Financiële verordening MRDH 2025

Geldend van 01-07-2025 t/m heden

Intitulé

Financiële verordening MRDH 2025

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

gelet op

  • de Wet gemeenschappelijke regelingen, in het bijzonder hoofdstuk 1; artikel 33, eerste lid,

  • artikel 212 van de Gemeentewet,

  • de Gemeenschappelijke regeling MRDH 2014,

  • de Financiële verordening MRDH 2015;

overwegende

dat er behoefte is aan een actualisatie van de financiële verordening naar aanleiding van diverse wetswijzigingen en de ontwikkelingen in de praktijk sinds 2017;

gezien

het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 18 maart 2025;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE DE REGELS VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG 2025 (FINANCIËLE VERORDENING MRDH 2025)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

  • c.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de organisatie van de Metropoolregio;

  • d.

    bestuurscommissie: de op grond van artikel 2:7 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag ingestelde bestuurscommissie Vervoersautoriteit en bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat;

  • e.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • f.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • g.

    financieel beheer: alle beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld om de financiële kanten van het beleid en de bedrijfsvoering te beheersen;

  • h.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en besluiten van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en bestuurscommissies;

  • i.

    rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;

  • j.

    treasuryfunctie: alle activiteiten die te maken hebben met het verwerven en beheren van financiële middelen door MRDH zoals het aantrekken van geld in diverse vormen, bijvoorbeeld deposito's en leningen, het beheersen van geldstromen en een optimaal beheer van aanwezige middelen.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Kaders begroting

  • 1. Het algemeen bestuur stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe bestuursperiode een programma-indeling vast.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks per programma vast:

    • a.

      de te behalen resultaten;

    • b.

      de daartoe te verrichten activiteiten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt de uitgangspuntennota over de kaders voor het volgende begrotingsjaar vast voordat de ontwerp begroting voor zienswijze aan de gemeenten wordt aangeboden.

  • 4. In deze uitgangspuntennota stelt het algemeen bestuur in ieder geval vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

  • 5. De post onvoorzien in de begroting is nihil.

Artikel 3 Inrichting begroting

  • 1. Bij de opstelling van de programmabegroting wordt rekening gehouden met de bepalingen zoals neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de overige bepalingen van deze verordening.

  • 2. In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma worden alle posten afzonderlijk gespecificeerd.

  • 3. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten op het niveau van de subtotalen binnen de begrotingsprogramma's.

Artikel 4 Paragrafen bij de begroting

  • 1. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, doet het dagelijks bestuur in de paragraaf financiering bij de begroting verslag van al hetgeen noodzakelijk is om een volledig beeld te verschaffen van de financiële positie van de Metropoolregio.

  • 2. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, doet het dagelijks bestuur in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting verslag van de risico's van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen. Voorts wordt inzicht verschaft in de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, doet het dagelijks bestuur in de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting verslag van tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. Voorts worden in de paragraaf bedrijfsvoering de principes van de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten (apparaatslasten) aan de verschillende inkomstenbronnen uiteengezet. Tevens wordt in de begroting een kostenverdeelstaat opgenomen met een gespecificeerde verdeling van deze lasten over de verschillende inkomstenbronnen.

  • 4. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf subsidies bij de begroting in ieder geval een overzicht van de begrote subsidies aan instellingen en ondernemingen voor zover deze subsidies niet op grond van een bestaande verordening worden verleend.

  • 5. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, gaat het dagelijks bestuur in de begroting in de paragraaf verbonden partijen in elk geval in op nieuwe verbonden partijen en het beëindigen en wijzigen van bestaande verbonden partijen.

  • 6. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf openbaarheid in de begroting verslag van al hetgeen op basis van artikel 3.5 van de Wet open overheid of anderszins voorgeschreven is.

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de verrichte activiteiten en behaalde resultaten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig worden toegewezen aan de programma’s van de begroting.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten van de programmabegroting zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 6 Interne controle

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het dagelijks bestuur daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 10 lid 1. Daarnaast informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

  • 2. Het dagelijks bestuurt zorg voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de Metropoolregio met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vijf jaar. Bij afwijkingen in de administratie neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

Artikel 7 Tussentijdse bestuursrapportages en informatie

  • 1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van twee tussentijdse bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de Metropoolregio. De eerste bestuursrapportage wordt door het algemeen bestuur behandeld uiterlijk in de laatste vergadering voor het zomerreces van het lopende begrotingsjaar, de tweede bestuursrapportage wordt door het algemeen bestuur behandeld, uiterlijk in de laatste vergadering van het lopende begrotingsjaar. De inrichting van de bestuursrapportage sluit aan bij de indeling van de vastgestelde begroting. De bestuursrapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de financiën als de te leveren prestaties.

  • 2. Het dagelijks bestuur biedt de in de bestuursrapportage opgenomen begrotingswijzigingen aan het algemeen bestuur aan ter vaststelling.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1. Bij de opstelling van de jaarstukken wordt rekening gehouden met de bepalingen zoals neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de overige bepalingen van deze verordening.

  • 2. De inrichting van de jaarstukken sluit aan bij de indeling van de vastgestelde begroting.

  • 3. Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van programma's. In de verantwoording geeft het dagelijks bestuur aan:

    • a.

      wat er is bereikt;

    • b.

      welke activiteiten daarvoor zijn verricht;

    • c.

      wat het heeft gekost.

  • 4. Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het dagelijks bestuur het algemeen bestuur het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.

  • 5. Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kan het dagelijks bestuur het algemeen bestuur voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar.

Artikel 9 Paragrafen bij de jaarstukken

  • 1. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, doet het dagelijks bestuur in de paragraaf financiering bij de jaarstukken verslag van al hetgeen dat, naast de balans en het overzicht van baten en lasten per programma en de toelichtingen daarop, noodzakelijk is om een volledig beeld te verschaffen van de financiële positie van de Metropoolregio.

  • 2. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, doet het dagelijks bestuur in de paragraaf weerstandsvermogen bij de jaarstukken verslag van de risico's van materieel belang, een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan (risicomanagement). Voorts wordt inzicht verschaft in de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, neemt het dagelijks bestuur in de paragraaf bedrijfsvoering bij de jaarstukken in ieder geval op:

    • a.

      een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 10 van deze verordening overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;

    • b.

      indien dit voorkomt, een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen;

    • c.

      indien dit voorkomt, een rapportage van het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit of slechte documentatie of naleving hiervan;

    • d.

      indien dit voorkomt, de geconstateerde fraude door eigen medewerkers.

  • 4. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf subsidies bij de jaarstukken in ieder geval een overzicht van de verleende subsidies aan overheden, instellingen en ondernemingen voor zover deze subsidies niet op grond van een bestaande subsidieverordening zijn verleend.

  • 5. Naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV gaat het dagelijks bestuur in de paragraaf verbonden partijen bij de jaarstukken in elk geval in op nieuwe verbonden partijen en het beëindigen en wijzigen van bestaande verbonden partijen.

  • 6. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf openbaarheid bij de jaarstukken verslag van al hetgeen op basis van artikel 3.5 van de Wet open overheid of anderszins voorgeschreven is.

Hoofdstuk 3 Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 10. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1. In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over afwijkingen boven de verantwoordingsgrens. Deze verantwoordingsgrens wordt jaarlijks via het Controleprotocol door het algemeen bestuur vastgesteld.

  • 2. In de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) boven de rapportagegrens nader toegelicht. Deze rapportagegrens wordt jaarlijks via het Controleprotocol door het algemeen bestuur vastgesteld.

Artikel 11 Begrotingscriterium

  • 1. Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • 2. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 3 lid 3.

  • 3. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

    • b.

      Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

    • c.

      De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage. De overschrijding waarvoor geen begrotingswijziging is ingediend, maar waar het algemeen bestuur wel schriftelijk over is geïnformeerd.

    • d.

      Over- en onderschrijdingen van baten of onderschrijdingen van lasten/investeringen die bij de jaarrekening worden gemeld en toegelicht door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur.

  • 5. Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het algemeen bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording, voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden, maar worden niet nader toegelicht in de rechtmatigheidsverantwoording.

Hoofdstuk 4 Financieel beleid

Artikel 12 Treasuryfunctie

Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de treasuryfunctie de richtlijnen in acht zoals neergelegd in het Treasurystatuut.

Artikel 13 Het beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen en fondsen

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt eens in de vier jaar, ter vaststelling door het algemeen bestuur een nota aan over het beleid voor reserves, voorzieningen en fondsen. De nota behandelt in elk geval:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves, voorzieningen en fondsen;

    • b.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves, voorzieningen en fondsen;

    • c.

      bij welke specifiek benoemde taakvelden het verschil tussen het geraamde saldo van baten en lasten en het gerealiseerde saldo van baten en lasten mogen worden verrekend met een daartoe in het leven geroepen reserve.

  • 2. Op de vaststelling van de nota over het beleid voor reserves, voorzieningen en fondsen is de zienswijzeprocedure van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag van toepassing.

Artikel 14 Afschrijven

Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de Bijlage Afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

Artikel 15 Kostprijsberekening en prijzen economische activiteiten

Voor de levering van goederen, diensten en werken door de Metropoolregio aan overheidsbedrijven en derden waarbij de Metropoolregio in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 16 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de Metropoolregio;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 17 Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan de Metropoolregio.

Artikel 18 Financiële organisatie

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt in ieder geval zorg voor:

    • a.

      een eenduidige indeling van de Metropoolregio organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken van de Metropoolregio aan afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de intern en extern verstrekte informatie is gewaarborgd;

    • c.

      de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen afdelingen.

    • d.

      de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e.

      het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van regelingen en eigendommen van de MRDH, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

  • 2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies voor zover de bevoegdheden van het dagelijks bestuur aan hen zijn gedelegeerd, dragen in ieder geval zorg voor de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 19 Aanbesteding en inkoop

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt ter vaststelling door het algemeen bestuur een nota met beleidsregels aan voor inkoop en aanbesteding. Wijzigingen die de uitgangspunten van het inkoop- en aanbestedingsbeleid raken of verstrekkende gevolgen hebben, geven aanleiding tot herziening van deze nota en daarmee een nieuw bestuursbesluit.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen. De regels waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de nationale en Europese wet- en regelgeving.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 20 Doorwerking bestuurscommissies

  • 1. De bestuurscommissies ingesteld door het algemeen bestuur zijn voor wat betreft de uitvoering van hun taken en de financiering daarvan onderworpen aan het bepaalde in deze verordening.

  • 2. De bestuurscommissies verschaffen gevraagd en ongevraagd alle informatie aan het dagelijks bestuur noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Financiële verordening 2015 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 22 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2025.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Financiële verordening MRDH 2025".

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 april 2025.

de secretaris,

Christel Mourik

de voorzitter,

Carola Schouten

Bijlage Afschrijvingsbeleid (behorende bij artikel 14)

Voor zover niet bij wettelijke bepaling geregeld, gelden de volgende uitgangspunten voor het afschrijvingsbeleid voor de materiële vaste activa:

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut

Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs tot € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    maximaal 10 jaar: verbouwing, inrichting, renovatie, restauratie van kantoren en bedrijfsgebouwen;

  • b.

    maximaal 10 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;

  • c.

    5 jaar: telefooninstallaties;

  • d.

    3 jaar: automatiseringsapparatuur;

  • e.

    10 jaar: kantoormeubilair.

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut

De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    Maximaal 10 jaar: straatmeubilair.

De eerste afschrijving voor zowel de activa met economisch nut als de activa met maatschappelijk nut start op 1 juli in het jaar van aanschaffing.