Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741264
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741264/1
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025
Intitulé
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.22 april 2025;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging;
besluit:
vast te stellen de
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begrippen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
aanvrager:
- i.
de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – verzoekt voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is;
- ii.
de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een particulier of algemeen graf, gedenkplaats of gedenkteken verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;
- i.
- b.
algemeen graf: een graf, keldergraf daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van overledenen;
- c.
asbus: een bus of een asbox ter berging van as van een overledene;
- d.
begraafplaatsen: de bij de gemeente Súdwest-Fryslânin eigendom, beheer en onderhoud zijnde gemeentelijke begraafplaatsen in Bolsward, Hindeloopen (oud en nieuw), IJlst (oud en nieuw) Koudum, Molkwerum, Poppenwier, Raerd, Skarl, Sneek, Stavoren, Wommels, Workum en Ypecolsga;
- e.
beheerder: de medewerker die belast is met de exploitatie en de dagelijkse aansturing van de gemeentelijke begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
- f.
belanghebbende: verzamelnaam voor alle contactpersonen met een belang bij een graf of asbestemmingsplaats, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechthebbende;
- g.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
- h.
dubbeldiepgraf: een particulier graf waarin de mogelijkheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van twee overledene in hetzelfde graf;
- i.
eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die met toestemming van de rechthebbende de grafbedekking op een particulier graf in eigendom heeft of de belanghebbende van een algemeen graf die de grafbedekking geplaatst heeft;
- j.
enkeldiepgraf: een particulier graf waarin de mogelijkheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een overledene
- k.
familiegraf: twee naast elkaar gelegen particuliere graven met de mogelijkheid tot het aanbrengen van een gezamenlijke grafbedekking;
- l.
gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- m.
gedenkplaats: een particuliere plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het plaatsingsrecht is verleend voor het plaatsen van een gedenkteken om overledenen te gedenken;
- n.
gedenkteken: een grafmonument, liggende of staande steen, sierurn of ander object ter nagedachtenis van een overledene;
- o.
grafbedekking: grafbeplanting of gedenkteken die op het graf, de gedenkplaats of de urnenplaats zijn geplaatst;
- p.
grafrecht: het gebruiksrecht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf en het uitsluitend recht op een particulier (kelder-)graf, urnengraf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats;
- q.
herinneringsplaatje: een naamplaatje of gedenkplaatje ter plaatsing op een monument, zuil of muur ter herinnering van een overledene;
- r.
keldergraf: een graf met een betonnen of kunststof constructie die in de grond is geplaatst en afgedekt is met een sluitplaat;
- s.
kindergraf: een particulier graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een overleden persoon tot 12 jaar en van levenloos geborenen;
- t.
lijkbezorging: het lichaam van een overledene of doodgeborene laten begraven of cremeren of op een andere bij of krachtens de wet voorziene wijze;
- u.
natuurgraf: een onderhoudsvrij particulier graf met voorwaarden ten aanzien van de grafbedekking;
- v.
natuururnengraf: een onderhoudsvrij particulier urnengraf met voorwaarden ten aanzien van de grafbedekking;
- w.
particulier graf: een graf, keldergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overledenen en/of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- x.
plaatsingsrecht: het recht tot het plaatsen van een herinneringsplaatje;
- y.
samenvoegen: het op verzoek van de rechthebbende samenvoegen van de overledene in de bovenste laag van een graf met de overledene in de onderste laag;
- z.
schudden: het op verzoek van de rechthebbende leeg maken van één of meerdere lagen in een graf waarbij de stoffelijke resten onder de onderste laag worden samengebracht;
- aa.
rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier (urnen-)graf of kelder, een particuliere urnenplaats of urnennis, of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- bb.
ruimen: het verwijderen van de grafbedekking na afloop of na afstand van het grafrecht en in een latere fase van het volledige graf, waarbij de stoffelijke resten worden overgebracht naar een verzamelgraf;
- cc.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen of asboxen;
- dd.
urnengraf: een particulier urnengraf, kelderurnengraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- ee.
urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- ff.
urnenplaats: een particuliere bovengrondse plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van asbussen in een object (waaronder begrepen een kunstwerk);
- gg.
urnentuin: een op een begraafplaats aangelegde ruimte uitsluitend bestemd voor urnengraven;
- hh.
verstrooiplaats: door de beheerder aan te wijzen plaatsen of een begraafplaats waar as van een overledene kan worden verstrooid.
Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'particulier graf’ mede verstaan: familiegraf, kindergraf, keldergraf, natuurgraf, urnenkeldergraf, urnengraf, natuururnengraf, urnennis, urnenplaats en gedenkplaats.
Artikel 3 Beheer
- 1.
Het beheer van de begraafplaatsen berust bij het college.
- 2.
Het beheer omvat:
- a.
de dagelijkse aansturing van de begraafplaatsen;
- b.
het faciliteren van uitvaarten;
- c.
het onderhouden van de begraafplaatsen.
- a.
- 3.
Het college wijst beheerders aan voor de dagelijkse aansturing en onderhoud van de begraafplaatsen en administratief medewerkers voor de begraafplaatsenadministratie.
- 4.
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen over het beheer van de begraafplaatsen en de begraafplaatsenadministratie.
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST
Artikel 4 Openstelling begraafplaats
- 1.
De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.
- 2.
Voor de handhaving van de orde en rust op de gemeentelijke begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. Voor werkzaamheden op de begraafplaats kan de beheerder tijdelijk delen voor publiek afsluiten.
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een uitvaart, de bezorging van as of een herdenkingsbijeenkomst.
Artikel 5 Ordemaatregelen
- 1.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder en de begraafplaatsmedewerkers.
- 2.
Tijdens plechtigheden mogen op de begraafplaats zonder toestemming van de beheerder geen werkzaamheden plaatsvinden.
- 3.
De beheerder kan personen die zich niet aan de aanwijzingen houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.
- 4.
Het college kan nadere regels vaststellen voor ordemaatregelen.
Artikel 6 Plechtigheden
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en overige plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder van de begraafplaatsen. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Artikel 7 Opgraven, samenvoegen, schudden en ruimen
- 1.
Bij het opgraven van overledenen, het samenvoegen of schudden van stoffelijke resten, alsmede de ruiming van graven, zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.
- 2.
Samenvoegen is mogelijk indien:
- a.
de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd;
- b.
de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt;
- c.
naar het oordeel van de beheerder volledige skelettering van de stoffelijke resten heeft plaatsgevonden; en
- d.
begraven op meer dan één laag mogelijk is en het samenvoegen naar het oordeel van de beheerder technisch en op een hygiënische verantwoorde wijze uitvoerbaar is.
- a.
- 3.
Schudden is mogelijk indien:
- a.
de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd;
- b.
de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt;
- c.
naar het oordeel van de beheerder volledige skelettering van de stoffelijke resten heeft plaatsgevonden; en
- d.
schudden naar het oordeel van de beheerder technisch en op een hygiënische verantwoorde wijze uitvoerbaar is.
- a.
- 4.
Het college kan bij nadere regels begraafplaatsen of gedeelten daarvan aanwijzen waarbij aan het schudden kosten zijn verbonden.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
- 1.
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, meldt dit uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan de begraving, bijzetting of verstrooiing aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 2.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of door derden die daarvoor opdracht hebben verkregen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
- 3.
Nabestaanden kunnen onder toezicht van een begraafplaatsmedewerker betrokken worden bij het dalen van de kist en het geheel of gedeeltelijk sluiten van het graf. De wens daartoe maken de nabestaanden uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de beheerder kenbaar. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Aanwijzingen van de begraafplaatsmedewerkers worden te allen tijde opgevolgd.
Artikel 9 Lijkomhulsel en grafgiften
- 1.
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.
- 2.
Aanvragers zijn verplicht op het aanvraagformulier voor een begrafenis het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.
- 3.
Het is verboden om te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.
- 4.
Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van de overledene belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.
- 5.
De beheerder kan door middel van steekproeven controleren of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan.
Artikel 10 Te overleggen stukken
- 1.
Tot begraven wordt niet eerder overgegaan dan nadat de aanvrager het verlof tot begraven en het registratiedocument behorende bij het omhulsel van de overledene aan de beheerder heeft overgelegd. Het registratiedocument bevat een registratienummer dat overeenkomt met het nummer op het omhulsel van de overledene, de naam van de overledene, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel het geslacht van de doodgeborene.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, kan de aanvrager een machtiging overleggen tot het openen van het graf en het plaatsen van de asbus aan de beheerder, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuwe rechthebbende.
- 3.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De verlenging bestrijkt een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging wordt aangevraagd door de rechthebbende of, indien de rechthebbende is overleden, door een nieuwe rechthebbende.
- 4.
Indien de burgemeester verlof heeft verleend om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven of uitstel heeft verleend voor begraving binnen 6 werkdagen, overlegt de aanvrager het verlof van de burgemeester.
- 5.
De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn en geeft pas toestemming tot begraven indien deze in orde zijn.
Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging
Het college bepaalt bij nadere regels de tijden van begraven, bijzetten en van asbezorging.
Artikel 12 Gemeentelijke voorzieningen
- 1.
Het gebruik van gemeentelijke voorzieningen, voor zover aanwezig of beschikbaar, wordt schriftelijk aangevraagd bij de beheerder, uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden.
- 2.
Voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen kan het college nadere regels vaststellen.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 13 Indeling graven en asbezorging
- 1.
Het college bepaalt bij nadere regels welke graven en asbestemmingen kunnen worden uitgegeven.
- 2.
Het college bepaalt bij nadere regels de afmetingen van de particuliere graven.
- 3.
De beheerder bepaalt welke plaatsen van de begraafplaats voor asverstrooiing in aanmerking komen.
- 4.
Het college bepaalt bij nadere regels de afmetingen van de algemene graven.
Artikel 14 Aantal overledenen in graven en asbussen in asvoorzieningen
- 1.
Het college bepaalt bij nadere regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel bijzettingen van asbussen in en op de particuliere urnengraven en urnenplaatsen kunnen plaatshebben.
- 2.
Het college bepaalt bij nadere regels hoeveel overledenen kunnen worden bijgezet in algemene graven. Asbus bijzettingen in algemene graven zijn niet toegestaan.
Artikel 15 Volgorde van uitgifte
- 1.
Het college kan nadere regels vaststellen onder welke voorwaarden graven worden uitgegeven.
- 2.
Het college kan nadere regels vaststellen onder welke voorwaarden het reserveren van graven mogelijk is.
- 3.
Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit naar het oordeel van het college wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.
- 4.
Het college kan nadere regels vaststellen over de volgorde en uitgifte van graven.
Artikel 16 Categorieën
Het college kan nadere regels vaststellen voor het onderverdelen van de algemene en particuliere graven in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en gebruiksvoorwaarden.
Artikel 17 Termijnen particuliere en algemene graven, urnennissen en urnenplaatsen
- 1.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat op aanvraag, grafrechten. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend.
- 2.
Het college bepaalt bij nadere regels de termijnen. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf wordt uitgegeven.
- 3.
Het recht wordt door het college op aanvraag van de rechthebbende telkens met een door het college bij nadere regels vast te stellen termijnen verlengd, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn door de rechthebbende wordt ingediend.
- 4.
Als de rechthebbende het grafrecht niet heeft verlengd voor het einde van de termijn waarop het recht afloopt, vervalt het grafrecht terug aan de gemeente.
- 5.
Het gebruik van algemene graven wordt verleend voor een bij nadere regels vast te stellen termijn. Deze termijn kan niet worden verlengd.
- 6.
De bijzetting van een asbus impliceert dat de rechthebbende of gebruiker opdracht geeft tot wijziging van de bestemming van de as indien niet wordt verlengd of niet tijdig voor afloop van de graftermijn een andere bestemming aan de begraafplaatsadministratie kenbaar is gemaakt. In dat geval wordt de as verstrooid. De verstrooiing vindt ambtshalve plaats, op een door de beheerder te bepalen tijdstip en plaats, zonder kennisgeving aan en buiten aanwezigheid van nabestaanden.
- 7.
Bij de verwijdering van een asbus vervalt het grafrecht, tenzij het college anders bepaalt.
- 8.
Het grafrecht wordt gevestigd of verlengd met een grafbewijs.
Artikel 18 Keldergraven
- 1.
De plaatsing van nieuwe keldergraven is niet toegestaan.
- 2.
Het college kan nadere regels vaststellen voor het gebruik van bestaande keldergraven.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
- 1.
Het recht op een particulier (urnen-)graf, urnenplaats kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het college kan nadere regels vaststellen voor voorwaarden aan wie het recht kan worden overgeschreven.
- 2.
Het college kan bij nadere regels begraafplaatsen of gedeelten daarvan aanwijzen waar het overschrijven van grafrechten niet mogelijk is.
- 3.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het college recht op het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats of gedenkplaats overschrijven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.
- 4.
Indien de overleden rechthebbende in het graf wordt begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf moet worden bijgezet, wordt het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand gedaan.
- 5.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats te doen vervallen verklaren.
- 6.
Na het verstrijken van de termijn in lid 5 kan het college het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats of gedenkplaats alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf, urnengraf, urnenplaats of gedenkplaats dat inmiddels is geruimd.
- 7.
De rechthebbende en/of belanghebbende is verplicht om zijn/haar adresgegevens aan de begraafplaatsadministratie door te geven, alsmede de wijziging van hun adres.
Artikel 20 Vervallen grafrechten
- 1.
Het graf)recht vervalt:
- a.
door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;
- b.
indien de rechthebbende afstand doet van het recht;
- c.
indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving van het recht niet wordt gedaan binnen de in artikel 19, lid 3, genoemde termijn;
- d.
indien (een deel van) de begraafplaats wordt opgeheven.
- a.
- 2.
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren indien:
- a.
de betaling van het (graf-)recht - ondanks een aanmaning - niet binnen zes maanden na aanvang van die termijn is gedaan;
- b.
de rechthebbende - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
- c.
de rechthebbende - ondanks een aanmaning - niet binnen een jaar overgaat tot herstel van een graf of gedenkplaats dat in verval is.
- a.
- 3.
Onder in verval zijnde graven en gedenkplaatsen wordt verstaan:
- a.
breuk van het monument of de afdekplaat;
- b.
een verzakking van het monument van meer dan 10 centimeter ten opzichte van het maaiveld;
- c.
het onleesbaar afgesleten zijn van teksten;
- d.
beplanting buiten de toegestane afmetingen (groeiend boven de toegestane hoogte en buiten de grafafmeting);
- e.
omgevallen monumenten, dan wel monumenten die (deels) beschadigd zijn geraakt;
- f.
graven die naar het oordeel van het college een risico vormen voor de veiligheid van medewerkers en bezoekers van de begraafplaats,.
- a.
- 4.
In de gevallen als bedoeld in lid 1, onderdelen b, c en d en lid 2 vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.
Artikel 21 Afstand doen van grafrechten
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding of terugbetaling van (een deel van) de betaalde rechten kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de begraafplaats van het recht op het particuliere (urnen-)graf, urnenplaats of gedenkplaats, ongebruikte voorzieningen inbegrepen. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 22 Plaatsing van gedenktekens op graven
- 1.
Voor het hebben en wijzigen van een gedenkteken is een schriftelijke melding aan het college vereist.
- 2.
De rechthebbende van een particulier graf dient de melding voor het hebben of wijzigen van een gedenkteken in.
- 3.
Het college kan nadere regels stellen over de aard en de afmetingen van, de benodigde duurzaamheid van de materialen, de deugdelijkheid van de constructie van alsmede over de wijze en het tijdstip van aanbrengen van een gedenkteken.
- 4.
Het college verbiedt het aanbrengen of wijzigen van het gedenkteken indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de nadere regels;
- b.
de duurzaamheid van de te gebruiken materialen onvoldoende is;
- c.
de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is;
- d.
het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
- e.
niet aan de verplichtingen in artikel 20 is voldaan.
- a.
- 5.
Het gedenkteken kan worden aangebracht of worden gewijzigd als het college niet binnen zes weken na de datum van ontvangst van de melding heeft beslist dat het gewenste gedenkteken wordt verboden.
- 6.
Het college stelt nadere regels vast over de eisen waaraan de melding moet voldoen.
- 7.
Het college kan bij nadere regels bepalen op welke graven het verboden is gedenktekens aan te brengen of te wijzigen.
Artikel 23 Herinneringsplaatjes
- 1.
Het college stelt nadere regels vast over:
- a.
het plaatsingsrecht voor een herinneringsplaatje;
- b.
de afmetingen van het herinneringsplaatje;
- c.
het materiaal waaruit een herinneringsplaatje bestaat.
- a.
- 2.
Het college kan bij de nader vast te stellen regels de herinneringsplaatjes onderverdelen in categorieën.
Artikel 24 Aansprakelijkheid grafbedekking
- 1.
Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking gebeurt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of belanghebbende van de grafbedekking of gedenkplaats.
- 2.
Al hetgeen wat op het graf, urnenplaats en gedenkplaats geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende van de grafbedekking of gedenkplaats te zijn aangebracht.
- 3.
Indien naar het oordeel van de beheerder een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan de beheerder direct maatregelen treffen namens het college.
- 4.
Het college kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen welke op de graven zijn geplaatst.
- 5.
Schade als gevolg van brand, vandalisme, diefstal, vorst, storm, bliksem, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, is voor rekening van de eigenaar van de grafbedekking.
- 6.
Het college kan de kosten van de maatregelen verhalen op de rechthebbende of belanghebbende van het graf.
Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
- 1.
De gemeente voorziet slechts in het algemeen onderhoud van de begraafplaats.
- 2.
De beheerder is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.
- 3.
Het college kan nadere regels vaststellen voor grafonderhoud door de beheerder .
Artikel 26 Onderhoud door rechthebbende of eigenaar van de grafbedekking
- 1.
De eigenaar van de grafbedekking is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Het college kan nadere regels vaststellen over een nadere specificering en de wijze van onderhouden.
- 2.
Als de eigenaar van de grafbedekking nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan de beheerder hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de eigenaar van de grafbedekking en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
- 3.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de eigenaar van de grafbedekking en de rechthebbende of de belanghebbende van het graf door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
- 4.
Het college kan de eigenaar van de grafbedekking per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 27 Grafbeplanting
- 1.
Niet-blijvende beplanting op een graf die, naar oordeel van de beheerder, in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.
- 2.
Het college kan nadere regels vaststellen voor voorschriften over de aard, de afmetingen en de wijze van aanbrengen van grafbeplanting.
Artikel 28 Tijdelijke verwijdering grafbedekking
- 1.
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht om voor eigen kosten en risico zelf opdracht te geven voor de tijdelijke verwijdering van de grafbedekking in het geval van een bijzetting in een bestaand graf. De grafbedekking moet twee werkdagen voorafgaande de bijzetting verwijderd zijn.
- 2.
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen door de beheerder tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
- 3.
De rechthebbende van een aangrenzend graf is verplicht te gedogen dat de daarop zich bevindende grafbedekking vanwege en op kosten van de begraafplaats geheel of gedeeltelijk wordt weggenomen of verplaatst indien werkzaamheden dit noodzakelijk maken.
- 4.
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat tijdelijk grond op een graf geplaatst wordt, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 29 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
- 1.
Tot het verstrijken van de termijn van het grafrecht kan de eigenaar van de grafbedekking de grafbedekking of het gedenkteken zelf laten verwijderen. Melding aan en toestemming van de beheerder is nodig voor het tijdstip en wijze van verwijdering.
- 2.
Indien de grafbedekking of het gedenkteken bij afloop van de termijn van het verleende recht niet verwijderd is, vervalt deze aan de begraafplaats, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
- 3.
De grafbedekking wordt na het verstrijken van de termijn van uitgifte in opdracht van het college, door de beheerder verwijderd, zonder tijdelijke opslag.
- 4.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking bij het niet verlengen van het grafrecht maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het grafrecht eindigt schriftelijk aan de rechthebbende bekend, gelijktijdig met de aanbieding van een verlenging. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is en wanneer de rechthebbende niet reageert op de mededeling, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking of gedenkteken gedurende ten minste negen maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het grafrecht eindigt, door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Artikel 30 Voorwerpen op en rond graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen
- 1.
Het is niet toegestaan om losse voorwerpen te plaatsen op, achter en in de nabijheid van graven en gedenktekens.
- 2.
Zolang het graf of gedenkteken niet geruimd mag worden, blijven de op de graven en gedenktekens bevestigde voorwerpen ter beschikking van de eigenaar van de grafbedekking.
- 3.
Na afloop van het grafrecht vervalt het recht op de voorwerpen aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENPLAATSEN
Artikel 31 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
- 1.
Na afloop van de graftermijn bepaalt de beheerder de bestemming van het (urnen)graf, urnenplaats en gedenkplaats, alsmede het tijdstip en de werkwijze van verwijdering. Bovengrondse verwijdering van grafbedekking en gedenkteken kunnen eerder plaatsvinden dan ondergrondse verwijdering van de aanwezige resten.
- 2.
Het college is gerechtigd het grafrecht en gedenkteken opnieuw uit te geven aan een belanghebbende.
- 3.
De beheerder zorgt dat met de bij de ruiming van het (urnen-)graf, nog aanwezige menselijke resten en asbussen te allen tijde respectvol wordt omgegaan.
- 4.
De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden overgebracht naar een verzamelgraf.
- 5.
De aanwezige asbussen in graven en nissen worden verstrooid op een van de daartoe bestemde verstrooiplaatsen van de begraafplaats.
- 6.
De rechthebbende op een particulier graf en een belanghebbende van een algemeen graf kan voorafgaande de afloop van het grafrecht bij de beheerder een schriftelijke aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te brengen voor crematie of voor herbegraving elders.
- 7.
Het college kan nadere regels vaststellen voor het ruimen en bezorgen van overblijfselen.
HOOFDSTUK 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 32 Lijst historische graven en opvallende grafbedekkingen
- 1.
Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
- 2.
Van de lijst wordt aantekening gemaakt in het grafdossier en het grafregister.
- 3.
Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.
- 4.
Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de lijst staan.
- 5.
Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van het actualiseren van de lijst, de toetsingscriteria en het onderhoud van deze graven.
HOOFDSTUK 8 INRICHTING BEGRAAFPLAATSADMINISTRATIE
Artikel 33 Voorschriften inrichting registers en dossiers
- 1.
De begraafplaatsadministratie houdt een openbaar register bij van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden het grafnummer, de naam en voornamen van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
- 2.
De begraafplaatsadministratie houdt gegevens bij van alle rechthebbenden en gebruikers, alsmede belanghebbenden van de (urnen-)graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen, met hun namen en adressen. De grafdossiers zijn niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien hun belangen dit rechtvaardigen en daarvoor een wettelijke grondslag is.
- 3.
De in lid 2 genoemde personen en rechtspersonen zijn verplicht de wijziging van hun NAW-gegevens binnen een maand aan de begraafplaatsadministratie door te geven.
- 4.
De begraafplaatsadministratie houdt een plattegrond bij van de begraafplaats, waarop de graven genummerd zijn aangeduid.
HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN
Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Súdwest-Fryslân 2022 wordt ingetrokken.
Artikel 36 Overgangsbepaling
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022 gelden als besluiten genomen krachtens die verordening.
Artikel 37 Strafbepaling
Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 38 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 juni 2025,
mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter
G.W. Stegenga, griffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl