Nadere regel subsidie Onderwijs gemeente Utrecht

Geldend van 27-06-2025 t/m heden

Intitulé

Nadere regel subsidie Onderwijs gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • Gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

  • Gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

Gezien:

  • De wettelijke taken die het Rijk aan de gemeente opdraagt ten aanzien van onderwijs;

  • De Utrechtse OnderwijsAgenda 2024-2027, vastgesteld door de raad op 25 april 2024;

  • Het coalitieakkoord 2022-2026 van de gemeente Utrecht

  • De Sociale Visie 2040 van de gemeente Utrecht

  • Het Utrechts Kwaliteitskader voor educatie van het jonge kind

Overwegende dat het wenselijk is om een subsidieregeling vast te stellen voor de uitvoering van de Utrechtse Onderwijs Agenda en het coalitieakkoord;

Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie subsidie Onderwijs gemeente Utrecht.

Paragraaf 1 Algemeen deel

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat onder:

  • Asv: Algemene subsidieverordening Utrecht;

  • Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • B urgemeester en wethouders:Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • A chterstandsscore: Achterstandsscore als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022;

  • Cultuureducatie : Doelbewust leren over en met kunst, erfgoed en media via gerichte instructie, zowel binnenschools- als buitenschools ( bron: LKCA) 

  • Cultuuronderwijs : Doelen van cultuuronderwijs zijn vastgelegd in kerndoelen en eindtermen. Het is algemeen vormend onderwijs in kunst, erfgoed en media.  

  • G emiddelde achterstandsscore: De op het moment van aanvraag geldende achterstandsscore gedeeld door het aantal leerlingen ingeschreven op de school in het PO, zoals berekend door het CBS;

  • Jaarsubsidie: Subsidie die kan worden aangevraagd en verleend voor de duur van een kalenderjaar;

  • K O : Houders als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang, die kinderopvang aanbieden en geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang, met uitzondering van gastouderopvang en gastouderbureaus;

  • L eerlingenaantal: Aantal leerlingen of deelnemers dat in de administratie van de Dienst Uitvoering Onderwijs staat ingeschreven op een school op peildatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren schooljaar;

  • Machtiging: Het machtigen van een organisatie om namens samenwerkende organisaties subsidie aan te vragen met het door iedereen ondertekenen van een verklaring hiertoe;

  • M BO : Middelbaar beroepsonderwijs;

  • O nderwijskansenscore; De op het moment van aanvraag geldende, door het CBS berekende onderwijskansenscore van een schoolvestiging primair en voortgezet onderwijs per schoolvestiging VO zoals gepubliceerd in de Staatscourant;

  • OPDC; Orthopedagogisch Didactisch Centrum;

  • P eildatum: De peildatum van de Dienst Uitvoering Onderwijs voor alle onderwijsdeelnemers is 1 oktober;

  • P envoerder: De door samenwerkende schoolbesturen of organisaties aangewezen rechtspersoon die als gemachtigde van de samenwerking optreedt;

  • PO : Primair onderwijs;

  • Samenwerkingsverband; alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband, waarin afspraken zijn gemaakt over de ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben;

  • S amenwerking: Een samenwerking waar meerdere onderwijspartners- of kinderopvanghouders bij betrokken zijn, gericht op het uitvoeren van een bepaalde taak;

  • S chool: Alle op grond van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet voortgezet onderwijs 2020 erkende scholen en op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek erkende instellingen;

  • S choolbestuur: Het bevoegd gezag binnen de onderwijsorganisatie dat die organisatie bestuurt, waarbij het besturen de hoofdtaak is en het gezag zich bevindt in een eindverantwoordelijke positie;

  • S chooljaar: Periode van 1 augustus tot en met 31 juli van het jaar volgend op de aanvraag van subsidie;

  • S choolweging primair onderwijs : De op het moment van aanvragen geldende schoolweging, berekend door het CBS op basis van gegevens van het meest recente schooljaar, die een indicatie geeft van de zwaarte van de problematiek op de schoollocatie.

  • Spreidingsgetal: Een getal dat de mate van differentiatie in het onderwijs aangeeft per schoollocatie, des te lager het getal des te minder zijn de verschillen van de groep en andersom;

  • Talentontwikkeling: Aanvullend activiteitenaanbod waarin leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, met als doel het ontsluiten van potentieel en brede persoonsvorming;

  • VE : Voorschoolse educatie, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

  • VO : Voortgezet onderwijs;

  • ( V ) SO : (Voortgezet) speciaal onderwijs.

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel draagt bij aan het doel (zie ook bijlage 1) om:

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

De aanvrager is een bestuur van een onderwijsinstelling, een samenwerkingsverband voor passend onderwijs, een kinderopvangorganisatie of een rechtspersoon die ondersteuningsaanbod verzorgt in het Utrechtse onderwijsnetwerk. Het is toegestaan dat één schoolbestuur als penvoerder mede namens een andere organisatie(s) subsidie aanvraagt voor een activiteit waarin de betreffende organisaties samenwerken.

Artikel 4 Vaststellen subsidieplafonds

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de subsidieplafonds vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidies kunnen uitsluitend worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan:

    • a.

      Een sterke basis (artikel 12)

      • i.

        Spelinloop 0-2,5 jaar (artikel 12 lid 1)

      • ii.

        Taal-en leesstimulering 0-8 jaar (artikel 12 lid 2)

      • iii.

        Vrij leesuur (artikel 12 lid 3)

      • iv.

        Nieuwkomersonderwijs (artikel 12 lid 4)

      • v.

        Cultuureducatie (artikel 12 lid 5)

    • b.

      Doorgaande ontwikkellijnen (artikel 13)

      • i.

        Verbindingsgroepen (artikel 13 lid 1)

      • ii.

        Ondersteuning overgang VE-PO (artikel 13 lid 2)

      • iii.

        Overgang PO-VO (artikel 13 lid 3)

      • iv.

        Loopbaanoriëntatie (artikel 13 lid 4)

      • v.

        Overgang VO-MBO (artikel 13 lid 5)

      • vi.

        Psychosociale Pedagogische Interventies (artikel 13 lid 6)

      • vii.

        Orthopedisch-didactische ondersteuning (artikel 13 lid 7)

      • viii.

        Regionaal programma doorstroompuntregio (artikel 13 lid 8)

    • c.

      Ongelijk investeren voor gelijke kansen (artikel 14)

      • i.

        Versterken van taal (artikel 14 lid 1)

      • ii.

        Brede talentontwikkeling PO (artikel 14 lid 2)

      • iii.

        Brede talentontwikkeling VO (artikel 14 lid 3)

      • iv.

        Wegnemen financiële drempels (artikel 14 lid 4)

    • d.

      Professionals versterken (artikel 15)

    • e.

      Utrecht Leert (artikel 15 lid 1)

    • f.

      Onderwijsimpuls voor toekomstbestendig onderwijs (artikel 15 lid 2)

    • g.

      Onderwijs Ondersteunend Personeel (artikel 15 lid 3)

    • h.

      De activiteiten worden nader beschreven in de artikelen 12 t/m 15.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie voor de volgende kosten, tenzij anders aangegeven: Kosten van ruimtes, leermaterialen, ICT-voorzieningen, directiekosten en catering.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

  • 1. De aanvraag van de subsidie wordt ingediend met e-Herkenning via www.utrecht.nl/subsidiesonderwijs

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      Een overzicht van de subsidiabele activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd

    • b.

      Per subsidiabele activiteit en per deelnemende school een activiteitenplan. Scholen die een gezamenlijk activiteitenplan opstellen kunnen dit gezamenlijke activiteitenplan indienen. In het activiteitenplan geeft de aanvrager antwoord op de volgende vragen:

      • i.

        Op welke activiteiten wordt de subsidie ingezet?

      • ii.

        Hoe verdeelt de aanvrager de subsidie over de scholen en waarom?

      • iii.

        Waarom is gekozen voor juist deze activiteiten?

      • iv.

        Welke verwachte opbrengsten leveren deze activiteiten op?

      • v.

        Op welke manier dragen de activiteiten bij aan de subsidiedoelen genoemd in artikel 2?

      • vi.

        Hoeveel leerlingen, en indien van toepassing, ouders worden met deze activiteiten bereikt?

      • vii.

        Hoe worden resultaten in kaart gebracht?

    • c.

      Een sluitende begroting, met de kosten en inkomsten per activiteit uitgesplitst naar:

      • i.

        Personeelskosten;

      • ii.

        Algemene kosten/organisatiekosten;

      • iii.

        Activiteitenkosten;

      • iv.

        Eventuele andere dekkingsbronnen naast de subsidie van de gemeente

    • d.

      Indien de aanvrager meerdere activiteiten aanvraagt kan de aanvrager aangeven of samenvoeging of verschuiving van beschikbare middelen per activiteit het mogelijk maakt het geheel aan doelstellingen van activiteiten te bereiken (uitgezonderd artikel 14 lid 1 en lid 4).

    • e.

      Als de subsidie door een penvoerder voor het eerst wordt aangevraagd namens een samenwerking: een machtiging aan de penvoerder door alle aanvragers;

    • f.

      Eventuele andere documenten die de aanvraag ondersteunen.

    • g.

      In de aanvraag geeft de aanvrager de inzet voor social return aan als op jaarbasis de subsidie van de gemeente meer dan 100.000 euro bedraagt.

  • 3. Als een aanvrager in de voorgaande drie jaar geen subsidie bij burgemeester en wethouders heeft aangevraagd of indien de onderstaande gegevens zijn gewijzigd, levert de aanvrager bij de aanvraag ook de volgende gegevens aan:

    • a.

      Kopie bankafschrift waarop in ieder geval het rekeningnummer en de naam van de aanvrager duidelijk zichtbaar zijn;

    • b.

      Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      De statuten, als de aanvrager een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag moet voor 1 oktober voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd zijn ingediend. Jaarsubsidies worden aangevraagd in één gebundelde aanvraag per aanvrager. Subsidies worden per kalenderjaar aangevraagd en verstrekt, tenzij anders aangegeven.

  • 2. Voor de volgende subsidies kunnen aanvragen op meerdere momenten gedurende het jaar worden ingediend. Deze subsidies worden separaat van de jaarsubsidies aangevraagd:

    • a.

      Regionaal programma doorstroompuntregio;

    • b.

      Utrecht Leert;

    • c.

      Onderwijsimpuls;

Artikel 8 Maximale subsidie

Waar sprake is van een maximaal aan te vragen bedrag, is dit in bijlage 3 Verdeling subsidie van deze nadere regel aangegeven.

Artikel 9 Verdeling subsidie

De subsidies worden verdeeld overeenkomstig de informatie in de bijlage 3; Verdeling subsidie onderwijs.

Schoolbesturen zijn vrij om de jaarsubsidies op grond van eigen beleidskeuzes te verdelen over de scholen die onder hun bestuur vallen, tenzij anders aangegeven. Zij geven deze beleidskeuzes onderbouwd aan in de subsidieaanvraag.

Artikel 10 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken na de uiterste aanvraagdatum of binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag indien er geen uiterste aanvraagdatum geldt voor de aanvraag van de betreffende subsidie.

Artikel 11 Evaluatie

Het gemeentelijk beleid waarvoor de subsidie wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van deze nadere regel.

De evaluatie bestaat uit:

  • a.

    Inventarisatie van de uitputting van de subsidiebudgetten;

  • b.

    Werkbezoeken;

  • c.

    Evaluatiegesprekken met aanvragers;

  • d.

    Inventarisatie van de subsidieverantwoordingen;

  • e.

    Evaluatiegesprekken met de partners van de Utrechtse Onderwijs Agenda.

Paragraaf 2 Specifieke subsidies

Artikel 12 Een sterke basis

  • 1. Spelinloop 0-2,5 jaar

    • a.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Ouders ondersteunen en begeleiden bij het stimuleren van de (taal)ontwikkeling van hun kinderen in de leeftijd van 0-2,5 jaar;

      • ii.

        Ouders bekend maken met de voorschool en hen stimuleren hun kinderen bij de voorschool aan te melden;

      • iii.

        Kinderen starten beter voorbereid op een VE-groep, hierdoor kunnen zij optimaal profiteren van het aangeboden programma (en starten ze beter voorbereid op de basisschool).

      • iv.

        De spelinlopen zijn alleen bedoeld voor deelname ouder en kind gezamenlijk. Ouders blijven ten alle tijden verantwoordelijk voor de veiligheid en verzorging van hun kind;

      • v.

        De spelinlopen vinden plaats op een goed bereikbare locatie in de wijk, bij voorkeur nabij andere voorzieningen waar ouders al komen, zoals een school- of voorschool locatie, consultatiebureau, buurtcentrum, bibliotheek of speeltuin;

      • vi.

        De ruimte van de spelinlopen is makkelijk bereikbaar, ingericht voor spelactiviteiten, beschikt over leeftijdsadequaat speelgoed, een geschikte vloer om op te zitten en kruipen en ruimte voor informele ontmoeting;

      • vii.

        De spelinlopen worden begeleid door een pedagogisch professional;

      • viii.

        Het aanbod is minimaal 40 weken per jaar tijdens schoolweken, één of twee keer per week.

  • 2. Taal en leesstimulering 0-8 jaar

    • a.

      Subsidiabele activiteiten

      • i.

        Het uitreiken van boekstartkoffertjes aan nieuwe ouders

      • ii.

        Het stimuleren van een vroege start met (voor-)lezen door de inzet van boekstartcoaches op consultatiebureaus

      • iii.

        Het ondersteunen van voorscholen in het vormgeven van de (voor-)leesomgeving

      • iv.

        Het organiseren van bibliotheekbezoeken van ouders met kinderen op de voorschool

      • v.

        Het organiseren van ouder-kindgroepen voor ouders met kinderen van 0-2,5 jaar waar ouders geholpen worden om de taalontwikkeling van hun kind te stimuleren en worden doorverwezen naar voorscholen

      • vi.

        Het stimuleren van (voor-)lezen en leesplezier bij jonge kinderen van 2-8 jaar door middel van vrijwilligers die thuis voorlezen en taalspelletjes doen aan de hand van het programma van de Voorleesexpress. Alleen leerkrachten, pedagogisch medewerkers of intern begeleiders van voor- of basisscholen kunnen gezinnen aanmelden.

    • b.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag

      • i.

        Voor de activiteiten zoals genoemd i. t/m v. geldt dat deze uitsluitend aan te vragen zijn door organisaties die één of meerdere jaren ervaring hebben in het uitvoeren van de genoemde activiteiten en samenwerken met de bibliotheek, voorscholen en consultatiebureaus (JGZ).

      • ii.

        Voor de activiteiten genoemd onder vi. geldt dat deze subsidie uitsluitend aan te vragen is door een organisatie die in Utrecht de Voorleesexpress uit gaat voeren. De aanvrager werkt samen met voorscholen en basisscholen.

  • 3. Vrij Leesuur

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Deze subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen PO die één of meerdere scholen hebben met een achterstandsscore van 1,25 of hoger binnen de grenzen van de gemeente Utrecht.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Scholen die een Vrij Leesuur in de week organiseren kunnen een subsidie aanvragen die zij naar eigen inzicht mogen besteden. Voorbeelden van de besteding zijn: het inrichten van een prettige leeshoek in de school, professionalisering op het gebied van (interactief) voorlezen of het maken van verteltassen met ouders samen.

  • 4. Nieuwkomersonderwijs

    • a.

      Aanvullende eisen aan de aanvrager:

  • Deze subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    • i.

      Het schoolbestuur Primair Onderwijs dat in opdracht van de gezamenlijke schoolbesturen PO nieuwkomersonderwijs verzorgt;

    • ii.

      Het schoolbestuur Voortgezet Onderwijs dat in opdracht van de gezamenlijke schoolbesturen VO nieuwkomersonderwijs verzorgt.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Binnen de expertisescholen Taalschool Utrecht (PO) en ISK Ithaka (VO) geven bevoegde docenten trauma- en cultuursensitief onderwijs met een focus op het leren van de Nederlandse taal. Deze scholen verzorgen de eerste opvang in het onderwijs en bereiden leerlingen voor op doorstroom naar het regulier of speciaal onderwijs. De subsidie kan door deze expertisescholen worden ingezet voor:

    • i.

      Het aanbieden van (taal)onderwijs aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal;

    • ii.

      Het realiseren van relatief kleine groepen waardoor er voldoende aandacht en begeleiding is;

    • iii.

      Het inzetten van ervaren en gespecialiseerde leerkrachten;

    • iv.

      Het aanbieden van doorlopende ondersteuning en ambulante begeleiding;

    • v.

      Het omgaan met fluctuaties in leerlingenaantallen.

  • 5. Cultuureducatie

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking:

    • i.

      Schoolbesturen PO en schoolbesturen VO en (voortgezet) speciaal onderwijs;

    • ii.

      Stichting Cultuur & School Utrecht.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Activiteiten die bijdragen aan het cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school. Daaronder vallen niet alleen onderwijsactiviteiten maar ook deskundigheidsbevordering van interne cultuurcoördinatoren op de scholen.

      • ii.

        Cultuureducatie kan worden vormgegeven als een apart vak. Het kan ook volledig worden geïntegreerd in het curriculum van de school: dan is er sprake van cultuuronderwijs.

      • iii.

        Materialen zijn alleen subsidiabel als cultuureducatie het hoofddoel is.

      • iv.

        Cultuur & School: voor coördinatie, kennisplatform, expertise, bemiddeling, het zichtbaar maken van het aanbod, monitoring en evaluatie.

    • c.

      Aanvullende eisen aan de aanvraag:

  • Uit de aanvraag en de begroting dient te blijken: 

    • i.

      Hoe de cultuureducatie aansluit op de meerjarige visie en beleid van het schoolbestuur; 

    • ii.

      Hoe de scholen cultuureducatie verwerken in het curriculum; 

    • iii.

      Of en hoe de scholen gebruik maken van de ondersteuning van Cultuur & School 

    • iv.

      Hoe de scholen de deskundigheid van hun cultuurcoördinatoren ontwikkelen; 

    • v.

      Een beschrijving van de activiteiten op hoofdlijnen per school of samenvatting van alle scholen die onder het schoolbestuur vallen. 

    • vi.

      Scholen die zelfstandig of gezamenlijk met andere scholen vorm willen geven, aan hun beleid op het gebied van cultuureducatie, kunnen ervoor kiezen een zelfstandig of gezamenlijk plan in te dienen. 

Artikel 13 Doorgaande ontwikkellijnen

  • 1. Verbindingsgroepen

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • De subsidie kan worden uitsluitend worden aangevraagd door:

    • i.

      Een aanbieder van voorschoolse educatie die vanuit de gemeente Utrecht subsidie krijgt op basis van de nadere regel subsidie passende kinderopvang;

    • ii.

      En het schoolbestuur van de basisschool waar de verbindingsgroep is gevestigd.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Deze subsidie is bedoeld voor het uitvoeren van een verbindingsgroep in een school door het bieden van ruimte en de inzet van een leerkracht en pedagogisch medewerker op de verbindingsgroep. De verbindingsgroep is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben in de overgang van peuter naar kleuter binnen het reguliere basisonderwijs. Door deel te nemen aan de verbindingsgroep krijgen deze kinderen extra ontwikkelkansen om een goede start te maken in de basisschool.

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • Bij deze aanvraag moet worden bijgevoegd:

    • i.

      Een positief advies van het Samenwerkingsverband PO. Het Samenwerkingsverband PO heeft het overzicht en de regie over de ontwikkeling van de verbindingsgroep(en);

    • ii.

      Aanleveren van een overzicht van voorschool- en schoollocaties waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Ondersteuning overgang naar PO

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking: Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        (Door)ontwikkeling van en uitvoering geven aan het expertiseteam Het Jonge Kind.

      • ii.

        Signaleren van ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden.

      • iii.

        Ontwikkeling en uitvoering van de kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie op wijk- en stedelijk niveau.

      • iv.

        Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten en ouders van deze kinderen.

      • v.

        Inzet voor het jonge kind zoals besloten wordt met betrokken partners (schoolbesturen, aanbieders VE, samenwerkingsverband Utrecht PO en gemeente Utrecht).

  • 3. Overgang PO-VO

    • a.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Alle Utrechtse groep 8 leerlingen vinden een plek op het voortgezet onderwijs die aansluit bij hun leerroute. De subsidie kan worden aangevraagd voor structurele stedelijke coördinatie van de overgang van PO naar VO (de POVO procedure). Er is één stedelijk coördinatiepunt POVO ingericht met als taken:

    • i.

      Het jaarlijks opstellen van een overstapprocedure van groep 8 naar de middelbare school;

    • ii.

      Het opstellen en uitvoeren van een jaarplanning samen met en in opdracht van de gezamenlijke schoolbesturen;

    • iii.

      Het voorzien in informatie aan scholen en ouders;

    • iv.

      Een helpdeskfunctie voor inhoudelijke vragen van scholen;

    • v.

      Het coördineren van het aanmeldproces en de plaatsingsprocedure;

    • vi.

      Het faciliteren van de digitale en warme overdracht van alle Utrechtse leerlingen;

    • vii.

      Het bijdragen aan deskundigheidsbevordering van scholen;

    • viii.

      Het jaarlijks evalueren en verbeteren van de POVO-procedure;

    • ix.

      Afstemming met de schoolbesturen in de regiogemeenten.

  • 4. Loopbaanoriëntatie (LOB)

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Voor deze subsidie komen uitsluitend organisaties in aanmerking met minimaal drie jaar aantoonbare ervaring met het organiseren van onder meer snuffelstages, sollicitatietrainingen en loopbaanoriëntatie voor PO en VO en met een aantoonbaar relevant netwerk van scholen en werkgevers.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Activiteiten gericht op het maken van een bewuste(re) keuze voor een vervolgopleiding: waarbij aandacht is voor de kans op een baan na afronding van de vervolgopleiding (kiezen met het hart én het hoofd);

      • ii.

        Activiteiten gericht op competentieontwikkeling en persoonlijke begeleiding in het kader van loopbaanoriëntatie voor leerlingen in het basisonderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs;

      • iii.

        Bijdragen aan de uitvoering van het LOB-beleid van Utrechtse scholen, waaronder het ondersteunen van scholen met het vormgeven van het netwerk van stages;

      • iv.

        Het leveren van een bijdrage aan kennis en leernetwerken van het stedelijk LOB-netwerk over het LOB-beleid en overgang naar vervolgonderwijs, dagbesteding en/of arbeid;

      • v.

        Het samen met de scholen en samenwerkingsverbanden informeren van ouders over LOB en kansrijke beroepsrichtingen;

      • vi.

        Periodiek rapporteren en adviseren over de LOB-ontwikkelingen op de scholen ten behoeve van gemeentelijk beleid.

  • 5. Psychosociale pedagogische Interventies (PPI)

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Aanvrager heeft een aantoonbare samenwerkingsrelatie met de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs en de Utrechtse schoolbesturen voor voortgezet onderwijs.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Het bieden van laagdrempelige hulp en ondersteuning aan jongeren met psychosociale problemen die het risico lopen om voortijdig school te verlaten als gevolg van uiteenlopende (relatief lichte) psychosociale problemen, zoals gebrek aan motivatie, weinig zelfvertrouwen, eenzaamheid, moeilijkheden thuis.

      • ii.

        De hulp wordt zowel groepsgericht als door middel van individuele gesprekken ingezet.

      • iii.

        Een overleg met jongere, ouders, school en kernpartners (vooraf, tijdens en na het traject van hulpverlening).

      • iv.

        Opstellen en onderhouden van een ondersteuningsplan (onderdeel van het onderwijsondersteuningsplan en een eventueel gezinsplan), met als doel het duurzaam versterken en verbeteren van het functioneren van de jongere (en zijn omgeving) zodat de schoolloopbaan bij voorkeur ononderbroken kan worden voortgezet.

      • v.

        Het professionaliseren van schoolmedewerkers ten behoeve van de omgang met de jongere(n).

      • vi.

        Deelname van leerlingen aan PPI gebeurt op verzoek van de school en in nauwe samenwerking en afstemming met ouders/verzorgers, school en de kernpartners passend onderwijs (leerplicht, buurtteam en jeugdgezondheidszorg).

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • De aanvrager geeft in de aanvraag een beschrijving van zijn visie op de hulp en ondersteuning aan jongeren met psychosociale problemen in het onderwijs. De aanvrager geeft tevens aan welke rol hij voor zichzelf ziet in het Utrechts zorglandschap en hoe hij samenwerkt met andere Utrechtse partijen rondom de jongeren in het onderwijs.

  • 6. Orthopedagogische Ondersteuning

    • a.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Aanvullende maatwerktrajecten en gedragsinterventies voor leerlingen naast of tijdelijk in plaats van het reguliere onderwijsaanbod. Dit aanbod is bedoeld voor overbelaste jongeren met (meervoudige) problematiek die dreigen uit te vallen op school. Zij worden met ondersteuning teruggeleid naar de school van herkomst of doorgeleid naar een andere passende plek;

      • ii.

        De trajecten kunnen zowel plaatsvinden op de locatie van het OPDC als op de scholen voor voortgezet onderwijs. Instroom is doorlopend mogelijk gedurende het jaar zoals beschreven in de aanvraag;

      • iii.

        Verzorgen van een schakelfunctie naar een beter passende plek in het voorgezet onderwijs;

      • iv.

        Jongeren kunnen ten hoogste 2 jaar gebruik maken van de ondersteuning op de locatie van het OPDC, terugstroom naar school van herkomst of doorstroom naar een andere (passende) plek is onderdeel van het (onderwijs)ondersteuningsplan;

      • v.

        Coaching van professionals door experts van het OPDC op het voortgezet onderwijs met als doel kennis te delen en handelingsperspectief te bieden zodat leerlingen de juiste ondersteuning krijgen op de eigen school.

    • b.

      Aanvullende eisen aan de aanvraag:

  • Geef in de subsidieaanvraag aan op welke wijze:

    • i.

      De school van inschrijving circa 95% van de reguliere bekostiging overdraagt aan het OPDC bij plaatsing;

    • ii.

      De leerlingen onderwijs en begeleiding ontvangen, inclusief eventuele stages op hun niveau;

    • iii.

      Wordt gewerkt aan gedragsverandering, werkhouding en het wegwerken van leerachterstanden;

    • iv.

      Er wordt samengewerkt met kernpartners en JOU (wijkgerichte aanpak) aan optimale ondersteuning van jongeren in hun brede ontwikkeling;

    • v.

      Worden specifieke gedragsinterventies en of ondersteuning op leren ingezet, en of hiervoor samengewerkt wordt met externe partners;

    • vi.

      Het mogelijk is eindexamen te doen, in samenwerking met VO/VSO.

  • 7. Overgang VO-MBO

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking: samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Stedelijke coördinatie VO-MBO en implementatie van regionaal beleid op de scholen;

      • ii.

        Activiteiten gericht op het verbeteren van de overstap VO-MBO op basis van de Utrechtse LOB-standaard van het samenwerkingsverband Sterk VO

      • iii.

        Inzet begeleiders passend onderwijs op aandacht voor studiekeuze, loopbaanroute en benodigde ondersteuning op de vervolgschool;

      • iv.

        Deskundigheidsbevordering en kennisdeling, minimaal 3 x per jaar bijeenkomsten;

      • v.

        Ondersteunen LOB-projecten van scholen inclusief trainingen;

      • vi.

        Scholen ondersteunen bij het uitvoeren van de aanpak ouderbetrokkenheid.

  • 8. Regionaalprogramma doorstroompuntregio(van school naar duurzaam werk)

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Voor deze subsidie komen in aanmerking de deelnemende partners binnen het regionale programma doorstroompuntregio 19.

    • i.

      Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs binnen Doorstroompunt-regio 19 Utrecht;

    • ii.

      Besturen van deelnemende MBO-instellingen binnen Doorstroompunt-regio 19 Utrecht voor de eigen organisatie of namens andere MBO-instellingen binnen Doorstroompunt-regio 19 Utrecht;

    • iii.

      Doorstroompunt-regio 19 Utrecht (penvoerder), aanvragende voor een of meer MBO-instellingen/samenwerkingsverbanden binnen Doorstroompunt- regio 19 Utrecht die voldoen aan de daarvoor vastgestelde criteria;

    • iv.

      Contact- en centrumgemeenten binnen de subregio’s in Doorstroompunt-regio 19 Utrecht, zijnde Nieuwegein, Woerden en Zeist;

    • v.

      Partijen die verbonden zijn aan het regionale programma vanuit de betrokken arbeidsmarktregio('s)

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • De subsidiabele activiteiten en subsidiecyclus zijn opgenomen in het regionale programma zoals vastgesteld door de regionale Stuurgroep.

  • Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt de juiste begeleiding en ondersteuning geven richting economische zelfstandigheid. Jongeren die de aansluiting met school en werk dreigen te verliezen worden begeleid op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving door het voorkomen van (tijdelijke) schooluitval en door in te zetten op het behalen van een startkwalificatie om een goede aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt.

  • Het regionaal programma is gericht op alle jongeren die in de doorstroompuntregio 19 naar school gaan en/of wonen.

    • c.

      Beoordeling:

  • De beoordeling en toetsing van de aanvraag vindt plaats door de contactgemeente van de Doorstroompunt-regio 19 Utrecht. Uitvoering vindt plaats binnen de kaders die zijn afgesproken met de partners in de Doorstroompunt-regio 19 Utrecht en zijn vastgelegd in het regionaal programma.

Artikel 14 Ongelijk investeren voor gelijke kansen

  • 1. Versterken van taal

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Deze subsidie is beschikbaar voor schoolbesturen van het primair onderwijs in Utrecht die één of meer scholen hebben met een gemiddelde achterstandsscore van minimaal 1,25, zoals gepubliceerd door het CBS.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Versterken van taal maakt in Utrecht deel uit van het onderwijsachterstandenbeleid. De aanvrager kan deze subsidie inzetten op de manier die past bij de taalachterstandenproblematiek van elke afzonderlijke school. De middelen voor taalachterstandenbestrijding dienen te worden ingezet in die groepen en voor die leerlingen die deze intensievere/extra inzet het hardst nodig hebben. Vanwege de doorgaande lijn met de voorschoolse educatie, wordt er verwacht dat een deel van deze middelen in ieder geval worden ingezet in de kleutergroepen (vroegschool). Hierbij worden activiteiten georganiseerd om de taalprestaties van leerlingen met (een risico op) een taalachterstand te verbeteren.

  • 2. Talentontwikkeling en coördinatie brede school PO

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Deze subsidie kan worden aangevraagd door één van de schoolbesturen PO, optredend als penvoerder voor de gezamenlijke schoolbesturen. De subsidie is bedoeld voor de scholen op de lijst brede scholen zoals die wordt vastgesteld door de Stuurgroep Brede School (met hierin gemeente en schoolbesturen).

  • De schoolbesturen geven de penvoerder hiervoor een machtiging.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Het organiseren van activiteiten in de Brede School wijken die een aanvulling zijn op het curriculum.

      • ii.

        Het gaat om samenhangend en toegankelijk activiteitenaanbod op het gebied van:

        • 1.

          Leervaardigheden

        • 2.

          Leesplezier

        • 3.

          Creatieve vaardigheden

        • 4.

          Bewegen en motorische vaardigheden

        • 5.

          Natuur en techniek

        • 6.

          Kennismaken met de omgeving (wijk of stad)

      • iii.

        Activiteiten zijn toegankelijk voor alle kinderen die naar een Brede school in de wijk gaan. En daarnaast voor kinderen die in betreffende wijk wonen en naar een school voor speciaal (basis) onderwijs in een andere wijk gaan.

      • iv.

        Voor de activiteiten noodzakelijke huur van ruimtes buiten de scholen kan worden opgenomen in de aanvraag

      • v.

        De coördinator Brede School zorgt voor samenhang van het activiteitenaanbod en afstemming met de scholen, voor deskundigheidsbevordering van de medewerkers en een gezamenlijke pedagogische aanpak van de samenwerkende partners.

      • vi.

        De coördinator Brede School zorgt voor samenhang binnen het netwerk in de wijk. Dit is vastgelegd in een functiebeschrijving coördinatie Brede School, die onderdeel is van de subsidieaanvraag. Het (doen) organiseren van activiteiten in de Brede School wijken.

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • De aanvrager geeft aan hoe de Brede Scholen actief de deelname stimuleert van leerlingen die dat nodig hebben. De Brede Scholen werken hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.

  • 3. Talentontwikkeling VO

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Deze subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen Voortgezet Onderwijs voor Utrechtse scholen die Praktijkonderwijs en/of VMBO breed b/k/tl aanbieden. Daarnaast kan subsidie worden aangevraagd voor scholen met een onderwijskansenscore die groter is dan 0.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • De scholen bieden activiteiten op tenminste twee of meer van de onderstaande thema’s;

    • i.

      Leervaardigheden

    • ii.

      Leesplezier

    • iii.

      Creatieve vaardigheden

    • iv.

      Bewegen en motorische vaardigheden

    • v.

      Natuur en techniek

    • vi.

      Kennis maken met de omgeving (wijk of stad)

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • Minimaal 50% van de leerlingen op de scholen voor Praktijkonderwijs en VMBO breed b/k/tl neemt gedurende het jaar deel aan de activiteiten, die aanvullend zijn op het verplichte curriculum. Uitbreiding naar andere groepen leerlingen is toegestaan maar mag niet ten koste gaan van het bereik onder de genoemde doelgroep leerlingen. De school geeft aan hoe zij stimuleert dat de leerlingen die het meest baat hebben bij dit aanbod, hiervan gebruik maken. De school werkt hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.

  • Tenminste 75% van de middelen wordt door het schoolbestuur ingezet op activiteiten voor leerlingen. Maximaal 25% kan worden ingezet voor brede school coördinatie en de zorg voor een samenhangend activiteitenaanbod.

  • 4. Wegnemen financiële drempels

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

      • i.

        Financiële drempels verminderen: hiervoor komen uitsluitend organisaties in aanmerking die aantoonbare ervaring hebben met het financieel of in natura ondersteunen van kinderen die opgroeien in armoede, daarin samenwerken met scholen en andere partijen die ondersteuning bieden aan kinderen die opgroeien in armoede

      • ii.

        Het solidariteitsfonds wordt beheerd door de rechtspersoon van de Utrechtse Onderwijs Agenda of een daartoe door de Utrechtse Onderwijsagenda aangewezen schoolbestuur.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

      • i.

        Financiële drempels verminderen; Kinderen in het funderend onderwijs tussen 4 en 18 jaar die vanwege de financiële thuissituatie in mindere mate mee kunnen doen op en rond school, worden ondersteund om hun participatiemogelijkheden te vergroten. Dit betreft door school gesignaleerde tekorten op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn als gevolg van armoede. Het gaat om middelen of activiteiten die niet in aanmerking komen voor een gemeentelijke armoedevoorziening, of waarvan de gemeentelijke armoedevoorziening al voor andere doeleinden is gebruikt.

      • ii.

        Financiële drempels voorkomen: Het in stand houden van een gezamenlijk solidariteitsfonds ter vervanging van de vrijwillige ouderbijdrage, te beginnen in het primair onderwijs. Aan dit fonds is een plan gekoppeld voor de besteding ervan, dat volgens de principes van ongelijk investeren voor gelijke kansen ten goede komt aan leerlingen (en hun ouders) uit de laagste inkomensgroepen.

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

    • d.

      Uit de aanvraag dient te blijken:

      • i.

        Hoe de aanvrager tot een selectie komt van de scholen of leerlingen die worden ondersteund.

      • ii.

        Hoe ouders geholpen worden gebruik te maken van de bestaande voorliggende voorzieningen in Utrecht die kinderen helpen om mee te kunnen doen en hoe scholen hierbij gesteund worden dit aan te moedigen.

Artikel 15 Professionals versterken

  • 1. Utrecht Leert

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen die zijn aangesloten bij Utrecht Leert ten behoeve van primair onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs, MBO en onderwijsinstellingen die personeel opleiden voor deze onderwijssectoren; of door een daartoe aangewezen schoolbestuur dat optreedt als penvoerder.

  • Budget dat in de subsidiestaat is geoormerkt voor een specifieke wijk, kan alleen worden ingezet in die wijk.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Schoolbesturen kunnen subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van het plan van aanpak voor het terugdringen van het personeelstekort in het onderwijs, Utrecht Leert!

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • De aanvraag kan gedurende het hele jaar worden ingediend. De aanvraag is vooraf getoetst door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert op de bijdrage aan het gezamenlijke plan van aanpak van Utrecht Leert. De hoogte en looptijd van de subsidie wordt bepaald door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert en sluit aan bij het plan van aanpak van de onderwijsregio Utrecht-stad.

  • 2. Onderwijsimpuls

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • Subsidie kan worden aangevraagd door Utrechtse schoolbesturen als:

    • i.

      Initiatiefnemer;

    • ii.

      Penvoerder voor een initiatief van één of meerdere scholen of schoolbesturen, en/of voor samenwerking met derden.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten:

  • Met een eenmalige subsidie een professionele lerende cultuur in het funderend onderwijs stimuleren en onderwijsontwikkeling in het funderend onderwijs versnellen. Activiteiten richten zich op tenminste een van de onderstaande thema’s:

    • i.

      Toekomstbestendig onderwijs voor leerlingen in het funderend onderwijs: Initiatieven die bijdragen aan (context)rijke leerervaringen, het leren van de leerlingen stimuleren, het onderwijs slim organiseren;

    • ii.

      Toekomstbestendig onderwijs voor medewerkers in het funderend onderwijs: Initiatieven die ruimte geven aan ontwikkeling en gemotiveerde onderwijsprofessionals, het leren van en met elkaar stimuleren, beroepsperspectieven in het onderwijs verbreden en verdiepen.

    • c.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag:

  • De aanvragen kunnen worden ingediend in twee tijdvakken:

    • i.

      Tot 1 oktober voor projecten die starten in de eerste helft van het volgend kalenderjaar;

    • ii.

      Tot de eerste vrijdag na de meivakantie zoals vastgesteld door het Rijk, voor projecten die starten in de eerste helft van het volgende schooljaar.

  • Minimaal 25% van de beschikbare subsidie blijft beschikbaar voor de 2e tranche met indieningsdatum in mei.

  • De looptijd van de subsidie is maximaal 18 maanden.

  • In uitzonderlijke gevallen, als het gaat om initiatieven met een aangetoond overstijgend stedelijk belang voor de ontwikkelkansen van leerlingen en/of onderwijspersoneel, kan het college besluiten van de maximale looptijd en het maximale bedrag van de subsidie af te wijken. Bij een overstijgend stedelijk belang is er sprake van activiteiten die het niveau van schoolbesturen overstijgen, die bijdragen aan het behalen van de doelen van de Utrechtse Onderwijsagenda en het college van burgemeester en wethouders, en waarvan het positieve effect al is aangetoond.

    • c.

      Beoordeling:

  • Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt de aanvraag eerst getoetst of voldoende wordt gescoord op de volgende criteria:

    • i.

      De aanvraag draagt bij aan de doelstellingen en actualiteit van de Utrechtse Onderwijs Agenda rond gelijke onderwijskansen en voldoende goede onderwijsprofessionals.

    • ii.

      Cofinanciering: De subsidieaanvrager draagt zelf bij in geld, in de inzet van uren of anderszins.

    • iii.

      Proportionaliteit: De omvang van de subsidie staat in redelijke verhouding tot het aantal leerlingen of docenten dat ermee wordt bereikt.

    • iv.

      Financiële borging: De voortzetting van de activiteiten is na deze eenmalige subsidie niet afhankelijk van gemeentelijke financiële ondersteuning.

    • v.

      Inhoudelijke borging: Er is voorzien in het borgen van kennis en ervaring.

    • vi.

      Kennis delen: Er is aantoonbare kennisdeling over het project met andere Utrechtse scholen.

    • vii.

      Het project heeft een concrete startdatum en looptijd.

  • Uitsluitend aanvragen die voldoende scoren op deze criteria, komen in aanmerking voor subsidie.

  • Als de totale aangevraagde subsidie van aanvragen die voldoende scoren op voorgaande criteria hoger is dan het subsidiebedrag voor de subsidieperiode, worden ook de volgende criteria getoetst:

    • i.

      Het project vergroot kansengelijkheid;

    • ii.

      Het project draagt bij aan de doelstellingen van Utrecht Leert!

    • iii.

      Het project is een samenwerking tussen twee of meer Utrechtse scholen voor funderend onderwijs;

    • iv.

      Het project is een samenwerking tussen een of meer Utrechtse schoolbesturen voor funderend onderwijs.

  • Het voldoen aan deze criteria bepaalt de onderlinge weging en prioriteit van de aanvragen. Bij de beoordeling van de aanvragen kan het college zich laten adviseren door (externe) deskundigen.

  • 3. Onderwijs Ondersteunend Personeel (basisonderwijs)

    • a.

      Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager:

  • De subsidie kan worden aangevraagd voor scholen voor (speciaal) basisonderwijs in de gemeente Utrecht.

    • b.

      Subsidiabele activiteiten

      • i.

        De subsidie is een tegemoetkoming voor de loonkosten van een onderwijsondersteunend medewerker in vaste dienst, ter verlichting van de dagelijkse taken van leraren en schoolleiders.

      • ii.

        Per schoollocatie kan er voor maximaal 1 medewerker voor maximaal 0,8 fte ondersteunend personeel in vaste dienst subsidie worden aangevraagd.

      • iii.

        Schoollocaties die een medewerker van UW Bedrijven inlenen tegen gereduceerd tarief op basis van een overeenkomst tussen de gemeente Utrecht en UW Bedrijven, komen niet in aanmerking voor deze subsidie omdat zij met het gereduceerde tarief van UW bedrijven al een tegemoetkoming voor loonkosten ontvangen.

    • c.

      Afwijkende eisen aan de aanvraag:

  • In afwijking van artikel 6 hoeft bij deze aanvraag geen activiteitenplan en begroting te worden ingediend.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking

De Nadere regel subsidie onderwijs gemeente Utrecht, zoals vastgesteld op 9 juli 2024 wordt ingetrokken.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

De Nadere regel subsidie onderwijs gemeente Utrecht, zoals vastgesteld op 9 juli 2024 blijft van toepassing op aanvragen die onder de werking van die nadere regel zijn ingediend en op subsidiebesluiten die onder de werking van die nadere regel zijn genomen.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen één of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking de dag na bekendmaking

Artikel 20 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel subsidie Onderwijs gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 24 juni 2025.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Bijlage 1. Toelichting

Algemene toelichting

Burgemeester en wethouders hebben deze nadere regel vastgesteld met het doel dat alle kinderen en jongeren in Utrecht hun eigen unieke pad in het onderwijs doorlopen naar een kansrijke deelname aan de samenleving.

In de Utrechtse Onderwijs Agenda 2024-2027 is uitwerking gegeven aan de afspraken tussen gemeente, schoolbesturen en overige partners over het onderwijs- en jeugdbeleid. Met de samenwerkingsafspraken in de UOA dragen we bij aan het bereiken van de bovenliggende ambities kansengelijkheid, voldoende professionals en inclusie. Goed onderwijs is de motor voor gelijke kansen. Om dit te bereiken zijn er voldoende professionals nodig in het onderwijs. Onder inclusie verstaan we dat kinderen en jongeren samen opgroeien, met en van elkaar leren en elkaar ontmoeten. ​De samenwerking is georganiseerd rondom de volgende thema’s:

  • a.

    Sociaal-emotionele ontwikkeling​

  • b.

    Basisvaardigheden​

  • c.

    Flexibel huisvesten​

  • d.

    Onderwijsprofessionals​

  • e.

    Doorlopende ontwikkellijnen​

In het coalitieakkoord 2022-2026 kiest de coalitie voor het creëren van kansengelijkheid in het onderwijs. Om dit te bereiken is het de keuze om subsidies gericht in te zetten op groepen die het meeste risico lopen op minder goede kansen om deel te nemen aan de samenleving. Voor deze prioritering maken we gebruik van de wegingen van schoolpopulaties door het CBS.

Ook geven we prioriteit aan subsidies voor interventies die op stedelijk of wijkniveau deze leerlingen die risico lopen op minder goede kansen bereiken.

De Sociale Visie Utrecht 2040 schetst het toekomstbeeld waar de gemeente Utrecht naartoe werkt. De ambitie is dat Utrecht in 2040 een inclusieve, veerkrachtige en gezonde gemeenschap is, waarin alle inwoners een eerlijke kans hebben om mee te doen en om zich te ontwikkelen tot wie ze kunnen en willen zijn. Een subdoelstelling is dat kinderen in 2040 opgroeien in een stabiele, gezonde, stimulerende en liefdevolle omgeving. Daarbij ligt de focus op een sterke pedagogische basis, op de fysieke leefomgeving van het kind. Bijzondere aandacht is er voor het jonge kind, want ontwikkelachterstanden in de eerste levensjaren kunnen later nauwelijks meer worden ingelopen.

We vinden het belangrijk om de taal- en leesontwikkeling van kinderen te stimuleren. Lezen ligt aan de basis van de taal- en leesontwikkeling van kinderen, en aan de kansen die zij krijgen op school en in de maatschappij. Lezen vergroot de wereld van kinderen, leert hen om anderen beter te begrijpen en vergroot hun welzijn. Kinderen die vrij worden gelaten in wat ze willen lezen, ervaren meer leesplezier en leggen meer leeskilometers af.

Gezond stedelijk leven voor iedereen is de ambitie van de stad Utrecht. Bij de activiteiten die (mede) door deze subsidie worden uitgevoerd, vragen we om gezondheid te beschermen en gezonde leefgewoonten te bevorderen, in het bijzonder voor jeugd, ouderen en/of kwetsbare inwoners, zodat dit bijdraagt aan het verkleinen van gezondheidsverschillen. We vragen u om in het activiteitenplan hier ook aandacht aan te besteden, concreet gaat het hierbij vooral om het thema leefgewoonten van het Utrechts Kwaliteitskader en de verschilmaker ‘gezond samenleven’ van de Sociale Visie Utrecht.

Bijlage 2. Aanvragers

De verschillende subsidies zijn aan te vragen door de rechtspersonen in de volgende sectoren:

Artikel 12 Een sterke basis

PO

VO

Samen-werkingen

KO

Overig

1. Spelinloop en ouder kind groepen 0-2,5 jaar

v

2. Taal- en leesstimulering 0-4 jaar

v

3. Vrij leesuur

v

4. Nieuwkomer onderwijs

v

v

5. Cultuureducatie

v

v

v

Artikel 13 Doorgaande ontwikkellijnen

PO

VO

Samen-werkingen

KO

Overig

1. Verbindingsgroepen

v

v

2. Ondersteuning overgangPO

v

3. Overgang PO-VO

v

4. Loopbaanoriëntatie

v

5. Psychosociale Pedagogische interventies

v

6. Orthopedagogisch didactische ondersteuning

v

7. Overgang VO-MBO

v

8. Regionaal programma doorstroompuntregio

v

Artikel 14 Ongelijk investeren voor gelijke kansen

PO

VO

Samen-werkingen

KO

Overig

1 Versterken van taal

v

2 Talentontwikkeling PO

v

v

3 Talentontwikkeling VO

v

4 Wegnemen financiële drempels

v

v

Artikel 15 Professionals versterken

PO

VO

Samen-werkingen

KO

Overig

1. Utrecht Leert

v

v

v

v

2. Onderwijsimpuls

v

v

v

3. Onderwijs Ondersteunend Personeel

v

Bijlage 3. Verdeling subsidies

Voor de verdeling van de subsidies over de aanvragen gelden de volgende verdeelsleutels:

Artikel 12 Een sterke basis

Artikel

Verdeelsleutel

1. Spelinloop 0-2 jaar

Indien er meer wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is worden de aanvragen gedeeltelijk verleend. Daarbij wordt het te verlenen bedrag evenredig verlaagd voor alle aanvragers.

2. Taal- en leesstimulering 0-4 jaar

Indien er meer wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is worden de aanvragen gedeeltelijk verleend. Daarbij wordt het te verlenen bedrag evenredig verlaagd voor alle aanvragers.

3. Vrij leesuur

Maximaal € 1.250,- per schoolvestiging. Als er meer aanvragen zijn dan het subsidieplafond toelaat, wordt het te verstrekken bedrag per school evenredig verlaagd.

4. Nieuwkomersonderwijs

Een vooraf bepaald bedrag voor PO en VO afzonderlijk, opgenomen in de subsidiestaat

5. Cultuureducatie

Bedrag per leerling. Het bedrag per leerling is het totaalbedrag opgenomen in de subsidiestaat, gedeeld door alle leerlingen in het funderend onderwijs, inclusief speciaal (voortgezet) onderwijs.

Artikel 13 Doorgaande ontwikkellijnen

1. Verbindingsgroepen

Per verbindingsgroep maximaal €55.000,- per jaar, en per schoolbestuur maximaal €50.000 per jaar

2. Ondersteuning overgang PO

Een vooraf bepaald bedrag opgenomen in de subsidiestaat.

3. Overgang PO-VO

Een vooraf bepaald bedrag, opgenomen in de subsidiestaat.

4. Loopbaanoriëntatie

Indien er meer wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is worden de aanvragen gedeeltelijk verleend. Daarbij wordt het te verlenen bedrag evenredig verlaagd voor alle aanvragers.

5. Psychosociale pedagogische interventies

Indien er meer wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is worden de aanvragen gedeeltelijk verleend. Daarbij wordt het te verlenen bedrag evenredig verlaagd voor alle aanvragers.

6. Orthopedisch didactische ondersteuning

Een vooraf bepaald bedrag, opgenomen in de subsidiestaat

7. Overgang VO-MBO

Een vooraf bepaald bedrag, opgenomen in de subsidiestaat.

8. Regionaal programma doorstroompuntregio

De wijze van verdeling van beschikbare Rijksmiddelen voor het regionaal programma wordt vastgesteld door de regionale Stuurgroep en vastgelegd in het Regionaal Programma

Artikel 14 Ongelijk investeren voor gelijke kansen

1. Versterken van taal

Het beschikbare subsidiebedrag wordt naar rato verdeeld onder de aanvragers op basis van de optelsom van alle achterstandsscores van alle scholen per bestuur die volgens het CBS een minimale gemiddelde achterstandsscore van 1,25 hebben.

2. Talentontwikkeling PO

Het beschikbare subsidiebedrag wordt berekend op basis van de leerlingenaantallen op de scholen die volgens het CBS in peiljaar 2022-2023 de hoogste achterstanden hebben, in een buurt liggen met een lage SES en een hoog percentage leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen hebben. Deze lijst wordt eens per drie jaar vastgesteld.

3. Talentontwikkeling VO

Per school voor Praktijkonderwijs en/of VMBO breed b/k/tl een basisbedrag van € 60.000 per school.

Het resterende subsidiebedrag wordt verdeeld op basis van de onderwijskansenscore.

In het geval een schoolbestuur te maken krijgt met een toename of afname in de jaarlijkse subsidie van meer dan €200.000, wordt herverdeling van de subsidie in twee stappen uitgevoerd. Het te verdelen bedrag wordt in het overgangsjaar met €100.000 verlaagd indien sprake is van een sterke toename. Het te verlenen bedrag wordt in het overgangsjaar met €100.000 verhoogd indien sprake is van een sterke afname.

4. Wegnemen financiële drempels

Financiële ondersteuning: Indien er meer wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is worden de aanvragen gedeeltelijk verleend. Daarbij wordt het te verlenen bedrag evenredig verlaagd voor alle aanvragers.

Solidariteitsfonds: Een vooraf bepaald bedrag, opgenomen in de subsidiestaat.

Artikel 15 Professionals versterken

1. Utrecht Leert

De verdeling en looptijd van de subsidie wordt bepaald door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert.

Het is mogelijk om een deel van het bedrag te oormerken voor een specifieke wijk.

2. Onderwijsimpuls

Maximaal €150.000 per aanvraag.

Maximaal €100.000 per school per kalenderjaar.

3. Onderwijs Ondersteunend Personeel

Het subsidieplafond zoals vermeld in de subsidiestaat wordt gedeeld door het totaal aantal rechtmatig aangevraagde fte's om te komen tot het subsidiebedrag per locatie. Maximaal 0,8 fte per locatie en een maximum subsidiebedrag van € 6.468 per locatie.