Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741142
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741142/1
Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025
Geldend van 27-06-2025 t/m heden
Intitulé
Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025De burgemeester van de gemeente Stadskanaal;
overwegende dat:
- -
het wenselijk is het beleid op het gebied van drugs- en coffeeshopbeleid te actualiseren;
- -
het College van procureurs-generaal de Aanwijzing Opiumwet heeft opgesteld, waarin onder meer is opgenomen onder welke voorwaarden niet tegen het verkopen van softdrugs wordt opgetreden, de zgn. AHOJGI-criteria;
- -
het lokale bestuur, in casu de burgemeester, – in aanvulling op de richtlijnen van het College van procureurs-generaal – lokaal beleid mag opstellen met betrekking tot het vestigen/gedogen van zogeheten coffeeshops;
- -
zowel de Gemeentewet als de Opiumwet de burgemeester aanwijzen als het bevoegd gezag wat betreft de uitvoering van het coffeeshopbeleid;
- -
handhaving van het beleid serieus ter hand wordt genomen en dat de zwaarte van de maatregelen wordt afgestemd op de ernst van de overtreding;
gelet op:
- -
art. 13b Opiumwet
- -
de aanwijzing Opiumwet
- -
art. 4:81 Algemene wet bestuursrecht
- -
art. 174 Gemeentewet
- -
de Algemene Plaatselijke Verordening
- -
de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob)
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende “Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025”.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Vanaf 2007 geldt er in de gemeente Stadskanaal een coffeeshopbeleid. Het coffeeshopbeleid van Stadskanaal bevat de lokale uitwerking van het landelijke cannabisbeleid. Dit beleid heeft primair tot doel het reguleren in het gebruik van en de handel in softdrugs, om daarmee de effecten voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de gemeente beheersbaar te houden.
Het coffeeshopbeleid wordt vastgesteld door de burgemeester in afstemming met de lokale driehoek. Ook is het beleid afgestemd in het fractievoorzittersoverleg van de fracties in de gemeenteraad en is de raad hierover geïnformeerd.
Het coffeeshopbeleid van de gemeente Stadskanaal is voor het laatst herzien in 2014.
De landelijke ontwikkelingen en de aanpak van overlast is aanleiding geweest om het huidige coffeeshopbeleid te actualiseren. Tegelijkertijd is ook gekeken naar andere ontwikkelingen die van invloed zijn op het beleid. Dit heeft geleid tot de volgende belangrijkste wijzigingen van het beleid:
- 1.
De invoering van een exploitatievergunning en gedoogverklaring voor een coffeeshop. De vergunning en gedoogverklaring worden voor een periode van tien jaar verleend.
- 2.
Op het ingezetene criterium wordt niet actief gehandhaafd, tenzij drugstoerisme de kop op gaat steken.
- 3.
De openingstijden van een coffeeshops worden vastgesteld:
- •
maandag tot en met donderdag van 14:00 tot uiterlijk 23:00 uur;
- •
vrijdag en zaterdag van 14:00 tot uiterlijk 00:00 uur;
- •
zondag van 14:00 tot uiterlijk 22:00 uur.
- •
- 4.
Ter verkrijging van een exploitatievergunning/gedoogverklaring moeten de exploitant en beheerder een bewijs of certificaat overleggen van deelname aan een coffeeshopcursus of vergelijkbare cursus.
Hoofdstuk 2 Doelstellingen coffeeshopbeleid
De doelstellingen van het coffeeshopbeleid van de gemeente Stadskanaal zijn:
- -
bescherming van het woon- en leefklimaat;
- -
tegengaan van overconcentratie van verkooppunten van softdrugs;
- -
voorkomen van verstoring van de openbare orde;
- -
beperking van de gezondheidsrisico’s.
Het beleid sluit aan bij de landelijke kaders en ondersteunt de landelijke doelstellingen
- -
tegengaan van handel in drugs vanuit niet-gedoogde verkooppunten en straathandel;
- -
bevordering van het onderscheid tussen softdrugs en harddrugs;
- -
bijdragen aan de decriminalisering van de productie van en handel in softdrugs;
- -
beschermen van de volksgezondheid tegen het gebruik van drugs in het algemeen.
Handhaving
Om aan te sluiten bij de landelijke doelen met betrekking tot het verminderen van criminaliteit, zorg te dragen voor een veilige omgeving en ervoor te zorgen dat minderjarigen niet in de gelegenheid worden gesteld drugs te kopen, is passende handhaving noodzakelijk. Toezicht en handhaving zullen vanuit de gemeente bestuursrechtelijk worden ingevuld. Controle zal minimaal tweemaal per half jaar plaatsvinden, de frequentie van controle kan worden verhoogd als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen en of meldingen inzake overlast of naar aanleiding van eerdere overtredingen . Handhaving op criminele activiteiten wordt uitgevoerd door de politie en krijgt een eventueel vervolg door het openbaar ministerie. We hebben op regelmatige basis structurele afspraken met hen staan om ontwikkelingen te bespreken en hier waar nodig gevolg aan te geven. Deze afspraken vinden ook plaats met jongerenwerk, buurt- en opbouwwerk en handhaving. Op deze wijze verbinden we preventie en handhaving, wat elkaar door het delen van signalen kan versterken. Dit wordt nader uitgewerkt in het ‘preventie en handhavingsplan alcohol en middelen’, welke in 2025 zal worden vastgesteld.
Preventie
In Stadskanaal vinden we het noodzakelijk dat sprake is van adequate preventie. We willen afhankelijkheid van middelen in algemene zin tegengaan en het is hiervoor van belang om jeugdigen, adolescenten en volwassenen op een juiste manier te informeren over het gebruik van middelen. We zullen daarom onder andere op scholen voorlichting bieden en ouders betrekken. Dit zullen we verder uitwerken in het ‘preventie en handhavingsplan alcohol en middelen’, welke uiterlijk mei 2025 zal worden vastgesteld.
Exploitatievergunning en gedoogverklaring
De aanwezigheid en exploitatie van een coffeeshop wordt mogelijk gemaakt door een af te geven exploitatievergunning in de zin van artikel 2:19 APV met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring. Voor de gedoogverklaring hoeft geen aanvraag te worden ingediend. De gedoogverklaring wordt bij verlening van de exploitatievergunning ambtshalve verstrekt aan de vergunninghouder.
De exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring wordt slechts voor één (1) coffeeshop verleend en is daarmee een schaars goed. Daarom worden de exploitatievergunning en gekoppelde gedoogverklaring, met inachtneming van de daarover gegeven jurisprudentie van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, slechts voor een bepaalde tijd verleend en wordt bovendien verleend voor beperkte duur.
De noodzaak om te komen tot de invoering van een exploitatievergunning met gedoogverklaring voor beperkte duur, die ook qua aantal is beperkt tot één, is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen. Door de beperking van de duur van de exploitatievergunning heeft de burgemeester een vast toetsingsmoment om te beoordelen of een vergunning opnieuw verleend zal worden, of dat - gelet op het belang van de openbare orde- een vergunningverlening niet langer wenselijk is. De beperking van het aantal vergunningen tot één, is met name ingegeven om het risico van straathandel met de daarmee samenhangende criminaliteit te minimaliseren. Zodoende is ook in artikel 5 opgenomen, dat deze beperking is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen. Deze beperking van het aantal beschikbare vergunningen leidt er vervolgens toe dat sprake is van een schaars publiek recht bestaande uit een exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring voor een coffeeshop, wat eveneens de beperkte duur van de exploitatievergunning met daaraan verbonden gedoogverklaring, rechtvaardigt. Op grond van de rechtspraak en de huidige wet- en regelgeving (met name de Europese Dienstenrichtlijn, die is omgezet in de Dienstenwet als ook het nationale gelijkheidsbeginsel zoals in dit verband is erkend in de uitspraak van de Afdeling van 2 november 2016 (Speelautomatenhal Vlaardingen, ECLI:NL:RVS:2016:2927)), dient het uitgangspunt daarbij te zijn dat schaarse rechten op transparante wijze worden verdeeld waarbij iedere potentiële aanvrager gelijke kansen heeft.
Bij het verdelen van de schaarse exploitatievergunning en de daaraan gekoppelde gedoogverklaring gelden specifieke normen. Er moet voor alle gegadigden:
- -
een gelijk speelveld met voldoende mededingingsruimte zijn;
- -
aan alle gegadigden moeten gelijke kansen worden geboden om voor een exploitatievergunning/gedoogverklaring in aanmerking te komen;
- -
er moet bij de verdeling/toekenning een passende mate van openbaarheid worden verzekerd.
Hiertoe is door de burgemeester de Aanvraag- en verdelingsprocedure coffeeshop opgesteld, zoals vastgesteld in bijlage II. De burgemeester zal deze procedure bij de selectie van de exploitant toepassen.
Voorlichting
De verplichting tot cannabisvoorlichting wordt als voorwaarde gesteld bij het verkrijgen van een exploitatievergunning/gedoogverklaring. Preventieve interventies voor het verantwoord omgaan met het cannabisgebruik, het informeren over de risico’s van dat gebruik en het in een vroeg stadium signaleren van problemen of doorverwijzen naar hulpverlening is van groot belang bij het tegengaan van middelenverslaving. Coffeeshophouders hebben daar een grote mate van verantwoordelijkheid in. Al het personeel van de coffeeshop is verplicht en training te volgen als het gaat om het informeren van bezoekers over middelenmisbruik, gezondheidsrisico’s en het herkennen van problematisch gebruik.
Hoofdstuk 3 Regels voor een coffeeshop
Artikel 1. Begripsbepalingen
- •
Aanvraag: schriftelijk verzoek aan de burgemeester om in aanmerking te mogen komen voor de exploitatie van een coffeeshop. Onder aanvraag wordt mede begrepen alle bescheiden die op grond van deze beleidsregel en bijbehorende bijlagen daarvoor ingediend moeten worden.
- •
Coffeeshop: een alcoholvrij horecabedrijf waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, verstrekking van softdrugs kan plaatsvinden. De coffeeshop kan ook de functie van ontmoetings- en ontspanningsruimte en gebruiksruimte voor het gebruik van softdrugs hebben.
- •
Exploitatievergunning: een persoonsgebonden en locatiegebonden vergunning op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening waarbij wordt beoordeeld of en in welke mate de woon- en leefsituatie in de omgeving van de coffeeshop of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
- •
Gedoogverklaring: een persoonsgebonden en locatiegebonden schriftelijke verklaring van de burgemeester die toestemming inhoudt om iets te doen (i.c. softdrugs verkopen) wat normaal niet mag van de wet (i.c. de Opiumwet). Normaal strafbare handelingen in dit kader worden bewust niet vervolgd.
- •
Wet Bibob: de wet die het voor overheidsinstanties mogelijk maakt onderzoek te doen naar de antecedenten en financiële handel en wandel (screenen) van o.a. een aanvrager van en vergunning, ter voorkoming van het onbewust faciliteren van ondermijnende activiteiten.
- •
Softdrugs: alle middelen die worden vermeld op lijst II van de Opiumwet.
- •
Harddrugs: alle middelen die worden vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Artikel 2. Algemeen
- 1.
Een coffeeshop is een alcoholvrij horecabedrijf waar de verstrekking van softdrugs kan plaatsvinden.
- 2.
De burgemeester gedoogt deze bedrijfsvoering als voldaan wordt aan de AHOJGI-criteria en de overige lokale criteria/aanvullende eisen in dit beleid.
- 3.
De inrichtingseisen voor een coffeeshop zijn gelijk aan die voor horecagelegenheden genoemd in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving.
Artikel 3. Exploitatievergunning / gedoogverklaring
- 1.
Voor het exploiteren van een coffeeshop is naast de exploitatievergunning ook een gedoogverklaring van de burgemeester vereist. Hiervoor behoeft geen aanvraag te worden ingediend. De gedoogverklaring wordt bij verlening van de exploitatievergunning ambtshalve verstrekt aan de vergunninghouder.
- 2.
Aan de exploitatievergunning / gedoogverklaring worden nadere voorwaarden verbonden die toezien op het omgevingsbeheer en op medewerking aan het verlenen van informatie over de risico’s van middelengebruik. Ook de AHOJGI-criteria en de aanvullende (lokale) voorschriften worden in de exploitatievergunning / gedoogverklaring opgenomen.
Artikel 4. Bibobtoets
Voorafgaand aan het verlenen van een exploitatievergunning/gedoogverklaring wordt het instrumentarium van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (Wet Bibob), door het openbaar bestuur conform het daarvoor geldende beleid toegepast.
Artikel 5. Maximumstelsel
- 1.
In de gemeente Stadskanaal wordt slechts voor één (1) coffeeshop een exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring verstrekt. Deze beperking is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen.
- 2.
Een exploitatievergunning/gedoogverklaring kan alleen worden verstrekt indien het maximum van één (1) coffeeshop nog niet is bereikt en de aanvrager na het doorlopen van de Aanvraag- en verdelingsprocedure zoals genoemd in bijlage II, voor de exploitatievergunning/gedoogverklaring in aanmerking komt.
- 3.
Twee jaar na vestiging van de coffeeshop vindt een evaluatie plaats van de opgedane ervaringen, waarbij direct belanghebbenden zoals buurtbewoners worden betrokken en wordt bepaald of het maximumstelsel wordt aangepast.
Artikel 6. Verdeling schaarse exploitatievergunning/gedoogverklaring
- 1.
Verdeling van een vrijgekomen exploitatievergunning/gedoogverklaring zal geschieden overeenkomstig het bepaalde in de Aanvraag- en verdelingsprocedure exploitatievergunning/gedoogverklaring coffeeshop, zoals neergelegd in bijlage II.
- 2.
Er wordt geen wachtlijst voor gegadigden aangehouden.
Artikel 7. Looptijd exploitatievergunning/gedoogverklaring
- 1.
De exploitatievergunning en de daaraan gekoppelde gedoogverklaring voor een coffeeshop, wordt afgegeven voor een periode van tien jaar.
- 2.
De exploitatievergunning/gedoogverklaring als bedoeld in het eerste lid komt tussentijds te vervallen indien het gemeentebestuur op basis van nieuwe wetgeving voortvloeiend uit het landelijk experiment gesloten coffeeshopketen nieuwe bevoegdheden inzake het vergunnen/gedogen van coffeeshops krijgt toegekend en wil gaan toepassen.
Artikel 8. Locatiecriteria
Bij de vestiging van een coffeeshop gelden de volgende locatiecriteria:
- a.
Afstandscriterium
-
Geen vestiging binnen 300 meter (loopafstand) van scholen voor middelbaar en hoger onderwijs, jongerencentra die zich hoofdzakelijk richten op een publiek van 15 jaar en ouder, of andere gevoelige bestemmingen zoals verslaafden- of daklozenopvang.
- b.
Spreidingsbeleid
-
Geen vestiging in een gebied waarbij als gevolg van concentratie met andere horecabedrijven verwacht mag worden dat door deze concentratie het woon- en leefklimaat in het betrokken gebied op ontoelaatbare wijze wordt belast en verstoringen van de openbare orde kunnen ontstaan.
- c.
Mogelijke vestigingslocaties
-
Een coffeeshop is alleen toegestaan op locaties waar in het omgevingsplan de functie ‘Horecabedrijven’ zijn toegestaan (dag- en avondhoreca). Zo mogelijk wordt medewerking aan een bestemmingswijziging verleend.
Artikel 9. Gedoogcriteria voor coffeeshops (landelijke eisen)
De verkoop van softdrugs wordt door het openbaar ministerie gedoogd als wordt voldaan aan de zogenaamde AHOJGI-criteria:
- a.
Geen Affichering: Reclame, anders dan een summiere aanduiding op de gevel van de betreffen de lokaliteit, is verboden.
- b.
Geen Harddrugs: Er mogen geen harddrugs voorhanden zijn en/of verkocht worden.
- c.
Geen Overlast: De exploitatie van de coffeeshop mag niet leiden tot overlast.
- d.
Geen Jeugdigen: Het is verboden personen onder de 18 jaar toe te laten in een coffeeshop.
- e.
Het is verboden om softdrugs te verkopen aan personen onder de 18 jaar.
- f.
Geen Grote hoeveelheden: Het is verboden om per transactie meer dan vijf gram te verkopen. Het is verboden om een handelsvoorraad van meer dan 500 gram softdrugs in de coffeeshop aanwezig te hebben.
- g.
Geen verkoop aan niet-Ingezetenen: Het is verboden om toegang te verlenen en softdrugs te verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland (ingezetene: geldig legitimatiebewijs).
Artikel 10. Overige lokale eisen
- 1.
Kansspelautomaten zijn in de coffeeshop niet toegestaan.
- 2.
Het verstrekken van alcoholhoudende dranken in de coffeeshop is niet toegestaan.
- 3.
De coffeeshop is vrij toegankelijk voor ingezetenen van Nederland van 18 jaar en ouder.
- 4.
De exploitant voert bij zijn huisreglement een legitimatieplicht voor bezoekers in en houdt deze in stand.
- 5.
De coffeeshop heeft naar buiten toe een “open” karakter (ruime verlichting, grote doorzichtige ramen, etc.).
- 6.
De exploitant zorgt voor een adequate voorlichting aan bezoekers met betrekking tot het gebruik van cannabis (foldermateriaal Jellinek, VNN en eigen materiaal) en voert het door de gemeente vastgestelde preventieplan uit, voor zover het zijn/haar rol betreft.
- 7.
De exploitant zorgt voor geschoold en gecertificeerd personeel (vakopleiding SVCK), dat voorlichting kan geven en de klant tegen overmatig gebruik kan beschermen.
- 8.
De exploitant dient een juiste en inzichtelijke boekhouding bij te houden zodat de handelsvoorraad en de maximale transactie per klant per dag kan worden gecontroleerd.
- 9.
In de coffeeshop mogen geen andere producten worden verkocht dan cannabisproducten/softdrugs. De betekent dat ecodrugs, smartdrugs of smartproducts in de coffeeshop niet mogen worden verkocht.
- 10.
Vanuit de coffeeshop mogen geen koeriersdiensten worden verricht.
- 11.
Een terras bij een coffeeshop is niet toegestaan.
- 12.
Online-verkoop door de coffeeshop is niet toegestaan.
- 13.
Het is verboden een coffeeshop voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in de inrichting te laten verblijven na sluitingstijd.
- 14.
De exploitant dient te allen tijde zijn gedoogverklaring en exploitatievergunning te kunnen tonen.
- 15.
Gedurende de openingstijden dient de exploitant of een leidinggevende persoonlijk in de coffeeshop aanwezig te zijn.
Artikel 11. Eisen aan exploitant en leidinggevende(n)
- 1.
De exploitant kan een natuurlijke persoon, stichting of een besloten vennootschap zijn.
- 2.
De exploitant en de leidinggevende(n) moeten voldoen aan de eisen genoemd in artikel 8 eerste en tweede lid van de Alcoholwet. Dit betekent onder andere, maar niet uitsluitend, dat in afwijking van artikel 2.19 lid 4 onder d van de Algemene Plaatselijke Verordening, de minimumleeftijd van exploitant en leidinggevende(n) van een coffeeshop 21 jaar is.
Artikel 12. Bestuurlijke handhaving
- 1.
De coffeeshop wordt tweemaal per halfjaar onaangekondigd gecontroleerd door de toezichthouders/politie op de naleving van de in dit beleid gestelde AHOJGI-criteria en overige eisen.
- 2.
Gezien het bijzondere karakter van een coffeeshop worden er specifieke sancties opgelegd bij het overtreden van de AHOJGI-gedoogcriteria. Overtredingen van deze gedoogcriteria worden beëindigd door het opleggen van een last onder dwangsom of door het toepassen van bestuursdwang in de vorm van een tijdelijke sluiting volgens onderstaande tabel.
Overtreding |
Maatregel eerste constatering |
Maatregel tweede constatering (binnen drie jaar na de eerste overtreding) |
Maatregel derde constatering (binnen drie jaar na de tweede overtreding) |
Reclame maken |
Last onder dwangsom € 500 - € 2000 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 8000 |
Last onder dwangsom € 1000 - € 4000 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 16000 |
Sluiting drie maanden |
Aanwezig hebben of handel in harddrugs |
Sluiting zes maanden (aansluiting Beleidsregel sluitingen en heropeningen Stadskanaal 2025) |
Sluiting twaalf maanden (aansluiting Beleidsregel sluitingen en heropeningen Stadskanaal 2025) |
Intrekking van de exploitatievergunning en gedoogverklaring. |
De aanwezigheid van of de handel in harddrugs is niet toegestaan. Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten in softdrugs en harddrugs. Wanneer harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is ook het geval indien aannemelijk is dat deze drugs worden verhandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om gebeurt.
Overlast veroorzaken |
Waarschuwing |
Beperking openingstijden/ Last onder dwangsom |
Tijdelijke sluiting, periode afhankelijk van de situatie. |
Verkoop aan minderjarigen |
Sluiting drie maanden |
Sluiting zes maanden |
Intrekking van de exploitatievergunning en gedoogverklaring. |
Huisreglement niet zichtbaar opgehangen |
Waarschuwing |
Last onder dwangsom |
Last onder dwangsom verhoogd |
Geen controle legitimatieplicht |
Waarschuwing |
Last onder dwangsom |
Last onder dwangsom verhoogd |
Geen beveiliger die voldoet aan de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. |
Waarschuwing |
Sluiting 1 week |
Sluiting 1 maand |
De coffeeshop heeft naar buiten toe geen ‘open karakter’ |
Waarschuwing |
Last onder dwangsom |
Last onder dwangsom verhoogd |
Geen adequate voorlichting en voorlichtingsmateriaal aanwezig |
Waarschuwing |
Last onder dwangsom |
Last onder dwangsom verhoogd |
Voor de invulling van het criterium “overlast veroorzaken” is in bijlage I een overzicht opgenomen met indicatoren van overlast die veelal voorkomen bij een coffeeshop. Deze gelden indicatief en dus niet uitsluitend, omdat het niet realistisch is om alle vormen van overlast te omschrijven in een beleidsregel.
Een coffeeshop mag niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jeugdigen (leeftijdsgrens 18 jaar). De exploitant dient vast te stellen dat degene aan wie hij toegang verleent en degene aan wie hij verkoopt, meerderjarig is. Het tonen van een geldig legitimatiebewijs is een instrument waarmee de exploitant dit kan vaststellen.
Verkooptransactie meer dan vijf gram |
Waarschuwing |
Sluiting drie maanden |
Sluiting zes maanden |
Onder “verkooptransactie” wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op dezelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Hoe de exploitant dit registreert kan onderdeel zijn van diens ondernemingsplan.
Handelsvoorraad tussen 500 en 1000 gram |
Waarschuwing |
Sluiting drie maanden |
Sluiting zes maanden |
Handelsvoorraad groter dan 1000 gram |
Sluiting drie maanden |
Intrekking exploitatievergunning/ gedoogverklaring |
Gelet op de jurisprudentie in het strafrecht rond de “achterdeurproblematiek” (aangehouden handelsvoorraad) wordt ervoor gekozen om een onderscheid te maken tussen een handelsvoorraad van 500 – 1000 gram en van 1000 gram of meer.
Toelaten niet-ingezetenen |
Waarschuwing |
Sluiting één maand |
Sluiting 3 maanden |
Alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland kunnen toegang krijgen tot een coffeeshop op vertoon van een geldig legitimatiebewijs. Handhaving van het ingezetenencriterium wordt overigens pas ter hand genomen als objectief wordt vastgesteld dat het bezoek van niet-ingezetenen aan de coffeeshops tot overlast leidt.
- 3.
In afwijking van het tweede lid kan bij wijze van uitzondering in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of evenredig is, een andere vorm van bestuursdwang worden toegepast of een last onder dwangsom worden opgelegd.
- 4.
De in de matrix genoemde termijnen en bedragen zijn richtlijnen. Indien de burgemeester dit nodig acht kan hiervan gemotiveerd in negatieve zin worden afgeweken.
- 5.
Voor de overige overtredingen (zie de Overige lokale eisen als bedoeld in artikel 10 en de Eisen aan exploitant en leidinggevende(n) in artikel 11) kan met een nader te bepalen middel volstaan worden en wordt, met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit, eerst een waarschuwing gegeven of een last onder dwangsom opgelegd.
- 6.
De verjaringstermijn van een bij een overtreding opgelegde maatregel is drie jaar.
Artikel 13. Optreden politie
Bij overtreding van de gedoogcriteria wordt de politie geïnformeerd. De politie maakt zo nodig proces-verbaal op. De politie informeert het Openbaar Ministerie.
Artikel 14. Optreden Openbaar Ministerie
Na ontvangst van de informatie van de politie beoordeelt het Openbaar Ministerie of er strafvervolging moet plaatsvinden. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie (Aanwijzing Opiumwet) geven praktische invulling aan het strafrechtelijk optreden op grond van de Opiumwet.
Artikel 15. Overgangsregeling
Onderhavige beleidsregel inclusief aanvraag- en verdelingsprocedure zoals genoemd in bijlage II, geldt in afwijking van artikel 2:19 lid 8 van de Algemene Plaatselijke Verordening, niet op het exploiteren van de bestaande coffeeshop (peildatum 01 februari 2025) tot 1 februari 2030. Dit betekent dat de bestaande coffeeshophouder zijn coffeeshop tot 1 februari 2030 zonder de vereiste exploitatievergunning en gedoogverklaring mag blijven exploiteren. Daarna zal de bestaande coffeeshophouder, net als alle andere eventuele gegadigden, mogen meedingen naar de vrij gekomen exploitatievergunning/gedoogverklaring overeenkomstig deze beleidsregel en de in bijlage II opgenomen aanvraag- en verdelingsprocedure. Dit betekent dat hoewel deze beleidsregel dus al eerder in werking zal treden overeenkomstig artikel 16, de gevolgen en daadwerkelijke toepassing van deze beleidsregel inclusief verdelingsprocedure, pas na de overgangstermijn zal plaatsvinden. Handhaving ten aanzien van de bestaande coffeeshop, zal aldus gedurende de overgangstermijn nog steeds plaatsvinden aan de hand van de aan de houder van de coffeeshop verstrekte gedoogbrief en de daarin opgenomen voorwaarden.
Artikel 16. Inwerkingtreding
- 1.
Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van de officiële bekendmaking.
- 2.
Met de inwerkingtreding van dit beleid wordt het Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 in werking getreden op 11 februari 2014 ingetrokken.
Artikel 17. Bekendmaking
Dit beleid wordt bekend gemaakt door plaatsing in het digitale Gemeenteblad en door publicatie op overheid.nl.
Artikel 18. Leges
Voor het afgeven van de exploitatievergunning /gedoogverklaring is de aanvrager leges verschuldigd als voor een Alcoholwetvergunning krachtens de legesverordening Stadskanaal en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 19. Citeertitel
Dit beleid kan worden aangehaald als: Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de burgemeester op 10 juni 2025.
de heer K. Sloots
burgemeester
BIJLAGE 1
Indicatoren van overlast
Indicatoren van overlast |
Voorbeelden van overlast |
Parkeer- en verkeersoverlast |
Gebruik maken van parkeerplaatsen voor invaliden Gebruik maken van laden/lossen plaatsen Op de stoep parkeren |
Geluidsoverlast |
Schreeuwen (groepen) Toeteren |
Vernieling |
Vernieling van straatmeubilair in omgeving coffeeshop |
Vervuiling |
Lege asbakken op parkeerplaatsen door klanten Wildplassen in omgeving coffeeshop door klanten Blikjes e.d. op straat veroorzaakt door klanten coffeeshop Gripzakjes in omgeving coffeeshop |
Samenscholing van jongeren op straat |
Rondhangende groepen |
Stankoverlast |
Cannabislucht |
Agressief gedrag |
Mishandeling klanten Bedreiging/intimidatie |
Softdrugsgebruik op straat |
Gebruik softdrugs op straat in omgeving coffeeshop |
BIJLAGE 2
Aanvraag- en verdelingsprocedure exploitatievergunning/gedoogverklaring coffeeshop Stadskanaal
1.Bekendmaking
Op de website van de gemeente Stadskanaal wordt bekend gemaakt dat er binnen het geldende maximumstelsel ruimte is ontstaan voor een exploitatievergunning/gedoogverklaring voor het exploiteren van een nieuwe coffeeshop op grond van artikel 13b Opiumwet. In de bekendmaking wordt verwezen naar het coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal en wordt nadere informatie verstrekt over de verdelingsprocedure.
2.Aanvraagtijdvak
- 1.
In voornoemde bekendmaking worden belangstellenden in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van acht weken een complete aanvraag in te dienen voor het exploiteren van een coffeeshop. De aanvraag wordt ingediend en uitsluitend in behandeling genomen met gebruikmaking van een daarvoor aangewezen formulier.
- 2.
Een aanvraag die buiten het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, is ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
3.Eén aanvraag per aanvrager
Een aanvrager mag maar voor één coffeeshop een aanvraag indienen.
4.Toetsing aanvraag Wet Bibob
- 1.
De aanvragen worden conform de Algemene wet bestuursrecht behandeld en worden in het kader van het verkrijgen van de noodzakelijke exploitatievergunning conform het daarvoor geldende beleid getoetst aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob).
- 2.
Naar aanleiding van de Bibob-toets conform het daarvoor geldende beleid, of indien op grond van dit beleid een advies is gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB), naar aanleiding van dit advies van het LBB, kan de exploitatievergunning worden geweigerd.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 11 onder c, kan de burgemeester indien op grond van het daarvoor geldende beleid advies is gevraagd aan het LBB, besluiten de vergunning te verlenen in het geval advisering door het LBB is vertraagd en deze vertraging de exploitant(en) niet is te verwijten.
- 4.
Indien toepassing is gegeven aan het derde lid, kan de burgemeester de vergunning alsnog intrekken als het advies van het LBB daartoe aanleiding geeft. Dat betekent dat de exploitatie onmiddellijk na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving daarvan dient te worden gestaakt zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vorm van financiële compensatie.
5.Inhoud aanvraag
De aanvraag voor een exploitatievergunning/ gedoogverklaring voor het exploiteren van een coffeeshop dient in ieder geval te bevatten:
- •
Ondernemingsplan met daarin in ieder geval:
- o
Omschrijving van de bedrijfsformule/ type bedrijf;
- o
Financiële gegevens van het bedrijf, waarbij wordt ingegaan op de wijze van financiering, de beginbalans en een prognose voor de komende drie jaar;
- o
Een beschrijving van de kennis en ervaring van de aanvrager en leidinggevenden met de coffeeshopbranche;
- o
Een beschrijving en waar mogelijk aangevuld met bewijsstukken, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de eisen zoals genoemd in de artikelen 8 (locatiecriteria), 10 (overige lokale eisen) en 11 (eisen aan de exploitant en leidinggevende(n)) van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt.
- o
Een beschrijving van de te hanteren huisregels;
- o
Een beschrijving van de te hanteren preventiemaatregelen ter voorkoming van overmatig drugsgebruik en drugsverslaving, waaronder in ieder geval maar niet uitsluitend, dient in te worden gegaan op het toegangs- en deurbeleid;
- o
Een beschrijving van de concrete maatregelen die worden genomen om te voorzien in de naleving van de AHOJG-I-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet;
- o
Een beschrijving van de concrete maatregelen die worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid.
- o
Een beschrijving van de wijze waarop de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn. Tevens dient te worden omschreven op welke wijze de exploitant gedurende de exploitatie van de coffeeshop in contact blijft met de omgeving en omgaat met klachten uit de omgeving.
- o
- •
Vragenformulier Bibob, inclusief bijlagenvel en bijlagen, volledig ingevuld en ondertekend;
- •
Actueel uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- •
Plattegrond/tekening op schaal van de inrichting (met aanduiding functie van de ruimten, zoals keuken, bar, toiletten, etc. met de oppervlakten in m2);
- •
Huur-, pacht- of koopovereenkomst van het voor de coffeeshop te gebruiken pand. Hierin dient expliciet te worden verklaard dat de pandeigenaar akkoord gaat met de vestiging van een coffeeshop in het pand;
- •
Een bewijsstuk waaruit blijkt dat de vestiging van de coffeeshop op de opgegeven locatie in overeenstemming is met het vigerende omgevingsplan en dus de functie ‘Horecabedrijven’ bevat. Indien een dergelijk passende bestemming ontbreekt dient een principebesluit te worden overgelegd waaruit blijkt dat het bevoegd bestuursorgaan bereid is planologische medewerking te verlenen;
- •
een bewijsstuk van een erkende instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat de exploitant en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met gebruik van drugs en de daaraan verbonden risico´s van verslaving.
- •
In geval van overname: overeenkomst voor overname, goodwill en inventaris;
- •
Arbeidsovereenkomst van iedere leidinggevende;
- •
Kopie van een geldig legitimatiebewijs van iedere leidinggevende;
- •
Verklaring omtrent het gedrag (niet ouder dan drie maanden) van de exploitant en alle leidinggevenden.
6.Aanvulling aanvragen
- 1.
Bij niet volledige aanvragen in de zin van artikel 5, worden aanvragers binnen vijf werkdagen na het aanvraagtijdvak, met toepassing van art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen tien werkdagen aan te vullen. De aanvraag dient uiterlijk op de laatste dag van het einde van het aanvultijdvak volledig te zijn ingevuld en ontvangen door de burgemeester.
- 2.
De beslistermijn vangt in het geval van een niet volledige aanvraag aan op de dag dat de aanvullende gegevens zijn ingediend.
- 3.
Aanvragen die niet voldoen aan de indieningsvereisten van artikel 5 worden, na toepassing van artikel 6 eerste lid, buiten behandeling gesteld. Hetzelfde geldt voor aanvragen die na toepassing van artikel 6 eerste lid, te laat worden aangevuld.
7.Meer aanvragen dan beschikbare exploitatievergunningen /gedoogverklaringen
- 1.
Indien binnen het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 2, meer aanvragen voor een exploitatievergunning/ gedoogverklaring worden ingediend dan het aantal beschikbare exploitatievergunningen met daaraan gekoppelde gedoogverklaringen, vindt verdeling van de beschikbare vergunning/gedoogverklaring plaats door middel van loting.
- 2.
Indien het aantal aanvragen die binnen het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 2 zijn ontvangen, gelijk is aan het aantal beschikbare vergunningen/gedoogverklaringen, vindt geen loting plaats. In dat geval zal deze aanvraag direct inhoudelijk worden getoetst overeenkomstig artikel 11.
8.Deelname loting
- 1.
Tot deelname aan loting worden uitsluitend toegelaten de aanvragen:
- a.
die zijn ingediend binnen het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 2 en;
- b.
voldoen aan de indieningsvereisten van artikel 5 en;
- c.
voldoen aan de eisen zoals genoemd in de artikelen 8 (locatiecriteria), 10 (overige lokale eisen) en 11 (eisen aan de exploitant en leidinggevende(n)) van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt (dit wordt getoetst aan de hand van de daartoe in het ondernemingsplan gegeven beschrijving en onderbouwing met eventuele bewijsstukken.
- a.
- 2.
Als een aanvraag niet voldoet aan de in het vorige lid onder c genoemde vereisten, wordt de aanvraag geweigerd en is daarmee uitgesloten van deelname aan de loting.
- 3.
Deelnemende aanvragers worden schriftelijk in kennis gesteld van de loting en de datum waarop deze wordt uitgevoerd.
9.Wijze van loting
- 1.
De loting wordt uitgevoerd door de burgemeester of een daartoe door de burgemeester gemachtigde.
- 2.
De loting is openbaar.
- 3.
Binnen twee weken na de loting, worden de aanvragers die deelgenomen hebben aan de loting schriftelijk geïnformeerd over de uitkomst van de loting en wat dat voor hun aanvraag betekent.
10.Bepalingen over de gevolgen van de uitkomst van de loting
- 1.
De getrokken aanvragen komen in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toets overeenkomstig artikel 11, en bij een positieve uitkomst van deze toets voor vergunningverlening/gedoogverklaring. Doordat op grond van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal een maximumstelsel wordt gehanteerd, waarbij in de gemeente Stadskanaal slechts één exploitatievergunning/gedoogverklaring voor een coffeeshop wordt verleend, betekent dit dat de eerst getrokken aanvraag dus als eerste in aanmerking komt voor een inhoudelijke toets en bij een positieve uitkomst daarvan, voor verlening van de enige beschikbare vergunning/gedoogverklaring. Indien de inhoudelijke toets voor de eerst getrokken aanvraag niet leidt tot vergunningverlening, komt aldus de als tweede getrokken aanvraag in aanmerking voor de inhoudelijke toets en mogelijke vergunningverlening, enzovoorts.
- 2.
Aanvragen die door de aanvrager worden ingetrokken, dingen vanaf het moment van ontvangst van de intrekking niet mee voor loting of vergunningverlening en worden bij de vaststelling van de volgorde c.q. de toets voor vergunningverlening in deze verdelingsprocedure buiten beschouwing gelaten.
- 3.
De aanvragen die resteren, nadat het maximum aantal te verlenen vergunningen is bereikt, worden geweigerd, onverminderd het bepaalde in het vierde lid.
- 4.
Indien na de verdelingsprocedure een verleende vergunning op grond van artikel 4 lid 4 wordt ingetrokken, komen de aanvragen in volgorde van trekking alsnog in aanmerking voor een inhoudelijke toets en bij een positieve uitkomst voor vergunningverlening.
11.Inhoudelijke toetsing na loting
In volgorde van trekking worden de aanvragen inhoudelijk getoetst op respectievelijk aan:
- a.
de verwachte invloed op de openbare orde/het woon- en leefklimaat in de omgeving van de coffeeshop als hierna bedoeld in artikel 12;
- b.
de weigeringsgronden als bedoeld in de artikelen 1:8 en 2:19 van de Algemene plaatselijke verordening;
- c.
de Wet Bibob.
12.Beoordeling invloed op de openbare orde / het woon- en leefklimaat
De verwachte invloed van de coffeeshop op het woon- en leefklimaat in de omgeving wordt beoordeeld. Relevante aspecten daarbij zijn onder andere, naast verkeerskundige aspecten (waaronder het voorzien in voldoende parkeergelegenheid en de gevolgen voor de bestaande verkeersstructuur), geluidsoverlast, vervuiling en/of aantasting van de sociale veiligheid. In aanvulling op deze criteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie acceptabel is vanuit het oogpunt van openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat of wijk van de aangedragen locatie, alsmede de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds bloot staat of zal komen te staan door de exploitatie. Dat kan betekenen dat, ondanks dat een locatie primair voldoet aan de gestelde locatiecriteria, een locatie alsnog niet geschikt wordt geacht om een coffeeshop te vestigen.
Indien de uitkomst van de beoordeling van de invloed op de openbare orde / het woon- en leefklimaat niet positief is, volgt een weigering van de aanvraag.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl