Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741269
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741269/1
Regeling vervalt per 01-01-2026
Subsidieregeling verbeteren kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie Rotterdam 2025
Geldend van 02-07-2025 t/m 31-12-2025
Intitulé
Subsidieregeling verbeteren kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie Rotterdam 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur Sport, Onderwijs en Cultuur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 24 juni 2025, met kenmerk M2505-3831;
gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 6, derde lid en 12a van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende, dat het wenselijk is een subsidieregeling vast te stellen voor het verbeteren van de doorgaande leerlijn van voorschool naar vroegschool en het versterken van de educatieve kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in Rotterdam;
besluit:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- -
achterstandsscore: achterstandsscore als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022;
- -
schoolbestuur: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
- -
houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert in de gemeente Rotterdam waar voorschoolse educatie wordt aangeboden;
- -
locatie: hoofd- dan wel nevenvestiging van een kindercentrum of basisschool in de gemeente Rotterdam;
- -
voorschoolse educatie: voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;
- -
vroegschoolse educatie: vroegschoolse educatie als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van eenmalige subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.
Artikel 3 Doel
Deze subsidieregeling heeft als doel de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in Rotterdam verder te versterken.
Artikel 4 Activiteiten
-
1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor scholing van medewerkers of extra inzet van een pedagogisch medewerker, coach of onderwijsassistent, met het doel bij te dragen aan:
- a.
het versterken van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie;
- b.
het versterken van de educatieve kwaliteit, dat wil zeggen de mate waarin de voorschool en de vroegschool bijdragen aan de ontwikkeling van jonge kinderen in de voorschoolse educatie of vroegschoolse educatie; of
- c.
de verbinding tussen houders en schoolbesturen, door samenwerking en kennisuitwisseling tussen deze partijen te bevorderen.
- a.
-
2. Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten of kosten die bekostigd kunnen worden op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2025.
-
3. De basisscholen onder het gezag van het schoolbestuur, bedoeld in artikel 5 of artikel 6, hebben een positieve achterstandsscore, dat wil zeggen een achterstandsscore groter dan 0.
Artikel 5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:
- a.
een houder;
- b.
een schoolbestuur;
- c.
een penvoerder als vertegenwoordiger van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 6.
Artikel 6 Samenwerkingsverband en penvoerderschap
-
1. Een samenwerkingsverband bestaat uit een houder en een schoolbestuur.
-
2. De houder dan wel het schoolbestuur treedt namens de partijen in het samenwerkingsverband op als penvoerder.
-
3. Indien de subsidie wordt aangevraagd door een samenwerkingsverband, wordt de subsidie aangevraagd, verleend aan en verantwoord door de penvoerder.
-
4. Op de penvoerder rusten de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
-
1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 4.
-
2. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:
- a.
de kosten voor het volgen van opleidingen, cursussen of trainingen door een of meer medewerkers van een houder of een schoolbestuur;
- b.
de kosten voor de extra inzet van een pedagogisch medewerker of een coach als bedoeld in bijlage 1, onderdeel 7, behorend bij de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2025;
- c.
de kosten voor de extra inzet van een onderwijsassistent;
- d.
maximaal 25% van de kosten voor de vervanging van een medewerker als gevolg van deelname van deze medewerker aan een opleiding, cursus of training als bedoeld in onderdeel a;
- e.
de gemaakte accountantskosten ten behoeve van de verantwoording van een op grond van deze regeling ontvangen subsidie.
- a.
Artikel 8 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
- a.
kosten met betrekking tot reguliere activiteiten die worden bekostigd of kunnen worden bekostigd uit rijksbijdragen of andere subsidies;
- b.
kosten die voorafgaand aan de indiening van de aanvraag zijn gemaakt;
- c.
kosten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel d, voor zover die meer bedragen dan 25% van de subsidiabele kosten.
Artikel 9 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt ten hoogste € 15.000 per locatie, met een maximum van € 150.000 per aanvraag.
Artikel 10 Subsidieplafond
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt een subsidieplafond van € 600.000.
Artikel 11 Wijze van verdeling
-
1. De subsidie wordt verstrekt op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen tot het subsidieplafond is bereikt.
-
2. Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de volledig aangevulde aanvraag is ontvangen.
Artikel 12 Aanvraag subsidie
-
1. De aanvraag wordt digitaal ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies onder gebruikmaking van het daar beschikbare aanvraagformulier.
-
2. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag is volledig indien:
- a.
het aanvraagformulier volledig en naar waarheid is ingevuld;
- b.
alle gevraagde gegevens en bescheiden zijn bijgevoegd.
- a.
-
3. De aanvraag bevat in ieder geval:
- a.
een beschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voorzien van een planning;
- b.
een toelichting op welke wijze de activiteit bijdraagt aan het doel of de doelen, bedoeld in artikel 4, eerste lid;
- c.
een vermelding van de locatie of locaties waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- d.
een sluitende begroting.
- a.
-
4. Indien de subsidie wordt aangevraagd door een samenwerkingsverband wordt bij de aanvraag een door de wederpartij in het samenwerkingsverband getekende verklaring gevoegd, waarin deze verklaart dat de penvoerder gemachtigd is om hem in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen, en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt.
-
5. Er kan eenmaal subsidie worden aangevraagd door dezelfde aanvrager.
Artikel 13 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om subsidie wordt gedaan uiterlijk op 1 september 2025.
Artikel 14 Aanvullende weigeringsgronden
Subsidie kan worden geweigerd indien:
- a.
voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is verstrekt door het college;
- b.
voor dezelfde activiteiten subsidiëring op grond van een andere regeling van het college mogelijk is;
- c.
de subsidieaanvraag betrekking heeft op een kindercentrum waarbij op het moment van de subsidieaanvraag sprake is van een formeel herstellend dan wel formeel bestraffend handhavingstraject met gebruikmaking van de handhavingsmiddelen last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, exploitatieverbod, dan wel oplegging van een bestuurlijke boete als bedoeld in de Nalevingstrategie kwaliteit kinderopvang gemeente Rotterdam in verband met geconstateerde overtredingen van de Wet kinderopvang op het domein Pedagogisch klimaat dan wel het domein Personeel en groepen waarbij de overtredingen naar het oordeel van de toezichthouder niet of niet volledig zijn hersteld.
Artikel 15 Verplichtingen
-
1. De subsidieontvanger overlegt aan het college een schriftelijke evaluatie van de uitgevoerde activiteit.
-
2. De activiteiten vinden plaats in het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 16 Verantwoording en vaststelling subsidies tot € 25.000
-
1. Een subsidie tot € 25.000 wordt direct bij subsidieverlening vastgesteld.
-
2. De subsidieontvanger toont op verzoek van het college aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.
Artikel 17 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf € 25.000
Bij subsidies vanaf € 25.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk op 31 maart 2026 een aanvraag tot vaststelling in bij het college met behulp van een vastgesteld formulier.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze subsidieregeling zijn verstrekt.
Artikel 19 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verbeteren kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie Rotterdam 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 juni 2025,
De secretaris,
G.J.D. Wigmans
De burgemeester,
C.J. Schouten
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Toelichting bij de Subsidieregeling verbeteren kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie Rotterdam 2025
Algemeen
Op 30 november 2023 heeft de gemeenteraad het Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid vastgesteld, het beleidsplan van de gemeente Rotterdam voor onderwijs voor de periode 2024 tot en met 2027.
In het Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid is het doel opgenomen om de doorgaande leerlijn tussen voor- en vroegschool alsmede de educatieve kwaliteit verder te versterken. Met deze regeling stelt het college subsidie beschikbaar aan houders, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen en houders, om bij te dragen aan dit doel. De subsidies op grond van deze regeling vormen voor ve-houders een aanvulling op de jaarlijkse subsidie aan deze organisaties op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2025.
De doorgaande leerlijn
Een sterke verbinding tussen de voorschoolse en vroegschoolse educatie is cruciaal voor het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen kunnen zich optimaal ontwikkelen als ze zonder onderbreking kunnen doorgroeien van voorschoolse educatie naar de basisschool.
De opbrengsten van de voorschoolse educatie moeten aansluiten en uitgebouwd worden in de vroegschool (groep 1 en 2 van het basisonderwijs).
De rol van professionals
Deze subsidie kan onder andere gebruikt worden om urenuitbreiding te realiseren voor een pedagogisch medewerker, coach of onderwijsassistent die werkzaamheden uitvoert die bijdragen aan de beleidsdoelen.
Professionals in de voorschool (bijvoorbeeld pedagogisch medewerkers in de kinderopvang) en de vroegschool (leerkrachten in groep 1 en 2) spelen een essentiële rol in de ontwikkeling van kinderen. Daarom kan deze subsidie onder andere besteed worden aan:
Opleiding en nascholing: medewerkers van zowel voorschool- als vroegschool worden getraind in vergelijkbare pedagogische en didactische methoden. Hierdoor wordt een gezamenlijke visie op ontwikkeling gestimuleerd.
Onderlinge afstemming: regelmatig overleg tussen voorschoolse en vroegschoolse professionals helpt om kennis uit te wisselen over de voortgang van kinderen en over aanpakken in gedrag en leren. Deze communicatie kan bijdragen aan een soepelere overgang voor kinderen.
Observatie en verslaglegging: door gezamenlijke observaties en uniforme registratie-instrumenten te hanteren, kunnen professionals nauwkeuriger volgen waar kinderen staan in hun ontwikkeling. Deze documenten kunnen meegegeven worden bij de overgang naar de basisschool, wat zorgt voor continuïteit in begeleiding.
Ontwikkelingslijnen van kinderen
Een doorgaande leerlijn houdt rekening met de ontwikkeling op verschillende gebieden: sociaal-emotioneel, cognitief, motorisch en taalvaardigheden. Het versterken van de leerlijn kan als volgt:
- •
Doorlopende leerdoelen: stel leerdoelen op die doorlopen van de voorschool naar groep 1 en 2. Bijvoorbeeld taalontwikkeling kan starten bij woordenschatuitbreiding in de voorschool en doorlopen naar begrijpend lezen, luisteren en spreken in groep 1 / 2.
- •
Ontwikkelingsgericht onderwijs: creëer een flexibele aanpak die aansluit bij de behoeften en het tempo van elk kind. Door vroegtijdig in te spelen op ontwikkelingskansen en -uitdagingen, blijven kinderen gemotiveerd en betrokken.
- •
Individuele ondersteuning: bied kinderen met een taalachterstand of andere ontwikkelingsbehoeften vroegtijdig ondersteuning aan.
Samenwerking tussen voorschool en basisschool
Samenwerking tussen kinderopvang en basisscholen is een cruciale factor in het versterken van de doorgaande leerlijn. Op dit moment zijn er echter vaak verschillen in beleid en structuur die de samenwerking belemmeren, vooral tussen kinderopvang en basisscholen die nog geen samenwerkingsverband hebben. Om samenwerking te bevorderen kan bijvoorbeeld worden geïnvesteerd in:
- •
Gemeenschappelijke beleidsdoelen: definieer een gezamenlijke visie op de doorgaande leerlijn en maak concrete afspraken over de overdracht van kinderen, activiteiten en verantwoordelijkheden.
- •
Overdrachtsgesprekken en warme overdracht: zorg dat professionals van beide instellingen structureel tijd hebben voor overdrachtsgesprekken. Een warme overdracht – waarbij kinderen alvast kennis kunnen maken met hun toekomstige omgeving – kan helpen om de overgang minder ingrijpend te maken.
- •
Logistieke afstemming: waar mogelijk zouden kinderopvang en basisscholen hun openingstijden en activiteiten kunnen afstemmen, zodat er meer kansen zijn voor contactmomenten en gezamenlijke activiteiten.
Uitdagingen voor kinderopvangorganisaties zonder samenwerking met basisscholen
Sommige kinderopvangorganisaties hebben geen structurele samenwerking met een basisschool, wat een belemmering vormt voor een vloeiende overgang van voorschool naar vroegschool. Voor deze organisaties kunnen de volgende stappen worden overwogen:
- •
Netwerkvorming: stimuleer kinderopvangorganisaties zonder bestaande samenwerking om partnerschappen te zoeken met nabijgelegen basisscholen, ook al zijn er geen formele afspraken. Het kan gaan om informele netwerken of regelmatig overleg tussen instellingen.
- •
Toegankelijkheid van ontwikkelingsinformatie: ook zonder formele samenwerking kan het waardevol zijn om een basisschool algemene informatie over een kind mee te geven, zoals observaties over ontwikkeling en taalvaardigheden.
Door in te zetten op betere afstemming tussen voorschoolse en vroegschoolse educatie, een versterkte rol van professionals, en meer samenwerking tussen instellingen, kan de doorgaande leerlijn worden versterkt. Dit draagt bij aan een sterkere ontwikkeling van kinderen en zorgt ervoor dat ze goed voorbereid starten op de basisschool.
Artikelsgewijs
Artikel 4 Activiteiten
Het versterken van de educatieve kwaliteit (artikel 4, eerste lid, onderdeel b) kan bijvoorbeeld worden bereikt, doordat pedagogisch medewerkers kinderen gerichte feedback geven, of door kinderen een rijke speel- en leeromgeving met interessante activiteiten aan te bieden.
Bij versterking van de educatieve kwaliteit kan specifiek gedacht worden aan:
- -
het stimuleren van de taalontwikkeling, pedagogisch medewerkers creëren een taalrijke omgeving;
- -
bevorderen van sociaal emotionele ontwikkeling;
- -
stimuleren van de cognitieve ontwikkeling;
- -
ondersteuning van motorische ontwikkeling;
- -
samenwerking met ouders en ketenzorg;
- -
vormgeving van een rijke speelleeromgeving;
- -
professionalisering en deskundigheidsbevordering.
Door deze activiteiten structureel te implementeren verbetert de educatieve kwaliteit verder binnen de voor- en vroegschoolse educatie.
Verder kan bij de educatieve kwaliteit gedacht worden aan: de pedagogische kwaliteit, de didactische kwaliteit, structuur en organisatie, de interactieve vaardigheden van de pedagogisch medewerker, de mate waarin de ouders/verzorgers betrokken worden, en de mate waarin er geëvalueerd en verbeterd wordt.
Artikel 8 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen
Kosten met betrekking tot reguliere activiteiten van aanvragers komen niet in aanmerking voor subsidie. Met reguliere activiteiten worden bijvoorbeeld bedoeld (in het geval van de schoolbesturen) de wettelijke onderwijstaken die bekostigd worden uit de lumpsum financiering van het Rijk. Ook de activiteiten van houders die worden gesubsidieerd door het college op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2025 worden beschouwd als reguliere activiteiten.
Artikel 9 Hoogte van de subsidie
Het maximale subsidiebedrag van € 15.000 per locatie is ingegeven door de wens om op zoveel mogelijk locaties maatregelen te stimuleren die bijdragen aan het beleidsdoel, en om de impact breed te verspreiden.
Artikel 14 Aanvullende weigeringsgronden
Subsidie kan worden geweigerd als voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is verstrekt door het college, of als subsidiëring op grond van een andere regeling van het college mogelijk is, zoals:
de Subsidieregeling Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid 2024-2025, de Subsidieregeling Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid 2025-2026 of de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2025.
Artikel 17 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf € 25.000
Bij subsidies vanaf € 25.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college, uiterlijk op 31 maart 2026. Voor deze subsidies vanaf € 25.000 gelden de normen uit artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl