Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025

Intitulé

Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

gelet op artikel 3, vierde lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, vierde lid, artikel 7, vierde lid, artikel 11, artikel 12, tweede lid, artikel 13, eerste, tweede en vierde lid, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 15, eerste tweede en vierde lid, artikel 16, artikel 17, tweede, derde en vijfde lid, artikel 18, tweede lid, artikel 19, eerste en tweede lid, artikel 22, derde, zesde en zevende lid, artikel 23, eerste en tweede lid, artikel 25, derde lid, artikel 27, tweede lid, en artikel 31, zevende lid en artikel 32, vijfde lid, van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    De begrippen genoemd in artikel 1 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025 zijn ook voor deze nadere regels van toepassing.

  • 2.

    Onder buitengewone uren wordt in deze nadere regels verstaan:

    • a.

      van 1 maart tot 1 november: van maandag t/m vrijdag 16.00 tot 09.00 uur;

    • b.

      van 1 november tot 1 maart: van maandag t/m vrijdag 15.00 tot 09.00 uur.

Artikel 2 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    De begraafplaatsen zijn geopend voor het verrichten van werkzaamheden van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur.

  • 3.

    Op zaterdag en zondag mogen op de begraafplaatsen geen werkzaamheden worden verricht.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers, vrijwilligers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden om zonder toestemming van de beheerder met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden. Motorvoertuigen waarvoor toestemming is verleend mogen niet harder rijden dan 10 kilometer per uur.

  • 3.

    Bezoekers met honden kunnen uitsluitend met een aangelijnde hond de begraafplaats bezoeken en verwijderen uitwerpselen onmiddellijk.

  • 4.

    Asverstrooiing op de begraafplaats is alleen mogelijk in overleg met, na toestemming van en in het bijzijn van een medewerker. De beheerder bepaalt waar as verstrooien mogelijk is.

  • 5.

    Bovengrondse asverstrooiing op grafbedekkingen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen is niet toegestaan.

  • 6.

    Het verontreinigen van de begraafplaats, waaronder het achterlaten van afval buiten de daarvoor bestemde bakken, is niet toegestaan.

  • 7.

    Het is niet toegestaan om vazen, potten, gieters, gereedschap en bankjes buiten de grafafmetingen te plaatsen.

Artikel 4 Schudden van een graf

Voor het schudden van graven op onderstaande (delen van) begraafplaatsen zijn kosten verbonden:

  • a.

    Bolsward perk 1 t/m 8 en vak a, b, c en d;

  • b.

    Hindeloopen (oud)

  • c.

    IJlst oude gedeelte;

  • d.

    Molkwerum oude gedeelte;

  • e.

    Sneek bij de dubbeldiep graven.

Artikel 5 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

  • a. van 1 maart tot 1 november: van maandag t/m zaterdag 9.00 tot 16.00 uur.

  • b. van 1 november tot 1 maart: van maandag t/m zaterdag 9.00 tot 15.00 uur.

  • De uitvaart moet voor de eindtijd afgerond zijn.

  • 2.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen van de in lid 1 genoemde tijden afwijken.

  • 3.

    Voor begraven en het bezorgen van as op zaterdag geldt een toeslag.

Artikel 6 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      enkeldiep graven;

    • b.

      dubbeldiep graven;

    • c.

      kindergraven, enkeldiep;

    • d.

      onderhoudsvrije natuurgraven, enkeldiep;

    • e.

      urnengraven;

    • f.

      kelderurnengraven;

    • g.

      onderhoudsvrije natuururnengraven;

    • h.

      (bovengrondse) urnenplaatsen en urnennissen inbegrepen;

    • i.

      gedenkplaatsen;

    • j.

      algemene graven.

  • 2.

    Dubbeldiep graven zijn alleen beschikbaar op de begraafplaatsen van Sneek en Bolsward.

  • 3.

    Onderhoudsvrije natuurgraven zijn alleen aanwezig op de begraafplaatsen van Bolsward, IJlst, Sneek, Workum, en Ypecolsga.

  • 4.

    Bestaande keldergraven kunnen onder door het college gestelde voorwaarden opnieuw gebruikt worden.

  • 5.

    Per begraafplaats kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de inrichting en indeling. Deze worden als bijlage bij deze nadere regels opgenomen.

  • 6.

    Per begraafplaats worden nadere regels gesteld ten aanzien van de afmetingen van de graven. Deze worden als bijlage bij deze nadere regels opgenomen.

Artikel 7 Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    In een dubbeldiepgraf mogen twee overledenen begraven worden. Bijzetting van maximaal twee asbussen in een urn op de grafbedekking is toegestaan. Indien samenvoegen is toegestaan kan in het graf een extra overledene worden begraven na samenvoeging.

  • 2.

    In een particulier enkeldiepgraf mag maximaal één overledene worden begraven. Bijzetting van maximaal één asbus in een urn op de grafbedekking is toegestaan.

  • 3.

    In een onderhoudsvrij natuurgraf mag maximaal één overledene worden begraven. Bijzetting van een asbus is niet toegestaan.

  • 4.

    Per (kelder)urnengraf en urnenplaats mogen maximaal vier asbussen worden bijgezet, voor zover de ruimte het toelaat. De rechthebbende bepaalt wiens asbus wordt bijgezet.

  • 5.

    Per onderhoudsvrij natuururnengraf mogen maximaal vier asbussen geplaatst worden.

  • 6.

    Per gedenkplaats mogen meerdere overledenen herdacht worden.

Artikel 8 Uitgifte van graven

  • 1.

    Graven die vrijvallen of vrij zijn als gevolg van een ruiming kunnen op verzoek opnieuw uitgegeven worden.

  • 2.

    Op de begraafplaats Bolsward worden in de perken 1 tot en met 8 en de vakken a, b, c en d geen nieuwe graven uitgegeven.

  • 3.

    Op de begraafplaats Hindeloopen (oud) worden geen nieuwe graven uitgegeven.

  • 4.

    Op de begraafplaats IJlst worden op het oude gedeelte geen nieuwe graven uitgegeven.

  • 5.

    Op de begraafplaats Sneek worden:

  • a. in de perken 1, 3 en 5 geen nieuwe graven uitgegeven.;

  • b. geen nieuwe dubbeldiep graven uitgegeven.

Artikel 9 Termijnen graven, urnenvoorzieningen en gedenkplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven, natuurgraven uitgezonderd, worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar of een veelvoud van tien jaar, met een maximum van 50 jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 2.

    Urnengraven, urnenkelders, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, met een maximum van 50 jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 3.

    Natuurgraven worden uitgegeven voor een termijn van 50 of 100 jaar (een eeuw). Bij overlijden van de rechthebbende moet een nieuwe rechthebbende worden aangewezen.

  • 4.

    Natuururnengraven worden uitgegeven voor een termijn van 50 jaar. Bij overlijden van de rechthebbende moet een nieuwe rechthebbende worden aangewezen.

  • 5.

    Particuliere graven, urnengraven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden op verzoek verlengd met een termijn van vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, met een maximum van 20 jaar.

  • 6.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten is verplicht indien bij een bijzetting de resterende termijn korter is dan de vereiste grafrusttermijn van tien jaar.

  • 7.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 10 Reserveren van graven

  • 1.

    Het reserveren van een particulier graf kan op de begraafplaatsen, met uitzondering van de begraafplaatsen Molkwerum en Stavoren, voor een periode van tien jaar of een veelvoud van tien jaar, met een maximum van 50 jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat. Voor natuurgraven is een maximum van 100 jaar.

  • 2.

    Het reserveren van een particulier urnengraf, urnenplaats en particuliere gedenkplaats kan voor een periode van vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, met een maximum van 50 jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3.

    De beheerder beoordeelt en bepaalt welke graven voor reservering in aanmerking komen.

Artikel 11 Keldergraven

  • 1.

    Nieuwe keldergraven worden niet uitgegeven.

  • 2.

    Het begraven in bestaande particuliere keldergraven voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de afmetingen binnen maats bieden voldoende ruimte voor de te plaatsen kistafmetingen;

    • b.

      het keldergraf is waterdicht en voorzien van adequate ventilatie;

    • c.

      de werkzaamheden zijn naar het oordeel van de beheerder veilig uit te voeren;

    • d.

      het ruimen van een vol graf is naar het oordeel van de beheerder technisch en milieuhygienisch verantwoord uitvoerbaar;

    • e.

      de rechthebbende verleent toestemming voor een nieuwe begraving en verwijdering van de grafbedekking.

Artikel 12 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Aanvragen voor de overschrijving van een grafrecht op een particulier graf worden behandeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Een grafrecht wordt uitsluitend overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon die:

    • a.

      in een familierechtelijke betrekking staat tot de rechthebbende of tot de persoon die in het graf is begraven; of

    • b.

      naar het oordeel van het college duurzaam samenwoonde met de rechthebbende of met de persoon die in het graf is begraven.

  • 3.

    Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, een stichting of instelling voor grafzorg of een kerkgenootschap.

  • 4.

    Een grafrecht op de begraafplaats Hindeloopen (oud) wordt niet overgeschreven.

Artikel 13 Voorwaarden voor gedenktekens

  • 1.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 2.

    De lengte en de breedte van de grafbedekking en het daarop geplaatste gedenkteken, ornamenten inbegrepen, mogen de afmetingen van het (urnen-)graf, bovengrondse urnenplaats en gedenkplaats niet overschrijden.

  • 3.

    Gedenktekens moeten geplaatst worden op een fundament of afdekplaat die verzakking van het gedenkteken uitsluit.

  • 4.

    De regelgeving en maatvoering kan per grafsoort en categorie verschillen. In de bijlage zijn per begraafplaats de voorwaarden per grafsoort en categorie vermeld.

  • 5.

    Op het gedenkteken dient aan de achterzijde het grafnummer zichtbaar aanwezig te zijn.

  • 6.

    De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen alleen aan de achterkant van het gedenkteken worden aangebracht, in de vorm van een klein metalen naamplaatje van maximaal 2 x 4 centimeter.

  • 7.

    Op en in de nabijheid van verstrooiplaatsen zijn permanente en tijdelijke voorwerpen en gedenktekens niet toegestaan.

  • 8.

    Op een particulier onderhoudsvrij natuurgraf en natuururnengraf is slechts een boomschijf toegestaan van onbehandeld inheems hout met een dikte van maximaal 10 centimeter. De diameter van de boomschijf bedraagt maximaal 50 centimeter.

Artikel 14 Melding plaatsing gedenkteken

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij de administratie van de begraafplaats, uiterlijk vier weken voor plaatsing.

  • 2.

    De genoemde melding van het vorige lid bevat:

    • a.

      de NAW-gegevens en handtekening van de rechthebbende van het (urnen-)graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager en indien deze een ander is dan de rechthebbende tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de naam van de begraafplaats, de ligging (grafveld) en nummer van het graf of de plaats;

    • d.

      de naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werk-/productietekening schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • i.

        een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • ii.

        de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • iii.

        de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • iv.

        de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • v.

        de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • vi.

        de soort vaste planten indien het een groene grafbedekking betreft.

  • 3.

    Plaatsing van een gedenkteken is toegestaan vanaf 6 maanden na de laatste begraving, met uitzondering van graven met een bestaande vaste fundering, natuurgraven en indien het een urnengraf betreft.

  • 4.

    Plaatsing van een gedenkteken op graven met een bestaande vaste fundering, natuurgraven en op urnengraven is mogelijk na het dichten van het graf.

Artikel 15 Herinneringsplaatje

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een plaatsingsrecht verlenen voor een herinneringsplaatje aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het college verleent het plaatsingsrecht met een beschikking.

  • 2.

    Het plaatsingsrecht wordt verleend voor het plaatsen:

    • a.

      van een gedenkteken van 20x10 centimeter op een algemene gedenkplaats voor een termijn van tien jaar;

    • b.

      van een vlinder van ten hoogste 15x15 centimeter op een vlinderrots voor een termijn van tien jaar.

  • 3.

    Aan het plaatsingsrecht zijn kosten verbonden.

Artikel 16 Plaatsen gedenkteken, gedenkplaatje en vaste beplanting

  • 1.

    Voor plaatsingswerkzaamheden van een gedenkteken, afsluitplaat voor een urnennis, herinneringsplaatje op een algemene gedenkplaats en vaste beplanting is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2.

    Het gedenkteken met toebehoren, herinneringsplaatje en vaste beplanting moet volgens aanwijzingen van door de beheerder daarmee belaste medewerkers worden geplaatst.

  • 3.

    Alle sporen van werkzaamheden, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

Artikel 17 Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van de toegestane hoogte van het gedenkteken.

  • 2.

    Verboden zijn sterk woekerende planten, invasieve exoten en planten met doornen.

Artikel 18 Onderhoud door de gemeente

De gemeente is verantwoordelijk voor algemeen onderhoud van de begraafplaats. Hieronder wordt verstaan: onderhoud algemeen groen, onderhoud bomen, nieuwe aanplant plantsoen, verwijderen bladafval en het onderhoud van paden, servicepunten en banken.

Artikel 19 Onderhoud door de eigenaar van een grafbedekking

  • 1.

    De eigenaar van een grafbedekking is verantwoordelijk voor het onderhoud van de grafbedekking. Onder onderhoud wordt mede verstaan het schoonhouden van het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van verzakkingen van de grafbedekking of het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

  • 2.

    Voor het schoonmaken van de gedenktekens en voor algenbestrijding zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3.

    De gemeente kan in opdracht van de eigenaar van de grafbedekking tegen betaling van een vergoeding de volgende werkzaamheden uitvoeren:

    • a.

      herstellen van verzakkingen;

    • b.

      verwijderen van beplanting die niet is toegestaan.

  • 4.

    Voor het niet tijdig uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden binnen de in de aanschrijving genoemde termijn voert de beheerder deze werkzaamheden uit tegen betaling van een vergoeding.

Artikel 20 Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen van losse bloemen in steekvazen en planten in potten of bakken op graven is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking.

  • 2.

    Glazen vazen en voorwerpen waarin glas verwerkt is, zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 3.

    De eigenaar van de grafbedekking draagt zelf zorg voor het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren en het terugsnoeien van beplanting binnen de toegestane afmetingen.

  • 4.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen vier weken na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    Linten en siervazen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

  • 6.

    De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, buiten de toegestane afmetingen groeiende planten, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 21 Crematie en herbegraven na opgraving

  • 1.

    Voor een opgraving is een vergunning nodig. De burgemeester verbindt daaraan voorwaarden.

  • 2.

    Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door medewerkers van de begraafplaats, een erkende uitvaartonderneming, een BVOB gespecialiseerd bedrijf of door een belanghebbende met gebruikmaking van een verzegelde kist.

Artikel 22 Ruiming van graflagen en graven

  • 1.

    Na het verstrijken van de termijn van het grafrecht kan de beheerder van de begraafplaats overgaan tot verwijdering van de grafbedekking en de stoffelijke resten. Aanwezige menselijke resten worden overgebracht naar een verzamelgraf.

  • 2.

    De beheerder is bevoegd grafbedekking een andere bestemming te geven en een graf waarvan het grafrecht verlopen is opnieuw uit te geven.

Artikel 23 Lijst historische graven

Het college actualiseert de lijst met historische graven minimaal één keer per tien jaar.

Artikel 24 Slotbepalingen

  • 1.

    De Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022 worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag dat de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025 in werking treedt.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 15 april 2025,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

drs. W.J. Sikkes, waarnemend gemeentesecretaris