Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741296
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741296/1
Nadere regels Deelauto's 2025 – Gemeente Nijmegen
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-07-2025
Intitulé
Nadere regels Deelauto's 2025 – Gemeente NijmegenHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen
Gelet op Hoofdstuk 5 van de Algemeen plaatselijke verordening
Overwegende dat het college op grond van
- •
Artikel 5:1, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening vergunning kan verlenen voor het commercieel aanbieden van deelvoertuigen op openbare plaatsen
- •
Artikel 5:1, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening bevoegd is nadere regels te stellen ten aanzien van het bepaalde in hoofdstuk 5.
Besluit vast te stellen de Nadere regels Deelauto's 2025 – Gemeente Nijmegen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Begripsbepalingen:
- •
Aanvrager: aanbieder van deelvoertuigen, die een vergunning wenst voor het georganiseerd aanbieden van deelvoertuigen in de openbare ruimte;
- •
Autodelen: met mensen uit meerdere huishoudens een auto gebruiken;
- •
College: het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Nijmegen
- •
Deelmobiliteit: systeem van deelvoertuigen die door meerdere huishoudens gebruikt worden;
- •
Deelvoertuig: een publiek toegankelijk voertuig (in deze regels een deelauto) dat voor een korte duur (tijd) en tegen betaling in een netwerk wordt aangeboden door een commerciële aanbieder;
- •
Deelauto: Een auto (deelvoertuig) die voor een korte duur (tijd) en tegen betaling in een netwerk wordt aangeboden door een commerciële aanbieder;
- •
Interoperabiliteit: set aan standaarden en afspraken, gericht op wederzijdse openstelling van dienstverlening tussen verschillende aanbieders van deelmobiliteit;
- •
Laadpaalkleven: het langdurig en/of onnodig bezet houden van een elektrisch oplaadpunt door een elektrische auto terwijl deze reeds is opgeladen;
- •
MaaS: (Mobility as a Service) het aanbod van verschillende soorten mobiliteitsdiensten, waarbij op maat gemaakte reismogelijkheden via een digitaal platform met realtime informatie aan klanten worden aangeboden, door klanten worden geboekt, betaald en transacties worden afgehandeld;
- •
Standplaatsgebonden deelauto: deelauto die wordt aangeboden op de daarvoor bestemde parkeerplaats. De auto moet na iedere rit naar deze parkeerplaats worden teruggebracht.
- •
Zonebased deelauto: deelauto die wordt aangeboden in een daarvoor bestemd gebied (zone). De deelauto heeft geen vaste parkeerplaats waarnaar de auto na een rit moet worden teruggebracht. Wel moet de deelauto altijd naar de daarvoor bestemde zone worden teruggebracht.
- •
Freefloating deelauto: deelauto die in het hele gebied binnen de gemeentegrenzen wordt aangeboden. De deelauto heeft geen vaste parkeerplaats en kan in ieder regulier parkeervak worden achtergelaten. De deelauto kan gebruikt worden voor enkele ritten, binnen de stad, alsmede naar andere plaatsen waar aanbieder een zone heeft om desbetreffende auto achter te kunnen laten.
- •
Vergunning: vergunning om voertuigen op openbare plaatsen ter gebruik aan derden aan te bieden tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden, als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente.
- •
Vergunningenplafond: het maximum aantal vergunningen dat wordt verleend voor een bepaalde categorie deelvoertuigen;
- •
Voertuigenplafond: het maximum aantal voertuigen van een bepaalde categorie voertuigen waarvoor de vergunningen worden verleend.
Hoofdstuk 2 Nadere regels voor vergunningen
Artikel 2.1 Categorieën en typen deelvoertuigen
Het college verleent op basis van deze nadere regels uitsluitend vergunningen voor (commerciële) deelauto’s.
Artikel 2.2 Vereisten aanvrager
De aanvrager is:
- a.
een rechtspersoon, zijnde een in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel geregistreerde partij, waarbij uit de statuten en uit het feitelijk handelen van de aanvrager blijkt dat zij het aanbieden van deelvoertuigen als doelstelling heeft;
- b.
geen moeder-, dochter-, of zusteronderneming van, of op een andere wijze verweven met, een andere onderneming die voor dezelfde periode voor dezelfde deelvoertuigcategorie een vergunning heeft aangevraagd;
- c.
geaccepteerd op de landelijke lijst voor deelautoaanbieders.
Artikel 2.3 Vergunningen- en voertuigenplafonds
-
1. Op grond van artikel 5:1, derde en vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening wordt in deze tabel het voertuigenplafond en de maximale vergunningsduur aangegeven per deelauto-categorie:
-
Categorie
Voertuigenplafond
Maximale vergunningsduur
Standplaatsgebonden deelauto’s
150
Looptijd van vier jaar
na de datum van vergunningverlening.
Zonebased deelauto’s
200
Looptijd van vier jaar
na de datum van vergunningverlening.
Freefloating deelauto’s
50
Looptijd van vier jaar
na de datum van vergunningverlening.
-
2. Het college heeft jaarlijks de mogelijkheid om het voertuigenplafond per categorie te verhogen, met een maximum van 50% per jaar.
Artikel 2.4 Bekendmaking mogelijkheid aanvragen vergunning
-
1. Het college maakt op www.nijmegen.nl bekend dat vergunningaanvragen voor een bepaalde categorie deelauto’s kunnen worden ingediend.
-
2. Het college stelt een aanvraagformulier beschikbaar dat moet worden gebruikt voor de vergunningaanvraag.
-
3. Het college stelt een redelijke termijn vast voor het indienen van de vergunningaanvragen en maakt deze termijn bekend via de onder het eerste lid genoemde bekendmaking.
Artikel 2.5 Beslistermijn
-
1. Het college beslist binnen 8 weken na afloop van de indieningstermijn op de aanvraag.
-
2. Bij een vergelijkende toets als bedoeld in artikel 4.1 beslist het college, in afwijking van het eerste lid op de aanvraag binnen 12 weken na afloop van de indieningstermijn.
-
3. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.
Hoofdstuk 3 Behandeling van aanvragen voor vergunningen
Artikel 3.1 Indieningsvereisten aanvragen voor vergunningen
-
1. Een aanvraag voor een vergunning dient aan de volgende indieningsvereisten te voldoen:
- a.
de aanvraag is schriftelijk of langs elektronische weg ingediend middels het in bijlage I bij deze nadere regels opgenomen formulier dat volledig is ingevuld en bevat ten minste de in het formulier genoemde bijlagen;
- b.
de aanvraag is in de Nederlandse taal opgesteld.
- c.
de aanvraag bevat een toelichting als omschreven in artikel 4.1.
- a.
Artikel 3.2 Weigeringsgronden voor vergunningen
-
1. Aanvullend op de weigeringsgronden in artikel 5:1 lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt een aanvraag voor een vergunning geweigerd indien:
- d.
de aanvraag wordt ingediend voor andere categorieën of typen voertuigen dan bedoeld in artikel 2.1, eerste lid.
- e.
de aanvrager niet voldoet aan de vereisten als genoemd is artikel 2.2.
- f.
het voertuigenplafond wordt overschreden.
- g.
uit de privacyverklaring niet of onvoldoende blijkt dat aanvrager persoonsgegevens verwerkt in overeenstemming met de vigerende wet- en regelgeving.
- h.
de aanvraag niet (volledig) is ingediend binnen het door het college vastgestelde tijdvak voor het indienen van een aanvraag, tenzij het plafond zoals genoemd in artikel 2.3 nog niet is bereikt.
- i.
de aanvraag op één of meer van de onderdelen uit artikel 4.1 minder scoort dan 2/3 van het totaal te verkrijgen punten.
- j.
het plaatsen van laadinfrastructuur door de aanvrager onderdeel is van de aanvraag.
- d.
-
2. In aanvulling op het bepaalde onder lid 1 kan de aanvraag voor een vergunning worden geweigerd indien uit de aanvraag niet blijkt dat wordt voldaan of kan worden voldaan aan de verplichtingen die gelden voor de vergunninghouder op grond van hoofdstuk 5.
Hoofdstuk 4 Vergelijkende toets
Artikel 4.1 Aanvraagvereisten (operationeel plan, dataplan en gebruikersplan)
Bij de aanvraag dient de aanvrager een operationeel plan, dataplan en gebruikersplan in te dienen, waarbij de volgende maximale aantallen woorden per plan gelden en de plannen op enigerlei wijze van schrijfbeveiliging dienen te zijn voorzien:
- a.
Operationeel plan: 3000 woorden
- b.
Dataplan: 2000 woorden
- c.
Gebruikersplan: 2000 woorden
- 1.
In het operationeel plan is in ieder geval het volgende opgenomen:
- a.
Beschrijving van de kenmerken van de deelvoertuigen (uitrusting, veiligheid, etc.).
- b.
Het aantal deelvoertuigen dat de aanvrager op straat wenst te plaatsen.
- c.
Een klachtenparagraaf waarin de aanvrager weergeeft hoe klachten en meldingen van klanten en derden (niet – zijnde klanten) kunnen worden ingediend, binnen welke termijn en op welke wijze klachten worden opgevolgd, hoe de afhandeling van klachten wordt geregistreerd en hoe de indiener van de klacht op de hoogte wordt gesteld van de afhandeling. Hierbij wordt rekening gehouden met de procedure klachtenafhandeling via het zaaksysteem van de gemeente. De registratie van klachten is onderdeel van de kwartaalrapportage.
- d.
Een communicatieparagraaf, waarin de aanvrager omschrijft hoe de eindgebruikers geïnstrueerd worden over de juiste manier van gebruiken en parkeren / laden van de voertuigen. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan het voorkomen van laadpaalkleven bij zone-based en free-floating systemen. De autodeelorganisatie is telefonisch bereikbaar en garandeert de communicatie met gebruikers, de gemeente en derden, waaronder in ieder geval begrepen bewoners.
- e.
Een onderhoudsparagraaf, waarin ten minste is beschreven hoe vaak deelvoertuigen minimaal onderhouden worden, hoe de deelvoertuigen geïnspecteerd worden op gebreken, hoe snel kapotte deelvoertuigen van straat gehaald worden.
- f.
Een exploitatieplan waaruit blijkt hoe zal worden voldaan aan de volgende eisen:
- i.
De autodeelorganisatie stimuleert het gebruik van de voertuigen in het algemeen en voor ritten van meer dan 7,5 kilometer in het bijzonder.
- ii.
De autodeelorganisatie doet jaarlijks onderzoek naar de gebruikers van de dienst, waarbij de aspecten modal shift, effecten op autogebruik, trends en ontwikkelingen over het verplaatsingsgedrag van gebruikers worden betrokken.
- iii.
De autodeelorganisatie werkt mee aan het Landelijk Gebruikersonderzoek Deelmobiliteit.
- iv.
De autodeelorganisatie levert een bijdrage aan vervoersinclusiviteit en beschrijft hoe de dienstverlening ten goede komt aan doelgroepen met een hoger risico op vervoersarmoede. En de communicatie- en marketingstrategieën om deze groepen te bereiken.
- v.
De wijze waarop laadpaalkleven wordt voorkomen bij zonebased en free-floating deelauto's.
- i.
- a.
- 2.
In het dataplan is in ieder geval het volgende opgenomen:
- a.
Op welke wijze wil de aanvrager door het leveren van inzichten in het gebruik van de deelvoertuigen bijdragen aan de optimalisatie van het beleid van de gemeente.
- b.
Welke aanvullende data wordt geleverd om effecten van de aangeboden deelmobiliteit inzichtelijk te maken.
- c.
Beschrijf de mate waarin (data)standaarden worden toegepast die interoperabiliteit bevorderen.
- d.
Beschrijf de mate waarin de aanvrager is aangesloten bij MaaS-platforms en de bereidheid om aan te sluiten bij MaaS-platforms, waar de vergunningverlener in de toekomst een zakelijke overeenkomst mee sluit.
- a.
- 3.
In het gebruikersplan is in ieder geval het volgende opgenomen:
- a.
Aan welke doelgroepen worden de deelvoertuigen aangeboden.
- b.
Hoe de dienstverlening ten goede komt aan doelgroepen met een hoger risico op vervoersarmoede. Hierbij dient ook aandacht te worden besteed aan de communicatie- en marketingstrategieën om deze groepen te bereiken.
- c.
Een marketingparagraaf waarin de aanvrager uiteenzet hoe deze vanaf de periode voorafgaand aan de start van de exploitatie haar dienst onder de aandacht gaat brengen en welke aanpak wordt ingezet om inwoners kennis te laten maken met de deelvoertuigen en te motiveren dit te gaan gebruiken.
- d.
Hoe de aanvrager voorkomt dat deelvoertuigen (te lang) stil staan.
- e.
Een beschrijving van de samenwerking met de gemeente.
- a.
- 1.
Artikel 4.2 De bijbehorende maximale score per onderdeel is:
Onderdeel |
Score |
|
1. |
Operationeel plan |
40 |
2. |
Dataplan |
20 |
3. |
Gebruikersplan |
40 |
Totaal |
100 |
Hoofdstuk 5 Verplichtingen
Artikel 5.1 Verplichtingen ten aanzien van deelvoertuigen
-
1. Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van de deelvoertuigen:
- a.
De deelvoertuigen bevatten uitsluitend reclame voor de eigen onderneming van de aanvrager en/of beeldmerk/branding van gemeentelijke deelmobiliteit;
- b.
De deelvoertuigen zijn herkenbaar en hebben een uniforme uitstraling;
- c.
De deelvoertuigen dienen te worden geopend en afgesloten via een digitaal smartlock en een app. De app mag op geen enkele manier uitnodigen tot gebruik tijdens het rijden;
- d.
De deelvoertuigen dienen voor wat betreft al hun onderdelen voldoende beveiligd te zijn tegen diefstal en vandalisme. De deelauto’s dienen WA verzekerd te zijn;
- e.
De vergunninghouder heeft een automatisch systeem waarmee de bestuurder van het deelvoertuig (indien elektrisch) te allen tijde kan zien wat de status van de accu is.
- a.
Artikel 5.2 Verplichtingen ten aanzien van data
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden worden ten aanzien van data:
- 1.
Data dient geanonimiseerd aangeleverd te worden.
- 2.
Vergunninghouder levert de benodigde data geanonimiseerd digitaal aan.
- 3.
Wanneer de vergunninghouder een onderzoek doet onder zijn gebruikers in Nijmegen, ontvangt de gemeente een (geanonimiseerde) rapportage van dit onderzoek om inzicht te krijgen in de behoeften van gebruikers.
- 4.
Voor het ontvangen van de data beschreven in bovenstaande punten wordt indien noodzakelijk een geheimhoudingsovereenkomst en een verwerkersovereenkomst getekend met de gemeente.
- 5.
Het college kan specifieke vragen hebben waarvoor de beantwoording data nodig heeft. Vergunninghouder is verplicht hierover het gesprek aan te gaan met gemeente.
- 6.
De vergunninghouder waarborgt dat het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens en data voldoet aan geldende wet- en regelgeving.
- 7.
De vergunninghouder dient gegevens over haar deelvoertuigen in de gemeente geautomatiseerd per kwartaal schriftelijk aan te leveren aan de gemeente of aan een door de gemeente aangewezen derde partij, op basis van het Nederlands Profiel Datadelen Deelmobiliteit, dat is ontwikkeld aan de hand van de CDS-M werkwijze ten behoeve van een zorgvuldige, veilige en effectieve data-uitwisseling. Ten behoeve van trendanalyses worden voor de zes daaraan voorafgaande kalendermaanden de volgende gegevens aangeleverd:
- a.
Aantal actieve voertuigen;
- b.
Gemiddeld aantal kilometers per deelauto;
- c.
Gemiddelde ritduur per deelauto;
- d.
Gemiddeld gebruikersratio per deelauto;
- e.
Het aantal unieke gebruikers;
- f.
Het aantal ontvangen klachten en hoe deze klachten zijn afgehandeld en verholpen;
- g.
Gemiddelde laad- en parkeertijd bij laadpalen per deelauto.
- a.
- 8.
De vergunninghouder wordt verplicht zich aan te sluiten bij het parkeervergunningensysteem van deelauto’s van de gemeente Nijmegen, zijnde het NPR.
Artikel 5.3 Verplichtingen ten aanzien van het gebruik van deelvoertuigen
-
1. Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van het gebruik van deelvoertuigen:
- a.
De vergunninghouder controleert op het in bezit zijn van een geldig rijbewijs van de gebruiker van het voertuig indien de wet een rijbewijs voorschrijft.
- b.
De vergunninghouder informeert de gebruiker, voorafgaand aan het gebruik van het deelvoertuig, volledig en transparant in taalniveau B1 over de van toepassing zijnde gebruiksvoorwaarden.
- c.
De vergunninghouder noemt hierbij in ieder geval de hoogte van de waarborgsom (indien van toepassing), het eigen risico bij schade aan het deelvoertuig dan wel bij diefstal daarvan, de geldende parkeerregels voor het deelvoertuig, het gevolg van fout parkeren daarvan en te hard rijden daarmee.
- d.
De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de verhuur aan een gebruiker die wettelijk bevoegd is voor het gebruik van zijn deelvoertuigen.
- e.
De vergunninghouder draagt zorg voor het niet onnodig beslagleggen op laadpalen in de openbare ruimte door een deelauto en onderneemt actie om laadpaalkleven te voorkomen.
- f.
De vergunninghouder corrigeert binnen 24 uur na kennisneming, 90% van de deelauto’s die op foutieve wijze worden opgeladen bij de openbare infrastructuur.
- a.
Artikel 5.4 Verplichtingen ten aanzien van onderhoud deelvoertuigen
-
1. Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van het onderhoud van de deelvoertuigen:
- a.
De vergunninghouder of diens opdrachtnemer gebruikt, indien nodig, bij (periodiek) onderhoud of controle van de voertuigen alleen emissievrije voertuigen.
- b.
De vergunninghouder handelt in overeenstemming met het bij de aanvraag ingeleverde onderhoudsparagraaf artikel 4.1.1d.
- c.
De vergunninghouder repareert op straat of verwijdert een defecte deelauto binnen 48 uur na kennisneming van de vergunninghouder of de gemeente.
- a.
Artikel 5.5 Verplichtingen ten aanzien van communicatie en bereikbaarheid
-
1. Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van communicatie en bereikbaarheid:
- a.
De vergunninghouder biedt één vast Nederlands sprekend aanspreekpunt voor de gemeente, die bevoegd is namens de vergunninghouder afspraken te maken en die telefonisch en per e-mail bereikbaar is op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur.
- b.
De vergunninghouder biedt een vast telefoonnummer dat specifiek is bestemd voor medewerkers Handhaving van de gemeente en dat bereikbaar is op weekdagen van 7.00 uur tot 23.00 uur.
- c.
De vergunninghouder is voor klanten 24 uur online bereikbaar en telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur. Buiten kantooruren is communicatie in de Engelse taal toegestaan.
- d.
De vergunninghouder behandelt en registreert klachten en rapporteert het aantal en type klachten aan de gemeente alsmede de wijze van afhandeling in kwartaalrapportage genoemd in artikel 5.2 lid 8.
- e.
Klachten van derden (niet-klanten) kunnen zowel telefonisch (maandag tot en met vrijdag tussen 9-17 uur (nationale feestdagen uitgezonderd)) als per e-mail en sociale media (7 dagen in de week) bij de vergunninghouder worden ingediend in de Nederlandse of Engelse taal.
- a.
Artikel 5.6 Mobiliteitsongelijkheid
De vergunninghouder is verplicht aanwezig te zijn bij overleggen rondom ontwikkelingen op het gebied van mobiliteitsongelijkheid, indien aanwezigheid wordt gevraagd door de gemeente.
Artikel 5.7 Verbeterplan
Indien de vergunninghouder de verplichtingen en ingediende plannen niet naleeft, kan het college de vergunninghouder verzoeken om een verbeterplan. De vergunninghouder dient binnen maximaal 10 werkdagen aan dat verzoek te voldoen. Doet de vergunninghouder dit niet of niet naar tevredenheid van het college, dan kan het college een geldboete opleggen. Indien de vergunninghouder daarna nog geen verbetering laat zien, kan dit aanleiding zijn voor intrekking van de vergunning.
Artikel 5.8 Verwijdering deelvoertuigen bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten
De vergunninghouder dient bij beëindiging van zijn bedrijfsactiviteiten in de gemeente binnen één maand zijn in de gemeente aanwezige deelvoertuigen te verwijderen.
- 1.
Van beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van de vergunninghouder is sprake als:
- a.
De vergunninghouder zijn activiteiten binnen de gemeente beëindigt. In dat geval brengt de vergunninghouder de gemeente daarvan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte.
- b.
De vergunninghouder geen noemenswaardige activiteiten meer laat zien.
- c.
De vergunninghouder in surseance van betaling verkeert dan wel failliet is verklaard. De vergunning wordt in dat geval geacht te zijn vervallen vanaf het tijdstip van schriftelijke kennisname door de gemeente.
- d.
De gemeente de vergunning intrekt.
- a.
- 2.
Indien de vergunninghouder de deelvoertuigen niet adequaat verwijdert, kan de gemeente overgaan tot verwijdering en de daarmee gemoeide kosten in rekening brengen bij de vergunninghouder.
Hoofdstuk 6 Ontheffingen
6.1 Ontheffing bij experimenten
-
1. Het college kan overeenkomstig artikel 5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening vergunning verlenen voor een experiment met deelmobiliteit.
-
2. Het college kan aan de vergunningvoorschriften beperkingen verbinden die betrekking hebben op artikel 5.1 van de verordening.
-
3. Een experiment is een tijdelijke proef met een maximale tijdsduur en een maximaal aantal deelvoertuigen. De maxima worden voorafgaand aan het experiment besproken en gecommuniceerd.
-
4. Het college informeert de gemeenteraad over het aangaan van een experiment.
-
5. Experimenten zijn een uitzondering op het voertuigenplafond.
Hoofdstuk 7
Artikel 7.1 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad onder gelijktijdige intrekking van Nadere regels deelmobiliteit.
Artikel 7.2 Citeertitel
De citeertitel is Nadere regels Deelauto’s 2025 – Gemeente Nijmegen
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 24 juni 2025.
de gemeentesecretaris
drs. A.P.W. van de Klift
de burgemeester
drs. H.M.F. Bruls
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl