Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Zuiderzeeland 2025

Geldend van 10-06-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Zuiderzeeland 2025

Het Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland;

Gelezen het bestuursvoorstel d.d. 10 juni 2025, zaaknummer 1000882;

Gelet op artikel 108 van de Waterschapswet en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit,

Besluit:

Vast te stellen de:

Verordening op de uitgangspunten voor het beleid, voor het beheer en voor de inrichting van de beleids- en verantwoordingsfunctie van Waterschap Zuiderzeeland.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • i.

      De financiële positie.

    • ii.

      Het financieel beheer.

    • iii.

      De uitvoering van de begroting.

    • iv.

      De uitvoering van investeringsprojecten.

    • v.

      Het afwikkelen van vorderingen en schulden.

Alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • c.

    Autorisatie: toestemming van het Algemeen Bestuur aan het dagelijks bestuur om in een bepaald jaar voor een bepaald doel uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan tot een bepaald bedrag.

  • d.

    Rechtmatigheid: financiële beheershandelingen (waaronder de verantwoording van baten, lasten en balansmutaties) vinden plaats in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving, waaronder waterschapsverordeningen en besluiten van het Algemeen Bestuur.

  • e.

    Doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd.

  • f.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • g.

    Financiële rechtmatigheid: de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met relevante wettelijke voorschriften, waaronder mede begrepen de waterschapsverordeningen.

  • h.

    Rechtmatigheidsverantwoording: verantwoording van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en vastlegging daarvan overeenstemmen met relevante wettelijke voorschriften, waaronder mede begrepen de waterschapsverordeningen.

  • i.

    Begrotingscriterium: criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • j.

    Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het waterschap bij financiële beheershandelingen.

  • k.

    Voorwaardencriterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen.

  • l.

    Reguliere investeringsopgave: investeringen die voortvloeien uit de opdracht van het Algemeen Bestuur aan het college van Dijkgraaf en Heemraden om de bedrijfsmiddelen op een doelmatige wijze op orde te houden, conform het door het Algemeen Bestuur vastgestelde kwaliteitsniveau.

  • m.

    Speciale investeringen: investeringen die als zodanig door het Algemeen Bestuur zijn betiteld, bijvoorbeeld vanwege een hoger risicoprofiel, een grote financiële omvang, een grote maatschappelijke impact en/of grote imagorisico’s.

  • n.

    Speciale exploitatieprojecten: alle activiteiten in de exploitatie, die als zodanig door het Algemeen Bestuur zijn betiteld, bijvoorbeeld vanwege een hoger risicoprofiel, een grote financiële omvang, een grote maatschappelijke impact en/of grote imagorisico’s.

Hoofdstuk 2 Beleidsvoorbereiding en verantwoording

Kaderstelling

Artikel 2 Beleids- en verantwoordingscyclus

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming vast.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voldoen aan de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgeving en aan datgene wat in deze verordening wordt bepaald.

Artikel 3 Vaststellen programma-indeling en paragrafen

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt de programma-indeling vast.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur kan besluiten over welke onderwerpen zij in extra paragrafen, naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken, kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Beleidsbepaling

Artikel 4 Kaders meerjarenbeleid

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden biedt aan het begin van de bestuursperiode per programma een doorkijk van de investeringen aan het Algemeen Bestuur aan, waarin een beeld wordt geschetst van de investeringsopgave van het waterschap op de lange termijn (na de begrotingsperiode).

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden biedt jaarlijks een Kadernota aan het Algemeen Bestuur aan gericht op de lange(re) termijn met daarin de kaders voor het beleid in de komende begrotingsjaren.

  • 3.

    De Kadernota geeft daarnaast een beeld van de ontwikkeling van de loonsom en personele indicatoren.

  • 4.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat in de in lid 2 bedoelde Kadernota de investeringsopgave is opgenomen. Deze opgave geeft de reguliere investeringsopgave per programma weer en een individuele weergave voor de speciale investeringsprojecten en exploitatieprojecten waarvan de kaders nog niet zijn vastgesteld.

  • 5.

    Bij de eerste Kadernota in een nieuwe bestuursperiode stelt het Algemeen Bestuur vast wat de speciale investeringen en speciale exploitatieprojecten zijn.

  • 6.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden is bevoegd een meerjarenonderhoudsplan vast te stellen om de bedrijfsmiddelen op een doelmatige wijze op orde te houden conform de beleidskaders, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het college van Dijkgraaf en Heemraden informeert het Algemeen Bestuur over de hoofdlijnen van een vastgesteld meerjarenonderhoudsplan en de financiële consequenties daarvan in de in lid 2 bedoelde Kadernota.

Artikel 5 Begroting en Meerjarenraming

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden biedt jaarlijks een ontwerp van de begroting aan het Algemeen Bestuur aan, waarin voorstellen zijn opgenomen voor de beleidsuitvoering in het komende begrotingsjaar.

  • 2.

    Bij het ontwerp van de begroting biedt het college van Dijkgraaf en Heemraden jaarlijks ook een meerjarenraming met toelichting aan het Algemeen Bestuur aan, waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in de op het volgende begrotingsjaar en tenminste de vier daaropvolgende jaren, zoals bepaald in artikel 4.6 en artikel 4.7 van het Waterschapsbesluit.

  • 3.

    In de begroting wordt een post onvoorzien opgenomen.

Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten per programma, het bedrag voor onvoorzien alsmede de raming van de dekkingsmiddelen, waaronder de belastingopbrengsten naar kostendragers.

  • 2.

    De investeringsuitgaven van voorgenomen reguliere investeringen uit de investeringsopgave, bedoeld in artikel 4 lid 4, waarvan de geplande aanvangsdatum in het begrotingsjaar ligt, worden bij de vaststelling van de jaarbegroting per programma geautoriseerd. Het college van Dijkgraaf en Heemraden kan na vaststelling van de jaarbegroting beschikken over de in de jaarbegroting opgenomen investeringskredieten.

  • 3.

    De investeringsuitgaven van voorgenomen speciale investeringen uit de investeringsopgave, bedoeld in artikel 4 lid 4, worden op basis van een besluit van het Algemeen Bestuur per project geautoriseerd.

  • 4.

    Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie bij het vaststellen van de jaarbegroting is verleend, legt het college van Dijkgraaf en Heemraden voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel aan het Algemeen Bestuur voor.

Uitvoering, sturing en beheersing

Artikel 7 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de doelstellingen en beoogde te bereiken effecten, de middeleninzet, de maatregelen die getroffen worden, de prestaties die geleverd worden, en de baten en lasten die gerealiseerd worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur, kunnen worden getoetst.

Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat de lasten van de programma’s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het Algemeen Bestuur, met inachtneming van artikel 8, niet worden overschreden.

Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat de baten, waaronder de dekkingsmiddelen, die zijn opgenomen in de raming van de belastingopbrengsten en de inkomsten die in investeringskredieten zijn opgenomen, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 8, niet worden onderschreden.

Het college van Dijkgraaf en Heemraden is bevoegd overschrijding van geautoriseerde lasten en geautoriseerde kapitaallasten van geraamde uitgaven voor investeringen en onderschrijding van geautoriseerde baten en geautoriseerde kapitaallasten van geraamde inkomsten voor investeringen te dekken uit het bedrag voor onvoorzien in de begroting. Over de benutting van het bedrag voor onvoorzien wordt achteraf aan het Algemeen Bestuur gerapporteerd.

Artikel 8 Ruimte bij uitvoering begroting (acceptabele afwijkingen)

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden is bevoegd de geraamde lasten van een programma te overschrijden zonder toestemming vooraf van het Algemeen Bestuur, indien de middeleninzet past binnen het vastgestelde beleid en indien de hiervoor benodigde financiële ruimte elders binnen de begroting kan worden gevonden. Het totale bedrag van deze wijzigingen tussen programma’s bedraagt niet meer dan 1% van de totale lasten van het waterschap exclusief toevoegingen aan reserves. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het Algemeen Bestuur gerapporteerd.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden is voor de speciale investeringen bevoegd om de voor een investering geraamde netto uitgaven met 5% te overschrijden zonder toestemming vooraf van het Algemeen Bestuur, indien deze mutaties passen binnen de vastgestelde beleidskaders. Een dergelijke overschrijding wordt achteraf aan het Algemeen Bestuur gerapporteerd.

  • 3.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden is bevoegd om extra uitgaven te plegen, mits daar direct gerelateerde incidentele opbrengsten tegenover staan, welke betrekking hebben op dezelfde activiteit binnen bestaand beleid.

Rapportage en interne verantwoording

Artikel 9 Actieve informatieplicht, tussentijdse Bestuursrapportage en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden informeert het Algemeen Bestuur zo spoedig mogelijk indien de realisatie van het beleid in betekenende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden informeert het Algemeen Bestuur door middel van de Bestuursrapportage over de afwijkingen in de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van de reguliere investeringsopgave, de speciale investeringen en de speciale exploitatieprojecten.

  • 3.

    De Bestuursrapportage gaat in op afwijkingen van betekenende mate wat betreft de maatregelen die getroffen en prestaties die geleverd worden en de doelstellingen en effecten die bereikt worden. Het college van Dijkgraaf en Heemraden informeert het Algemeen Bestuur over de prognose van het jaarresultaat.

  • 4.

    De inrichting van de Bestuursrapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 5.

    Bij de beleidsmatige vaststelling van speciale investeringen en speciale exploitatieprojecten maakt het Algemeen Bestuur afspraken met het college van Dijkgraaf en Heemraden over de verantwoording.

  • 6.

    Het Algemeen Bestuur besluit, al dan niet op voorstel van het college van Dijkgraaf en Heemraden, wanneer een project niet langer moet worden beschouwd als speciaal investeringsproject of speciaal exploitatieproject.

  • 7.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden legt, indien noodzakelijk, voorstellen voor begrotingswijzigingen, wijzigingen van investeringskredieten alsmede bijstellingen van het beleid voor aan het Algemeen Bestuur.

  • 8.

    Het Algemeen Bestuur wordt geïnformeerd indien de kasgeldlimiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal dreigt te worden overschreden.

  • 9.

    Het Algemeen Bestuur wordt geïnformeerd indien de renterisiconorm dreigt te worden overschreden.

Artikel 10 Jaarverslaggeving

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het Algemeen Bestuur over de uitvoering van de programma’s door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag en de door de accountant gecontroleerde jaarrekening.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 3.

    Bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de voortgang van de reguliere investeringsopgave, de speciale investeringen en de speciale exploitatieprojecten per programma.

  • 4.

    Bij de jaarstukken wordt een beeld gegeven van de realisatie van de loonsom en personele indicatoren.

Hoofdstuk 3 Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 11 Verantwoordings- en rapportagegrens

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het Algemeen Bestuur over de geconstateerde rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden in de jaarstukken door middel van een rechtmatigheidsverantwoording met een toelichting daarop in de paragraaf bedrijfsvoering.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden neemt alle rechtmatigheidsfouten én onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid op in de rechtmatigheidsverantwoording als deze hoger zijn dan de vastgestelde verantwoordingsgrens.

  • De verantwoordingsgrens wordt vastgesteld op het wettelijk vastgestelde maximum percentage.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag worden de geconstateerde rechtmatigheidsfouten én onduidelijkheden groter dan € 200.000 nader toegelicht (rapportagegrens).

Artikel 12 Voorwaardencriterium

  • 1.

    De eisen/voorwaarden van het voorwaardencriterium, als bedoeld in artikel 1, zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden biedt het Algemeen Bestuur jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

Artikel 13 Begrotingscriterium

  • 1.

    De begrotingsrechtmatigheid, als bedoeld in artikel 1, wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 6.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd.

  • 3.

    Afwijkingen van de begroting worden als acceptabel aangemerkt indien voldaan wordt aan de bepalingen uit artikel 8.

  • 4.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het meerjarig beschikbaar gestelde investeringskrediet per programma. Een overschrijding van de geplande uitgaven in het begrotingsjaar, passend binnen het beschikbaar gestelde investeringskrediet per programma, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 5.

    Onderschrijdingen van de lasten of investeringsuitgaven en over- en onderschrijdingen van de baten of investeringsinkomsten worden niet als begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt wanneer deze onder- en overschrijdingen tijdig aan het Algemeen Bestuur zijn gemeld.

  • 6.

    Onder tijdig wordt verstaan:

    • a.

      De onderschrijdingen van de lasten of investeringsuitgaven en over- en onderschrijdingen van de baten of investeringsinkomsten worden op programma niveau in hetzelfde jaar schriftelijk toegelicht bij de prognose van het jaarresultaat richting het Algemeen Bestuur

    • b.

      Indien dit in hetzelfde jaar niet meer mogelijk is, vindt toelichting plaats in de jaarstukken

  • 7.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het Algemeen Bestuur (artikel 8 van deze verordening), worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

Artikel 14 Misbruik- en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt voor vastlegging van regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het waterschap.

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten financieel beleid

Artikel 15 Financieel beleid algemeen

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden doet voorstellen aan het Algemeen Bestuur die zijn gericht op een volledig en actueel beleid van het waterschap ten aanzien van de volgende onderwerpen:

    • a.

      Waardering en afschrijving van activa;

    • b.

      Schulden- en reservebeleid;

    • c.

      kostentoerekening en onderbouwing tarieven en prijzen;

    • d.

      financieringsfunctie.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat de in het eerste lid bedoelde voorstellen in overeenstemming zijn met de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, met andere regelgeving die van toepassing is en met de in deze verordening opgenomen aanvullende eisen.

  • 3.

    Actualisatie van het beleid vindt plaats op het moment dat hier voldoende aanleiding voor is. Aanleidingen kunnen in ieder geval zijn: aanpassing van wet- en regelgeving en gewijzigde inzichten die een aanzienlijke impact hebben op de (toekomstige) financiële positie van het waterschap.

Artikel 16 Waardering en afschrijving van activa

  • 1.

    Het beleid ten aanzien van waardering en afschrijving van activa omvat in ieder geval:

    • a.

      Een ondergrens voor het activeren van uitgaven met een meerjarig nut.

    • b.

      De wijze waarop het waterschap de beleidsvrijheid uit het Waterschapsbesluit invult ten aanzien van de bijdragen van eigen personeel, de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend en de mogelijkheid dat een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap in de vervaardigingsprijs van vaste activa opgenomen kan worden.

    • c.

      De afbakening tussen investering en onderhoud.

    • d.

      De afschrijvingsmethode.

Artikel 17 Schulden- en reservebeleid

Het beleid omtrent schulden en reserves omvat in ieder geval:

Afspraken over hoe om te gaan met reserves, waarmee duidelijk wordt welke spelregels het Algemeen Bestuur hanteert.

Beleidskeuzes die de basis leggen voor een financieel toekomstbestendige organisatie.

Artikel 18 Kostentoerekening en onderbouwing tarieven en prijzen

Het beleid omtrent kostentoerekening en onderbouwing van tarieven en prijzen omvat in ieder geval:

een beschrijving van het kostentoerekeningssysteem;

de wijze waarop de kostentoerekening plaatsvindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria;

de kwantitatieve grondslagen die onderdeel vormen van de kostentoerekeningssystematiek;

de methodiek voor de berekening van de rentelasten van vaste activa;

de onderbouwing van de tarieven die gelden voor de door het waterschapsbestuur in rekening te brengen rechten als bedoeld in artikel 115 van de wet;

de mate van kostendekkendheid van de onder onderdeel e bedoelde tarieven.

de onderbouwing van de prijs van producten en diensten die het waterschap aan derden kan leveren en waarmee het waterschap in concurrentie treedt met marktpartijen;

Ten aanzien van het eerste lid, onderdeel g geldt aanvullend dat:

  • a.

    voor de levering van producten en diensten door het waterschap ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening wordt gebracht;

  • b.

    bij het verstrekken van leningen of garanties doormandaat het waterschap tenminste de geraamde integrale kosten in rekening worden gebracht;

  • c.

    bij het verstrekken van kapitaal door het waterschap ten minste uitgegaan wordt van de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen.

Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, prijzen en kosten van de in dit artikel bedoelde rechten, producten en diensten.

Artikel 19 Financiering

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:

  • a.

    Goede ondersteuning plaatsvindt van uitsluitend de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen.

  • b.

    Toegang tot de financiële markten is.

  • c.

    Voldoende financiële middelen worden aangetrokken en overtollige gelden worden uitgezet om de programma’s binnen de door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders van de meerjarenraming en de begroting te kunnen uitvoeren.

  • d.

    De volgende risico’s verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico’s, kredietrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.

  • e.

    De kosten van de leningen zo veel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement op de uitzettingen wordt bereikt.

  • f.

    Een bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van een financiële balansstructuur die dienstbaar is aan de doelstellingen van het waterschap.

  • g.

    De interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt voor een financieringsstatuut ter uitwerking van de in lid 1 benoemde taakuitoefening van de financieringsfunctie.

Hoofdstuk 5 Paragrafen

Artikel 20 Algemeen

  • 1.

    In de paragrafen van de begroting wordt ingegaan op de wijze waarop in het begrotingsjaar invulling zal worden gegeven aan het in Hoofdstuk 4 bedoelde beleid. Indien er afwijkingen zijn van het vastgestelde beleid wordt daarop in de betreffende paragraaf ingegaan, waarbij de reden van afwijking wordt vermeld.

  • 2.

    De paragrafen van het jaarverslag bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen van de begroting is opgenomen. Indien tijdens de realisatie is afgeweken van de kaders die zijn vastgelegd in het desbetreffende onderdeel van het in Hoofdstuk 4 bedoelde beleid, wordt daarop specifiek ingegaan, waarbij de reden van afwijking wordt vermeld.

Hoofdstuk 6 Administratie en organisatie

Artikel 21 Administratie

Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat de administratie zodanig van opzet en werking is, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het waterschap als geheel en in zijn organisatieonderdelen.

  • b.

    Het geven van een actueel en volledig inzicht in de bezittingen van het waterschap.

  • c.

    Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa, voorraden, vorderingen, schulden, rechten, verplichtingen, ontvangsten, betalingen, kosten en opbrengsten.

  • d.

    Een doelmatig beheer van geldstromen en financiële posities.

  • e.

    Een goede interne en externe informatievoorziening over de uitvoering van de financieringsfunctie.

  • f.

    Het inzicht krijgen in en bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • g.

    Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • h.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 22 Financiële administratie

Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt er voor dat:

  • a.

    Alle door het Algemeen Bestuur en (namens) het college van Dijkgraaf en Heemraden genomen besluiten waaraan financiële gevolgen verbonden zijn, tijdig worden verwerkt in de financiële administratie.

  • b.

    De vereiste informatie tijdig verstrekt wordt aan het rijk, de provincie(s), de Europese Unie en het Centraal Bureau voor de Statistiek, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het waterschap.

Artikel 23 Organisatie en administratieve organisatie

  • 1.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt voor:

    • a.

      Een eenduidige indeling van de organisatie van het waterschap en een eenduidige toewijzing van de taken van het waterschap aan organisatorische eenheden.

    • b.

      Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd.

    • c.

      Waarborging van een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de begroting.

    • d.

      Verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

    • e.

      Het maken afspraken met de verantwoordelijken voor organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.

    • f.

      Regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de organisatorische eenheden.

    • g.

      Interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen die waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de Europese en nationale regels ter zake.

    • h.

      Regels die aangeven welke elementen in ieder geval moeten worden opgenomen in voorstellen voor investeringsbesluiten die aan het Algemeen Bestuur of het college van Dijkgraaf en Heemraden worden voorgelegd.

    • i.

      Het college van Dijkgraaf en Heemraden zorgt voor een adequaat proces voor inzicht in frauderisico’s en zorgt voor beheersingsmaatregelen ter voorkoming en detectie van fraude.

  • 2.

    Het college van Dijkgraaf en Heemraden actualiseert de in het eerste lid bedoelde organisatie zodra hiertoe aanleiding is.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    De ‘Verordening beleid- en verantwoordingsfunctie Waterschap Zuiderzeeland’, die is vastgesteld bij besluit van 14 februari 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Zuiderzeeland 2025’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur, gehouden op 10 juni 2025.

De secretaris,

……………………,

De voorzitter,

…………….