Beleidsregels leningen en garanties 2025 gemeente Gooise Meren

1. De aanvrager moet aantoonbaar bijdragen aan de maatschappelijke doelen van de gemeente Gooise Meren;

2. De aanvrager mag geen winstoogmerk hebben;

3. De aanvrager mag geen besloten karakter hebben en niet uitsluitend zijn gericht op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze levensbeschouwelijke of politieke aard;

4. De aanvrager dient rechtspersoonlijkheid te bezitten;

5. De aanvrager moet statutair en feitelijk in de gemeente Gooise Meren zijn gevestigd.

1. Een aanvraag voor een garantie of lening wordt schriftelijk bij het college ingediend, voordat de aanvrager verplichtingen aangaat in verband met de financiering.

2. De aanvraag moet worden gedaan door het orgaan, dat daarvoor volgens de statuten van de betreffende organisatie bevoegd is.

3. De aanvraag moet vergezeld gaan van:

• a.

  een recent uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel;

• b.

  een exemplaar van de geldende statuten van de organisatie;

• c.

  een opgave van de bestuurssamenstelling;

• d.

  tekeningen en technische omschrijving als het doel van de gemeentelijke financiering de aankoop of verbouwing van een onroerende zaak betreft;

• e.

  de wijze waarop zekerheid wordt gesteld, een verklaring waaruit blijkt dat deze zekerheid vrij is van hypotheek en/of pand en bij zekerheid middels een hypotheek op een bestaande onroerende zaak een taxatie niet ouder dan zes maanden van een gecertificeerde taxateur;

• f.

  de jaarrekeningen, inclusief balans en verlies- en winstrekening van de laatste twee boekjaren (indien aanwezig: voorzien van accountantsverklaring). Bij een nieuwe organisatie zoveel afschriften van jaarrekeningen als redelijkerwijs beschikbaar kunnen zijn;

• g.

  de vastgestelde begroting van het huidige boekjaar, het komende boekjaar en een meerjarenbegroting waarin rente en aflossing van de geldlening zijn verwerkt;

• h.

  een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering. Als het een aanvraag voor een garantie betreft moet deze ook zijn voorzien van de concept-leningsovereenkomst met de beoogde financiële instelling dan wel een offerte van de beoogde financiële instelling waarin in ieder geval zijn opgenomen de leenvoorwaarden;

• i.

  een opgaaf van het gemeentelijk publieke belang van de activiteiten van de aanvrager waarop de garantie of lening betrekking heeft;

4. Het college kan bepalen dat één of meer van de onder lid 3 genoemde documenten niet hoeven te worden overgelegd, als dat redelijkerwijs niet nodig is voor het nemen van een besluit op een aanvraag om financiering te verstrekken.

5. Het college kan aanvullende gegevens vragen als zij die nodig acht om de aanvraag goed te kunnen behandelen.

6. Indien bij de aanvraag niet alle gevraagde gegevens worden verstrekt of het college aanvullende gegevens vraagt, wordt er een termijn van maximaal vier weken geboden om de gevraagde gegevens alsnog te leveren. Indien na het verstrijken van deze termijn de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

1. Het college wijst de aanvraag om verstrekking van een financiering af indien:

• a.

  de activiteiten van de aanvrager naar het oordeel van het college concurrerend zijn met reeds aanwezige voorzieningen waar gelijke of gelijksoortige activiteiten worden verricht;

• b.

  de aanvrager naar redelijke verwachting niet kan voldoen aan de aan de financiering verbonden verplichtingen;

• c.

  twijfel bestaat omtrent het bestaansrecht van de aanvrager gedurende de looptijd van de financiering;

• d.

  de waarde of aard van de zekerheid de gemeente onvoldoende zekerheid biedt;

• e.

  de aanvrager bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

• f.

  sprake is van ongeoorloofde staatssteun.

2. Het college kan de aanvraag om verstrekking van een financiering afwijzen indien:

• a.

  de raad, na over de voorgenomen financiering gehoord te zijn, bedenkingen heeft geuit;

• b.

  zij in het licht van haar eigen financiële positie en de te nemen risico’s het verstrekken van een financiering niet verantwoord acht;

• c.

  sprake is van geoorloofde staatssteun.

1. De financiering moet nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente Gooise Meren. Dat wil zeggen dat het moet passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend. De gemeente geeft door middel van de vaststelling van de programmabegroting, de begrotingswijzigingen en beleidsnota’s het richtinggevende en budgettaire kader. Het college bepaalt of er sprake is van een publieke taak.

2. De financiering moet essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager.

3. De financiering moet in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners en/of moet volledig ten goede komen aan (on)roerende zaken binnen het grondgebied van de gemeente Gooise Meren.

4. Het doel van de financiering moet zonder gemeentelijke lening of garantstelling niet te realiseren zijn. Eerst dienen aantoonbaar zelfwerkzaamheid, eigen middelen, subsidiegelden en middelen van sponsoren, et cetera door de aanvrager te worden benut.

5. De aanvrager moet aantonen dat deze zelfstandig geen financiering op de markt kan verkrijgen, door middel van het overleggen van verklaringen van minimaal twee financiële instellingen waarin dit wordt bevestigd.

6. Een lening of garantie moet dienen tot de financiering van investeringen.

7. De aanvrager moet voldoende zekerheid bieden in de vorm van een hypotheek of een pand.

8. De looptijd van de lening of garantie moet zijn afgestemd op de te verwachten technische (dan wel economische levensduur als deze korter is) gebruiksduur van de (on)roerende zaak waarmee zekerheid wordt gesteld. De maximale looptijd is 30 jaar.

9. Een aanvraag voor een lening moet voor een bedrag hoger dan € 100.000 en voor een garantie voor een bedrag hoger dan € 50.000 zijn.

1. Conform artikel 9 ‘Informatieplicht’ van de Financiële Verordening Gooise Meren 2023 worden besluiten ten aanzien van ‘leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000’ genomen nadat de raad is geïnformeerd en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

2. Het college maakt het besluit om al dan niet financiering te verstrekken schriftelijk bekend aan de aanvrager.

3. De gemeente doet een externe staatssteuntoets bij elke aanvraag voor een lening voor een bedrag hoger dan € 100.000 en voor een garantstelling voor een bedrag hoger dan € 50.000.

4. Bij verstrekking van een financiering kunnen aanvullende voorwaarden worden opgenomen, naast voorwaarden omtrent het maximale bedrag, de maximale looptijd, de wijze van aflossing en de overige voorwaarden uit deze beleidsregels.

5. De aanvrager verstrekt jaarlijks vóór 1 april een activiteitenverslag, de exploitatiebegroting en een financieel jaarverslag aan het college.

6. De aanvrager informeert het college schriftelijk indien en zodra substantiële financiële mee- of tegenvallers in de exploitatie van de organisatie dreigen op te treden of ingeval er liquiditeitsproblemen ontstaan.

7. Zonder toestemming van het college is het de aanvrager niet toegestaan nieuwe geldleningen, rekening courantovereenkomsten of garanties/borgtochten aan te gaan, gelden uit te lenen dan wel gelden te beleggen.

8. Alle uit de aanvraag voortvloeiende kosten (zoals de staatssteuntoets, notariskosten, kosten van due diligence of kosten voor het opvragen van informatie) zijn voor rekening van de aanvrager.

9. Zonder toestemming van het college is het de aanvrager niet toegestaan om een statutenwijziging te realiseren of een organisatiewijziging door te voeren.

10. Indien nadat de gemeente financiering heeft verstrekt blijkt dat de aanvrager niet (meer) voldoet aan de voorwaarden, de activiteiten beëindigt of de organisatie opheft wordt de financiering beëindigd.

11. Een garantie heeft de voorkeur boven een lening. Indien een garantie naar het oordeel van de gemeente voldoende is, wordt geen lening door de gemeente verstrekt.

1. Een verleende garantie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien de overeenkomst van de geldlening waarop de garantie betrekking heeft niet binnen zes maanden na het nemen van het besluit tot garantieverlening tot stand komt.

2. De garantie aan de financiële instelling wordt afgegeven onder de volgende voorwaarden:

• a.

  de financiële instelling wint zijn bestaande of toekomstige zekerheden eerst uit voordat de gemeente aangesproken wordt;

• b.

  als de gemeente aangesproken wordt als borg, treedt zij in de rechten van de aanvrager;

• c.

  gemeente wordt gevrijwaard van uit de garantie voortvloeiende verplichtingen, wanneer de financiële instelling een of meer zekerheden niet geheel of gedeeltelijk heeft aangewend, tenzij de gemeente hiervoor vooraf schriftelijk toestemming heeft verleend;

• d.

  de financiële instelling ziet erop toe dat bij vervreemding van de onroerende zaak, de geldlening volledig wordt afgelost en de afgegeven garantie daarmee komt te vervallen;

• e.

  de financiële instelling informeert de gemeente jaarlijks over de restantschuld van de geldlening;

• f.

  bij ingebrekestelling van de aanvrager ontvangt de gemeente daarvan direct een afschrift van de financiële instelling;

• g.

  de financiële instelling verleent geen uitstel van betaling aan de aanvrager zonder schriftelijke toestemming van de gemeente;

• h.

  de financiële instelling verruimt de faciliteiten betreffende de geldlening niet zonder schriftelijke toestemming van de gemeente;

• i.

  als de gemeente krachtens de garantie een betaling verricht in de plaats van een in gebreke gebleven aanvrager, is de regresvordering van de gemeente en een eventueel faillissement van de aanvrager bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de aanvrager heeft.

3. Een garantie wordt niet verstrekt indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds zoals Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds voor de Zorg of Waarborgfonds Kinderopvang. De gemeente kan wel een zogenaamde achtervangfunctie innemen bij een waarborgfonds.

4. Specifiek voor sport geldt dat de gemeente samenwerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). Zonder medewerking van SWS wordt geen garantie door de gemeente verstrekt.

1. De gemeente sluit alleen lineaire leningen af.

2. Verzoeken om leningen worden geweigerd als de betreffende lening door een financiële instelling kan worden verleend tegen marktconforme voorwaarden.

3. Het rentepercentage is marktconform, zoals dat blijkt uit de staatssteun-toets. Een eventueel verschil tussen de in rekening te brengen rente en de rente die de gemeente zelf verschuldigd is aan de huisbankier (voor een lening van dezelfde omvang en met gelijke rente- en aflossingsvoorwaarden) wordt beschouwd als opslag ter dekking van administratie- en risicokosten.

4. Gedurende de looptijd vindt een volledige aflossing plaats waardoor het financiële risico van de gemeente in de loop der jaren steeds verder afneemt.

5. Vervroegde aflossing van de lening is boetevrij. Na vervroegde aflossing is het niet mogelijk bij de gemeente opnieuw een lening aan te vragen voor hetzelfde doel.

6. Een rentevoordeel ten opzichte van een lening van een financiële instelling is geen reden voor verstrekking van een lening door de gemeente.

7. Indien de aanvrager niet of niet tijdig aflost, wordt het niet betaalde deel van de aflossing en rente na verloop van de termijn die wordt gesteld in de tweede aanmaning ineens volledig opeisbaar door de gemeente. Indien alsdan nog steeds niet wordt voldaan door de aanvrager dan kan de gemeente gebruik maken van het recht van parate executie.

8. De financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn dat rente en aflossing betaald kunnen blijven worden.

1. De aanvrager heeft een instandhouding- en onderhoudsverplichting van het onderpand. De aanvrager verplicht zich daarom tot het afsluiten van in ieder geval de wettelijke verplichte verzekeringen en het in goede staat houden van het onderpand gedurende de gehele looptijd van de financiering. Hiertoe moeten gedurende de looptijd van de financiering in de exploitatiebegroting van de aanvrager voldoende financiële middelen worden opgenomen. De gemeente heeft de mogelijkheid eenmaal per twee jaar controle uit te oefenen of het onderpand voldoende wordt onderhouden.

2. Zonder voorafgaande toestemming van het college is het de aanvrager niet toegestaan het onderpand te vervreemden, te bezwaren, in gebruik te geven aan derden dan wel te veranderen van gebruik en/of bestemming.

3. Bij de jaarlijkse verantwoording (artikel 6 lid 3) wordt een kopie van de meest recente verzekeringspolis(sen) van het onderpand meegezonden.

4. Bij vervreemding van het onderpand wordt de financiering per direct beëindigd. Bij financiering in de vorm van een lening moet de resterende aflossing en rente alsdan per ommegaande worden afgelost.