Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741228
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741228/1
Participatieverordening gemeente Berg en Dal 2025
Geldend van 28-06-2025 t/m heden
Intitulé
Participatieverordening gemeente Berg en Dal 2025De raad van de gemeente Berg en Dal, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 april 2025
gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet en Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
besluit:
vast te stellen
de Participatieverordening gemeente Berg en Dal 2025.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1. Onderwerp verordening
Deze verordening regelt de betrokkenheid van en samenwerking met inwoners, bedrijven en anderen bij de ontwikkeling –mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie- van gemeentelijke initiatieven en beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente ondersteuning biedt of reageert op initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties of andere belanghebbenden.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Beleid: gedragslijn, project, programma of plan van de gemeente om een bepaald doel te realiseren;
Bestuursorgaan: afhankelijk van de situatie wordt hiermee bedoeld de raad, burgemeester of het college van burgemeester en wethouders;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal;
Inspraak: Een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester als bedoeld in artikel 150, tweede lid, van de Gemeentewet;
Inwoners: Ingezetenen als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet;
Inwonersinitiatief: Initiatieven van inwoners, organisaties, bedrijven of anderen met een overwegend maatschappelijke component, of een combinatie daarvan;
Inwonersparticipatie: Het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid en plannen. Inwonersparticipatie kan de vorm aannemen van informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen;
Nota Participatie: het door de raad vastgestelde participatiebeleid in de Nota Participatie ‘Samen maken we Berg en Dal’ met ambities en werkwijze van 25 februari 2021;
Participatie: Het deelnemen van inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden aan de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid of gemeentelijke plannen, alsmede (het door de gemeente ondersteunen van) initiatieven van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden met impact op de lokale samenleving;
Uitdaagrecht: het recht van inwoners en lokale maatschappelijke partijen op het overnemen van taken van de gemeente, als zij denken deze taak beter en/of goedkoper uit te kunnen voeren als bedoeld in artikel 150, derde lid, van de Gemeentewet.
Artikel 3. Doelstelling en reikwijdte
-
1. Deze verordening heeft als doel de kwaliteit van lokale democratische processen te vergroten, de relatie tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te scheppen over proces en rolverdeling.
-
2. Inwonerparticipatie en/of inspraak wordt in beginsel niet toegepast:
- a.
als dit bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten of al er sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij de gemeente geen ruimte heeft om eigen afwegingen te maken; of
- b.
voor een beleidsvoornemen dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente.
- a.
-
3. Participatie, inspraak en uitdaagrecht wordt verleend aan inwoners, organisaties, bedrijven en anderen die lokaal actief zijn of een lokaal belang hebben.
-
4. Het bestuursorgaan geeft in een vroeg stadium inzicht in de gemeentelijke plannen, in het bijzonder voor wijken en dorpen, zodat inwoners tijdig invloed kunnen uitoefenen.
-
5. Deze verordening is opgesteld met de gemeentelijke Nota Participatie ‘Samen maken we Berg en Dal’ als kader.
Hoofdstuk 2 Inwonersparticipatie
Artikel 4. Participatieproces
-
1. Het bestuursorgaan besluit bij de start van een proces voor vaststelling van een visie, beleid, plan, programma of project of en op welke wijze Inwonerparticipatie wordt toegepast. Leidend hierbij zijn de ambities en werkwijze uit de Nota Participatie.
-
2. Als het bestuursorgaan besluit om inwonersparticipatie toe te passen wordt dit vastgelegd in een participatieplan waarin ten minste antwoord wordt gegeven op de volgende vragen:
- a.
Waarom wilt u de belanghebbenden betrekken?;
- b.
Wie moet er betrokken worden?;
- c.
Wie is verantwoordelijk voor de werkwijze en wie voor de uitvoering?;
- d.
Hoe gaat u om met bestaand beleid en kaders?;
- e.
Wat is de rol van het college van burgemeester en wethouders en/of de raad?;
- f.
Wat doet u met de uitkomsten van het participatieproces?.
- a.
-
3. Het bestuursorgaan heeft de volgende opties om navolging te geven aan de uitkomsten van het participatieproces:
- •
het bestuursorgaan neemt kennis van de uitkomsten van het participatietraject en zal nader afwegen of en in welke mate deze kunnen worden meegenomen in de politieke besluitvorming.
- •
het bestuursorgaan beschouwt de adviezen en conclusies uit het participatietraject als een zwaarwegend uitgangspunt bij politieke besluitvorming.
- •
het bestuursorgaan neemt de adviezen en conclusies uit het participatietraject over mits deze passen binnen de vooraf gestelde inhoudelijke, financiële en procedurele kaders.
- •
gemeente, inwoners en betrokken organisaties treden in nader overleg om de uitkomsten van het participatieproces om te zetten in een convenant of samenwerkingsovereenkomst waarin zij de gemaakte afspraken vastleggen.
Hiervan kan het bestuursorgaan afwijken, bijvoorbeeld omdat het participatietraject sterk uiteenlopende visies opleverde, omdat betrokken belangen onvoldoende zijn meegewogen of omdat de participatie leidde tot nieuwe ideeën en inzichten die op gespannen voet staan met de vooraf gestelde kaders. De afwijking wordt expliciet gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemer aan het participatietraject.
- •
Artikel 5. Participatieverslag
-
1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een participatieverslag.
-
2. In het participatieverslag staat in ieder geval:
- a.
wat het bestuursorgaan aan participatie heeft gedaan;
- b.
wie er betrokken zijn.;
- c.
een onderbouwde reactie met wat het bestuursorgaan heeft gedaan met de opmerkingen van de mensen die hebben meegedacht, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen; en
- d.
een evaluatie van het proces dat is gevolgd.
- a.
-
3. Het bestuursorgaan maakt het participatieverslag op de gebruikelijke wijze openbaar en informeert actief de bij het participatieproces betrokken belanghebbenden.
Hoofdstuk 3 Inwonersinitiatieven
Artikel 6. Deelnemen aan inwonersinitiatieven
-
1. De gemeente neemt deel aan inwonersinitiatieven als naar het oordeel van het bestuursorgaan het inwonersinitiatief bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
-
2. De raad stelt jaarlijks een budget ter beschikking voor ideeën en initiatieven uit de samenleving.
-
3. Het bestuursorgaan kan afzien van deelname aan een inwonersinitiatief als:
- a.
er sprake is van onvoldoende draagvlak voor het initiatief bij omwonenden of anderen;
- b.
het initiatief naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders op financiële, juridische of praktische gronden niet haalbaar is;
- c.
dat het een onderwerp betreft waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht loopt of onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken; of
- d.
het een onderwerp betreft dat overwegend het privébelang van de indiener dient.
- a.
-
4. Het bestuursorgaan kan besluiten het inwonersinitiatief te ondersteunen door middel van:
- a.
het (eventueel tijdelijk) ter beschikking stellen van ruimtes of huisvesting;
- b.
het beschikbaar stellen van een (aanjaag)subsidie of andere financiële middelen;
- c.
de inzet van ambtelijke expertise of netwerken; of
- d.
een andere vorm van ondersteuning.
- a.
-
5. Het bestuursorgaan neemt een besluit over het inwonersinitiatief en informeert de indieners.
Hoofdstuk 4 Uitdaagrecht
Artikel 7. Toepassen Uitdaagrecht
-
1. De gemeente biedt inwoners, maatschappelijke initiatieven en lokale bedrijven de mogelijkheid een voorstel te doen om de uitvoering van gemeentelijke taken over te nemen.
-
2. Een voorstel met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het college van burgemeester en wethouders ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:
- a.
omschrijving van de taak die de indiener wil overnemen;
- b.
uitleg waarom of hoe de indiener dat beter en/of goedkoper kan;
- c.
duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis of ervaring van de indiener;
- d.
indicatie van het draagvlak onder belanghebbende inwoners;
- e.
raming van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn;
- f.
omschrijving van de manier waarop de indiener met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft; en
- g.
inzicht in hoe de indiener garant staat voor de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn.
- a.
-
3. De gemeente beslist binnen 12 weken of het voorstel wordt overgenomen.
-
4. Als het voorstel wordt overgenomen, voorziet het bestuursorgaan de indiener van gepaste ondersteuning. De gemaakte afspraken (over o.a. de taken, het resultaat, het budget, de looptijd en de periodieke evaluatie) worden vastgelegd in een overeenkomst. De gemeente kan op verschillende manieren ondersteunen:
- a.
materieel: menskracht, locaties, geld, praktische ondersteuning;
- b.
formeel: regelgeving, vergunningen, richtlijnen, monitoren en meten; of
- c.
informeel: verbinden, inspireren, aandacht geven en communiceren.
- a.
-
5. Het bestuursorgaan wijst een voorstel af als onvoldoende aannemelijk wordt gemaakt dat het voorstel voldoet aan de in lid 2 genoemde voorwaarden, of als het bestuursorgaan overname van de gemeentelijke taak om andere redenen onwenselijk vindt.
Hoofdstuk 5 Inspraak
Artikel 8. Inspraakprocedure
-
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
-
2. Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht; of
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
- a.
-
3. Inspraak wordt verleend aan inwoners, organisaties, bedrijven en andere ingezetenen en belanghebbenden.
-
4. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, tenzij het bestuursorgaan een andere inspraakprocedure vaststelt.
-
5. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de inspraakreacties of zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze inspraakreacties of zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan; en
- d.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
- a.
Hoofdstuk 6 Evaluatie en monitoring
Artikel 9. Evaluatie en monitoring
-
1. De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per raadsperiode geëvalueerd. Het college van burgemeester en wethouders zendt hiertoe aan de raad een participatieverslag.
-
2. Dit verslag beschrijft de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, de rolinvulling door raad en college, de kosten, het resultaat van de participatie en de belangrijkste ervaringen. Het verslag bevat tevens informatie over bewonersinitiatieven, toegekende budgetten en over de werking van het uitdaagrecht.
-
3. De raad bespreekt het participatieverslag.
Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 10. Intrekking oude regeling
De inspraakverordening ‘gemeente Groesbeek 2015’ wordt ingetrokken.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 23 mei 2025.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening gemeente Berg en Dal 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2025.
De voorzitter,
De griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl