Subsidieregel Amateurkunst en Culturele projecten

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025

Intitulé

Subsidieregel Amateurkunst en Culturele projecten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van 24 juni 2025;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Venlo, zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 15 mei 2025; overwegende dat de geldende subsidieregel wordt ingetrokken en geactualiseerd;

besluiten:

tot het vaststellen van de Subsidieregel Amateurkunst en Culturele projecten

Artikel 1 Definities

  • 1.

    actief lid: een persoon die regelmatig deelneemt aan de culturele kernactiviteiten van een vereniging, zoals repetities, uitvoeringen, exposities of werkgroepen, en die zich inzet voor het realiseren van de doelstelling van de vereniging. Actieve leden betalen contributie.

  • 2.

    amateurkunst: deelname aan kunst- en cultuuractiviteiten zonder beroepsmatig karakter.

  • 3.

    culturele maker: rechtspersoon (ook die met winstoogmerk) of rechtsvorm die aantoonbaar werkzaam is in of voor de Venlose culturele en creatieve sector en als zodanig staat ingeschreven bij de kamer van koophandel.

  • 4.

    cultureel project: een tijdelijke, doelgerichte activiteit of reeks activiteiten met een artistiek of creatief karakter, gericht op het creëren, presenteren of bevorderen van (deelname aan) kunst en cultuur (om maatschappelijke doelen te bereiken).

  • 5.

    maatschappelijke partners/-organisatie: organisaties die gepositioneerd zijn tussen overheid, markt en gemeente, die bijdragen aan een goed leefklimaat waarin burgers, veilig, gezond en vertrouwd kunnen leven.

  • 6.

    organisatiekosten: uitgaven die niet direct gekoppeld zijn aan een specifieke uitvoering, repetitie of project, maar die wel nodig zijn voor het draaiende houden van de organisatie. Voorbeelden zijn administratiekosten, verzekeringen, kantoorbenodigdheden, energiekosten of het huren van een repetitieruimte.

  • 7.

    professionele begeleiding: gekwalificeerde en ervaren vakmensen zoals regisseurs, dirigenten, choreografen, docenten of kunstenaars die de artistieke ontwikkeling van de leden ondersteunen en begeleiden op een deskundige manier en daarmee de kwaliteit bevorderen van de organisatie.

  • 8.

    eenmalige subsidie: een subsidie die eenmalig verleend kan worden ten behoeve van bijzondere en/of innovatieve activiteiten, experimenten, projecten, aanschaffingen of investeringen die door het college van belang worden geacht en die naar het oordeel van het college niet binnen de reguliere exploitatie van de organisatie kunnen worden gedekt.

  • 9.

    samenkomsten: momenten waarop leden of deelnemers bij elkaar komen om activiteiten uit te voeren ten behoeve van de doelstelling van de organisatie, zoals repetities en uitvoeringen.

  • 10.

    vernieuwende elementen: onderdelen of aspecten van een project die afwijken van het gebruikelijke, en die gericht zijn op verandering, verfrissing of verbetering. Ze brengen iets nieuws, origineels of vooruitstrevends in de aanpak, inhoud of presentatie en leveren daarmee een bijdrage aan de uitvoering van het gemeentelijk (cultuur)beleid.

  • 11.

    structurele subsidie: een subsidie die per (boek)jaar of voor maximaal vier (boek)jaren aan een subsidieaanvrager wordt verstrekt, teneinde een bijdrage te leveren aan activiteiten met een voortdurend karakter of jaarlijks terugkerende activiteiten.

Artikel 2 Grondslag

De subsidieregel vindt zijn grondslag in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Venlo (hierna Asv).

Artikel 3 Doelstellingen

  • 1.

    Het doel van deze subsidieregeling is tweeledig:

    • a.

      de aanvrager biedt laagdrempelig gelegenheid tot deelname aan kunstzinnige en culturele activiteiten en genereert daarmee ook een maatschappelijke meerwaarde. De culturele organisatie zet zich in voor de samenleving. Dat betekent concreet dat leden of deelnemers in gezamenlijkheid hun hobby beoefenen en dat de organisatie ook activiteiten uitvoert waardoor inwoners kunnen genieten van de amateurkunstactiviteiten en/of kunnen deelnemen;

    • b.

      de aanvragers worden gestimuleerd om samen met andere verenigingen, stichtingen, scholen, organisaties, culturele instellingen en/of dorps- en wijkcentra activiteiten, initiatieven of projecten te ontwikkelen. Het doel is om te komen tot meer verbinding en samenwerking, meer verbeelding en innovatie en meer bundeling van verschillende competenties.

  • 2.

    Op basis van de gemeentelijke cultuurvisie, en de daarin opgenomen ‘bouwstenen’ Amateurkunst en Projectsubsidies, zijn onderstaande uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot het subsidiëren van verenigingen, stichtingen en projecten op het gebied van kunst en cultuur. Deze subsidieregel wil bevorderen dat:

    • a.

      de kwaliteit van kunst- en cultuuractiviteiten gewaarborgd en waar mogelijk bevorderd wordt;

    • b.

      de toegankelijk van kunst- en cultuur gewaarborgd wordt;

    • c.

      aanvragers zich gesteund weten jeugd te interesseren en aan zich te binden (kennismaking en talentontwikkeling);

    • d.

      aanvragers zich aangemoedigd voelen om zich artistiek en/of organisatorisch verder te ontwikkelen;

    • e.

      nieuwe verbindingen en samenwerkingen worden aangegaan;

    • f.

      de beoefening van kunst en cultuur ook van maatschappelijke meerwaarde is, zowel voor de eigen leden en deelnemers als voor derden;

    • g.

      culturele projecten in Venlo gestimuleerd worden en bijdragen aan vernieuwing of kwalitatief hoogwaardig cultureel aanbod voor onze inwoners.

Artikel 4 Doelgroep subsidie

De subsidieregel heeft betrekking op rechtspersonen zonder winstoogmerk of culturele makers die door middel van hun activiteiten een bijdrage leveren aan de culturele sector in de gemeente Venlo en de ambities zoals opgenomen in het gemeentelijk cultuurbeleid.

Artikel 5 Subsidiesoort

De subsidieregel Amateurkunst & Culturele projecten kent twee soorten subsidies:

  • 1.

    Structurele subsidie (een- of meerjarige verlening);

  • 2.

    Eenmalige subsidie (eenmalige verlening).

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1.

    Structurele subsidie (een-of meerjarige verlening)

  • Onderstaande voorwaarden van toepassing bij deze vorm van subsidieverlening:

    • a.

      de aanvrager is tenminste 1 jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief op het gebied van kunst en cultuur;

    • b.

      de aanvrager is gevestigd en actief in de gemeente Venlo;

    • c.

      de aanvrager heeft tenminste 15 actieve en betalende leden of deelnemers;

    • d.

      de aanvrager werft naast inkomsten uit contributies en deze subsidie ook andere middelen voor de uitvoering van de culturele activiteiten;

    • e.

      indien de aanvrager behoort tot de categorieën muziek, zang, theater, toneel en dans: de organisatie heeft minimaal 20 samenkomsten en 1 presentatiemoment per jaar in Venlo dat breed toegankelijk is voor inwoners;

    • f.

      de organisatie geeft, indien van toepassing, inzicht in de opleidingskosten.

  • 2.

    Eenmalige subsidie (eenmalige verlening)

  • Onderstaande voorwaarden van toepassing bij deze vorm van subsidieverlening:

    • a.

      de aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk of een culturele maker;

    • b.

      de aanvrager is gedurende tenminste 1 jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief op het gebied van kunst en cultuur;

    • c.

      de aanvrager vraagt subsidie aan voor een cultureel project;

    • d.

      het project vindt plaats in de gemeente Venlo of heeft een aantoonbare meerwaarde voor Venlo;

    • e.

      het project is niet hoofdzakelijk gericht op de eigen achterban;

    • f.

      het project heeft een aantoonbare culturele en/of maatschappelijke meerwaarde voor de (inwoners van) gemeente Venlo;

    • g.

      het project komt tot stand in samenwerking met minimaal 1 andere culturele en/of maatschappelijke organisatie;

    • h.

      het project kenmerkt zich door vernieuwende elementen;

    • i.

      het project draagt bij aan het bereiken van nieuwe doelgroepen en/of nieuw publiek;

    • j.

      het project heeft niet eerder subsidie ontvangen vanuit de gemeente Venlo;

    • k.

      de activiteiten die samenhangen met het project worden niet al gesubsidieerd vanuit een waarderingssubsidie amateurkunst;

    • l.

      het project start in het jaar waarin de subsidie wordt verleend en wordt uiterlijk binnen 1 jaar afgerond.

    • m.

      de gevraagde subsidie van de gemeente Venlo bedraagt maximaal 60% van de totale kosten.

Artikel 7 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag om structurele subsidie wordt ingediend voor 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    In uitzondering op lid 1 geldt dat een aanvraag om subsidie voor subsidiejaar 2026 en 2027 wordt ingediend voor 1 oktober 2025.

  • 3.

    Een eenmalige subsidie kan vanaf 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het project plaatsvindt tot uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de start van het project worden aangevraagd.

Artikel 8 Meerjarensubsidie

  • 1.

    Alleen een structurele subsidie kan meerjarig worden aangevraagd voor de periode 2026 t/m 2027. Hierop zijn de voorwaarden zoals opgenomen in de in artikel 14 van de Asv van toepassing.

  • 2.

    Subsidiebedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het indexeringspercentage dat de gemeente Venlo hanteert in de begroting met inachtneming van artikel 14 lid 3 van de AsV.

  • 3.

    Voor de subsidieperiode 2026-2027 kan een subsidieontvanger bij een toename van meer dan 3 leden herziening aanvragen. Dit verzoek dient uiterlijk 1 oktober 2026 te worden ingediend.

Artikel 9 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Structurele subsidies

  • Voor structurele subsidies wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieën:

    • A.

      Amateurkunst: muziek (harmonieën, fanfares, brassbands);

    • B.

      Amateurkunst: zang (koren), theater, toneel en dans;

    • C.

      Literair, geschiedkundig & overige (zoals literaire verenigingen, heemkundeverenigingen, schutterijen en dergelijke etc.).

  • A.

    Amateurkunst: Muziek

    • a.

      Een basissubsidie van € 1.000,-.

    • b.

      Een ledenbijdrage van € 115,- per lid.

    • c.

      Indien van toepassing, een bijdrage van € 500,- per jeugdlid in opleiding tot een maximum van € 8.000,-. Deze subsidie is uitsluitend bedoeld voor kosten die samenhangen met het opleiden van jeugdleden als aanvulling op de reguliere activiteiten van de organisatie. Als de daadwerkelijk opleidingskosten lager liggen dan de het aangevraagde subsidiebedrag wordt het bedrag naar beneden bijgesteld.

  • B.

    Amateurkunst: Zang, theater, toneel en dans

    • a.

      Een basissubsidie van € 1.000,-.

    • b.

      Een ledenbijdrage van € 65,- per lid.

    • c.

      Indien van toepassing, een bijdrage van € 500,- per jeugdlid in opleiding tot een maximum van € 8.000,-. Deze subsidie is uitsluitend bedoeld voor kosten die samenhangen met het opleiden van jeugdleden als aanvulling op de reguliere activiteiten van de organisatie. Als de daadwerkelijk opleidingskosten lager liggen dan de het aangevraagde subsidiebedrag wordt het bedrag naar beneden bijgesteld.

  • C.

    Literair, Geschiedkundig & overige

    • a.

      Een basissubsidie van € 1.000,-.

  • 2.

    Eenmalige subsidies

  • De maximale subsidie is €5.000 per project.

Artikel 10 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    In aanvulling op artikel 10 van de AsV komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      Organisatiekosten;

    • b.

      Kosten voor de inzet van professionele begeleiding;

    • c.

      Kosten voor een publieke activiteit.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 10 van de AsV wordt in ieder geval geen subsidie verstrekt voor:

    • a.

      (De productie van) boeken en geluidsdragers;

    • b.

      Reis- en verblijfkosten;

    • c.

      Structurele vergoeding voor vrijwilligers;

    • d.

      Kosten voor eten en drinken;

    • e.

      Jubilea.

Artikel 11 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college jaarlijks twee subsidieplafonds vast. De subsidieplafonds worden voor aanvang van elk subsidiejaar bekend gemaakt.

  • 2.

    Voor structurele subsidies geldt dat bij overschrijding van het subsidieplafond het beschikbare budget naar evenredigheid wordt verdeeld over de ingediende ontvankelijke aanvragen. De aanvraag wordt als ontvankelijk beschouwd wanneer aan alle indieningseisen is voldaan.

  • 3.

    Voor eenmalige subsidies vindt de verdeling plaats op volgorde van binnenkomst van ontvankelijke aanvragen. De aanvraag wordt als ontvankelijk beschouwd wanneer aan alle indieningseisen is voldaan.

  • 4.

    Gelden voor structurele subsidies die overblijven kunnen gebruikt worden voor eenmalige subsidies en andersom.

Artikel 12 Wijze van uitbetaling

Subsidies worden na toekenning in één keer uitbetaald.

Artikel 13 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regel wordt aangehaald als “Subsidieregel Amateurkunst en Culturele projecten” en treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling komt de subsidieregel “Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele projecten”, vastgesteld op 3 juli 2024, te vervallen.

Venlo, 24 juni 2025

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris, de burgemeester

Twan Beurskens, Antoin Scholten

Ondertekening