Besluit cameratoezicht Binnenstad (Peperstraat en Kromstraat) 2025-2029

De burgemeester van de gemeente Delft,

gehoord de beraadslaging in het driehoeksoverleg van 27 mei 2025 met de officier van justitie en de teamchef van het basisteam Delft;

Overwegende dat:

• -

  de burgemeester van Delft op grond van artikel 2:62 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (APV) in samenhang gelezen met artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heeft om te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur, ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats, als dat naar het oordeel van de burgemeester noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

• -

  in de Peperstraat en de Kromstraat sprake is van een structurele verstoring van de openbare orde en dat dit leidt tot overlast door drugs en alcohol, ruzies, ernstige geweldsincidenten, agressiviteit en baldadigheid.

• -

  het derhalve in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om in dit gebied voor een bepaalde duur cameratoezicht in te stellen ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen;

• -

  de burgemeester het cameratoezicht proportioneel en verantwoord acht, gelet op de ernst van de verstoring van de openbare orde en de zwaarte van de in het geding zijnde belangen;

• -

  alle reeds genomen maatregelen, waaronder de inzet van een Sus-team, de extra politie-inzet, de horecatelefoon, een verbod op drankgebruik in de openbare ruimte in het aangewezen gebied en het samenwerkingsverband Veilig Uitgaan de verstoring van de openbare orde niet voldoende hebben kunnen terugdringen;

• -

  dat het cameratoezicht voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit en subsidiariteit);

• -

  de uitvoering van het cameratoezicht met de verwerking van de gegevens, plaatsvindt conform het bepaalde in art. 151c van de Gemeentewet in samenhang gelezen met de bepalingen van de Wet Politiegegevens. Dat betekent dat de beelden worden uitgelezen en bewaard door de politie en dat de beelden, uitgezonderd die waarop strafbare feiten zijn vastgelegd, na een periode van vier weken worden vernietigd;

• -

  voor het aflopen van de aanwijzingstermijn een evaluatie zal worden uitgevoerd om te bepalen of de camera’s nog noodzakelijk zijn.

Besluit

Gelet op artikel 2:62 van de APV in samenhang gelezen met artikel 151c van de Gemeentewet,