Subsidieregel Sociale basis

Artikel 1 Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  deelnemer: een persoon die actief meedoet aan een activiteit welke gericht is op meedoen in de samenleving, ontmoeten, ondersteuning of ontwikkeling.

• b.

  impactanalyse: een onderbouwing waarin een aanvrager aantoonbaar inzichtelijk maakt wat het beoogde maatschappelijke effect is van een activiteit of project op de lokale samenleving, specifiek gericht op het versterken van de sociale basis. Het gaat hierbij om meer dan alleen aantallen of output; de nadruk ligt op verandering en verbetering in het leven van inwoners.

• c.

  innovatie: het bedenken en gebruiken van nieuwe of veel betere producten, diensten of manieren van werken die nog niet eerder zijn gebruikt in de organisatie of op de markt, en die zorgen voor vernieuwing en extra waarde.

• d.

  jaarlijkse inkomsten van de organisatie: subsidies, bijdragen van derden, sponsorgelden en overige opbrengsten gerelateerd aan de activiteiten van de organisatie.

• e.

  netwerkpartners: partners in het netwerk van de organisatie die een bijdrage leveren in het realiseren van de doelstelling van de organisatie.

• f.

  professionele ondersteuning: het inzetten van professionals die aantoonbaar noodzakelijk zijn voor de ondersteuning van vrijwilligers voor het uitvoeren van de activiteit.

• g.

  samenwerking: de wijze waarop verschillende organisaties samen werken om de ondersteuning sneller en beter af te stemmen op wat mensen nodig hebben. Het is belangrijk dat ondersteuning dicht bij huis wordt geregeld en niet zozeer draait om de belangen van de organisaties zelf, maar om de behoeften van de inwoners.

• h.

  sociale basis: de sociale basis vormt het fundament voor de in de visie Venlo 2040 geformuleerde ambitie om te komen tot vitale wijken. Volgens landelijke definities, zoals die van Movisie, omvat de sociale basis álle sociale verbanden en voorzieningen waarin inwoners zich thuis kunnen voelen, steun kunnen vinden en actief kunnen deelnemen.

  Dit betreft onder andere informele netwerken (zoals familie, buren en vrijwilligersinitiatieven), algemene voorzieningen (zoals sportverenigingen, scholen en bibliotheken) en laagdrempelige toegangen tot ondersteuning.

• i.

  tegenprestatie: deelnemers dragen zoveel als mogelijk zelf actief bij aan de uitvoering van het initiatief of gelijksoortige initiatieven in de gemeente Venlo.

• j.

  vitale gemeenschappen: inwoners nemen verantwoordelijkheid voor elkaar en helpen elkaar. Dit zorgt voor een sterke gemeenschap waar iedereen zich veilig voelt en mee kan doen in de samenleving. Er moet ruimte zijn voor ideeën en samenwerking met andere organisaties om de samenhang in de buurt te versterken. Gemeenschapshuizen spelen een centrale en veelzijdige rol binnen een vitale gemeenschap. Ze zijn meer dan alleen gebouwen; ze vormen fysieke en sociale knooppunten waar mensen elkaar ontmoeten, samenwerken en zich ontwikkelen.

• k.

  zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te (laten) zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstandig door het leven, ofwel weet zichzelf te redden.

Artikel 2 Grondslag

De subsidieregel vindt zijn grondslag in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Venlo

(hierna: AsV).

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten en doelstellingen

De subsidie ondersteunt activiteiten die aansluiten bij het beleidskader Fier op Venlo.

En heeft als doel het versterken van de sociale basis binnen de gemeente Venlo.

De subsidie komt vooral ten goede aan inhoudelijke activiteiten en maatschappelijke impact.

En niet onevenredig aan huisvesting en personeelskosten.

• 1.

  Om in aanmerking te komen voor een subsidie voldoen de activiteiten aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de activiteiten zijn bedoeld voor inwoners van de gemeente Venlo;

  • b.

    de activiteiten dragen bij aan het voorkomen van eenzaamheid, armoede en het bevorderen van zelfredzaamheid;

  • c.

    de activiteiten sluiten aan bij de behoeften of problemen in de samenleving;

  • d.

    de activiteiten zijn vrij toegankelijk voor en qua aard passend bij de brede doelgroep;

  • e.

    de activiteiten dragen bij aan een sterke en betrokken gemeenschap;

  • f.

    de activiteiten zorgen ervoor dat inwoners meer contact met elkaar hebben, van en over elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen, zoals het versterken van informele hulp of mantelzorginitiatieven;

  • g.

    de activiteiten vervangen of verminderen de behoefte aan andere vormen van hulp of zorg.

• 2.

  De subsidie is niet bedoeld voor:

  • a.

    de kosten van consumpties en/of maaltijden; met uitzondering van zeer beperkte kosten voor koffie, thee en koekjes of vlaai bij themabijeenkomsten en bijeenkomsten;

  • b.

    kosten van uitstapjes / bioscoop- / theaterbezoek (incl. kosten kaartjes).

Artikel 4 Doelgroep subsidie

Subsidie kan worden aangevraagd door:

• a.

  Vrijwilligersorganisaties (verenigingen en stichtingen) gevestigd in de gemeente Venlo;

• b.

  Landelijke vrijwilligersorganisaties die aantoonbaar met lokale partners samenwerken en activiteiten uitvoeren binnen Venlo.

Artikel 5 Voorwaarden

• 1.

  Algemene voorwaarden

  • a.

    De eigen inkomsten van de organisatie dekken minimaal 10% van het aangevraagde bedrag;

  • b.

    Aan de activiteiten nemen minimaal 25 unieke deelnemers per jaar deel;

  • c.

    Deelnemers leveren een bijdrage van minimaal €1,- per persoon per activiteit, of een andere aantoonbare tegenprestatie;

  • d.

    Er wordt aantoonbaar samengewerkt met andere lokale organisaties die extra activiteiten aanbieden voor dezelfde doelgroep;

  • e.

    Activiteiten worden primair uitgevoerd door vrijwilligers;

  • f.

    Activiteiten vinden zoveel als mogelijk plaats in gemeenschapsaccommodaties, kosten die hiervoor gemaakt worden zijn subsidiabel;

  • g.

    Huisvestingskosten bij het gebruik van een eigen locatie zijn niet subsidiabel tenzij dit aannemelijk en noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten en in verhouding staan tot het doel en bereik van de activiteit.

• 2.

  Specifieke voorwaarden subsidieaanvragen vanaf €35.000,-

  • a.

    De eigen inkomsten van de organisatie dekken minimaal 25% van het aangevraagde bedrag;

  • b.

    Aan de activiteiten nemen minimaal 100 unieke deelnemers per jaar deel;

  • c.

    De inzet van betaalde professionals bestaat alleen uit de coördinatie, werving of training van vrijwilligers noodzakelijk voor de uitvoering van de activiteiten, en voldoet aan minimaal één van de volgende criteria: De inzet bestaat uit maximaal één fte (max. 36 uren per week, mag ook in deeltijd worden ingevuld) en de inzet van betaalde of ingehuurde ondersteuning bedraagt op jaarbasis maximaal 30% van de totale jaarlijkse inkomsten van de organisatie;

  • d.

    Voor structurele subsidies vanaf €35.000,- per jaar zullen op jaarbasis twee accountgesprekken plaatsvinden.

• 3.

  Specifieke voorwaarden innovatie subsidie

  • a.

    De activiteiten dragen bij aan vernieuwing;

  • b.

    Het gaat om een tijdelijke activiteit;

  • c.

    Er wordt een plan opgesteld over de verduurzaming van de activiteiten.

Artikel 6 Subsidiesoorten

Er zijn twee soorten subsidies, namelijk:

• 1.

  Structurele subsidie: Binnen de structurele subsidie wordt een onderscheid gemaakt tussen aanvragen tot en met €35.000,- en aanvragen vanaf €35.000,- met een maximumbedrag van €150.000,-.

• 2.

  Innovatie subsidie: Een eenmalige subsidie met een maximumbedrag van €35.000,-.

Artikel 7 Aanvraagprocedure

• 1.

  Aanvragen tot en met €35.000,- gaan in ieder geval vergezeld van: een activiteitenplan, een begroting en een dekkingsplan. Deze documenten zijn conform de richtlijnen van de Algemene subsidieverordening (AsV).

• 2.

  Een aanvraag vanaf €35.000,- en een innovatie subsidie wordt aangevuld met een onderbouwing van de maatschappelijke meerwaarde van uw activiteit, een impact analyse. Laat zien hoe uw initiatief inspeelt op de behoeften van inwoners en wijken in Venlo, en hoe het bijdraagt aan het versterken van de sociale basis – vooral voor inwoners in kwetsbare situaties.

• 3.

  Voor een innovatiesubsidie geldt in afwijking op de AsV dat de aanvraag vóór 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar dient te worden ingediend.

Artikel 8 Meerjarensubsidie

• 1.

  Het maximumbedrag voor het toekennen van een meerjarensubsidie is €35.000,- per jaar.

• 2.

  Aanvragers die jaar op jaar nagenoeg dezelfde activiteiten uitvoeren voor ongeveer hetzelfde bedrag komen in aanmerking voor meerjarensubsidie. De aanvrager kan een subsidie aanvragen voor een periode van maximaal vier jaar. Het bedrag kan per jaar verschillen, mits dit wordt toegelicht in de meegezonden begroting en activiteitenplan.

• 3.

  De subsidieaanvraag is leidend. De vereniging of stichting is zelf verantwoordelijk voor het indexeren van het aangevraagde bedrag.

• 4.

  Jaarlijks kan het bedrag naar beneden worden bijgesteld, indien het totaal van de aangevraagde bedragen het subsidieplafond overschrijdt. Het verleende bedrag op basis van alle aangevraagde subsidies, wordt jaarlijks gecommuniceerd.

• 5.

  Bij het aanvragen van een meerjarensubsidie wordt gekeken naar aanvragen in het verleden.

Artikel 9 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college jaarlijks drie subsidieplafonds vast:

  • a.

    Voor structurele subsidies tot en met €35.000,-;

  • b.

    Voor structurele subsidies vanaf €35.000,-;

  • c.

    Voor innovatie subsidies.

• 2.

  De subsidieplafonds per subsidiesoort worden voor aanvang van elk subsidiejaar bekend gemaakt.

• 3.

  Bij overschrijding van het subsidieplafond per subsidiesoort wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld over de ingediende ontvankelijke aanvragen. Dit geldt ook voor reeds toegekende meerjarensubsidies. Meerjarig verleende bedragen worden herberekend op basis van het vastgestelde subsidieplafond en gecommuniceerd.

• 4.

  Wordt er in het betreffende jaar (voor 1 oktober) geen beroep gedaan op de 10% innovatieruimte, dan wordt het budget – indien nodig – toegevoegd aan de overige 90%. Komt er later in een jaar alsnog een vraag voor een nieuw project, dan kan men deze voor het daaropvolgende jaar de aanvraag indienen.

Artikel 10 Wijze van uitbetaling of bevoorschotting

• a.

  Subsidies tot en met €35.000,- worden na toekenning in één keer bevoorschot;

• b.

  Subsidies vanaf €35.000,- worden evenredig in maandelijkse termijnen bevoorschot.

Artikel 11 Subsidievaststelling

• 1.

  Bij aanvragen tot en met €35.000,- worden de volgende documenten overlegd:

  • a.

    Een activiteitenverslag

  • b.

    Een financieel verslag met betrekking tot de activiteit.

• 2.

  Bij aanvragen vanaf €35.000,- tot maximaal €150.000,- en innovatie subsidie geldt naast de bovengenoemde documenten voor de vaststelling dat een online impact analyse formulier wordt overlegd.

• 3.

  Per subsidie vanaf €125.000,- per jaar dient de subsidieontvanger een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant, bij de aanvraag tot vaststelling te voegen. De accountant onderzoekt of het activiteitenverslag met het financieel verslag verenigbaar is en onderzoekt tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen (Conform AsV Venlo 2025 artikel 16 lid 3).

Artikel 12 Weigeringsgronden

Subsidie kan worden geweigerd indien de aangeboden activiteit reeds voldoende wordt aangeboden binnen Venlo.

Artikel 13 Slotbepalingen

• 1.

  Deze subsidieregel treedt in werking op 1 juli 2025.

• 2.

  Op dat tijdstip wordt ingetrokken de Subsidieregel Sociale basis 2023.

• 3.

  Deze subsidieregel wordt aangehaald als: Subsidieregel Sociale basis.