Subsidieregeling Dagbesteding Senioren

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-07-2025

Intitulé

Subsidieregeling Dagbesteding Senioren

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 2 lid 3 van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies (NKS);

Gelet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015);

Vast te stellen de volgende beleidsregels: Subsidieregeling Dagbesteding Senioren

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

  • b.

    aanbieder: een rechtspersoon met of zonder winstoogmerk die dagbesteding aanbiedt;

  • c.

    dagbesteding senioren: georganiseerde activiteiten die structuur, zinvolle invulling en sociale interactie bieden aan inwoners die door ouderdomsproblematiek niet volledig zelfstandig kunnen deelnemen aan het dagelijks leven;

  • d.

    ouderdomsproblematiek: fysieke, cognitieve en/of psychische achteruitgang gerelateerd aan ouderdom die deelname aan zelfstandig maatschappelijk functioneren belemmert;

  • e.

    algemene voorzieningen: voorzieningen zoals een sportclub, hobbycentra en ontmoetactiviteiten;

  • f.

    deelnemer: een inwoner van Nijmegen die in aanmerking komt voor dagbesteding op basis van de in artikel 2.2 genoemde criteria;

  • g.

    één dagdeel: een periode van minimaal 2,5 uur waarin dagbestedingsactiviteiten plaatsvinden;

  • h.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    NKS: de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies 2019.

Hoofdstuk 2 Kader dagbesteding senioren

Artikel 1 Doelstelling dagbesteding senioren

Het college kan subsidie verstrekken aan aanbieders van dagbesteding senioren met als doel:

  • a.

    het behouden of verbeteren van fysieke, cognitieve en sociale vaardigheden;

  • b.

    het bevorderen van zelfstandig functioneren;

  • c.

    het voorkomen en/of verminderen van sociaal isolement en het bevorderen van sociale participatie;

  • d.

    het bieden van structuur en zingeving in het dagelijks leven.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. De dagbesteding is bedoeld voor inwoners van de gemeente Nijmegen met ouderdomsgerelateerde problematiek, die niet zelfstandig of met hulp uit hun netwerk kunnen voorzien in een passende en betekenisvolle daginvulling. De dagbesteding is bedoeld voor inwoners die:

    • a.

      te maken hebben met eenzaamheid, mobiliteitsproblemen, cognitieve achteruitgang en/of zintuiglijke beperkingen;

    • b.

      behoefte hebben aan dagelijkse structuur en sociale interactie;

    • c.

      mantelzorg ontvangen waarbij de mantelzorger overbelast is of dreigt te raken.

  • 2. Inwoners die zelfstandig of met ondersteuning uit hun netwerk gebruik kunnen maken van algemene voorzieningen, vallen buiten de doelgroep.

  • 3. Inwoners met een intensieve zorg- of begeleidingsvraag, waarvoor specialistische behandeling of permanent toezicht nodig is — zoals bij ernstige somatische aandoeningen of gevorderde dementie — vallen buiten de doelgroep.

  • 4. Inwoners met een niet aan ouderdom gerelateerde beperking of met chronisch psychische of psychosociale problemen vallen buiten de doelgroep.

Artikel 3 Toegang tot de dagbesteding senioren

  • 1. Een inwoner van gemeente Nijmegen kan zonder indicatie gebruik maken van de dagbesteding senioren. De aanbieder beoordeelt of een inwoner voldoet aan de beschrijving in artikel 2.2. Gemeente Nijmegen kan deze beoordeling controleren.

  • 2. Er wordt geen dagbesteding senioren ingezet wanneer:

    • a.

      een inwoner op grond van zijn/haar beperkingen in staat is deel te nemen aan algemene voorzieningen die in de stad geboden worden, wordt deze hiernaar verwezen en niet opgenomen in de dagbesteding.

    • b.

      een inwoner een indicatie voor de Wet langdurige zorg heeft of mogelijk in aanmerking komt voor dagbesteding senioren.

  • 3. Het college behoudt zich het recht voor om gedurende de looptijd van deze subsidieregeling de toegang voor dagbesteding senioren, zoals beschreven in dit artikel, te wijzigen.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden dagbesteding senioren

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient de dagbesteding te voldoen aan de volgende kwaliteitsvoorwaarden:

Artikel 1 Inhoud en doelmatigheid van de dagbesteding

  • 1. De activiteiten sluiten aan bij de behoeften van de doelgroep en dragen bij aan de doelstellingen zoals beschreven in artikel 2.1.

  • 2. De aanbieder heeft een acceptatieplicht wanneer de dagbesteding passend is, tenzij:

    • a.

      er aantoonbaar zwaarwegende redenen zijn waardoor de aanbieder niet in staat is passende ondersteuning te bieden;

    • b.

      de aanbieder het aantal afgesproken dagdelen al heeft gerealiseerd in het betreffende jaar.

  • 3. Samen met iedere deelnemer wordt een ondersteuningsplan opgesteld met SMART-geformuleerde doelen, passend bij de doelstellingen uit artikel 2. SMART-geformuleerde doelen zijn doelen die concreet, toetsbaar, haalbaar en voorzien van een duidelijke tijdsplanning zijn.

  • 4. De aanbieder gaat, bij achteruitgang van de deelnemer, tijdig in gesprek met de deelnemer c.q. familie. Het is noodzakelijk dat er tijdig een indicatie voor de Wet langdurige zorg bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) door de deelnemer zelf of diens vertegenwoordiger wordt aangevraagd.

  • 5. De aanbieder voert structureel evaluaties uit en borgt actief de kwaliteit van de dienstverlening.

  • 6. De groepsgrootte bedraagt maximaal 10 deelnemers per aanwezige betaalde medewerker.

  • 7. De aanbieder doet direct melding bij de opdrachtgever indien er sprake is van een wachtlijst.

Artikel 2 De locatie van de dagbesteding

  • 1. De dagbesteding vindt plaats in de gemeente Nijmegen.

  • 2. De locatie van de dagbesteding is veilig en goed toegankelijk voor de deelnemers.

Artikel 3 Personele inzet en deskundigheid

  • 1. De aanbieder zet betaalde medewerkers in (conform de toepasselijke CAO), die beschikken over relevante deskundigheid, kennis en competenties voor de doelgroep beschreven in artikel 2.2 en beschikken over kennis van het sociaal-maatschappelijk werkveld in Nijmegen.

  • 2. Aanvullend daarop kunnen afhankelijk van de grootte van de groep stagiaires en/of vrijwilligers ingezet bij de uitvoering van activiteiten.

  • 3. De aanbieder belast vrijwilligers alleen met taken die passen bij vrijwilligerswerk en niet afdoen aan de kwaliteit van de te bieden zorg.

  • 4. Alle personen die beroepsmatig of als vrijwilliger in contact komen met deelnemers beschikken over een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) met screeningsprofiel ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’ of screeningnummers 12, 41, 43, 84 en 85. De VOG mag bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder zijn dan drie maanden.

Artikel 4 Samenwerking

  • 1. De aanbieder werkt aantoonbaar samen met andere zorg- en welzijnsorganisaties in de regio.

  • 2. De aanbieder is goed op de hoogte van het aanbod van andere dagbestedingsaanbieders en bevordert samenwerking en doorverwijzing indien dit in het belang is van de inwoner.

Artikel 5 Klachtenregeling

De aanbieder heeft een eenvoudige, laagdrempelige en transparante klachtenregeling die voorziet in bemiddeling en afhandeling van klachten van inwoners. Deze klachtenregeling moet bekend zijn bij de deelnemers. Per jaar moet vastgelegd zijn/worden hoe deze klachtenregeling eruit ziet, het aantal en de aard van de klachten, of ze (on)gegrond zijn, en vervolgacties. De gemeente kan hier inzage in vragen.

Artikel 6 Vervoer van en naar de dagbesteding

  • 1. De aanbieder draagt zorg voor het vervoer van en naar de locatie van de dagbesteding, indien een deelnemer hier niet zelfstandig of via zijn of haar netwerk of via algemene voorzieningen in kan voorzien.

  • 2. Onder vervoer worden 2 vervoersmogelijkheden onderscheiden:

    • a.

      Eigen vervoer: er is sprake van eigen vervoer als er gebruik wordt gemaakt van vervoersmiddelen die eigendom zijn van de aanbieder of van een aan de aanbieder gelieerde onderneming.

    • b.

      Vervoer Regulier: er is sprake van vervoer regulier als het vervoer wordt geleverd door een professionele vervoerder (taxivervoer) waarmee de aanbieder een contract heeft afgesloten.

  • 3. De aanbieder verzorgt vervoer van deur tot deur, met inzet van (vrijwillige) chauffeurs die:

    • a.

      beschikken over een geldig rijbewijs;

    • b.

      kennis en affiniteit hebben met de doelgroep;

    • c.

      servicegericht, klantvriendelijk, verantwoordelijk en behulpzaam zijn.

  • 4. De ingezette voertuigen voldoen aan alle geldende veiligheidsnormen voor personenvervoer en/of rolstoelvervoer. Code Veilig Vervoer Rolstoelinzittenden (VVR) wordt gevolgd.

  • 5. De deelnemer van de dagbesteding mag geen gebruik maken van de Wmo Avanpas voor het vervoer naar en van de dagbesteding.

Artikel 7 Goed werkgeverschap

  • 1. De aanbieder geeft op een zorgvuldige, sociale, transparante en controleerbare manier invulling aan goed werkgeverschap. De gemeente Nijmegen toetst dit aan indicatoren zoals personeelsverloop, ziekteverzuim, de verhouding personeel in en buiten loondienst (PNIL-ratio) en de tevredenheid en ontwikkeling van professionals.

  • 2. De aanbieder geeft invulling aan het begrip ‘good governance’i: goed bestuur en goed (intern) toezicht. Hiertoe implementeert de subsidieontvanger een governancecode conform de meest actuele governancecode Zorg dan wel Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening of een gelijkwaardige governancecode

  • 3. De aanbieder draagt er zorg voor dat alle leden van het bestuurs-, leidinggevend en toezichthoudend orgaan beschikken over een passende VOG. De VOG mag niet ouder zijn dan drie maanden bij aanvang van de werkzaamheden.

  • 4. De aanbieder informeert de gemeente Nijmegen tijdig over het bestaan van een continuïteitsvraagstuk.

  • 5. De aanbieder voldoet aan de Wet Normering Topinkomens (WNT) voor zover van toepassing.

Artikel 8 Wmo-toezicht

De kwaliteit van de dagbesteding kan onderzocht worden door de gemeente zelf dan wel in opdracht van de gemeente. De aanbieder is verplicht hieraan mee te werken.

Hoofdstuk 4 Subsidieverstrekking

Artikel 1 Subsidieplafond

Het college stelt, onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad, het subsidieplafond vast op het moment dat het tevens besluit over de subsidieverlening.

Artikel 2 Tarieven voor dagbesteding en vervoer

  • 1. Het tarief voor dagbesteding senioren is €43,95 per dagdeel op basis van prijsniveau 2025. In dit tarief is rekening gehouden met 25% no show.

  • 2. Het tarief voor eigen vervoer naar en van de dagbesteding senioren is €9,51 per etmaal op basis van prijsniveau 2025. Zie artikel 3.6 lid 2 voor de definitie van eigen vervoer.

  • 3. Het tarief voor regulier vervoer naar en van de dagbesteding senioren is €21,59 per etmaal op basis van prijsniveau 2025. Zie artikel 3.6 lid 2 voor de definitie van regulier vervoer.

  • 4. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd met het indexeringspercentages voor subsidies zoals de gemeenteraad dit vaststelt.

Artikel 3 Verlening

  • 1. Indien het college besluit een subsidie te verlenen, wordt aan de aanbieder een meerjarensubsidie voor de duur van vier jaar verleend. Deze bepaling geldt voor aanvragen die zijn ingediend vóór 1 oktober 2025.

  • 2. Bij de subsidieverlening wordt er afgeweken van artikel 8 lid 3 uit de NKS, dit betekent dat de hoogte van het eigen vermogen van de aanbieder geen consequenties heeft voor de subsidieverlening en vaststelling.

  • 3. Indien het subsidieplafond nog niet is bereikt, kan het college gedurende de looptijd van deze regeling besluiten een éénjarige subsidie te verlenen aan een aanbieder.

Artikel 4 Vaststelling

De subsidie wordt aan het einde van de meerjarensubside vastgesteld nadat de aanbieder de verantwoording heeft ingediend. De vaststelling vindt plaats op basis van de vastgestelde prijs vermenigvuldigd met het aantal gerealiseerde bezette dagdelen en het aantal gerealiseerde etmalen vervoer tot maximaal het verleende bedrag.

Hoofdstuk 5 Indieningsvereisten aanvraag

Artikel 1 Eisen aanvraag

  • 1. De aanbieder doet een aanvraag voor een meerjarensubsidie van 4 jaar.

  • 2. De aanvraag moet uiterlijk 1 oktober 2025 binnen zijn. Aanvragen die later binnen zijn, worden niet in behandeling genomen.

  • 3. De aanvraag dient digitaal ingevuld te worden via het webformulier op www.nijmegen.nl/subsidies.

  • 4. De volgende gegevens dienen ingediend te worden:

    • Een meerjarenbeleidsplan met aandacht voor de doelstelling in artikel 2 en de geformuleerde criteria in Hoofdstuk 3.

    • Het aantal bezette dagdelen en het aantal etmalen vervoer per subsidiejaar waarvoor subsidie aangevraagd wordt.

    • De meest recente jaarrekening (resultatenrekening en balans) voor zover deze nog niet eerder ingediend is bij het college.

  • 5. Indien een aanbieder voor het eerst een subsidie aanvraagt voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, een kopie van een recent bankafschrift, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlage toe aan het aanvraagformulier.

Hoofdstuk 6 Beoordeling subsidieaanvraag

Artikel 1 Beoordeling en advies

  • 1. De subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van de criteria genoemd in artikel 5.3.

  • 2. Vervolgens wordt een integrale beoordeling gemaakt van alle aanvragen samen. Daarbij wordt gelet op:

    • de diversiteit van het aanbod;

    • de spreiding van het aanbod binnen de gemeente Nijmegen;

    • de continuïteit van het aanbod;

    • de kwaliteit van het aanbod.

  • 3. Wanneer het totaal van alle aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt tijdens de integrale beoordeling ook gekeken naar het aantal aangevraagde dagdelen dagbesteding en etmalen vervoer. In het adviesrapport wordt toegelicht op welke wijze en om welke redenen van de aangevraagde aantallen is afgeweken om binnen het beschikbare budget te blijven.

Artikel 2 Procedure en besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gevolgd:

  • 1.

    De aanvrager krijgt een digitale bevestiging van ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 2.

    Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten zoals deze zijn opgenomen in de geldende NKS.

  • 3.

    Wanneer de aanvraag niet volledig blijkt te zijn, krijgt de aanvrager het verzoek om de gegevens binnen een week aan te vullen. Gebeurt dit niet, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Als de aanvraag voldoet aan de formele voorwaarden wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld. Tijdens de behandeling van de aanvraag wordt geen informatie gegeven over de voortgang.

  • 5.

    Op basis van de beoordeling wordt een adviesrapport opgesteld voor het college van burgemeester en wethouders. Dit rapport wordt openbaar.

  • 6.

    Het college besluit op basis van dit adviesrapport over de verstrekking van de subsidie aan de aanvragers.

Artikel 3 Weigeringsgronden

In de gevallen genoemd in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de NKS kan de subsidie worden geweigerd. Daarnaast kan de subsidie worden geweigerd in geval van strijdigheid met één van de bepalingen in deze regeling.

Artikel 4 Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling indien strikte toepassing van de bepalingen zou leiden tot te weinig aanbod en/of te weinig diversiteit binnen het aanbod dagbesteding senioren. Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking worden in elk geval de doelstellingen en uitgangspunten van deze subsidieregeling in acht genomen. Van een afwijking wordt gemotiveerd verslag gedaan in het adviesrapport.

Hoofdstuk 7 Verplichtingen en verantwoording

Artikel 1 Verantwoordbare dagdelen dagbesteding en etmalen vervoer

  • 1. Het bezette dagdeel en daarmee de verantwoordbare tijd start op het moment dat de inwoner op de dagbestedingslocatie is en eindigt als de inwoner vertrekt.

  • 2. Eén dagdeel bedraagt minimaal 2,5 uur. Een inwoner moet minimaal 2,5 uur aanwezig zijn om het dagdeel op te kunnen nemen in de verantwoording. Er kunnen maximaal 2 dagdelen op een dag meegenomen worden in de verantwoording. No-show mag niet worden meegenomen in de verantwoording. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat de administratie erop is ingericht om dit juist te kunnen registreren.

  • 3. Een etmaal vervoer mag alleen worden opgenomen in de verantwoording indien het vervoer daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en de deelnemer aanwezig is geweest op de dagbestedingslocatie.

Artikel 2 Verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger moet jaarlijks vóór 1 augustus een voortgangsrapportage indienen. Deze rapportage beschrijft het aantal bezette dagdelen en het aantal etmalen vervoer van januari tot en met juni.

  • 2. De subsidieontvanger moet jaarlijks vóór 1 februari een voortgangsrapportage indienen. Deze rapportage beschrijft het aantal bezette dagdelen en het aantal etmalen vervoer van juli tot en met december.

  • 3. De subsidieontvanger dient uiterlijk op 1 juni de verantwoording in over het voorafgaande subsidiejaar. De verantwoording bestaat minimaal uit:

    • Een verslag met daarin een beschrijving van de doelgroep, activiteiten van de dagbesteding, in- en uitstroomcijfers inclusief reden uitstroom, tevredenheid van deelnemers en een beschrijving van goed werkgeverschap (personeelsverloop, ziekteverzuim, de verhouding personeel in en buiten loondienst (PNIL-ratio) en de tevredenheid en ontwikkeling van professionals);

    • Het aantal bezette dagdelen en het aantal etmalen geleverd vervoer;

    • Een totale jaarrekening van de aanbieder.

  • 4. Uiterlijk op 1 juni na afloop van de meerjarensubsidie dient de subsidieontvanger een eindverantwoording in over de volledige subsidieperiode. Deze eindverantwoording bestaat minimaal uit:

    • Een verslag met daarin een beschrijving van de doelgroep, activiteiten van de dagbesteding, in- en uitstroomcijfers inclusief reden uitstroom, tevredenheid van deelnemers en een beschrijving van goed werkgeverschap (personeelsverloop, ziekteverzuim, de verhouding personeel in en buiten loondienst (PNIL-ratio) en de tevredenheid en ontwikkeling van professionals);

    • Het aantal bezette dagdelen en het aantal etmalen geleverd vervoer;

    • Een totale jaarrekening van de aanbieder.

    • Voor subsidies boven de €100.000 per jaar moet de verantwoording aanvullend een controleverklaring van een accountant bevatten over het aantal bezette dagdelen en etmalen geleverd vervoer bevatten.

  • 5. De subsidievaststelling aan het einde van de meerjarensubsidie vindt plaats op basis van de eindverantwoording, waarbij wordt uitgegaan van de vastgestelde eenheidsprijs vermenigvuldigd met het aantal gerealiseerde dagdelen dagbesteding en het aantal gerealiseerde etmalen vervoer tot maximaal het verleende subsidiebedrag.

  • 6. De subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring.

  • 7. De subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere relevante wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overlegd.

  • 8. Het college kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Hoofdstuk 8 Intrekking, wijziging van de subsidieverlening

Artikel 1 Intrekking en wijziging

Behalve in de gevallen genoemd in de Awb kan de subsidie worden ingetrokken of het subsidiebedrag ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd indien:

  • 1.

    De subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidie niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd en hiervoor goedkeuring heeft ontvangen.

  • 2.

    De subsidieontvanger de activiteiten waarvoor subsidie is verkregen, beëindigt.

  • 3.

    De subsidieontvanger de voorschriften in deze regeling, of de verplichtingen vermeld in de beschikking of in de akkoordverklaring bij de beschikking niet nakomt.

  • 4.

    De subsidieontvanger in surseance van betaling of in staat van faillissement geraakt.

  • 5.

    De subsidieontvanger levert aanzienlijk minder dagdelen dagbesteding en/of minder etmalen vervoer dan opgenomen in de beschikking.

Hoofdstuk 9 Subsidie overgangsperiode

Artikel 1 overgangsperiode

Dit artikel is van toepassing indien de subsidierelatie tussen gemeente Nijmegen en de aanbieder stopt. Het stopzetten van de subsidierelatie kan op initiatief van de aanbieder of van gemeente Nijmegen zijn.

  • 1.

    Als aanbieder geen subsidierelatie meer heeft, dient aanbieder zich maximaal in te spannen voor een ononderbroken voortzetting van de hulp voor deelnemer tot uiterlijk 6 maanden na het stopzetten van de subsidierelatie. Aanbieder dient de dienstverlening, tegen de voorwaarden geldend in 2025 (en geïndexeerde subsidie), te continueren tot het moment van overdracht naar een andere aanbieder.

  • 2.

    De aanbieder accepteert – wetende dat de subsidierelatie stopt – geen nieuwe deelnemer.

  • 3.

    De aanbieder informeert zijn deelnemers en medewerkers over het niet langer hebben van een subsidierelatie en de te volgen werkwijze.

  • 4.

    Aanbieder spant zich maximaal in om een warme, zorgvuldige en vlotte overdracht van en ononderbroken voortzetting van de dagbesteding voor deelnemers te realiseren.

  • 5.

    De aanbieders gaat in overleg met de deelnemer over welke gesubsidieerde aanbieder de dagbesteding het beste kan over nemen. Een overzicht van alle gesubsidieerde aanbieders kan opgevraagd worden bij gemeente Nijmegen.

  • 6.

    Op verzoek van gemeenten maakt de aanbieder in de overgangsfase (periodiek) inzichtelijk hoe naar dit proces is/wordt gehandeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Subsidieregeling Dagbesteding Senioren.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 24 juni 2025.

de gemeentesecretaris

drs. A.P.W. van de Klift

de burgemeester

drs. H.M.F. Bruls