let op

U kunt de aanbieders pas uitbetalen zodra de zorgovereenkomst is goedgekeurd door de SVB.

3. Opstarten van de zorg

Zodra de zorgovereenkomst is goedgekeurd ontvangt u van de SVB een bericht dat u kunt beginnen met de zorg. Het is belangrijk dat de zorg binnen drie maanden gestart wordt.

  • >

    Heeft u vragen met over het pgb, bijvoorbeeld over de zorgovereenkomst, declaraties of het maandloon? Neem dan telefonisch contact op met de klantenservice van de SVB via 030-2648200 of kijk op https://www.svb.nl/nl/pgb.

  • >

    Verandert er iets in uw situatie? Bijvoorbeeld een verhuizing, een verandering van zorgverlener of is er meer of minder zorg nodig? Dit kan invloed hebben op uw recht op zorg. Geef daarom veranderingen door aan de gemeente via backofficejeugd@breda.nl en ook aan de SVB.

Andere hulp nodig?

Het kan zijn dat de hulpvraag tijdens de hulpperiode verandert, of dat er andere hulp nodig is. Lukt het niet om met de jeugdhulpaanbieder een oplossing te vinden, dan willen we dat graag met u bespreken.

Stuur een e-mail naar dit adres: jeugd[cijfersvanuwpostcode]@breda.nl

Een jeugdregisseur van de gemeente neemt daarna contact met u op.

Langer hulp nodig?

Is er nog langer hulp nodig om de doelen te halen? Laat dit dan weten aan de gemeente. Bij een formeel pgb bespreekt u dit eerst samen met de zorgverlener en laat u dit dan weten aan de gemeente.

Dat doet u zo: vul (samen met de jeugdhulpaanbieder) het evaluatieformulier van de gemeente in. Het formulier staat op: www.breda.nl/evaluatie-jeugdhulp

  • >

    Let op: minstens 2 maanden voordat de hulpperiode eindigt moet het formulier ingediend zijn.

4. Websites met nuttige informatie

Als u persoonsgebonden budget (pgb) krijgt is het nuttig de informatie op deze websites te bekijken:

Bijlage C - 2025 Tarieven PGB

Tariefoverzicht PGB Jeugdhulp 2025

 
 

PGB formeel: de hoogte van het PGB formeel (zorgaanbieder of ZZP'er) bedraagt maximaal 90% van de kostprijs van dezelfde voorziening in ZIN (vrijgevestigden, kolom C). In de tabel hieronder zie je de maximale tarieven voor PGB formeel.

PGB informeel: de hoogte van het PGB informeel (zorg vanuit het netwerk) is gelijk aan het minimumloon. Het minimumloon wordt twee keer per jaar geïndexeerd. Kijk voor de actuele tarieven op https://www.svb.nl/nl/pgb/een-zorgovereenkomst-afsluiten/wanneer-betaalt-u-minimumloon-en-vakantiegeld

 
 
 
 

Productomschrijving

Eenheid 2025

Maximumtarief vrijgevestigden 2025

PGB tarief 2025 Gemeente Breda (90% van tarief ZIN)

Ambulante behandeling

 

Behandeling Individueel

uur

€ 106,80

€ 96,12

Dagbehandeling Licht

uur

€ 28,20

€ 25,38

Dagbehandeling Zwaar

uur

€ 38,40

€ 34,56

Specialistische ambulante behandeling (SGGZ

 
 

Generalistisch basis GGZ

minuut

€ 1,84

€ 1,66

Gespecialiseerde GGZ (SGGZ) Diagnostiek

minuut

€ 2,37

€ 2,13

Gespecialiseerde GGZ (SGGZ) Behandeling

minuut

€ 2,08

€ 1,87

Hoogspecialistische GGZ

minuut

nvt

nvt

MST

traject

nvt

nvt

Dyslexie

Diagnostiek

traject

€ 1.361,95

€ 1.225,76

Behandeling

traject

€ 6.170,59

€ 5.553,53

Vaktherapie

 
 

Vaktherapie

uur

€ 88,20

€ 79,38

Begeleiding bij het dagelijks leven individueel

 
 

Begeleiding Licht/ Persoonlijke verzorging

uur

€ 66,60

€ 59,94

Begeleiding Midden

uur

€ 90,00

€ 81,00

Begeleiding Zwaar

uur

€ 103,80

€ 93,42

Jouw ingebrachte mentor (JIM)

uur

€ 98,40

€ 88,56

Begeleiding bij het dagelijks leven Groep

 
 

Begeleiding groep licht

uur

€ 15,60

€ 14,04

Begeleiding groep zwaar

uur

€ 24,00

€ 21,60

Dagbesteding en respijtzorg

 
 

Dagbesteding Licht

uur

€ 15,00

€ 13,50

Dagbesteding Zwaar

uur

€ 22,20

€ 19,98

Logeren

etmaal

€ 150,53

€ 135,48

Vervoer output gericht (let op: kilometers enkele reis)

 
 

Vervoer niet rolstoel 0-19 km

stuks

€ 10,41

€ 9,37

Vervoer niet rolstoel 20-39 km

stuks

€ 21,41

€ 19,27

Vervoer niet rolstoel > 40 km

stuks

€ 32,10

€ 28,89

Vervoer rolstoel 0-19 km

stuks

€ 10,85

€ 9,77

Vervoer rolstoel 20-39 km

stuks

€ 24,56

€ 22,10

Vervoer rolstoel > 40 km

stuks

€ 38,38

€ 34,54

Pleegzorg

 
 

Pleegzorg

etmaal

€ 58,08

€ 52,27

Gezinshuiszorg

 
 

Gezinshuiszorg

etmaal

€ 194,05

€ 174,65

Gezinshuiszorg zelfstandigheidstraining

etmaal

€ 128,12

€ 115,31

Verblijf

24/7 incl ambulant

dagen

nvt

nvt

Kleinschalige behandelgroep

dagen

nvt

nvt

Verblijf middelzwaar

dagen

nvt

nvt

Verblijf zwaar

dagen

nvt

nvt

Verblijf extra zwaar

dagen

nvt

nvt

Crisis

Crisis verblijf

dagen

nvt

nvt

Verblijf spoedhulp (crisis)

dagen

nvt

nvt

Crisis ambulant

uur

nvt

nvt

Crisis gezinshuis

dagen

nvt

nvt

Crisis pleegzorg

dagen

nvt

nvt

Verblijf spoedhulp (crisis)

dagen

nvt

nvt

Bijlage D - kwaliteit PGB

Kwaliteitseisen

 
 
 

Formeel PGB

Informeel PGB

Algemene kwaliteitseisen

 
 

18-/18+

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, artikel 8. 18-/18+

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder houdt bij aanvang van de Opdracht rekening met de doorgaande hulpverlening (zorgcontinuïteit) vanaf het 18e levensjaar van de jeugdige. In dat kader neemt de Jeugdhulpaanbieder, voor zover noodzakelijk en voor zover de jeugdige de leeftijd van 16,5 jaar heeft bereikt, het initiatief en voert hij de regie tot het in samenspraak met de jeugdige opstellen van een initiatiefplan, waarin ten aanzien van de verschillende leefgebieden: zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën, voor zover noodzakelijk integraal beschreven staat wat de stand van zaken is en aan welke doelen de jeugdige nog wil/gaat werken en welke partijen betrokken zijn bij het realiseren van deze doelen. De Jeugdhulpaanbieder draagt zo bij aan een ‘warme’ overdracht naar de opvolgende (zorg)aanbieder(s).

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder organiseert ook voor het 18e levensjaar waar mogelijk, en voor zover dit in het kader van de jeugdhulpverlening van de Jeugdhulpaanbieder kan worden verwacht in het kader van goed hulpverlenerschap, de gelijktijdige inzet van voorzieningen buiten de Jeugdwet, mits die andere partijen, voor zover deze daarvoor verantwoordelijk zijn, de voorwaarden organiseren waaronder dit voor Jeugdhulpaanbieder mogelijk is.

  • 3.

    De Jeugdhulp stopt wanneer de Jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt, tenzij er sprake is van Verlengde jeugdhulp. Jeugdhulpaanbieder spant zich in voor verwezenlijking van de doelen van de Jeugdhulp bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar van de Jeugdige.

  • 4.

    De Jeugdhulpaanbieder betrekt in het geval van Verlengde jeugdhulp, niet zijnde verlengde pleegzorg, de door de Jeugdwet aangewezen Verwijzers om te beoordelen wat de juiste opvolgende voorzieningen inhouden. Verlengde jeugdhulp zoals beschreven in art. 1 van deze overeenkomst.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, artikel 8. 18-/18+

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder houdt bij aanvang van de Opdracht rekening met de doorgaande hulpverlening (zorgcontinuïteit) vanaf het 18e levensjaar van de jeugdige. In dat kader neemt de Jeugdhulpaanbieder, voor zover noodzakelijk en voor zover de jeugdige de leeftijd van 16,5 jaar heeft bereikt, het initiatief en voert hij de regie tot het in samenspraak met de jeugdige opstellen van een initiatiefplan, waarin ten aanzien van de verschillende leefgebieden: zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën, voor zover noodzakelijk integraal beschreven staat wat de stand van zaken is en aan welke doelen de jeugdige nog wil/gaat werken en welke partijen betrokken zijn bij het realiseren van deze doelen. De Jeugdhulpaanbieder draagt zo bij aan een ‘warme’ overdracht naar de opvolgende (zorg)aanbieder(s).

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder organiseert ook voor het 18e levensjaar waar mogelijk, en voor zover dit in het kader van de jeugdhulpverlening van de Jeugdhulpaanbieder kan worden verwacht in het kader van goed hulpverlenerschap, de gelijktijdige inzet van voorzieningen buiten de Jeugdwet, mits die andere partijen, voor zover deze daarvoor verantwoordelijk zijn, de voorwaarden organiseren waaronder dit voor Jeugdhulpaanbieder mogelijk is.

  • 3.

    De Jeugdhulp stopt wanneer de Jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt, tenzij er sprake is van Verlengde jeugdhulp. Jeugdhulpaanbieder spant zich in voor verwezenlijking van de doelen van de Jeugdhulp bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar van de Jeugdige.

  • 4.

    De Jeugdhulpaanbieder betrekt in het geval van Verlengde jeugdhulp, niet zijnde verlengde pleegzorg, de door de Jeugdwet aangewezen Verwijzers om te beoordelen wat de juiste opvolgende voorzieningen inhouden. Verlengde jeugdhulp zoals beschreven in art. 1 van deze overeenkomst.

Totstandkoming en uitvoering Jeugdhulp

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, artikel 9. Totstandkoming en uitvoering jeugdhulp.

  • 4.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht per Jeugdige en/of gezin bij aanvang van het hulptraject een hulpverleningsplan/plan van aanpak op te stellen (met daarin opgenomen de SMART doelstellingen) en neemt bij het opstellen hiervan het reeds gemaakte plan door de gemeentelijke toegang en de Jeugdige en/of gezin erin mee. Het is aan Jeugdhulpaanbieder actief te vragen naar het gemaakte plan van de gemeentelijke toegang indien de Jeugdige en/of gezin via de gemeentelijke toegang is verwezen bij de Jeugdige en indien nodig bij de gemeentelijke toegang.

  • 5.

    Jeugdhulpaanbieder levert doelmatige Jeugdhulp en realiseert de doelstellingen die gezamenlijk met de Jeugdige en/of gezin en/of gemeentelijke toegang zijn vastgesteld. De gestelde doelen worden door Jeugdhulpaanbieder minimaal 2x per jaar (tenzij vaker nodig is) geëvalueerd om te zien of de Jeugdhulp nog wel passend en noodzakelijk is voor de Jeugdige. Jeugdhulpaanbieder geeft dit ook door aan de Verwijzer (inclusief gemeentelijke toegang).

  • 7.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht verbinding te leggen, wanneer nodig een afstemmingsoverleg te organiseren en samen te werken met de partners in de jeugdketen en met andere ketens zoals onderwijs en Wmo (bij een Jeugdige van 17,5 jaar), en daarbij de Jeugdhulp tijdig af te schalen.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, artikel 9. Totstandkoming en uitvoering jeugdhulp.

  • 4.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht per Jeugdige en/of gezin bij aanvang van het hulptraject een hulpverleningsplan/plan van aanpak op te stellen (met daarin opgenomen de SMART doelstellingen) en neemt bij het opstellen hiervan het reeds gemaakte plan door de gemeentelijke toegang en de Jeugdige en/of gezin erin mee. Het is aan Jeugdhulpaanbieder actief te vragen naar het gemaakte plan van de gemeentelijke toegang indien de Jeugdige en/of gezin via de gemeentelijke toegang is verwezen bij de Jeugdige en indien nodig bij de gemeentelijke toegang.

  • 5.

    Jeugdhulpaanbieder levert doelmatige Jeugdhulp en realiseert de doelstellingen die gezamenlijk met de Jeugdige en/of gezin en/of gemeentelijke toegang zijn vastgesteld. De gestelde doelen worden door Jeugdhulpaanbieder minimaal 2x per jaar (tenzij vaker nodig is) geëvalueerd om te zien of de Jeugdhulp nog wel passend en noodzakelijk is voor de Jeugdige. Jeugdhulpaanbieder geeft dit ook door aan de Verwijzer (inclusief gemeentelijke toegang).

  • 7.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht verbinding te leggen, wanneer nodig een afstemmingsoverleg te organiseren en samen te werken met de partners in de jeugdketen en met andere ketens zoals onderwijs en Wmo (bij een Jeugdige van 17,5 jaar), en daarbij de Jeugdhulp tijdig af te schalen.

Bereikbaarheid, personele inzet en continuïteit Jeugdhulp

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 11. Bereikbaarheid, personele inzet en continuïteit Jeugdhulp

  • 1.

    Jeugdhulpaanbieder communiceert duidelijk aan de Jeugdige en/of gezin diens bereikbaarheid. Buiten openingstijden zorgt Jeugdhulpaanbieder voor een telefonische bereikbaarheid in crisisgevallen.

  • 2.

    Jeugdhulpaanbieder en diens personeel houdt zich aan de met de Jeugdige en/of het gezin afgesproken tijden, communiceert tijdig met de Jeugdige en/of gezin wanneer een hulpverlener uitvalt en zoeken samen naar een geschikte oplossing indien dit nodig is.

  • 3.

    Jeugdhulpaanbieder garandeert de levering van de Jeugdhulp aan Jeugdige en/of gezin en de continuïteit ervan, dus ook tijdens vakanties, ziekte en feestdagen indien dit nodig is.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 11. Bereikbaarheid, personele inzet en continuïteit Jeugdhulp

  • 1.

    Jeugdhulpaanbieder communiceert duidelijk aan de Jeugdige en/of gezin diens bereikbaarheid. Buiten openingstijden zorgt Jeugdhulpaanbieder voor een telefonische bereikbaarheid in crisisgevallen.

  • 2.

    Jeugdhulpaanbieder en diens personeel houdt zich aan de met de Jeugdige en/of het gezin afgesproken tijden, communiceert tijdig met de Jeugdige en/of gezin wanneer een hulpverlener uitvalt en zoeken samen naar een geschikte oplossing indien dit nodig is.

  • 3.

    Jeugdhulpaanbieder garandeert de levering van de Jeugdhulp aan Jeugdige en/of gezin en de continuïteit ervan, dus ook tijdens vakanties, ziekte en feestdagen indien dit nodig is.

Beëindiging en stopzetten van Jeugdhulp bij Jeugdhulpaanbieder

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 12. Beëindiging en stopzetten van Jeugdhulp bij Jeugdhulpaanbieder

  • 3.

    Indien, om welke reden dan ook, Jeugdhulpaanbieder genoodzaakt is de hulp voor de betreffende Jeugdige eerder (tijdens het traject) te beëindigen, verplicht Jeugdhulpaanbieder zich om de zorgcontinuïteit te borgen en zorg te dragen voor een goede, warme en zorgvuldige zorgoverdracht van de Jeugdige(n) naar een andere Jeugdhulpaanbieder. Hij begint daarmee meteen, zonder hiervoor extra kosten in rekening te brengen en zonder dat Gemeente of betrokkene(n) nadeel heeft/hebben van de beëindiging. Gemeente is gerechtigd tot het opleggen van een direct opeisbare boete conform artikel 21 wanneer Jeugdhulpaanbieder zich onvoldoende inspant voor deze overdracht.

  • 4.

    Na afsluiting van de Jeugdhulp dient Jeugdhulpaanbieder een terugkoppeling te geven aan alle betrokkenen (verwijzers en eventuele stakeholders (nog actieve zorgaanbieders, school, e.d.) dat de hulp is beëindigd en/of (en welke) beoogde resultaten bereikt zijn (met in achtneming van de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener en de privacy van de jeugdige en zijn verzorgers).

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 12. Beëindiging en stopzetten van Jeugdhulp bij Jeugdhulpaanbieder

  • 3.

    Indien, om welke reden dan ook, Jeugdhulpaanbieder genoodzaakt is de hulp voor de betreffende Jeugdige eerder (tijdens het traject) te beëindigen, verplicht Jeugdhulpaanbieder zich om de zorgcontinuïteit te borgen en zorg te dragen voor een goede, warme en zorgvuldige zorgoverdracht van de Jeugdige(n) naar een andere Jeugdhulpaanbieder. Hij begint daarmee meteen, zonder hiervoor extra kosten in rekening te brengen en zonder dat Gemeente of betrokkene(n) nadeel heeft/hebben van de beëindiging. Gemeente is gerechtigd tot het opleggen van een direct opeisbare boete conform artikel 21 wanneer Jeugdhulpaanbieder zich onvoldoende inspant voor deze overdracht.

  • 4.

    Na afsluiting van de Jeugdhulp dient Jeugdhulpaanbieder een terugkoppeling te geven aan alle betrokkenen (verwijzers en eventuele stakeholders (nog actieve zorgaanbieders, school, e.d.) dat de hulp is beëindigd en/of (en welke) beoogde resultaten bereikt zijn (met in achtneming van de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener en de privacy van de jeugdige en zijn verzorgers).

Beëindiging en stopzetten van Jeugdhulp bij Jeugdhulpaanbieder

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 13. Informatieverplichting

  • 3.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht alle medewerking te verlenen wanneer Gemeente om informatie verzoekt en is verantwoordelijk voor de juiste en het binnen een redelijke termijn aanleveren van de gevraagde informatie.

  • 5.

    Jeugdhulpaanbieder informeert Gemeente direct over de ontwikkelingen in en van de organisatie (o.a. plannen en verandering juridische structuur, zeggenschapsverhoudingen van meer dan 10%, reorganisaties/fusies/gedwongen overnames door derden, financiële problemen, financieel onvermogen), alsmede van andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de continuïteit van de bedrijfsvoering en de zorgcontinuïteit en kwaliteit van de Jeugdhulp (o.a. tuchtrechtelijke procedures, schriftelijke klachten, zorgmeldingen van eigen personeel, contact met media betreffende zaken van Jeugdhulp in de Regio WBO) die binnen de organisatie gaande zijn en relevantie hebben of kunnen hebben voor de uitvoering van de Overeenkomst. In aanvulling op artikel 29, lid 2, Deel 3 geldt dat Gemeente recht heeft om een extern (accountants)onderzoek in te stellen (niet alleen bij gerede twijfel) en is er ook sprake van een risicovolle omstandigheid indien er anderszins sprake is van financiële risico’s, zoals een (te) beperkte of significant dalende solvabiliteit en rentabiliteit. De gemeente heeft het recht om dwingende aanwijzingen te geven en de aanbieder te verplichten naar, inzicht van de gemeente, een verbeterplan met meetbare resultaten op te laten stellen.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 13. Informatieverplichting

  • 3.

    Jeugdhulpaanbieder is verplicht alle medewerking te verlenen wanneer Gemeente om informatie verzoekt en is verantwoordelijk voor de juiste en het binnen een redelijke termijn aanleveren van de gevraagde informatie.

  • 5.

    Jeugdhulpaanbieder informeert Gemeente direct over de ontwikkelingen in en van de organisatie (o.a. plannen en verandering juridische structuur, zeggenschapsverhoudingen van meer dan 10%, reorganisaties/fusies/gedwongen overnames door derden, financiële problemen, financieel onvermogen), alsmede van andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de continuïteit van de bedrijfsvoering en de zorgcontinuïteit en kwaliteit van de Jeugdhulp (o.a. tuchtrechtelijke procedures, schriftelijke klachten, zorgmeldingen van eigen personeel, contact met media betreffende zaken van Jeugdhulp in de Regio WBO) die binnen de organisatie gaande zijn en relevantie hebben of kunnen hebben voor de uitvoering van de Overeenkomst. In aanvulling op artikel 29, lid 2, Deel 3 geldt dat Gemeente recht heeft om een extern (accountants)onderzoek in te stellen (niet alleen bij gerede twijfel) en is er ook sprake van een risicovolle omstandigheid indien er anderszins sprake is van financiële risico’s, zoals een (te) beperkte of significant dalende solvabiliteit en rentabiliteit. De gemeente heeft het recht om dwingende aanwijzingen te geven en de aanbieder te verplichten naar, inzicht van de gemeente, een verbeterplan met meetbare resultaten op te laten stellen.

Integriteit

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 20. Integriteit en maatregelen . Gemeente handelt vanuit het vertrouwen dat Jeugdhulpaanbieder de Jeugdhulp aan de inwoners van Gemeente vakkundig uitvoert. Dit vertrouwen wordt gevoed door transparantie (in de vorm van elkaar van informatie voorzien en hierover ‘het goede gesprek’ aan te gaan), veiligheid waarborgen van de Jeugdige, goed opdrachtnemerschap en de juiste uitvoering van de Wet en de Overeenkomst. Jeugdhulpaanbieder (bestuurder(s)/directie, personeel en door Jeugdhulpaanbieder eventueel in te zetten derden) is verplicht om zich gedurende de looptijd van de Overeenkomst integer te gedragen, noch mogen er integriteitstwijfels bestaan of ontstaan.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 20. Integriteit en maatregelen . Gemeente handelt vanuit het vertrouwen dat Jeugdhulpaanbieder de Jeugdhulp aan de inwoners van Gemeente vakkundig uitvoert. Dit vertrouwen wordt gevoed door transparantie (in de vorm van elkaar van informatie voorzien en hierover ‘het goede gesprek’ aan te gaan), veiligheid waarborgen van de Jeugdige, goed opdrachtnemerschap en de juiste uitvoering van de Wet en de Overeenkomst. Jeugdhulpaanbieder (bestuurder(s)/directie, personeel en door Jeugdhulpaanbieder eventueel in te zetten derden) is verplicht om zich gedurende de looptijd van de Overeenkomst integer te gedragen, noch mogen er integriteitstwijfels bestaan of ontstaan.

Levering van jeugdhulp

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 26. Levering van Jeugdhulp

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder verplicht zich om verantwoorde jeugdhulp te leveren aan jeugdigen waarvoor de Gemeente op basis van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is, waaronder partijen verstaan: hulp van goed niveau, die Jeugdhulpaanbieder in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verleent en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder. De Jeugdhulpaanbieder neemt bij het verlenen van Jeugdhulp de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs aan de te leveren Jeugdhulp zijn te stellen en handelt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Jeugdwet en de Gemeentelijke verordening. Deze Jeugdhulp voldoet aan de definitie van Gepast gebruik. Om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen, beschikt de Jeugdhulpaanbieder over voldoende gekwalificeerde medewerkers zoals vastgelegd als eis in de Gemeentelijke inkoopdocumenten en/of kwaliteitseisen in landelijke standaarden en/of de Gemeentelijke verordening. Medewerkers kunnen de (potentiële) jeugdigen en de Gemeente in tenminste de Nederlandse taal te woord staan.

  • 3.

    Als de Jeugdhulp aan een Jeugdige bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd doorverschillende jeugdhulpaanbieders, dan is de Jeugdhulpaanbieder die start met de Jeugdhulp ervoor verantwoordelijk dat het daarop aanvullende onderdeel optimaal aansluit voor deze Jeugdige, tenzij de betrokken jeugdhulpaanbieders daar onderling afspraken over maken.

  • 5.

    Bij het leveren van Jeugdhulp, maakt Jeugdhulpaanbieder gebruik van evidence based en practice based methodieken. Als de Jeugdhulpaanbieder niet kan aantonen dat deze aanwezig zijn of gezien de ondersteunings- of hulpvraag dat deze niet afdoende zijn, dan maakt de Jeugdhulpaanbieder gebruik van historisch en in de branche gangbare methodieken. Als de Jeugdhulpaanbieder eveneens niet kan aantonen dat deze aanwezig zijn of gezien de ondersteunings- of hulpvraag dat deze niet afdoende zijn, dan dient de Jeugdhulpaanbieder aan te tonen dat de gebruikte methodieken gelijkwaardig zijn. Als de Jeugdhulpaanbieder de voorgeschreven methodieken niet gebruikt of niet kan aantonen dat gebruikte methodieken gelijkwaardig zijn, kan de Gemeente, na inwinning van deskundig advies, dit aanmerken als een tekortkoming in de nakoming.

  • 6.

    De Jeugdhulpaanbieder heeft aantoonbaar kennis van en handelt aantoonbaar naar de uitgangspunten van de nota van commissie Rouvoet 'Norm voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg'.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 26. Levering van Jeugdhulp

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder verplicht zich om verantwoorde jeugdhulp te leveren aan jeugdigen waarvoor de Gemeente op basis van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is, waaronder partijen verstaan: hulp van goed niveau, die Jeugdhulpaanbieder in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verleent en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder. De Jeugdhulpaanbieder neemt bij het verlenen van Jeugdhulp de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs aan de te leveren Jeugdhulp zijn te stellen en handelt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Jeugdwet en de Gemeentelijke verordening. Deze Jeugdhulp voldoet aan de definitie van Gepast gebruik. Om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen, beschikt de Jeugdhulpaanbieder over voldoende gekwalificeerde medewerkers zoals vastgelegd als eis in de Gemeentelijke inkoopdocumenten en/of kwaliteitseisen in landelijke standaarden en/of de Gemeentelijke verordening. Medewerkers kunnen de (potentiële) jeugdigen en de Gemeente in tenminste de Nederlandse taal te woord staan.

  • 3.

    Als de Jeugdhulp aan een Jeugdige bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd doorverschillende jeugdhulpaanbieders, dan is de Jeugdhulpaanbieder die start met de Jeugdhulp ervoor verantwoordelijk dat het daarop aanvullende onderdeel optimaal aansluit voor deze Jeugdige, tenzij de betrokken jeugdhulpaanbieders daar onderling afspraken over maken.

  • 5.

    Bij het leveren van Jeugdhulp, maakt Jeugdhulpaanbieder gebruik van evidence based en practice based methodieken. Als de Jeugdhulpaanbieder niet kan aantonen dat deze aanwezig zijn of gezien de ondersteunings- of hulpvraag dat deze niet afdoende zijn, dan maakt de Jeugdhulpaanbieder gebruik van historisch en in de branche gangbare methodieken. Als de Jeugdhulpaanbieder eveneens niet kan aantonen dat deze aanwezig zijn of gezien de ondersteunings- of hulpvraag dat deze niet afdoende zijn, dan dient de Jeugdhulpaanbieder aan te tonen dat de gebruikte methodieken gelijkwaardig zijn. Als de Jeugdhulpaanbieder de voorgeschreven methodieken niet gebruikt of niet kan aantonen dat gebruikte methodieken gelijkwaardig zijn, kan de Gemeente, na inwinning van deskundig advies, dit aanmerken als een tekortkoming in de nakoming.

  • 6.

    De Jeugdhulpaanbieder heeft aantoonbaar kennis van en handelt aantoonbaar naar de uitgangspunten van de nota van commissie Rouvoet 'Norm voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg'.

Continuïteit van jeugdhulp

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 26. Levering van Jeugdhulp

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder garandeert de continuïteit van de Jeugdhulp.

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder is verplicht om bij omstandigheden die een risico vormen voor de continuïteit van de Jeugdhulp, in het bijzonder als sprake is van de dreigende sluiting van locaties of voorzieningen, of deze op enigerlei wijze (kunnen) bedreigen, in het bijzonder maar niet uitsluitend op financieel en inhoudelijk gebied, de Gemeente meteen van die omstandigheden met inachtneming van privacyregels in kennis te stellen en dit schriftelijk te bevestigen. Hierbij geeft de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente inzicht in alle relevante stukken die betrekking hebben op de problematiek. De Gemeente heeft het recht om, bij gerede twijfel, een extern (accountants)onderzoek in te stellen. Partijen merken de omstandigheden in ieder geval aan als risicovol voor de continuïteit van Jeugdhulp als:

    • a)

      Er gedurende de laatste 3 jaar sprake is (geweest) van materieel negatieve exploitatieresultaten;

    • b)

      Er sprake is van (het ontstaan van) liquiditeitsproblemen;

    • c)

      Er sprake is van bestuurlijke onrust;

    • d)

      Er sprake is van enige bestuursrechtelijke maatregel van de IGJ, enige bestuursrechtelijke maatregel van een gemeente of gemeentelijk toezichthouder, of van een tuchtrechtelijke of strafrechtelijke maatregel. Partijen voeren overleg over voorgaande en betrekken daarbij – indien nodig – met het oog op de risico’s, de Jeugdautoriteit.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 26. Levering van Jeugdhulp

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder garandeert de continuïteit van de Jeugdhulp.

  • 2.

    De Jeugdhulpaanbieder is verplicht om bij omstandigheden die een risico vormen voor de continuïteit van de Jeugdhulp, in het bijzonder als sprake is van de dreigende sluiting van locaties of voorzieningen, of deze op enigerlei wijze (kunnen) bedreigen, in het bijzonder maar niet uitsluitend op financieel en inhoudelijk gebied, de Gemeente meteen van die omstandigheden met inachtneming van privacyregels in kennis te stellen en dit schriftelijk te bevestigen. Hierbij geeft de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente inzicht in alle relevante stukken die betrekking hebben op de problematiek. De Gemeente heeft het recht om, bij gerede twijfel, een extern (accountants)onderzoek in te stellen. Partijen merken de omstandigheden in ieder geval aan als risicovol voor de continuïteit van Jeugdhulp als:

    • a)

      Er gedurende de laatste 3 jaar sprake is (geweest) van materieel negatieve exploitatieresultaten;

    • b)

      Er sprake is van (het ontstaan van) liquiditeitsproblemen;

    • c)

      Er sprake is van bestuurlijke onrust;

    • d)

      Er sprake is van enige bestuursrechtelijke maatregel van de IGJ, enige bestuursrechtelijke maatregel van een gemeente of gemeentelijk toezichthouder, of van een tuchtrechtelijke of strafrechtelijke maatregel. Partijen voeren overleg over voorgaande en betrekken daarbij – indien nodig – met het oog op de risico’s, de Jeugdautoriteit.

Zorgweigering en -beëindiging

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 32 Zorgweigering en -beëindiging. De Jeugdhulpaanbieder kan Dienstverlening aan de Jeugdige weigeren of beëindigen, mits wet- en regelgeving zich hiertegen niet verzetten. De Jeugdhulpaanbieder dient bij opzegging aan de Jeugdige een opzegtermijn te hanteren van minimaal één kalendermaand en daarnaast actief mee te werken met Verwijzers, de Gemeente daaronder begrepen, voor het vinden van een passend alternatief aanbod als één van deze partijen daar om vraagt. De Jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde Jeugdhulp tot een passend alternatief is gevonden of passende overbruggingszorg door de Jeugdhulpaanbieder is geregeld.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 32 Zorgweigering en -beëindiging. De Jeugdhulpaanbieder kan Dienstverlening aan de Jeugdige weigeren of beëindigen, mits wet- en regelgeving zich hiertegen niet verzetten. De Jeugdhulpaanbieder dient bij opzegging aan de Jeugdige een opzegtermijn te hanteren van minimaal één kalendermaand en daarnaast actief mee te werken met Verwijzers, de Gemeente daaronder begrepen, voor het vinden van een passend alternatief aanbod als één van deze partijen daar om vraagt. De Jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde Jeugdhulp tot een passend alternatief is gevonden of passende overbruggingszorg door de Jeugdhulpaanbieder is geregeld.

Wijziging hulpbehoefte

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 33 Wijziging hulpbehoefte De Jeugdhulpaanbieder treedt tijdig in overleg met de Jeugdige en/of indien noodzakelijk de ouder bij wijziging van de hulpvraag, over de aanvraag van een nieuw toewijzingsbesluit bij het college van de Gemeente. Als dit aan de orde is, dan vraagt de Jeugdhulpaanbieder in overleg met en namens de Jeugdige een nieuw toewijzingsbesluit aan.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 33 Wijziging hulpbehoefte De Jeugdhulpaanbieder treedt tijdig in overleg met de Jeugdige en/of indien noodzakelijk de ouder bij wijziging van de hulpvraag, over de aanvraag van een nieuw toewijzingsbesluit bij het college van de Gemeente. Als dit aan de orde is, dan vraagt de Jeugdhulpaanbieder in overleg met en namens de Jeugdige een nieuw toewijzingsbesluit aan.

Informatievoorziening aan de gemeente

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 35 Informatievoorziening aan de gemeente

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder verstrekt het College desgevraagd de gegevens, waaronder eveneens kunnen worden verstaan persoonsgegevens zoals bepaald in de Algemene verordening gegevensbescherming, indien en voor zover die noodzakelijk zijn voor het doelmatig, doeltreffend en op samenhangende wijze uitoefenen van haar taken in het kader van de Jeugdwet en de wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de levering van de Jeugdhulp, en voorzover de Jeugdhulpaanbieder daartoe gehouden is op grond van de Jeugdwet of anderszins gegevensverstrekking aan het College door de Jeugdhulpaanbieder op grond van de Jeugdwet is toegestaan. Het College vraagt geen gegevens uit indien zij zelf of het Centraal Bureau voor de Statistiek over deze gegevens beschikt en de gegevens gebruikt kunnen worden ten behoeve van deze doelen en neemt daarbij het uitgangspunt in acht dat de uitvraag niet tot vermijdbare administratieve lasten leidt.

  • 3.

    De Jeugdhulpaanbieder meldt Calamiteiten bij de verlening van jeugdhulp onverwijld aan de IGJ. De Jeugdhulpaanbieder meldt een Calamiteit bovendien onverwijld aan de Gemeente. Artikel 4.1.8 Jeugdwet en de daarin opgenomen informatieplicht geldt jegens de IGJ, niet jegens de gemeente.

Overeenkomst ambulante jeugdhulp regio WBO, Artikel 35 Informatievoorziening aan de gemeente

  • 1.

    De Jeugdhulpaanbieder verstrekt het College desgevraagd de gegevens, waaronder eveneens kunnen worden verstaan persoonsgegevens zoals bepaald in de Algemene verordening gegevensbescherming, indien en voor zover die noodzakelijk zijn voor het doelmatig, doeltreffend en op samenhangende wijze uitoefenen van haar taken in het kader van de Jeugdwet en de wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de levering van de Jeugdhulp, en voorzover de Jeugdhulpaanbieder daartoe gehouden is op grond van de Jeugdwet of anderszins gegevensverstrekking aan het College door de Jeugdhulpaanbieder op grond van de Jeugdwet is toegestaan. Het College vraagt geen gegevens uit indien zij zelf of het Centraal Bureau voor de Statistiek over deze gegevens beschikt en de gegevens gebruikt kunnen worden ten behoeve van deze doelen en neemt daarbij het uitgangspunt in acht dat de uitvraag niet tot vermijdbare administratieve lasten leidt.

  • 3.

    De Jeugdhulpaanbieder meldt Calamiteiten bij de verlening van jeugdhulp onverwijld aan de IGJ. De Jeugdhulpaanbieder meldt een Calamiteit bovendien onverwijld aan de Gemeente. Artikel 4.1.8 Jeugdwet en de daarin opgenomen informatieplicht geldt jegens de IGJ, niet jegens de gemeente.

Kwaliteitskader

Inkoopdocument van de Overeenkomst Jeugdhulp Regio WBO 2025. Hoofdstuk 11. Kwaliteitskader Deze eisen aan de kwaliteit van de jeugdhulp en van de bedrijfsvoering zijn uitgewerkt in vier thema's, die het fundament vormen van het Kwaliteitskader Jeugdhulp WBO. De jeugdhulp die wordt ingekocht moet veilig, doeltreffend, doelmatig en rechtmatig zijn:

  • 1.

    Veiligheid: de geboden jeugdhulp moet veilig zijn en jeugdhulpaanbieders moeten voldoen aan alle veiligheidseisen.

  • 2.

    Doeltreffendheid: de inzet van de jeugdhulp is effectief en resultaatgericht.

  • 3.

    Doelmatigheid: jeugdhulp wordt planmatig ingezet door aan te sluiten bij de ondersteuningsdoelen van de Jeugdige en het Gezin.

  • 4.

    Rechtmatig: de jeugdhulpaanbieder is een betrouwbare partner en financieel gezond. Het kader is te vinden op: https://regiowbo.nl/wp-content/uploads/2025/03/Bijlage-1-Inkoopdocument-ambulante-jeugdhulp.pdf

Inkoopdocument van de Overeenkomst Jeugdhulp Regio WBO 2025. Hoofdstuk 11. Kwaliteitskader Deze eisen aan de kwaliteit van de jeugdhulp en van de bedrijfsvoering zijn uitgewerkt in vier thema's, die het fundament vormen van het Kwaliteitskader Jeugdhulp WBO. De jeugdhulp die wordt ingekocht moet veilig, doeltreffend, doelmatig en rechtmatig zijn:

  • 1.

    Veiligheid: de geboden jeugdhulp moet veilig zijn en jeugdhulpaanbieders moeten voldoen aan alle veiligheidseisen.

  • 2.

    Doeltreffendheid: de inzet van de jeugdhulp is effectief en resultaatgericht.

  • 3.

    Doelmatigheid: jeugdhulp wordt planmatig ingezet door aan te sluiten bij de ondersteuningsdoelen van de Jeugdige en het Gezin.

  • 4.

    Rechtmatig: de jeugdhulpaanbieder is een betrouwbare partner en financieel gezond. Het kader is te vinden op: https://regiowbo.nl/wp-content/uploads/2025/03/Bijlage-1-Inkoopdocument-ambulante-jeugdhulp.pdf

Kwaliteitseisen individuele voorziening in de vorm van een pgb

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025. Artikel 5.4 Kwaliteitseisen individuele voorziening in de vorm van een pgb

  • 1.

    Een pgb wordt alleen verstrekt als op voorhand voldoende is verzekerd dat door de beoogde uitvoerder van de jeugdhulp zal worden voldaan aan de in of op grond van dit artikel gestelde kwaliteitseisen.

  • 2.

    De uitvoerder van een pgb moet in ieder geval voldoen aan de volgende kwaliteitseisen, ongeacht of het formele of informele hulp betreft:

    • a.

      Beschikt over een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie maanden bij aanvang van de zorgovereenkomst en gedurende de hulpverlening niet ouder dan drie jaar, waaruit blijkt dat er geen bezwaren zijn voor de uitoefening van diens functie. Voor ouders van de jeugdige geldt deze kwaliteitseis niet;

    • b.

      Beschikt over de juiste vaardigheden en deskundigheid om verantwoorde hulp te bieden;

    • c.

      Houdt een deugdelijke administratie bij met een registratie van de geleverde hulp. Uit deze registratie moet kunnen worden afgeleid dat de jeugdhulp is verleend, wat de kwaliteit hiervan is en welke resultaten er zijn behaald;

    • d.

      Is voldoende vaardig om in de Nederlandse taal te communiceren;

    • e.

      Werkt volgens een plan waarin activiteiten en doelen zijn vastgelegd;

    • f.

      Voert de hulp uit in overeenstemming met de beschikking van het college;

    • g.

      Stemt de hulp af op de persoonlijke situatie van de jeugdige of zijn ouder(s);

    • h.

      Stemt de hulp af op andere voorzieningen, overige voorzieningen en individuele voorzieningen waar de jeugdige of zijn ouder(s) gebruik van maken;

    • i.

      Werkt mee aan een evaluatie als bedoeld in artikel 4.7;

    • j.

      Respecteert de privacy van de jeugdige of zijn ouder(s) en gaat vertrouwelijk om met informatie over de persoonlijke situatie;

    • k.

      Neemt bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling in het huishouden van de jeugdige of zijn ouder(s) voor advies of het doen van een melding contact op met Veilig Thuis;

    • l.

      Meldt calamiteiten en geweldsincidenten bij de verlening van jeugdhulp aan het college;

    • m.

      Werkt mee aan toezicht en aangekondigd en onaangekondigd onderzoek door het college of daartoe aangewezen derden op inhoudelijke kwaliteit en op rechtmatigheid; en

    • n.

      Is of raakt door verlening van de jeugdhulp naar het oordeel van het college niet overbelast.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025. Artikel 5.4 Kwaliteitseisen individuele voorziening in de vorm van een pgb

  • 1.

    Een pgb wordt alleen verstrekt als op voorhand voldoende is verzekerd dat door de beoogde uitvoerder van de jeugdhulp zal worden voldaan aan de in of op grond van dit artikel gestelde kwaliteitseisen.

  • 2.

    De uitvoerder van een pgb moet in ieder geval voldoen aan de volgende kwaliteitseisen, ongeacht of het formele of informele hulp betreft:

    • a.

      Beschikt over een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie maanden bij aanvang van de zorgovereenkomst en gedurende de hulpverlening niet ouder dan drie jaar, waaruit blijkt dat er geen bezwaren zijn voor de uitoefening van diens functie. Voor ouders van de jeugdige geldt deze kwaliteitseis niet;

    • b.

      Beschikt over de juiste vaardigheden en deskundigheid om verantwoorde hulp te bieden;

    • c.

      Houdt een deugdelijke administratie bij met een registratie van de geleverde hulp. Uit deze registratie moet kunnen worden afgeleid dat de jeugdhulp is verleend, wat de kwaliteit hiervan is en welke resultaten er zijn behaald;

    • d.

      Is voldoende vaardig om in de Nederlandse taal te communiceren;

    • e.

      Werkt volgens een plan waarin activiteiten en doelen zijn vastgelegd;

    • f.

      Voert de hulp uit in overeenstemming met de beschikking van het college;

    • g.

      Stemt de hulp af op de persoonlijke situatie van de jeugdige of zijn ouder(s);

    • h.

      Stemt de hulp af op andere voorzieningen, overige voorzieningen en individuele voorzieningen waar de jeugdige of zijn ouder(s) gebruik van maken;

    • i.

      Werkt mee aan een evaluatie als bedoeld in artikel 4.7;

    • j.

      Respecteert de privacy van de jeugdige of zijn ouder(s) en gaat vertrouwelijk om met informatie over de persoonlijke situatie;

    • k.

      Neemt bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling in het huishouden van de jeugdige of zijn ouder(s) voor advies of het doen van een melding contact op met Veilig Thuis;

    • l.

      Meldt calamiteiten en geweldsincidenten bij de verlening van jeugdhulp aan het college;

    • m.

      Werkt mee aan toezicht en aangekondigd en onaangekondigd onderzoek door het college of daartoe aangewezen derden op inhoudelijke kwaliteit en op rechtmatigheid; en

    • n.

      Is of raakt door verlening van de jeugdhulp naar het oordeel van het college niet overbelast.

Kwaliteitseisen individuele voorziening in de vorm van een formeel pgb

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025. Artikel 5.4 Kwaliteitseisen individuele voorziening in de vorm van een pgb

  • 3.

    De uitvoerder van een pgb bestemd voor formele hulp moet daarnaast in ieder geval aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:

    • a

      De jeugdhulp moet worden geleverd door personen die werkzaam zijn bij een instelling of aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel en die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister in overeenstemming met artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007;

    • b.

      De jeugdhulp moet worden geleverd door personen die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor de uitoefening van de desbetreffende taken en die ingeschreven staan in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg of artikel 5.2.1 van het Besluit Jeugdwet, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp;

    • c.

      Er moet worden gehandeld in overeenstemming met de professionele standaard;

    • d.

      Er moet worden gewerkt op basis van een hulpverleningsplan;

    • e.

      Er moet hulp worden geboden die aansluit bij de problematiek, ontwikkelingsbehoefte en mogelijkheden van de jeugdige en zijn ouders;

    • f.

      Er moet samenhangende en waar nodig integrale hulp aan de jeugdige en zijn ouders worden geboden;

    • g.

      Er moet worden gewerkt met een systeem voor kwaliteitsbewaking;

    • h.

      De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldplicht calamiteiten en de meldplicht geweld bij de verlening van jeugdhulp moet worden gehanteerd;

    • i.

      Er moet een vertrouwenspersoon beschikbaar zijn die in staat is zijn taak uit te voeren en

    • j.

      De uitvoerder moet beschikken over een klachtenfunctionaris die in staat is zijn taak uit te voeren overeenkomstig een schriftelijk vastgelegde, en voor de jeugdige en de ouders eenvoudig kenbare, klachtenregeling.

 

Ambulante behandeling bij ontwikkelingsproblematiek en/of problematiek in relatie tot een licht verstandelijke beperking

Behandeling Individueel

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Dagbehandeling Licht

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Dagbehandeling Zwaar

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Ambulante behandeling van psychische en psychiatrische problematiek

 

Generalistisch basis GGZ

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Gespecialiseerde GGZ (SGGZ) Diagnostiek

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Gespecialiseerde GGZ (SGGZ) Behandeling

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).De in te zetten jeugdhulpverleners dienen altijd onder de verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar te werken, die heeft verklaard de jeugdhulp te verlenen met inachtneming van het ‘landelijk kwaliteitsstatuut GGZ’ en die beschikt over een eigen kwaliteitsstatuut dat voldoet aan de eisen van het landelijk format kwaliteitsstatuut.

Hoogspecialistische GGZ

nvt

nvt

MST

nvt

nvt

Dyslexie

 

Diagnostiek

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De jeugdhulpverlener of de aanbieder is aangesloten en geregistreerd bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De jeugdhulpverlener of de aanbieder is aangesloten en geregistreerd bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.

Behandeling

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De jeugdhulpverlener of de aanbieder is aangesloten en geregistreerd bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De jeugdhulpverlener of de aanbieder is aangesloten en geregistreerd bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.

Vaktherapie

 

Vaktherapie

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De vaktherapie moet worden verleend door een vaktherapeut die een registratie heeft bij de Register Vaktherapie van de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB) en/of het Register beroepsbeoefenaren Complementaire Zorg (RBCZ).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De vaktherapie moet worden verleend door een vaktherapeut die een registratie heeft bij de Register Vaktherapie van de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB) en/of het Register beroepsbeoefenaren Complementaire Zorg (RBCZ).

Begeleiding bij het dagelijks leven individueel

 

Begeleiding Licht

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Het is bij begeleiding licht toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over (minimaal) een relevante afgeronde mbo-opleiding op niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Het is bij begeleiding licht toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over (minimaal) een relevante afgeronde mbo-opleiding op niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Persoonlijke verzorging

Productendienstcatalogus WBO: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kan komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding op niveau 3 of 4. De in te zetten jeugdhulpverleners moeten altijd werken onder verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Productendienstcatalogus WBO: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kan komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding op niveau 3 of 4. De in te zetten jeugdhulpverleners moeten altijd werken onder verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Begeleiding Midden

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. De in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. De in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Begeleiding Zwaar

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. De in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. De in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Jouw ingebrachte mentor (JIM)

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De aanbieder werkt aantoonbaar volgens de JIM-aanpak beschreven in de boeken ‘’ Het alternatief voor uithuisplaatsing van jongeren’. Auteurs: Levi van Dam en Sylvia van Hulst. En ‘’Circulaire zorg. Van JIM-aanpak naar een nieuwe kijk op jeugdhulpverlening’’. Auteurs: Suzanne de Ruig en Levi van Dam. Aanbieder werkt samen met ketenpartners (intersectoraal) van het In Verbindingsteam WBO Het in te zetten geschoold personeel heeft de JIM-training afgerond met certificaat en heeft daarvoor de SKJ-punten toegekend gekregen.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). De aanbieder werkt aantoonbaar volgens de JIM-aanpak beschreven in de boeken ‘’ Het alternatief voor uithuisplaatsing van jongeren’. Auteurs: Levi van Dam en Sylvia van Hulst. En ‘’Circulaire zorg. Van JIM-aanpak naar een nieuwe kijk op jeugdhulpverlening’’. Auteurs: Suzanne de Ruig en Levi van Dam. Aanbieder werkt samen met ketenpartners (intersectoraal) van het In Verbindingsteam WBO Het in te zetten geschoold personeel heeft de JIM-training afgerond met certificaat en heeft daarvoor de SKJ-punten toegekend gekregen.

Begeleiding bij het dagelijks leven Groep

 

Begeleiding groep licht

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Begeleiding groep zwaar

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). Het in te zetten (minimaal) HBO SKJ en/ of BIG-geregistreerde personeel van Opdrachtnemer werkt onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: Het in te zetten (minimaal) HBO geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met Jeugdigen of het Gezin van Jeugdigen aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). Het in te zetten (minimaal) HBO SKJ en/ of BIG-geregistreerde personeel van Opdrachtnemer werkt onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Dagbesteding

 

Dagbesteding Licht

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Bij dagbesteding licht is toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Bij dagbesteding licht is toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Dagbesteding Zwaar

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. In afwijking van het vorige punt is het toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii) er sprake is van ‘Begeleiding licht’ of ‘respijtzorg’. Bij ‘begeleiding zwaar’ moeten de in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. In afwijking van het vorige punt is het toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii) er sprake is van ‘Begeleiding licht’ of ‘respijtzorg’. Bij ‘begeleiding zwaar’ moeten de in te zetten jeugdhulpverleners altijd werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper.

Logeren

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Bij dagbesteding licht is toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De in te zetten jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of een registratie als bedoeld in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg. Bij dagbesteding licht is toegestaan jeugdhulpverleners, welke beroepsmatig in contact kunnen komen met de jeugdige of zijn ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, in te zetten die beschikken over een relevante afgeronde mbo-opleiding niveau 3 of 4, mits i) deze jeugdhulpverleners werken onder de verantwoordelijkheid van een jeugdhulpverlener die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii).

Vervoer output gericht (let op: kilometers enkele reis)

 

Vervoer niet rolstoel 0-19 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Vervoer niet rolstoel 20-39 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Vervoer niet rolstoel > 40 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Vervoer rolstoel 0-19 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Vervoer rolstoel 20-39 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Vervoer rolstoel > 40 km

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: De chauffeur moet minimaal in het bezit zijn van een EHBO-diploma.

Pleegzorg

 

Pleegzorg

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: voor de begeleiding van pleeggezinnen geldt dat deze moet worden uitgevoerd door medewerkers die i) beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii) die werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: voor de begeleiding van pleeggezinnen geldt dat deze moet worden uitgevoerd door medewerkers die i) beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en ii) die werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper

Gezinshuiszorg

 

Gezinshuiszorg

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: gezinshuisouder(s) moeten beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of staan geregistreerd bij het Registerplein en werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper. De gezinshuisouder beschikt over specifieke kennis, vaardigheden en competenties om voor jeugdigen met complexe problematiek te kunnen zorgen. Overige jeugdhulpverleners die worden ingezet binnen gezinshuiszorg dienen te beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding niveau 4 en werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: gezinshuisouder(s) moeten beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of staan geregistreerd bij het Registerplein en werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper. De gezinshuisouder beschikt over specifieke kennis, vaardigheden en competenties om voor jeugdigen met complexe problematiek te kunnen zorgen. Overige jeugdhulpverleners die worden ingezet binnen gezinshuiszorg dienen te beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding niveau 4 en werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Gezinshuiszorg zelfstandigheidstraining

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: gezinshuisouder(s) moeten beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of staan geregistreerd bij het Registerplein en werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper. De gezinshuisouder beschikt over specifieke kennis, vaardigheden en competenties om voor jeugdigen met complexe problematiek te kunnen zorgen. Overige jeugdhulpverleners die worden ingezet binnen gezinshuiszorg dienen te beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding niveau 4 en werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2025: gezinshuisouder(s) moeten beschikken over een registratie bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of staan geregistreerd bij het Registerplein en werken onder de verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper. De gezinshuisouder beschikt over specifieke kennis, vaardigheden en competenties om voor jeugdigen met complexe problematiek te kunnen zorgen. Overige jeugdhulpverleners die worden ingezet binnen gezinshuiszorg dienen te beschikken over (minimaal) een afgeronde relevante mbo-opleiding niveau 4 en werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een medewerker die beschikt over (minimaal) een afgeronde relevante hbo-opleiding en over een registratie bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).