Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741127
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741127/1
Beleidskader armoede en schulden Gouda 2025-2029 De cirkel doorbreken
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025
Intitulé
Beleidskader armoede en schulden Gouda 2025-2029 De cirkel doorbrekenSAMENVATTING
Met het beleidskader Samen mee(r) doen is er sinds 2017 een stevige basis gelegd voor het Goudse armoede- en schuldenbeleid. Deze basis blijft behouden, met de focus op het aanpakken van de gevolgen van armoede en schulden voor kinderen en jongeren. Meedoen blijft de beste remedie tegen armoede en het voorkomen en aanpakken van problematische (schuld)situaties blijft het streven. Met het beleidskader De cirkel doorbreken bouwt de gemeente hierop voort, op basis van nieuwe inzichten, ontwikkelingen en uitdagingen. Het doorbreken van de cirkel van armoede en schulden staat centraal. Hierbij kan er gedacht worden aan: het structureel ophogen van het jeugdtegoed zodat kinderen ongeacht het inkomen van hun ouders (sport)kleding en schoolspullen kunnen kopen. Het versterken van de eigen kracht door het verbeteren van kennis en vaardigheden die kunnen helpen bij het beheren van de eigen financiële administratie. Het extra stimuleren van het meedoen van kinderen aan sportieve en/of culturele activiteiten waardoor zij ervaringen en contacten opdoen. En het bieden van voldoende handvatten aan cliënten van schuldhulpverlening om zo te voorkomen dat er na het afsluiten van het traject nieuwe schulden ontstaan. De volgende uitgangspunten, die geformuleerd zijn naar aanleiding van de vele gevoerde gesprekken met inwoners, ervaringsdeskundigen, sleutelfiguren, (ex) cliënten, sociale partners en ambtelijke collega’s, zijn daarbij van belang.
Uitgangspunten
- •
Kinderen zijn de toekomst. De aanpak van (de gevolgen van) armoede op kinderen heeft onze prioriteit. Daarom zetten we in op het bieden van zoveel mogelijk gelijke kansen en het meedoen voor kinderen en jongeren, ongeacht het inkomen van hun ouders/verzorgers.
- •
Bestaanszekerheid is een recht en geen beleidskeuze. We zetten ons in om alle inwoners die recht hebben op ondersteuning ook daadwerkelijk te bereiken en het voor hen zo makkelijk mogelijk te maken om gebruik te maken van de beschikbare voorzieningen. Er wordt daarbij ingezet op het bereiken van de groep die nu nog onvoldoende in beeld is.
- •
We gaan er vanuit dat armoede en schulden iedereen kan overkomen. We benaderen inwoners op basis van gelijkwaardigheid. We staan naast de inwoner en bekijken samen hoe we kunnen ondersteunen, waarbij we uitgaan van eigen kracht en we de regie zoveel mogelijk bij de inwoner laten. Daarbij zijn we ons er van bewust dat mensen die te maken hebben met armoede ook negatieve ervaringen hebben met de overheid. We hebben aandacht en begrip voor het gebrek aan vertrouwen in de overheid, waaronder de gemeente. Er is vertrouwen nodig voordat inwoners hun verhaal durven te vertellen en hulp durven aanvaarden.
- •
Het aanpakken van armoede en schulden is een gezamenlijke opgave: daarvoor is een intensieve samenwerking met sociale partners, vrijwilligers, sleutelfiguren en inwoners nodig.
3 kwantitatieve doelen gesteld door het Rijk
Het verminderen van armoede is een belangrijk doel, zowel internationaal, nationaal als op het niveau van de gemeente. Door de Verenigde Naties is dit doel benoemd als doel 1 van de Sustainable Development Goals (SDG’s) “beëindig armoede overal en in al haar vormen”. Aansluitend hierop is er een landelijke vertaling gemaakt naar 3 kwantitatieve doelen:
- •
Halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025
- •
Halvering van het aantal mensen in armoede in 2030
- •
Halvering van het aantal mensen met problematische schulden in 2030
In navolging van het hoofdlijnenakkoord is in het Regeerprogramma kabinet-Schoof een matiging van deze ambities opgenomen, namelijk geen groei van het aantal kinderen in armoede ten opzichte van 2024. Het Centraal Planbureau laat in haar doorrekening van het hoofdlijnenakkoord zien dat in 2028 armoede onder kinderen in Nederland juist weer toeneemt. Naar een hoger percentage dan het huidige cijfer. Verschillende NGO’s hebben hierover hun zorg uitgesproken.1
Verantwoordelijkheidsverdeling
Veel van de factoren die van invloed zijn op armoede en schulden zijn de verantwoordelijkheid van het Rijk: zoals de ontwikkeling van het minimumloon, het toeslagenstelsel en het heffen van belasting. De gemeente gaat niet over inkomenspolitiek maar heeft wel een rol in de aanpak van armoede en schulden. Daarbij hebben gemeenten de opdracht om ervoor te zorgen dat alle inwoners kunnen meedoen in de samenleving en eventuele belemmeringen weg te nemen. Daarnaast hebben gemeenten de opdracht om inwoners met schulden te helpen. Kortom: hoewel vooral het Rijk een groot aandeel heeft in het bereiken van de gestelde kwantitatieve doelen, kan de gemeente hier op lokaal niveau ook aan bijdragen. Voor Gouda staat het doorbreken van de cirkel van armoede en schulden hierbij centraal.
Doelstellingen
1. Halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025.
Armoede onder kinderen leidt al op jonge leeftijd tot kansenongelijkheid en heeft een significante negatieve impact op het welzijn van kinderen. Daarom is dit een onderwerp dat in Gouda al sinds lange tijd hoog op de agenda staat en waar actief op ingezet wordt. Het Goudse armoedebeleid draagt bij aan het verminderen van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede, doordat het Kindpakket voor alle kinderen meedoen mogelijk maakt. Meedoen op school, in de buurt en ook op een sportieve of culturele activiteit. De tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding op de Rotterdampas zorgen voor kansengelijkheid. Door deze tegoedbonnen hebben kinderen, waarvoor dit thuis niet vanzelfsprekend is, toegang tot een rustige werkplek waar ondersteuning bij het huiswerk en de benodigde faciliteiten aanwezig zijn. Ook staat op de Rotterdampas van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen het jeugdtegoed. Dit tegoed, dat vanuit het Winterplan in 2024 tijdelijk is opgehoogd van € 150,- naar ten minste € 200,- euro per jaar, wordt actief gebruikt voor het kopen van (sport)kleding en schoolspullen. In pasjaar 2023 maakte zo’n 84% van de doelgroep gebruik van de Rotterdampas. Het jeugdtegoed werd door 98% van de pashouders bovendien nagenoeg volledig benut. Dit actieve gebruik, waaruit blijkt dat het jeugdtegoed voorziet in een behoefte, vraagt om bestendiging van het opgehoogde tegoed. Verder blijken schulden onder jongeren steeds verder toe te nemen en is er behoefte aan de verbetering van de financiële vaardigheden.
Daarom gaan we extra inzetten op:
- •
Het structureel ophogen van het jeugdtegoed naar € 200,- per jaar.
- •
Het stimuleren van het gebruik van de tegoedbonnen voor sport en cultuur.
- •
Het versterken van de financiële vaardigheden van kinderen en jongeren.
2. Halvering van het aantal mensen in armoede in 2030.
Kinderen maken deel uit van een gezin, zij hebben ouders of verzorgers. Voldoende middelen van bestaan in het gezin zijn daarom essentieel, ook voor de kinderen. Inkomenspolitiek is het domein van het Rijk. Wel bieden we als gemeente hulp bij het bereiken van bestaanszekerheid. De verschillende minimaregelingen ondersteunen hierbij. Ook voor inwoners die langdurig te maken hebben met armoede, of bij onverwachte grote uitgaven, bieden deze regelingen een steuntje in de rug. Inwoners die (langdurig) in de bijstand zitten worden op diverse manieren ondersteund en gestimuleerd om (uiteindelijk) weer aan het werk te gaan en daarmee zicht op een beter inkomen krijgen. Ondanks deze inzet kan het gebruik beter en is het wenselijk om op een aantal onderdelen uit te breiden. Daarnaast ervaart een deel van de Goudse inwoners een verminderd welzijn en doen-vermogen (het vermogen om in actie te komen en vol te houden, zelfs bij tegenslagen) waardoor het maken van financieel verstandige keuzes extra lastig wordt. De inzet op budgetbeheer, coaching en het trainen van de financiële vaardigheden kan hierbij helpen en bovendien (nieuwe) schulden voorkomen.
Daarom gaan we extra inzetten op:
- •
Het stimuleren van het gebruik van het volwassenentegoed door extra communicatie.
- •
Het versterken van de financiële vaardigheden van volwassenen.
- •
Het uitbreiden van het aanbod van budgetbeheer en coaching in combinatie met de inzet van een digitaal hulpmiddel.
3. Halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030.
De gemeente heeft zich de afgelopen jaren ingezet om het aantal mensen dat te maken heeft met problematische schulden te verminderen. Er is gewerkt aan het zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar maken van schuldhulpverlening, het vergroten van de bekendheid en verbeteren van de kwaliteit. Daarnaast is de aanpak Jongerenperspectief (JPF) opgezet. Tegelijkertijd blijft het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening, net als bij het landelijke beeld, achter bij het stijgende aantal inwoners dat te maken heeft met problematische schulden. Er zijn met name zorgen over schulden onder jongeren, die meer dan gemiddeld te maken hebben met betalingsproblemen. Daarnaast is er tijdens het traject voor schuldhulpverlening meer aandacht nodig voor het bieden van handvatten voor na het traject, om terugval te voorkomen.
Daarom gaan we extra inzetten op:
- •
Extra coaching tijdens het traject voor schuldhulpverlening en nazorg.
- •
Monitoring van recidive en registreren van de hoogte van de schuldenlast bij aanmelding.2
- •
Het voortzetten van de aanpak jongerenperspectief zodat jongeren ondanks hun schulden kunnen werken aan hun toekomstperspectief.
- •
Verkennen van vernieuwende vormen van schuldhulpverlening.
- •
Het zoveel mogelijk aansluiten bij de verschillende onderdelen van de basisdienstverlening.3
- •
Het aanpassen van de aanpak voor vroegsignalering op basis van de laatste kennis omtrent het vergroten van het bereik.
1. INLEIDING
Tijd voor een nieuw beleidskader
Nederland komt steeds een beetje beter rond, blijkt uit onderzoek van het NIBUD. In 2018 gaf nog 38% van de Nederlandse huishoudens aan moeilijk te kunnen rondkomen, in 2024 is dit percentage gedaald naar 32%. Ondanks de ontwrichtende maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren, zoals corona en de flink gestegen prijzen, is deze voorzichtige positieve beweging sinds 2012 zichtbaar.4 Ook met de meeste Gouwenaren gaat het goed. Ruim 80% heeft een betaalde baan5 en 72% van de volwassenen geeft aan dat zij een goede gezondheid hebben.6 Bijna 76% van de jongeren zegt zich meestal (zeer) gelukkig te voelen.7 Ondertussen geldt voor een derde van de Nederlandse bevolking dat zij nog steeds moeite hebben om hun inkomsten en uitgaven in balans te houden. Zij zijn kwetsbaar omdat zij te maken hebben met onduidelijkheid over het recht op toeslagen, hoge woonlasten, onvoldoende grip op energiekosten en beperkte mogelijkheden om een financiële buffer op te bouwen.8 Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de leefwerelden van armen en rijken in toenemende mate gescheiden zijn. Hierdoor komen de huishoudens met weinig hulpbronnen in het dagelijks leven weinig mensen tegen met meer hulpbronnen, wat ten koste gaan van de kansengelijkheid.9 Daarnaast rapporteert het CBS over een stijging van het aantal Nederlandse huishoudens dat te maken heeft met geregistreerde problematische schulden. In 2021 waren dit er zo’n 618 duizend en in 2024 747 duizend.10 Het NIBUD benoemt in zijn rapport ‘rondkomen en betalingsproblemen’, de situatie van de groep jongvolwassenen het meest zorgwekkend te vinden.11 Uit onderzoek onder Goudse huishoudens blijkt ook dat er sprake is van een stijging van het aantal huishoudens met problematische schulden. In 2020 gaf 6% van de Goudse huishoudens in de leeftijd van 18 tot 65 jaar aan te maken te hebben met risicovolle of problematische schulden en in 2022 was dit 10%.12
Zowel landelijk als lokaal is de afgelopen jaren hard gewerkt aan het terugdringen van armoede en schulden. Bestaanszekerheid staat hoog op de politieke agenda en er zijn door het kabinet verschillende incidentele en structurele maatregelen genomen om kwetsbare huishoudens te ondersteunen. Lokaal stuurt de gemeente constant bij om de inwoners die te maken hebben met armoede en schulden zo goed mogelijk te blijven ondersteunen. Om het lokale beleid zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de inwoner is het, ook gezien de vele ontwikkelingen, tijd om het beleid aan te scherpen en opnieuw de focus te bepalen. Bovendien is het de gemeentelijke verplichting vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) om iedere 4 jaar een plan op te stellen, die richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Daarom is door de gemeente Gouda het nieuwe beleidskader armoede en schulden 2025-2029 De cirkel doorbreken opgesteld. Dit beleidskader is een actualisatie en vervangt het beleidskader armoede en schulden Gouda 2017-2020 Samen mee(r) doen. De stevige basis die gelegd is vanuit het oude beleidskader blijft behouden, met de focus op het aanpakken van de gevolgen van armoede en schulden voor kinderen en jongeren. Zorgen dat inwoners zoveel mogelijk kunnen meedoen blijft de beste remedie tegen de gevolgen van armoede, en het voorkomen en aanpakken van problematische (schuld)situaties blijft het streven. Er worden geen koerswijzigingen doorgevoerd. Deze actualisatie bouwt op basis van nieuwe ontwikkelingen, uitdagingen en inzichten voort op de ingeslagen weg.
Ophalen van input en bouwen aan draagvlak
Om met deze actualisatie zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van inwoners die te maken hebben met armoede een schulden, zijn beleidsadviseurs van de gemeente Gouda de afgelopen periode uitgebreid in gesprek gegaan met inwoners, sleutelfiguren, ervaringsdeskundigen en (ex)cliënten over hun ervaringen met armoede en schulden. Ook is er een digitale uitvraag gedaan via de applicatie ‘Gouda denkt mee’, over de bekendheid van ondersteuningsmogelijkheden en eventuele verbeterpunten op het gebied van armoede en schulden. Daarnaast is er in de periode van een halfjaar uitgebreid gesproken met sociale partners en medewerkers van de gemeente.
In de aanpak van armoede en schulden is de samenwerking met onze sociale partners cruciaal. Daarom heeft de gemeente eind oktober 2023 een conferentie georganiseerd over armoede en schulden. Tijdens deze conferentie is in verschillende werksessies ingegaan op wat er goed gaat en wat er beter kan. Ervaringsdeskundigen hebben samen met de sociale partners, die in grote getalen aanwezig waren, waardevolle input geleverd tijdens de workshops. Deze input is uiteindelijk overhandigd aan wethouder Jan Kees Oppelaar. Ter afsluiting van de inputfase heeft er in februari 2024 een tweedelige werksessie plaatsgevonden met de commissie Samenleving, om zo ook raadsleden de mogelijkheid te geven om aan de voorkant richting mee te geven aan het beleidskader.
De speerpunten uit alle opgehaalde informatie zijn samengebracht in het beleidskader De cirkel doorbreken. Uit de verkregen input blijkt dat er behoefte is aan het doorbreken van de situatie op verschillende manieren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om:
- •
Het doorbreken van de situatie door zoveel mogelijk mee te kunnen doen.
- •
Het doorbreken van afhankelijkheid, door het versterken van de eigen regie.
- •
Het voorkomen dat armoede en schulden generatie op generatie worden doorgegeven.
- •
Het voorkomen van nieuwe schulden, door intensivering van de ondersteuning vanuit schuldhulpverlening.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat in op zowel de landelijke als lokale ontwikkelingen in de afgelopen jaren in de aanpak van armoede en schulden. Hoofdstuk 3 beschrijft de lokale uitgangspunten die opgehaald zijn tijdens de vele interventies in de stad en de basis vormen van dit beleidskader. Omdat armoede en schulden raken aan diverse beleidsterreinen verduidelijkt hoofdstuk 4 wat de reikwijdte is van dit beleidskader. Hoofdstuk 5 gaat in op de 3 door het Rijk opgestelde kwantitatieve doelen en benoemt per doel op welke manier het Goudse beleid inzet op de verschillende doelen, wat hiervan de lokale uitwerking is en waar aan de hand van dit beleidskader extra op ingezet gaat worden. Hoofdstuk 6 gaat in op de monitoring en de elementen waar per doel, in aanvulling op de cijfers waar al op gerapporteerd wordt, kwantitatieve informatie van wordt bijgehouden. Hoofdstuk 7 geeft de financiële consequenties weer.
2. WAAR KOMEN WE VANDAAN?
2.1 Landelijke aanpak geldzorgen, armoede en schulden
Het Rijk heeft de afgelopen jaren diverse incidentele maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat (kwetsbare) huishoudens de verschillende crises op konden vangen. Zo hebben ondernemers tijdens de coronacrisis een uitkering ontvangen, is de energietoeslag uitgekeerd en is er een tijdelijk energieprijsplafond ingevoerd. Naast deze incidentele maatregelen vraagt de aanpak van armoede en schulden vooral ook om een structurele aanpak. Sinds 2022 is er een landelijke meerjarige Aanpak geldzorgen, armoede en schulden opgesteld, met daarin hoge ambities. Vanuit landelijk beleid wordt er gestreefd naar bestaanszekerheid. Deze ambitie is vertaald naar 3 kwantitatieve doelen ten opzichte van 2015. Deze doelen sluiten aan bij doel 1 van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties: ‘beëindig armoede overal en in al haar vormen’. Ministers uit diverse departementen werken samen om deze doelen te bereiken. Gezamenlijk hebben zij het implementatieplan Aanpak, geldzorgen, armoede en schulden 2022-2025 opgesteld waarin de volgende doelen en bijbehorende aandachtspunten zijn opgenomen:13
- 1.
Halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025.
Bij dit doel benadrukt het Rijk dat gezinnen met 3 of meer kinderen vaker te maken hebben met een inkomen dat structureel te laag is. De kans hierop is groter in gezinnen waarbij de ouders te weinig of niet werken. Ook wordt het belang genoemd van het doorbreken van intergenerationele armoede, waaronder door de inzet op kansengelijkheid, de ontwikkeling van vaardigheden en sociale participatie.
- 2.
Halvering van het aantal mensen in armoede in 2030.
Het Rijk maakt hierbij het volgende onderscheid: mensen hebben te weinig, onzeker en onvoorspelbaar inkomen, en/of hebben hogere uitgaven dan gemiddeld. Daarnaast ervaren zij een verminderd welzijn en/of verminderd doen-vermogen.
- 3.
Halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030.
Hierbij worden door het Rijk als belangrijkste oorzaken genoemd dat een groot aantal huishoudens betalingsachterstanden ontwikkelen, die in een snel tempo verergeren. Deze huishoudens zoeken en krijgen niet snel genoeg passende en effectieve hulp. Bovendien vallen huishoudens na herstel regelmatig terug in problematische schulden.
Inmiddels zijn er door het Rijk diverse wijzigingen doorgevoerd die een positief effect hebben gehad op deze doelen. Uit de koopkrachtberekeningen van het NIBUD blijkt dat het inkomen van huishoudens met meerdere kinderen hoger is geworden.14 Ook is het wettelijk minimumloon in 2023 met 10% verhoogd, daarmee zijn ook uitkeringen zoals de bijstand en de AOW hoger geworden. Het Rijk heeft daarnaast extra middelen ingezet om ervoor te zorgen dat mensen die leven in armoede zoveel mogelijk mee kunnen doen. Zo is er budget vrijgemaakt voor het organiseren van schoolmaaltijden en zijn er subsidies verleend aan fondsen voor het opzetten van uitgiftepunten van menstruatieartikelen. Ook wat betreft het terugdringen van het aantal huishoudens dat te maken heeft met problematische schulden zijn er een aantal acties ondernomen. De standaard duur van een schuldregeling is gehalveerd en er is extra ingezet op vroegsignalering waardoor het bereik groter is geworden.15
Vanuit het Regeerprogramma kabinet-Schoof zet het nieuwe kabinet zich in voor bestaanszekerheid. In dit programma is het streven opgenomen om de (kinder)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024. Daarmee lijkt het nieuwe kabinet het streven van het halveren van het aantal kinderen en volwassenen in armoede los te laten. Volgens de doorrekening van het hoofdlijnenakkoord door het Cultureel Planbureau zorgen deze plannen ervoor dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2028 ten opzichte van 2024 gestegen zal zijn met een 0,5%. Het hoofdlijnenakkoord zet weliswaar in op het verbeteren van de situatie van gezinnen met kinderen, maar onvoldoende om te zorgen voor een toekomstige daling.16
2.2 Lokale aanpak armoede en schulden
Ook vanuit het beleidskader Samen mee(r) doen is gewerkt aan het bestrijden van armoede en schulden dan wel het verzachten van de gevolgen ervan. In dit beleidskader stond het thema ‘meedoen’ centraal en is gekozen voor de doelgroep kinderen en jongeren als belangrijkste doelgroep voor de inzet van middelen en ondersteuning.
Hiervoor is gekozen omdat meedoen ervoor zorgt dat kinderen zich kunnen ontwikkelen, meedoen sociaal isolement voorkomt en de kans vergroot dat kinderen hun opleiding afmaken. Dit zijn belangrijke beschermende factoren tegen het doorgeven van armoede aan de volgende generatie. In dit beleidskader stonden de volgende 3 lijnen centraal:
- •
Het voorkomen van armoede en schulden. Hierbij lag de focus op preventie en vroegsignalering vanuit de visie ‘voorkomen is beter dan genezen'.
- •
Meedoen mogelijk maken. Door de inzet van minimaregelingen en de verstrekking hiervan aan inwoners met een beperkt inkomen. Daarbij lag de focus op de aanpak van de gevolgen van armoede onder kinderen, door de invoering van een stevig kindpakket.
- •
De aanpak van schulden waarbij niemand op voorhand werd uitgesloten van hulp bij schulden. In samenwerking met sociale partners werd een sluitend hulpaanbod georganiseerd.
Sindsdien is er flink ingezet vanuit deze lijnen. Net zoals het Rijk heeft ook de gemeente Gouda zich verbonden aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Dit is in 2019 vastgesteld in de toekomstvisie Gouda 2030.17 In deze toekomstvisie is over doel 1 van de SDG’s opgenomen: gelijke toegang tot basisvoorzieningen, het vergroten van de weerbaarheid van mensen in kwetsbare situaties en het versterken van maatregelen die de zelfredzaamheid van burgers vergroten. In het overkoepelende beleidskader op het Goudse sociaal domein Iedereen kan meedoen 2020-2023, dat voortbouwt op de integrale nota Iedereen doet mee, is daarnaast nogmaals het belang van het meedoen van de Goudse inwoners bekrachtigd. In 2022 heeft het huidige college met het Bestuursakkoord Geef Gouda door! bovendien een verdere impuls gegeven aan het bestrijden van armoede door in te zetten op kansengelijkheid. Alle voorzieningen en minimaregelingen die sinds 2017 zijn opgezet zijn opgenomen in bijlage 1 en verdeeld onder de 3 gestelde doelen vanuit het Rijk.
3. LOKALE UITGANGSPUNTEN
De gemeente gaat door met de aanpak van armoede en schulden. Om het beleid zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de behoeften van inwoners hanteert de gemeente een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn geactualiseerd op basis van ontwikkelingen, nieuwe inzichten en de gesprekken die met inwoners, ervaringsdeskundigen, sleutelfiguren, sociale partners en (ex)cliënten gevoerd zijn.
Kinderen zijn de toekomst
De aanpak van (de gevolgen van) armoede op kinderen heeft onze prioriteit. Als kinderen opgroeien in armoede en schulden kan dit grote gevolgen hebben voor de rest van hun leven.18 Moeilijke leefomstandigheden van de ouders kunnen er toe leiden dat zij hun kinderen minder kunnen ondersteunen en stimuleren. Voor een kind kan dit resulteren in een onveilige hechting, minder goede hersenontwikkeling en een minder voorspoedige schoolloopbaan. Materiële achterstanden kunnen ook bijdragen aan slechtere concentratie op school, leerachterstanden en voortijdig schoolverlaten. Kinderen die langdurig te maken hebben met armoede voelen zich vaker angstig, afhankelijk en ongelukkig. Dat kan fysieke en psychische klachten tot gevolg hebben zoals hoofdpijn, buikpijn en vermoeidheid.19 Door kinderen mee te laten doen en daarmee zoveel mogelijk dezelfde kansen te geven als kinderen uit gezinnen met voldoende inkomen, kan de armoede die regelmatig van generatie op generatie wordt doorgegeven doorbroken worden. Zo kunnen zij kennis, ervaring en contacten opdoen buiten hun eigen cirkel. Ook hebben zij toegang tot sport of kunnen zij een culturele hobby beoefenen, wat een gezonde en welkome afleiding kan zijn uit de dagelijkse realiteit. Daarom zetten we in op het bieden van zoveel mogelijk gelijke kansen en het meedoen voor kinderen en jongeren, ongeacht het inkomen van hun ouders/verzorgers.
Bestaanszekerheid is een recht en geen beleidskeuze
Eén van de grondrechten waar op het moment veel aandacht voor is, is bestaanszekerheid. In de Nederlandse grondwet is hierover opgenomen dat de overheid beleid moet voeren dat gericht is op bestaanszekerheid van de bevolking en de spreiding van welvaart.20 In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is over ditzelfde onderwerp onder artikel 25 opgenomen dat iedereen recht heeft op een levensstandaard die hoog genoeg is om zorg te kunnen dragen voor gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waar onder andere voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige zorg onder valt.21 Bestaanszekerheid is dus een grondrecht, geen beleidskeuze.22 Daarbij gaat het Rijk over de inkomensverdeling en het fiscale beleid in Nederland. Gemeenten voeren geen inkomensbeleid maar hebben de plicht om te zorgen dat hun inwoners en vooral kinderen mee kunnen doen in de samenleving. Armoedebeleid is dan ook gericht op het mogelijk maken van meedoen en het bieden van ondersteuning daarvoor.
In Gouda is er, naast de inwoners die wel bereikt worden, ook een groep inwoners waarbij dit onvoldoende lukt. Deze inwoners zijn vaak de hoop of het vertrouwen in de overheid verloren of weten niet dat zij in aanmerking komen voor (financiële) ondersteuning van de gemeente. Zowel landelijk als lokaal zien we terug in de cijfers dat mensen niet altijd gebruik maken van de voorzieningen waar zij recht op hebben. Uit onderzoek blijkt dat 20% van de inwoners die in aanmerking komen voor zorgtoeslag hier geen gebruik van maakt.23 In Gouda zien we dat het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening achterblijft op het toenemende aantal Goudse huishoudens dat aangeeft te maken te hebben met risicovolle of problematische schulden.24 We zetten ons in om alle inwoners die recht hebben op ondersteuning ook daadwerkelijk te bereiken en het voor hen zo makkelijk mogelijk te maken om gebruik te maken van de beschikbare voorzieningen. Er wordt daarbij ingezet op het bereiken van de groep die nu nog onvoldoende in beeld is om zo ook deze inwoners te ondersteunen bij het doorbreken van een eventuele negatieve spiraal.
Armoede en schulden kunnen iedereen overkomen
Het toeslagenschandaal leert ons dat het naast alle regels en wetten van groot belang is hoe we naar kwetsbare mensen en hun rechten kijken. Om van het toeslagenschandaal te leren heeft de parlementaire enquêtecommissie in opdracht van het kabinet onderzoek gedaan naar hoe de toeslagenaffaire heeft kunnen gebeuren. Deze commissie stelt in een omvangrijk rapport dat diverse overheidsorganen blind zijn geweest voor mens en recht. Daardoor zijn grondrechten geschonden en is de overheid blind geweest voor het feit dat achter elk (persoons)gegeven een mens schuilgaat. De parlementaire enquêtecommissie benoemt ook dat de blindheid van mens en recht niet weg is en een dergelijk schandaal wederom kan gebeuren. Om dit te voorkomen doen zij de aanbeveling dat er binnen alle lagen van de overheid patronen moeten worden doorbroken, waarbij er weer oog is voor de mensen (achter de gegevens) en hun grondrechten worden gerespecteerd.
Ook in Gouda is er een sterke behoefte aan ‘gezien en gehoord’ worden en ‘er toe doen’. Iedereen kan te maken krijgen met armoede en schulden, ook de inwoners waarvan je het op het eerste gezicht niet zou verwachten. Als gemeente benaderen we inwoners op basis van gelijkwaardigheid. We staan naast de inwoner en bekijken samen hoe we kunnen ondersteunen, waarbij we uitgaan van eigen kracht en we de regie zoveel als mogelijk en passend is, bij de inwoner laten. Daarbij zijn we ons er van bewust dat mensen in armoede ook negatieve ervaringen hebben met de overheid. We hebben aandacht en begrip voor het gebrek aan vertrouwen in de overheid, waaronder de gemeente. Er is vertrouwen nodig voordat inwoners hun verhaal durven te vertellen en hulp durven aanvaarden.
Het aanpakken van armoede en schulden is een gezamenlijke opgave
In Gouda zijn veel sociale partners, vrijwilligers, sleutelfiguren en inwoners actief die belangrijke dingen doen voor kwetsbare inwoners. Een nauwe onderlinge samenwerking is van grote meerwaarde. Naast het voortzetten van de samenwerking vanuit het convenant de Goudse Standaard met onze sociale partners, is het ook van belang om regelmatig in gesprek te gaan met sleutelfiguren, ervaringsdeskundigen en inwoners. Hiervoor zullen initiatieven in de wijken worden bezocht en wordt het netwerk van bestaande en nieuwe contacten en stakeholders onderhouden en waar mogelijk uitgebreid. Dit zorgt er niet alleen voor dat het aanbod op elkaar aansluit, maar ook dat het aanbod blijft aansluiten bij de behoeften van kwetsbare inwoners.
4. DE FOCUS VAN DIT BELEIDSKADER EN AANVERWANTE BELEIDSTEREINEN
Het beleidsveld armoede en schulden raakt aan diverse andere beleidsterreinen, zoals laaggeletterdheid, jeugdhulp, gezondheid en werk en inkomen. Voor mensen met beperkte digitale vaardigheden is het bijvoorbeeld lastig om de financiële administratie goed te regelen. Armoede en schulden hebben regelmatig een negatief effect op de gezondheid, zowel psychisch als lichamelijk. Andersom kan een beperkte gezondheid leiden tot een lager inkomen en meer uitgaven aan zorg, met financiële kwetsbaarheid tot gevolg. Een laag inkomen kan leiden tot grote zorgen en schulden waardoor er problemen kunnen ontstaan op het gebied van huisvesting, participatie en opvoeding.
Het bestrijden van armoede en schulden vraagt daarom om een integrale aanpak. Dit betekent dat ook binnen andere beleidsterreinen, zoals laaggeletterdheid en gezondheidsbeleid rekening wordt gehouden met armoede en schulden en het effect hiervan op inwoners. Consulenten in het Sociaal Domein worden getraind om te werken op het snijvlak van verschillende beleidsterreinen. Om herhaling te voorkomen legt dit beleidskader daarom de focus op armoede en schulden en laat de aanverwante beleidsvelden zoveel mogelijk buiten beschouwing.
5. VOORTBOUWEN OP DE INGESLAGEN WEG
De basis behouden, doorpakken op de 3 landelijk gestelde doelen
Met het beleidskader De cirkel doorbreken wordt op basis van nieuwe inzichten, ontwikkelingen en uitdagingen voortgebouwd op de ingeslagen weg, die is ingezet vanuit het beleidskader Samen mee(r) doen. Draagt de gemeente met het gevoerde armoede en schuldenbeleid tot nu toe bij aan de 3 kwantitatieve doelen die het Rijk gesteld heeft? Gemeentebeleid is slechts 1 van de vele factoren die invloed hebben op de 3 gestelde doelen door het Rijk. In dit hoofdstuk vertalen we de landelijk gestelde doelen naar de lokale praktijk. Vervolgens gaan we in op de elementen waar de komende jaren extra op ingezet gaat worden
5.1 DOEL 1: HALVERING VAN HET AANTAL KINDEREN DAT OPGROEIT IN ARMOEDE
Wat doen we al?
- •
Voor kinderen kan een gratis Rotterdampas aangevraagd worden. Hun ouders krijgen de pas voor € 5,-. Hiermee kunnen zij gratis of met korting uitjes ondernemen vanuit het reguliere aanbod op de Rotterdampas.
- •
De Rotterdampas is de drager van een deel van het Goudse minimabeleid. Op de pas van kinderen van 4 tot en met 17 jaar uit gezinnen met een beperkt inkomen, wordt automatisch het jeugdtegoed geplaatst, waarmee kinderen bijvoorbeeld schoolspullen en/of (sport) kleding kunnen aanschaffen in geselecteerde winkels. Dit jeugdtegoed heeft standaard een hoogte van €150,-, maar is naar aanleiding van het Winterplan in 2022, 2023 en 2024 incidenteel verhoogd. Naast het jeugdtegoed staan op de Rotterdampas ook de tegoedbonnen voor sport en cultuur. Hiermee kunnen kinderen gratis een jaar lang kiezen voor een sportieve of culturele activiteit. Daarnaast staan er op de pas van kinderen van 7 tot en met 17 jaar ook tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding. Deze kinderen kunnen daarmee kosteloos gebruik maken van huiswerkbegeleiding bij geselecteerde partijen.
- •
Voor kinderen van 4 tot en 17 jaar kan de schoolkostenvergoeding aangevraagd worden voor school gerelateerde kosten zoals een internetabonnement of inkt voor een printer. Voor kinderen op de basisschool is dit € 100,- per schooljaar en voor het vervolgonderwijs € 200,- per schooljaar.
- •
Voor kinderen op het vervolgonderwijs kan eens in de 5 jaar een vergoeding voor een laptop of tablet aangevraagd worden. De vergoeding is maximaal € 400,-.
- •
Voor kinderen van 14 tot en met 17 jaar kan een gratis identiteitskaart worden aangevraagd.
- •
Voor kinderen van 2 jaar en 3 maanden tot en met 4 jaar kan gratis peuteropvang aangevraagd worden.
- •
De gemeente brengt de verschillende onderdelen van het kindpakket regelmatig onder de aandacht, om zo het bereik en het gebruik te vergroten.
- •
De gemeente verstrekt subsidie aan de Brede School voor het Kinderfonds. Dit is een vangnet om materiële ondersteuning te bieden aan kinderen uit gezinnen met beperkte financiële middelen waardoor participatie aan maatschappelijke, sociale en culturele activiteiten wordt gestimuleerd en sociale uitsluiting wordt voorkomen. Gezinnen met een hoger inkomen kunnen ook gebruik maken van het Kinderfonds wanneer er sprake is van bijzonderheden (bijvoorbeeld schulden of hoge ziektekosten). Het Kinderfonds is bedoeld voor kinderen die buiten de voorliggende voorzieningen vallen, zoals de gemeentelijke minimaregelingen.
- •
De gemeente verstrekt subsidie aan de Brede School om scholen en onderwijsinstellingen te informeren over de mogelijkheden voor ondersteuning van kinderen in armoede en te stimuleren dat aandacht besteed wordt aan financiële educatie. De Brede School betaalt hiermee bijvoorbeeld de theatervoorstellingen die samen met scholen gespeeld worden, die het thema armoede en schulden hebben.
- •
Studenten die door een blijvende medische beperking naast hun studie niet kunnen werken, kunnen studietoeslag aanvragen. De hoogte van de studietoeslag is afhankelijk van de leeftijd van de student.
- •
Huishoudens die langdurig, minstens 3 jaar, een inkomen hebben tot 101% van de bijstandsnorm kunnen jaarlijks de individuele inkomenstoeslag aanvragen. Huishoudens met kinderen ontvangen bovendien een toeslag van € 50,- per inwonend kind per jaar.
De Goudse vertaling van doel 1: het verminderen van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede
Zoals eerder is genoemd legt het Rijk bij doel 1 de nadruk op:
- •
Grotere gezinnen hebben vaker te maken met een inkomen dat structureel te laag is.
- •
Er zijn veel gezinnen waarbij de ouders te weinig of niet werken.
- •
Intergenerationele armoede moet doorbroken worden door bijvoorbeeld in te zetten op kansengelijkheid, de ontwikkeling van vaardigheden en sociale participatie.
De lokale inzet op voldoende financiële middelen in gezinnen met kinderen
Inkomenspolitiek is in eerste instantie een taak die voorbehouden is aan het Rijk. Zoals genoemd heeft het Rijk de afgelopen jaren wijzigingen doorgevoerd die hebben geleid tot een hoger inkomen voor gezinnen met meerdere kinderen. De lokale minimaregelingen dragen ook bij aan een betere financiële positie van gezinnen. In de minimaeffectrapportage (MER), die de gemeente periodiek laat uitvoeren door het NIBUD, komt naar voren dat het minimabeleid eraan bijdraagt dat de meeste Goudse huishoudens kunnen rondkomen, zowel wat betreft het betalen van de vaste lasten als het kunnen meedoen in de samenleving. Bij deze berekeningen zijn zowel alle landelijke als lokale financiële tegemoetkomingen meegenomen, waar huishouden, met een laag inkomen gebruik van kunnen maken.
Dit voordeel wordt alleen bereikt als kinderen ook daadwerkelijk gebruik maken van de beschikbare regelingen. Met name het bereik van de Rotterdampas, die fungeert als drager voor verschillende onderdelen van het kindpakket, is groot. Uit de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat in 2023 1600 kinderen opgroeiden in een huishouden met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm. Dit is de inkomensgrens waar vanaf februari 2023 rekening mee werd gehouden bij het verstrekken van de minimaregelingen25. In pasjaar 2023 maakten 1265 kinderen in Gouda gebruik van de Rotterdampas. Daarmee had de Rotterdampas in 2023 naar schatting een bereik van zo’n 79% van de beoogde doelgroep. Huishoudens die gebruik maken van 1 minimaregeling worden gestimuleerd om direct ook andere regelingen, waar zij voor in aanmerking komen, aan te vragen.
De Goudse ondersteuning van inwoners met een bijstandsuitkering
Wat betreft het grote aantal gezinnen waarbij ouders niet of weinig werken heeft de gemeente de inwoners met een bijstandsuitkering in beeld. Eind 2022 waren er 186.00026 minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen in Nederland, dat is 5,7% van alle kinderen onder de 18 jaar. Het aantal kinderen in bijstandsgezinnen in Gouda is iets hoger dan het landelijk gemiddelde, namelijk 6,2%. Vaak gaat het om eenoudergezinnen waarbij de kinderen meestal alleen bij hun moeder wonen. Hoe jonger de kinderen, hoe minder het gezin doorgaans te besteden heeft en hoe vaker de schulden groter zijn dan de bezittingen.
Als een inwoner een bijstandsuitkering ontvangt wordt een plan van aanpak opgesteld samen met de inwoner. Er wordt dan besproken welke stappen nodig zijn om (weer en/of meer) te gaan werken. (Alleenstaande) ouders met een bijstandsuitkering hebben vaak de volledige zorg voor hun kinderen en kunnen vaak geen beroep doen op mensen in hun omgeving. Dit kan een belemmering zijn voor het vinden en behouden van werk en het volgen van het re-integratietraject. Het regelen van kinderopvang is dan noodzakelijk. Echter zorgt dit ook voor meer kosten, kosten die de ouders op dat moment niet kunnen betalen. Om deze belemmering weg te nemen, betaalt de gemeente een deel van de kosten voor kinderopvang. Zo kunnen ouders alsnog deelnemen aan hun re-integratietraject en vergroten zij hun kans op de arbeidsmarkt.
Daarnaast zijn er ook andere instrumenten die vanuit de gemeente ingezet kunnen worden om deelname aan het arbeidsproces te stimuleren. Met de inkomstenvrijlating wordt bijvoorbeeld over een periode van 6 maanden dat iemand parttime werkt, 25% van de inkomsten niet verrekend met de uitkering. De inwoner houdt hierdoor maandelijks meer geld over. Inwoners met een bijstandsuitkering die volledig uitstromen naar betaald werk kunnen (onder voorwaarden) een uitstroompremie van
€ 500,- aanvragen. Voor inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zijn er trajecten gericht op participatie. Zoals het traject Bewegen Werkt waarbij deelnemers letterlijk weer in beweging komen en leren over een gezonde leefstijl. Het doel is om Goudse inwoners met een bijstandsuitkering met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt, (meer) te laten deelnemen aan de samenleving. Zodat zij stappen zetten richting participatie, waardoor zij meer structuur in de dag en meer sociale contacten krijgen en een beter toekomstperspectief.
De lokale focus op kansengelijkheid en meedoen
Het Goudse armoedebeleid legt al jaren de focus op kansengelijkheid en het meedoen van met name kinderen en jongeren en draagt daarmee op verschillende manieren bij aan dit doel. Het gratis verstrekken van de Rotterdampas aan kinderen, met daarop het jeugdtegoed en de verschillende tegoedbonnen, zijn voorbeelden hiervan. Uit de gesprekken met inwoners, sleutelfiguren, sociale partners, ervaringsdeskundigen en ambtelijke collega’s blijkt dat men over het algemeen vindt dat het beleid aansluit bij de doelgroep. Inwoners zijn overwegend positief over de voorzieningen en regelingen waar met name de kinderen gebruik van kunnen maken. Wel kan het gebruik van een aantal onderdelen beter.
Door gebruik te maken van de tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding hebben kinderen ongeacht het inkomen van de ouders toegang tot een rustige plek met de benodigde faciliteiten en ondersteuning om het huiswerk te kunnen maken. Het gebruik van deze bonnen moet nog op gang komen. Deze staan sinds november 2023 op de Rotterdampas. In 2024 zijn er 46 tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding verzilverd door in ieder geval 23 kinderen. De tegoedbonnen voor sport en cultuur maken het mogelijk om bijvoorbeeld een sport te beoefenen waardoor een kind kennis maakt met leeftijdsgenootjes die het kind anders misschien niet zou ontmoeten. In pasjaar 2023 hebben 550 pashouders minstens 1 tegoedbon ingezet voor sport of cultuur. Dit betekent dat ongeveer 40% van de pashouders van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt. Hierbij wordt het overgrote deel van de tegoedbonnen gebruikt voor sportieve activiteiten zoals zwemles en voetbal. Vooral het gebruik van het jeugdtegoed op de Rotterdampas is populair. In 2023 zijn er met 98% van de Rotterdampassen aankopen gedaan bij de geselecteerde winkels, waarbij de tegoeden grotendeels besteed zijn.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat het Goudse armoedebeleid bijdraagt aan het verminderen van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede. Het minimabeleid draagt bij aan voldoende inkomen voor kwetsbare huishoudens waardoor zowel het betalen van de vaste lasten als het meedoen voor de meeste Goudse huishoudens mogelijk is. Daarnaast wordt de stadspas door de kinderen uit de doelgroep actief gebruikt. Gekoppeld aan het beleidskader Samen mee(r) doen was voor het bereik van de stadspas/minimaregelingen een streefcijfer van 50% opgenomen voor het jaar 2018 en oplopend in de jaren daarna. Met een bereik van naar schatting 79% in 2023 is dit streefcijfer ruimschoots behaald. Verder is het verhogen van het inkomen door (meer) te gaan werken een belangrijke manier om de cirkel te doorbreken. Vanuit de gemeente worden inwoners die (langdurig) in de bijstand zitten op diverse manieren ondersteund en gestimuleerd om (uiteindelijk) weer aan het werk te gaan. Daarnaast is kansengelijkheid een onderwerp dat in Gouda al lange tijd hoog op de agenda staat en waar actief op ingezet wordt. De plaatsing van tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding op de Rotterdampas is daar een mooi voorbeeld van. Naast deze positieve resultaten en ontwikkelingen is er ruimte voor verbetering. Het gebruik van de tegoedbonnen van sport en cultuur kan beter, wat we beschouwen als een belangrijk middel om meedoen aan de samenleving mogelijk te maken. Dit geldt ook voor de financiële voorlichting en het vergoten van de vaardigheden van kinderen en jongeren.
Waar gaan we extra op inzetten om het aantal kinderen dat opgroeit in armoede te verminderen?
- •
Structureel ophogen van het jeugdtegoed naar € 200,- per jaar voor kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar. Naar aanleiding van het Winterplan is het jeugdtegoed de afgelopen jaren incidenteel opgehoogd. Als de gemeente niets onderneemt dan gaat het jeugdtegoed in 2025 terug naar het oorspronkelijke bedrag van € 150,- per kind per jaar. Van het jeugdtegoed wordt enthousiast gebruik gemaakt. Het is een belangrijk middel als het gaat om meedoen en kansengelijkheid. Gelet op de gestegen prijzen en de verwachting dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede of daar een verhoogd risico op loopt, de komende jaren niet zal dalen maar mogelijk juist zal toenemen, is het van belang dat het jeugdtegoed structureel wordt opgehoogd. Zo worden meedoen en kansengelijkheid zoveel mogelijk bevorderd.
- •
Het stimuleren van het gebruik van de tegoedbonnen voor sport en cultuur. De tegoedbonnen werden in 2023 door ongeveer 40% van de kinderen gebruikt. We streven naar een gebruik van minimaal 50%. Daarom zal onder andere ingezet worden op het communiceren via alternatieve kanalen en het intensiveren van de voorlichting aan sportaanbieders, kinderen en hun ouders over de mogelijkheden van de Rotterdampas en de tegoedbonnen voor sport en cultuur.
- •
Financiële voorlichting en het aanleren van vaardigheden aan kinderen en jongeren. Uit gesprekken en cijfers blijkt dat kinderen en jongeren het lastig vinden om hun inkomsten en uitgaven in balans te houden. Dit komt ook naar voren in de cijfers van de GGD Hollands Midden. Goudse jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot 25 jaar hadden in 2024 in 24% van de gevallen moeite om te voldoen aan alle betalingsverplichtingen.27 In gesprekken met inwoners en sociale partners werd dit beeld herkend en kwam naar voren dat de oorzaak hiervan vaak ligt in (veel) te hoge uitgaven aan bijvoorbeeld merkartikelen, in verhouding tot de inkomsten. Omdat intergenerationele armoede onder andere doorbroken kan worden door voorlichting van kinderen en jongeren starten we een voorlichtingscampagne die speciaal gericht is op deze doelgroep. Ook zetten we in op trainingen om hun vaardigheden te vergroten en besteden we hierbij aandacht aan de risico’s van grote uitgaven en schulden die daarmee gepaard kunnen gaan. We hebben daarbij specifiek aandacht voor betaalmethoden die jongeren onopvallend in de schulden kunnen brengen, waaronder de ‘koop nu, betaal later’ betaalmethode.
Voorgestelde maatregelen |
|
|
|
5.2 DOEL 2: HALVERING VAN HET AANTAL MENSEN IN ARMOEDE
Wat doen we al?
- •
Volwassenen met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm kunnen een Rotterdampas aanvragen voor € 5,-. Hiermee kunnen zij gratis of met korting uitjes ondernemen vanuit het reguliere aanbod op de Rotterdampas.
- •
Voor volwassenen met een Rotterdampas voor € 5,- staat er een volwassenentegoed van € 50,- op de pas, die in dezelfde winkels kan worden besteed als het jeugdtegoed.
- •
De leden van huishoudens met een inkomen van 130-150% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een Rotterdampas voor de helft van het reguliere tarief.
- •
Volwassenen met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een gemeentelijke collectieve zorgverzekering. Dit is een zorgverzekering die een uitgebreide dekking geeft op de onderdelen waar mensen met een laag inkomen vaak aanspraak op maken, zoals fysiotherapie, de kosten voor een bril en tandartskosten. Het eigen risico kan worden meeverzekerd, waardoor de verzekerde gedurende het jaar niet onverwachts te maken krijgt met hoge kosten. De gemeente biedt een korting op deze verzekering. Kinderen zijn gratis meeverzekerd.
- •
Inwoners kunnen bijzondere bijstand aanvragen voor kosten die de inwoner niet vooraf heeft kunnen voorzien. De bijzondere bijstand heeft bovendien een maatwerkbepaling waarin is opgenomen dat om dringende redenen door het college kan worden afgeweken van de vastgestelde regels van de bijzondere bijstand.
- •
Inwoners van Gouda hebben vrije toegang tot verzorgingsproducten, waaronder menstruatieartikelen. Zij kunnen hiervoor onder andere gratis terecht bij verschillende buurthuizen en het gemeentehuis van Gouda. Op deze locaties staan verzorgingskasten.
- •
Huishoudens met minimaal 3 jaar een inkomen tot 101% van de bijstandsnorm kunnen individuele inkomenstoeslag aanvragen. Deze toeslag is een bijdrage voor inwoners die lange tijd leven van een laag inkomen.
- •
De gemeente biedt de tool ‘Bereken uw recht’ van het NIBUD waarmee inwoners op basis van hun eigen situatie kunnen nagaan waar zij voor in aanmerking komen.
- •
Naast de gemeentelijke website wordt er vanuit de ‘Slim met Geld’ campagne op diverse manieren en plekken gecommuniceerd over de minimaregelingen en verdere vormen van (financiële) ondersteuning die de gemeente te bieden heeft.
- •
De gemeente is aangesloten bij de Nationale Schuldhulproute (NSR), een landelijke organisatie die de inwoner op basis van de persoonlijke situatie kan leiden naar passende ondersteuning en regelingen, zowel landelijk als lokaal.
- •
Buurtvoorlichters gaan regelmatig de wijken in om bijvoorbeeld de Rotterdampas onder de aandacht te brengen en vragen van inwoners te beantwoorden.
- •
Er is ingezet op het verbeteren van de toegankelijkheid van de frontoffice, er wordt meer tijd genomen voor de inwoner en de uitvoering wordt gefaciliteerd om de hulpvragen van inwoners integraal op te kunnen pakken.
- •
Voor de meeste regelingen geldt dat het wettelijk verplicht is dat de gemeente een voorziening pas verstrekt als er een aanvraag is gedaan door de inwoner. In de gevallen dat het mogelijk is om zonder een aanvraag toe te kennen dan zorgt de gemeente voor een automatische storting. Als bij de gemeente bekend is dat een inwoner (mogelijk) in aanmerking komt voor een minimaregeling of andere vorm van (financiële) ondersteuning dan informeert de gemeente de inwoner hierover.
- •
Inwoners kunnen voor vragen en ondersteuning bij hun geldzaken terecht bij verschillende organisaties zoals de papierwinkel van het Sociaal Team, SchuldHulpMaatje en Humanitas. De gemeente verstrekt hiervoor subsidie aan deze organisaties.
- •
Het Sociaal Team geeft lichte ondersteuning bij het regelen van de financiën. Als er meer ondersteuning nodig is dan wordt budgetbeheer via Kwintes ingeschakeld. Terwijl Kwintes het budget beheert, wordt er ondertussen door middel van coaching toegewerkt naar financiële zelfredzaamheid. Budgetbeheer via Kwintes duurt maximaal 2 jaar.
- •
Vanuit het sportbeleid is de gemeente voor volwassenen met een laag inkomen aangesloten bij het Volwassenenfonds Sport en Cultuur. Goudse minima kunnen via het fonds de contributie bij een sportaanbieder vergoed krijgen tot een maximum van € 250,- per 12 maanden, voor tenminste wekelijkse sportactiviteiten. Het netwerk bestaat uit inmiddels bijna 20 intermediairs, zoals schuldhulpverleners en maatschappelijk werkers, en bijna 30 sport- en beweegaanbieders.
De Goudse vertaling van doel 2: het verminderen van het aantal mensen in armoede
Zoals eerder is genoemd legt het Rijk bij doel 2 de nadruk op:
- •
Mensen hebben te weinig, een onzeker en onvoorspelbaar inkomen en/of hebben hogere uitgaven dan gemiddeld.
- •
Mensen ervaren een verminderd welzijn en/of verminderd doen-vermogen.
Lokale ondersteuning bij een ontoereikend budget
Volgens cijfers van het CBS was er in 2023 sprake van 5200 Goudse huishoudens (15,4%) met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm. In deze huishoudens woonden in 2023 zo’n 6600 volwassenen. Zoals benoemd heeft het Rijk sindsdien diverse maatregelen genomen om het inkomen van kwetsbare huishoudens te verhogen. Ook wat betreft de hoge uitgaven aan bijvoorbeeld woonlasten is vooral het Rijk aan zet. Lokaal zet de gemeente zich in om het gebruik van de beschikbare minimaregelingen te stimuleren, ondersteuning te bieden bij het verkrijgen van inzicht in de financiën en te begeleiden richting werk.
Het gebruik van de Rotterdampas onder volwassenen blijft achter op het gebruik door kinderen. In het Rotterdampasjaar 2023 zijn ongeveer 1150 passen verstrekt aan volwassenen die in aanmerking komen voor een Rotterdampas van €5,-. Naar schatting is daarmee in 2023 ongeveer 17% van de doelgroep bereikt. Van het volwassenentegoed, dat sinds pasjaar 2023 op de passen geplaatst wordt, is in pasjaar 2023 84% besteed. Het kan zijn dat het volwassenentegoed nog onbekend is bij een deel van de doelgroep, doordat dit tegoed relatief nieuw is en er daarom extra communicatie nodig is op dit onderwerp. Het Volwassenenfonds Sport had gedurende de coronajaren ook een voorzichtige start, maar heeft sindsdien te maken met steeds meer aanvragen. In 2023 zijn er 285 toekenningen gedaan, in 2024 waren dit er 350.
De Goudse inzet op een verminderd welzijn en/of verminderd doen-vermogen
Armoede heeft invloed op hoe mensen zich voelen. Mensen die in armoede leven zijn gemiddeld minder gelukkig, hebben vaker problemen met hun (geestelijke) gezondheid, ervaren meer stress en hebben minder vertrouwen in anderen. Schaamte en stigmatisering spelen vaak een belangrijke rol, wat een verlammende werking kan hebben op het gedrag. Armoede maakt mensen gericht op de korte termijn en maakt het moeilijker om wilskracht uit te oefenen.28 Mensen in armoede ervaren een verminderd doen-vermogen, oftewel het vermogen om in actie te komen en vol te houden, zelfs bij tegenslagen.29
Zoals eerder benoemd speelt dit ook in Gouda en is er een groep die zo ver verwijderd is geraakt dat hen bereiken op dit moment onvoldoende lukt. Voor deze groep zijn de onderwerpen die bij de uitgangspunten in hoofdstuk 3 genoemd zijn, zoals begrip voor het gebrek aan vertrouwen in de overheid en het uitgangspunt dat armoede en schulden iedereen kan overkomen, van belang. Om zo de kans te vergroten dat zij uiteindelijk toch hulp durven accepteren. Daarnaast kunnen deze mensen een steuntje in de rug goed gebruiken, om zelfs bij tegenslagen de verstandige financiële keuzes te blijven maken.
Ook is het belang van het stimuleren van meedoen onverminderd groot. Net als voor kinderen geldt ook voor volwassenen dat meedoen ertoe kan bijdragen dat de cirkel doorbroken wordt. Eropuit gaan, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het reguliere aanbod van de Rotterdampas, kan zorgen voor ontspanning. Een sportieve hobby, die mogelijk wordt gemaakt door het Volwassenenfonds Sport & Cultuur, heeft een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid en kan bovendien leiden tot nieuwe contacten buiten de eigen cirkel. Deelname aan de gemeentelijke collectieve zorgverzekering geeft inwoners toegang tot de gezondheidszorg zonder onverwacht hoge kosten.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat er verschillende lokale voorzieningen voorhanden zijn die bijdragen aan of ondersteunen bij een laag of onzeker inkomen. De gemeente stimuleert het gebruik van deze voorzieningen. Ook wat betreft het verminderde welzijn en doen-vermogen kunnen inwoners met een laag inkomen gebruik maken van diverse voorzieningen waardoor de cirkel doorbroken zou kunnen worden. Tegelijkertijd kan het gebruik van het beschikbare aanbod beter en is het wenselijk om op een aantal onderdelen uit te breiden.
Waar gaan we extra op inzetten om het aantal mensen in armoede te verminderen?
- •
Het stimuleren van het gebruik van het volwassenentegoed door extra communicatie. Het volwassenentegoed is waarschijnlijk nog onvoldoende bekend bij de doelgroep. Het gebruik was in het pasjaar 2023 zo’n 17%. We streven naar een gebruik van 30% in 2026 en een verdere stijging in de jaren daarna.
- •
Financiële voorlichting en het vergroten van vaardigheden van volwassenen. Inwoners hebben aangegeven dat het fijn is dat de ondersteuning zoals de papierwinkel er is, maar dat zij de financiële administratie het liefst zoveel mogelijk zelf beheren en daar meer over willen leren. Juist als je een laag inkomen hebt is het beheren van de financiële administratie een uitdaging. Het volgen van een training of een andere vorm van voorlichting kan hierbij helpen. In samenwerking met verschillende subsidiepartners, die op het moment al trainingen aanbieden, gaan we het aanbod versterken en voorzien in de behoefte aan meer kennis en ondersteuning van inwoners. Met als doel om de financiën zoveel mogelijk zelf te kunnen beheren. Dit kunnen trainingen zijn met uiteenlopende onderwerpen afhankelijk van de behoeften van de inwoners.
- •
Het uitbreiden van het aanbod van budgetbeheer en coaching in combinatie met de inzet van een digitaal hulpmiddel. Hierdoor kunnen meer inwoners voor een langere periode, dan de huidige maximale 2 jaar, gebruik maken van deze vorm van ondersteuning. Het digitale hulpmiddel kan in combinatie met coaching ondersteunen bij het beheren van de financiën en het verkrijgen en behouden van overzicht. Deze ondersteuning kan tijdelijk of langdurig een steuntje in de rug bieden van de inwoner om in actie te komen wanneer nodig en vol te houden ondanks tegenslagen. Door de ondersteuning zoveel mogelijk aan te passen aan de persoonlijke behoeften en vaardigheden kunnen inwoners zoveel mogelijk de eigen regie behouden over hun financiën. Het streven is dat dit aanbod in de gevallen dat dit mogelijk is bovendien een alternatief kan vormen voor beschermingsbewind. Bij de behandeling van doel 3 wordt hier verder op ingegaan.
Voorgestelde maatregelen |
|
|
|
5.3 DOEL 3: HALVERING VAN HET AANTAL HUISHOUDENS MET PROBLEMATISCHE SCHULDEN
Wat doen we al?
- •
Vroegsignalering van schulden: op basis van de signalen van betalingsachterstanden van huur, energie, water en zorgverzekering en het CAK neemt de gemeente contact op met inwoners. We bellen, sturen een brief of brengen een huisbezoek, afhankelijk van hoe zorgelijk de betalingsachterstand is. In zorgelijke gevallen waarbij het lastig blijkt om in contact te komen met het desbetreffende huishouden kan er bemoeizorg worden ingeschakeld.
- •
Verschillende sociale partners zijn in 2023 gezamenlijk gestart met het bieden van voorlichting aan volwassenen over geldzaken, zoals het omgaan met geld, het bijhouden van de administratie en het gebruiken van de DigiD.
- •
Aan volwassenen wordt laagdrempelige schuldhulpverlening aangeboden. Bij de geboden schuldhulpverlening volgen we de richtlijnen van de NVVK. Inwoners30 met een hulpvraag op het gebied van schulden, kunnen op korte termijn een adviesgesprek aanvragen. Deze termijn is uiterlijk 4 weken, maar in de meeste gevallen korter. Naar aanleiding van het adviesgesprek wordt de inwoner altijd een passend aanbod gedaan. Dit kan zowel betekenen dat er een traject voor schuldhulpverlening opgestart wordt waarbij de inwoner wordt ondersteund bij het stabiliseren van de situatie en het eventueel opzetten van een minnelijke of wettelijke schuldregeling en/of dat er externe ondersteuning wordt ingezet. De gemeente verstrekt hiervoor ook subsidie aan Humanitas thuisadministratie, SchuldHulpMaatje en het Sociaal Team voor het organiseren van de papierwinkels.
- •
Voor jongeren tussen 18 en 27 jaar met schulden is de gemeente in 2023 gestart met een pilot: aanpak Jongerenperspectief (JPF). Deze aanpak richt zich op jongeren die niet in aanmerking komen voor reguliere schuldhulpverlening of die een hoge kans hebben op uitval (door problemen op één of meer andere leefgebieden). In deze aanpak krijgen jongeren 2 jaar intensieve begeleiding en werken zij aan het vergroten van hun toekomstperspectief. Ondertussen worden hun schulden gesaneerd. De gemeente neemt de restschuld van de jongere over. In ruil daarvoor levert de jongere een maatschappelijke tegenprestatie die bijdraagt aan het toekomstperspectief van de jongere. Het traject wordt afgesloten met een jaar nazorg.
- •
Het bieden van schuldhulpverlening aan ondernemers vraagt om een andere expertise. De gemeente Gouda schakelt voor ondernemers daarom, afhankelijk van de situatie, Over Rood of Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in. Over Rood kan bijvoorbeeld cliënten die gebruik maken van de reguliere schuldhulpverlening ondersteunen bij zaken omtrent hun (vroegere) onderneming. RBZ kan ondersteunen bij het opstarten van een schuldregeling voor inwoners met een lopende onderneming.
- •
Ondernemers die het (nog) niet lukt om een minimum inkomen te verdienen kunnen bijstand voor zelfstandigen aanvragen (Bbz). Deze aanvragen worden door de RBZ beoordeeld.
- •
De communicatie richting cliënten is zo laagdrempelig mogelijk. De schuldhulpverlener gebruikt bijvoorbeeld het communicatiemiddel dat het beste aansluit bij de cliënt. De communicatie is zo duidelijk mogelijk en wordt aangepast aan het denk- en doen-vermogen van de cliënt.
- •
Gekoppeld aan een traject voor schuldhulpverlening kan er financieel beheer of budgetbeheer via de Kredietbank worden ingezet. In tegenstelling tot de diensten van Kwintes wordt er door de Kredietbank Nederland geen coaching geboden.
- •
Door middel van een cliëntervaringsonderzoek wordt uitgevraagd hoe cliënten het traject voor schuldhulpverlening (hebben) ervaren. Op basis van de bevindingen kunnen aanpassingen worden gedaan aan de dienstverlening.
- •
De schuldhulpverleners werken constant aan hun professionalisering. Het gaat hierbij zowel om inhoudelijke trainingen over bijvoorbeeld wetswijzigingen als het versterken van de communicatieve vaardigheden.
De Goudse vertaling van doel 3: het verminderen van het aantal mensen met problematische schulden
Zoals eerder is genoemd legt het Rijk bij doel 3 de nadruk op:
- •
Het grote aantal huishoudens dat betalingsachterstanden ontwikkelt, die zich in snel tempo verergeren, vindt en krijgt niet snel genoeg passende en effectieve hulp.
- •
Huishoudens vallen na herstel regelmatig terug in problematische schulden.
De Goudse inzet op het vergroten van de bekendheid en toegankelijkheid van schuldhulpverlening
Volgens een onderzoek van de GGD gaf in 2022 3% van de Goudse huishoudens van 65 jaar en ouder aan problematische schulden te hebben. Voor de huishoudens van 18 tot 65 jaar gold dit voor 10%. In 2020 was dit respectievelijk nog 1% en 6% van de huishoudens.31 Uitgaande van dit onderzoek kunnen we ervanuit gaan dat er ook in Gouda sprake is van een stijging van het aantal huishoudens dat betalingsachterstanden ontwikkelt. Uit de aanmeldcijfers voor schuldhulpverlening in Gouda blijkt dat er weliswaar sprake is van een stijging van het aantal aanmeldingen, maar dat deze stijging achterblijft in verhouding tot het aantal huishoudens dat aangeeft te maken te hebben met problematische schulden. In 2021 was er gemiddeld sprake van 25 aanmeldingen per maand. In 2022 en 2023 waren dit er gemiddeld 27 en in 2024 gemiddeld 32 per maand. Een aanmelding kan zowel één inwoner betreffen als een (gehuwd) stel.
Het is een landelijk probleem dat slechts een klein deel van de huishoudens dat te maken heeft met ernstige financiële problemen de weg naar schuldhulpverlening weet te vinden. Schaamte, onderschatting van de situatie en verkeerde opvattingen over schuldhulp weerhouden mensen ervan hulp te zoeken.32 Juist omdat bekend is dat mensen terughoudend zijn bij het vragen van hulp bij schulden heeft de gemeente zich de afgelopen jaren ingezet om schuldhulpverlening zo toegankelijk mogelijk te maken. Zoals genoemd kunnen inwoners laagdrempelig een adviesgesprek aanvragen zonder dat daarvoor direct papieren verzameld hoeven te worden. De schuldhulpverleners worden doorlopend getraind op hun communicatieve vaardigheden, zoals stress sensitief werken. De gemeente communiceert via verschillende kanalen over de gemeentelijke schuldhulpverlening, waaronder via voorlichting aan haar sociale partners. Zodat sociale partners op hun beurt inwoners kunnen bewegen om zich aan te melden voor schuldhulpverlening. In Gouda heeft schuldhulpverlening een goede bekendheid. In het beleidskader Samen mee(r) doen was opgenomen dat de bekendheid van de gemeentelijke schuldhulpverlening minimaal 65% zou moeten zijn. Dit streefcijfer is behaald. Uit de stadspeiling van 2023 blijkt namelijk dat schuldhulpverlening bij 72% van de inwoners in Gouda bekend is.33 Een ander streefcijfer dat is bereikt is het aantal minnelijke trajecten dat jaarlijks succesvol wordt afgerond. Vanuit het beleidskader Samen mee(r) doen was hierover het percentage van 65% opgenomen. Voor 2024 geldt dat afgerond 84% van de trajecten succesvol is afgerond, waarmee het gestelde streefcijfer ruimschoots is behaald.
Ook in gesprekken met ervaringsdeskundigen kwam naar voren dat schaamte en het onderschatten van de situatie ervoor zorgde dat mensen geen hulp zochten bij hun schulden. Vooral ook het niet voldoen aan het stereotype beeld van de personen die doorgaans gebruik maken van schuldhulpverlening, zoals de alleenstaande moeder of huishoudens met een uitkering, zorgde ervoor dat zij niet herkenden dat het ook voor hen verstandig zou zijn om zich aan te melden. Terwijl de schulden steeds verder opliepen gingen zij ervanuit dat het zelfstandig zou lukken om uit de financiële problemen te komen. Door er als gemeente vanuit te gaan dat iedereen te maken kan krijgen met schulden, heeft dit invloed op de manier van communiceren.
Het JPF zorgt ervoor dat kwetsbare jongeren verder kunnen bouwen aan hun toekomst, waardoor zij ondanks hun schulden de kans krijgen om de situatie te doorbreken en een nieuwe start te maken. In het eerste jaar van de pilot (2023) zijn er 52 Goudse jongeren met schulden gesproken. Voor een deel hiervan is een reguliere aanpak passend en met een aantal is, ondanks diverse pogingen, het contact verloren. Voor anderen is er langer de tijd nodig om te onderzoeken of JPF een geschikte aanpak is, of dat er eerst andere hulp ingezet moet worden (zoals verslavingszorg, psychische/trauma behandeling). Soms blijkt tijdens deze onderzoeksfase dat een jongere niet gemotiveerd is om deel te nemen aan de aanpak. In november 2024 was het JPF-team in contact met 29 jongeren, waarvan 20 zich in een lopend traject bevonden en 9 nog in de onderzoeksfase.
Het belang van meer lokale inzet op het voorkomen van terugval in problematische schulden
Inwoners die te maken krijgen met recidive kunnen zich altijd opnieuw aanmelden voor schuldhulpverlening. Dit kan na afronding van een traject maar ook als iemand na een eerste intake of advies andere keuzes maakt. In de praktijk komt dit voor. In Gouda worden hiervan geen cijfers bijgehouden. Het is de bedoeling dat de oorzaak van het ontstaan van de schulden gedurende het traject is weggenomen. Maar met het leven van een beperkt inkomen blijft het een dagelijkse uitdaging om geen nieuwe schulden te maken. Budgetbeheer en het eerdergenoemde digitale hulpmiddel zou hierbij kunnen ondersteunen. In de audit van de NVVK kwam in 2022 naar voren dat opviel dat er in Gouda in verhouding veel cliënten van schuldhulpverlening een bewindvoerder hebben. Maar liefst 60% à 70%. Een verklaring die hiervoor gegeven werd was het gebrek aan een alternatief in de vorm van budgetbeheer of coaching. Bewindvoering kan noodzakelijk zijn als een inwoner financieel onbekwaam is. Zodra bewindvoering wordt ingezet is het lastig om weer af te schalen. Zowel omdat bewindvoering alleen gestopt kan worden door tussenkomst van een rechter, als dat een inwoner die niet meer gewend is om zijn financiën zelf te beheren, hier niet zomaar weer toe in staat is. In een deel van de gevallen zou bewindvoering voorkomen of opgeheven kunnen worden als er een alternatief voorhanden is. In oktober 2024 heeft er opnieuw een audit van de NVVK plaatsgevonden en is budgetcoaching benoemd als afwijking omdat het Goudse aanbod op dit onderwerp onvoldoende is. Dit bevestigt het belang van het uitbreiden van het aanbod van budgetbeheer en coaching in combinatie met de inzet van een digitaal hulpmiddel, zoals is genoemd bij doel 2.
De gesproken ervaringsdeskundigen en inwoners die gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening gaven aan dat zij de fase na het afsluiten van de hulpverlening heel spannend vonden, met uiteenlopende gevolgen. De één durfde nauwelijks geld uit te geven uit angst voor nieuwe schulden, de ander deed juist buitensporige uitgaven. Uit deze verhalen kan worden opgemaakt dat het omgaan met geld na het traject voor schuldhulpverlening meer aandacht mag krijgen tijdens het traject.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat er de afgelopen jaren is ingezet op het verminderen van het aantal mensen dat te maken heeft met problematische schulden. Onder andere op het zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar maken van de schuldhulpverlening, het vergroten van de bekendheid, en het verbeteren van de kwaliteit. Inwoners kunnen laagdrempelig en op korte termijn in gesprek met een schuldhulpverlener. Schuldhulpverlening is volgens de stadspeiling uit 2023 bekend bij 72% van de Goudse Inwoners. (Ex-)cliënten zijn over het algemeen zeer te spreken over de kwaliteit van de schuldhulpverlening. Verder is in 2023 het JPF opgezet, waardoor de schulden van de deelnemende jongeren niet langer een belemmering vormen voor hun toekomstperspectief. Naast deze positieve resultaten en ontwikkelingen blijft ook in Gouda het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening achter bij het stijgende aantal inwoners dat aangeeft te maken te hebben met problematische schulden. Verder blijkt uit gesprekken met ervaringsdeskundigen, (ex-)cliënten en ambtelijke collega’s dat er tijdens de trajecten voor schuldhulpverlening meer aandacht nodig is voor het bieden van handvatten voor na het traject, om terugval te voorkomen.
Waar gaan we extra op inzetten om het aantal mensen met problematische schulden te verminderen?
- •
Coaching tijdens het traject voor schuldhulpverlening en nazorg. Juist nu de duur van de schuldregeling is teruggebracht naar 18 maanden zal er extra worden ingezet op het ontwikkelen van de redzaamheid van cliënten en blijft het coachen na afloop van het traject langer beschikbaar. Zodra de ergste (geld)zorgen zijn weggenomen zal naast het stabiliseren van de situatie en het regelen van de schulden extra aandacht zijn voor het behouden of vergroten van de financiële vaardigheden van de cliënt. Zodat de cliënt niet alleen zo goed mogelijk door de schuldregeling heen komt, maar ook voldoende handvatten heeft om na de schuldregeling terugval te voorkomen. Zowel de coach als de cliënt kunnen hierbij gebruik maken van het digitale hulpmiddel dat genoemd is bij doel 2. Het digitale hulpmiddel kan inwoners ook na afloop van een traject voor schuldhulpverlening helpen om de geldzaken zoveel mogelijk zelf te beheren. Met de inzet van dit digitale hulpmiddel wordt bovendien voldaan aan punt 3 van de basisdienstverlening (zie bijlage 2).
- •
Monitoring van recidive en registreren van de hoogte van de schuldenlast bij aanmelding. Zo kunnen op de lange termijn effecten van de extra inzet op de coaching op redzaamheid en vroegsignalering gemeten worden en kan er bijgestuurd worden op basis van de resultaten.
- •
Het is het streven om de aanpak JPF voort te zetten. Deze aanpak wordt nu aangeboden in de vorm van een pilot. Voor deze pilot is budget beschikbaar tot en met 2026. Jongeren hebben in toenemende mate te maken met schulden die hen belemmeren in hun toekomstperspectief. Het NIBUD benoemt in zijn rapport ‘rondkomen en betalingsproblemen’, de situatie van de groep jongvolwassenen het meest zorgwekkend te vinden. Zij lijken het hardst getroffen te worden door de stijging van de vaste lasten en hebben meer dan gemiddeld te maken met betalingsproblemen.34 Jongvolwassenen van 18 tot en met 34 jaar hadden in 2018 in 36% van de gevallen te maken met moeite met rondkomen, in 2022 was dit 49%. Van deze jongvolwassenen geeft maar liefst 70% aan de afgelopen 12 maanden te maken te hebben gehad met betalingsproblemen. Omdat deze groep groeit en de reguliere schuldhulpverlening voor hen niet passend is, is het van belang om daar als gemeente een gerichte aanpak voor te hebben. De aanpak JPF is in Den Haag erg effectief gebleken om jongeren duurzaam uit de schulden te helpen. Ook de Goudse ervaring met deze aanpak is tot dusver positief. Via het Herfstakkoord is dekking geregeld voor 2026. Voor het bestendigen van de aanpak JPF vanaf 2027 is structureel budget nodig. Dit is niet meegenomen in het beleidskader. De mogelijkheden voor structurele dekking worden separaat onderzocht.
- •
Verkennen van vernieuwende vormen van schuldhulpverlening.35 Hierbij laten we ons onder andere inspireren door de ervaring met en de methodiek van de aanpak JPF. Er zal worden nagegaan of de doelgroep verbreed kan worden, waardoor bijvoorbeeld ook gezinnen ondersteund kunnen worden vanuit deze aanpak. Er zal bekeken worden of er aansluiting gevonden kan worden met andere (bestaande) projecten en of dit project vanuit de private sector gefinancierd kan worden.
- •
De gemeente sluit zoveel mogelijk aan bij de verschillende onderdelen van de basisdienstverlening. In bijlage 2 zijn deze onderdelen opgenomen en is aangegeven welke termijnen we nastreven per onderdeel.
- •
Het aanpassen van de aanpak voor vroegsignalering op basis van de laatste kennis omtrent het vergroten van het bereik. Vroegsignalering is een belangrijke manier om in contact te komen met inwoners met (beginnende) betalingsproblemen. Er is recent onderzocht hoe het beste contact gelegd kan worden met inwoners waarvoor de gemeente vroege signalen ontvangt. De bevindingen gaan in op het normaliseren van de situatie en het bouwen aan vertrouwen.36 Deze kennis zal worden ingezet om de aanpak vroegsignalering verder te versterken en het bereik te vergroten. Hiervoor is geen extra budget nodig.
Voorgestelde maatregelen |
|
|
|
|
|
6. MONITORING
Verschillende periodieke rapportages
De cijfermatige effecten van het beleid worden via de reguliere P&C cyclus periodiek gerapporteerd aan de raad. 1 keer per jaar ontvangt de raad een meer gedetailleerde rapportage, de Rapportage Sociaal Domein, waarin onder andere cijfers zijn opgenomen over de bekendheid van minimaregelingen bij inwoners en het aantal inwoners dat hiervan gebruik maakt. Bij de jaarlijkse stadspeiling, die gepubliceerd wordt op de website van Gouda in cijfers, wordt per minimaregeling uitgevraagd welke bekend zijn bij de respondenten.
Minima Effect Rapportage (MER)
Periodiek laat de gemeente ook de MER uitvoeren door het NIBUD. Deze rapportage geeft een beeld van het effect van zowel de landelijke als de lokale regelingen op het budget van Goudse huishoudens. De resultaten geven daarmee input voor eventuele aanpassingen voor het beleid en worden teruggekoppeld aan de raad. Uit de MER 2022 bleek dat nagenoeg alle Goudse huishoudens in staat zouden kunnen zijn om de vaste lasten te betalen en daarnaast in enige mate sociaal te participeren. Randvoorwaarden hiervoor zijn wel dat deze huishoudens goed om kunnen gaan met geld en zij gebruik maken van alle beschikbare regelingen, zowel landelijke fiscale regelingen als de Goudse minimaregelingen. Daarom wordt op deze randvoorwaarden in het beleidskader De cirkel doorbreken extra ingezet, ook als het gaat om het monitoren van cijfers.
Monitoring van de effecten op de 3 doelen
Uiteenlopende cijfers worden bijgehouden en periodiek teruggekoppeld aan de raad. Waar gaan we extra op monitoren verdeeld onder de 3 gestelde doelen vanuit het Rijk?
DOEL 1: VERMINDEREN VAN HET AANTAL KINDEREN DAT OPGROEIT IN ARMOEDE
Het beleidskader De Cirkel Doorbreken richt zich op het bijdragen aan het verminderen van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede. Dit doen we in Gouda door te zorgen dat kinderen en jongeren ongeacht hun thuissituatie zoveel mogelijk mee kunnen doen en hen gelijke kansen te bieden. Zo worden zij zo min mogelijk beperkt in hun ontwikkeling en wordt de kans op intergenerationele armoede kleiner.
Waar gaan we extra op monitoren?
- •
Het gebruik van de tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding wordt toegevoegd aan de stadspeiling. Deze tegoedbonnen zijn per 1 november 2023 voor het eerst op de passen geplaatst en daarom nog vrij onbekend onder de doelgroep. In 2024 zijn er 46 tegoedbonnen verzilverd door in ieder geval 23 kinderen. De extra aandacht die we hieraan gaan besteden moet zorgen voor een grotere bekendheid.
- •
Er wordt Ingezet op een stijging van het gebruik van de tegoedbonnen van sport- en cultuur van 40% van de doelgroep naar tenminste 50% in de komende 4 jaar. Omdat meedoen de ontwikkeling van kinderen en jongeren ondersteunt en sociaal isolement voorkomt. Dit is een belangrijke beschermende factor tegen de gevolgen van opgroeien van armoede.
- •
Naast het gebruik van de verschillende tegoedbonnen door de doelgroep is het ook belangrijk dat Goudse inwoners in het algemeen weten dat deze vorm van ondersteuning er is. Hierdoor kunnen zij mensen in hun omgeving hier ook op wijzen. Daarom zetten we in op een toename van de bekendheid van de tegoedbonnen sport en cultuur van 20% (cijfer stadspeiling 2023) naar 30% in 2026. Wat betreft de gewenste bekendheid van de tegoedbonnen voor huiswerkbegeleiding zetten we in op minimaal 25%. Via de reguliere P&C cyclus wordt hierover gerapporteerd.
DOEL 2: VERMINDEREN VAN HET AANTAL MENSEN IN ARMOEDE
Waar gaan we extra op monitoren?
- •
De bekendheid van het volwassenentegoed zal worden toegevoegd aan de stadspeiling. Sinds pasjaar 2023 wordt dit tegoed op de Rotterdampas geplaatst en is het tegoed daarom waarschijnlijk nog vrij onbekend onder de doelgroep. Door dit cijfer toe te voegen aan de stadspeiling kunnen we vergelijken of deze bekendheid beter wordt in de loop der jaren. Er wordt hierbij gestreefd naar een bekendheid van 25% in 2026.
- •
Het gebruik van het volwassenentegoed wordt toegevoegd aan de Rapportage Sociaal Domein. Daarbij wordt gestreefd naar een toename van het gebruik van 17% van de doelgroep in 2023 naar 30% in 2026 en een verdere stijging in de jaren daarna.
DOEL 3: VERMINDEREN VAN HET AANTAL HUISHOUDENS MET PROBLEMATISCHE SCHULDEN
Waar gaan we extra op monitoren?
- •
We zetten extra in op het voorkomen van recidive. Onder recidive verstaan we een nieuwe aanmelding voor schuldhulpverlening voor problematische schulden binnen 5 jaar nadat het vorige traject voor schuldhulpverlening succesvol was afgerond. Zowel landelijk als lokaal hebben we hierover op dit moment geen cijfers tot onze beschikking. Door dit cijfer lokaal bij te gaan houden en extra in te zetten op het versterken van de (financiële) vaardigheden, budgetcoaching en verdere ondersteuning van cliënten, streven we naar een daling van dit cijfer.
- •
Er zal gestart worden met het (anoniem) registreren van de hoogte van de schuld bij aanmelding. Het is het streven dat de hoogte van de schuld bij aanmelding gaandeweg zal dalen omdat inwoners zich eerder melden, mede door de inzet op vroegsignalering en de inzet op communicatie met als doel dat inwoners tijdig hulp zoeken.
- •
We streven ernaar om aan te sluiten bij de verschillende onderdelen van de basisdienstverlening37, waaronder de monitor die ontwikkeld wordt en die ingaat op de resultaten en de kwaliteit van schuldhulpverlening op lokaal niveau. Wat er opgenomen zal worden in deze monitor is tijdens het schrijven van dit beleidskader nog onbekend. Te zijner tijd zal blijken wat dit betekent voor de Goudse monitoring en hoe Gouda hierop kan aansluiten.
Monitoring |
van |
naar |
Gebruik tegoedbonnen sport en cultuur |
40% |
50% |
Bekendheid tegoedbonnen sport en cultuur |
20% |
30% |
Bekendheid tegoedbonnen huiswerkbegeleiding |
onbekend |
25% |
Bekendheid volwassenentegoed |
onbekend |
25% |
Gebruik volwassenentegoed |
17% |
30% |
Recidive |
onbekend |
daling |
Hoogte van de schuld bij aanmelding |
onbekend |
daling |
7. FINANCIEN
Huidige structurele middelen gereserveerd binnen de programmabegroting
Vanuit de gemeente wordt al flink ingezet op het voorkomen en bestrijden van armoede en schulden. Hier gaat de gemeente mee door. Hiervoor is structureel een budget van zo’n 6 miljoen euro gereserveerd binnen de huidige programmabegroting, waarvan 4,2 miljoen wordt ingezet voor de verstrekkingen aan inwoners en de rest uitvoeringskosten zijn, waaronder loonkosten. Voor de voorgestelde benodigde extra inzet is aanvullend budget nodig.
Tabel 1 geeft weer hoeveel budget er op basis van de in dit beleidskader beschreven plannen voor de verschillende onderdelen nodig is. Omdat deze kosten niet vanuit de beschikbare middelen betaald kunnen worden toont tabel 2 een afgeslankte variant, waarin de beoogde inzet aangepast is aan het beschikbare budget. Dit beschikbare budget betreft de restantmiddelen 2023 en 2024 en de middelen die vanuit het Winterplan 2024 gereserveerd zijn voor dit beleidskader. Er vanuit gaande dat deze middelen verspreid kunnen worden over de 4 jaar waar dit beleidskader betrekking op heeft. Daarnaast heeft het Rijk toegezegd structureel 40 miljoen euro extra beschikbaar te stellen voor de dienstverlening op het gebied van armoede en schulden. Voor Gouda gaat dit om een bedrag van ongeveer € 170.000,- per jaar (tabel 3). Als we deze middelen in gelijke mate verdelen over 4 jaar, dan is er samen met de € 170.000,- aan structurele middelen jaarlijks € 420.000,- (€ 250.000,- + € 170.000,-) beschikbaar voor de beschreven plannen. Als het beleidskader per 1 juli 2025 ingaat dan zal de uitvoering daarna opgestart worden en in dat jaar nog niet direct het gehele budget van € 420.000,- uitgegeven worden. Dit geeft bovendien iets meer financiële ruimte in 2029.
Tabel 1 Benodigd budget op basis van beschreven plannen |
|||||
Wat |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
Structureel ophogen Jeugdtegoed |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
Financiële voorlichting kinderen, jongeren en volwassenen |
€ 50.000,- |
€ 50.000,- |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
Budgetbeheer en coaching (incl. digitaal hulpmiddel)* |
€ 185.000,- |
€ 185.000,- |
€ 185.000,- |
€ 185.000,- |
€ 185.000,- |
Coaching & nazorg schuldhulpverlening** |
€ 230.000,- |
€ 230.000,- |
€ 230.000,- |
€ 230.000,- |
€ 230.000,- |
Voldoen aan onderdelen basisdienstverlening |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
€ 20.000,- |
Totaal |
€ 555.000,- |
€ 555.000,- |
€ 525.000,- |
€ 525.000,- |
€ 525.000,- |
Bestendigen JPF*** |
|
|
€ 260.000,- |
€ 260.000,- |
€ 260.000,- |
* Hierbij is uitgegaan van 1,5 fte van € 170.000,- en een digitaal hulpmiddel van € 15.000,-
** Hierbij is uitgegaan van 2 fte van € 230.000,-
***Het benodigde budget voor JPF is separaat ingediend voor de begroting 2024 en is daarom niet meegenomen in het totale bedrag.
Tabel 2: Bijgesteld (afgeslankt) budget aanvullende maatregelen |
|||||
Wat |
juli 2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
Structureel ophogen jeugdtegoed |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
€ 70.000,- |
Financiële voorlichting kinderen, jongeren en volwassenen |
|
€ 40.000,- |
€ 10.000,- |
€ 10.000,- |
€ 10.000,- |
Budgetbeheer en coaching (incl. digitaal hulpmiddel)* |
|
€ 130.000,- |
€ 160.000,- |
€ 160.000,- |
€ 109.000,- |
Coaching & nazorg schuldhulpverlening** |
€ 172.000,- |
€ 172.000,- |
€ 172.000,- |
€ 172.000,- |
€ 172.000,- |
Voldoen aan onderdelen basisdienstverlening |
|
€ 8.000,- |
€ 8.000,- |
€ 8.000,- |
€ 8.000,- |
Totaal |
€ 242.000,- |
€ 420.000,- |
€ 420.000,- |
€ 420.000,- |
€ 369.000,- |
Bestendigen JPF*** |
|
|
€ 260.000,- |
€ 260.000,- |
€ 260.000,- |
* Gebaseerd op 1 fte (inclusief overhead) en een digitaal hulpmiddel van € 15.000,- en vanaf 2027 iets meer ruimte omdat 1 fte waarschijnlijk aan de lage kant is.
** Gebaseerd op 1,5 fte (inclusief overhead)
*** Voor het bestendigen van de aanpak JPF vanaf 2027 is jaarlijks een budget nodig van € 260.000,-. Dit budget is niet meegenomen in het beleidskader. De mogelijkheden voor structurele dekking worden separaat onderzocht.
Tabel 3: Aanvullende middelen |
|||
Budget |
2024 |
2025 |
2026 en verder |
Restantmiddelen 2023 en 2024 |
|
€ 426.000,- |
|
Winterplan 2024 |
|
€ 425.000,- |
|
Extra structureel budget Rijk |
€ 170.000,- |
€ 170.000,- |
€ 170.000,- |
Totaal |
€ 170.000,- |
€ 1.021.000,- |
€ 170.000,- |
*Inclusief onttrekking €214.000 uit algemene reserve (vrijval uit 2023).
Begroting en risico's
Voor het minimabeleid streven we naar een sluitende begroting. Wel is er sprake van een aantal onzekerheden bij het opstellen van deze begroting, namelijk:
- •
De minimaregelingen worden verstrekt op basis van een ‘open einde’ regeling. Dat betekent dat de gemeente eventuele kosten vergoed en/of minimaregelingen verstrekt indien de inwoner hiervoor in aanmerking komt, ook al is het budget inmiddels overschreden.
- •
Daarnaast streven we naar een optimaal gebruik van de minimaregelingen en (financiële) voorzieningen maar houden we voor de begroting rekening met een bereik van een deel van de doelgroep. Het jeugdtegoed wordt al gebruikt door een groot deel van de doelgroep, waardoor deze uitgave behoorlijk zeker is. Het volwassenentegoed is daarentegen vrij nieuw en het bereik tot nu toe relatief laag. Door meer aandacht te besteden aan deze regeling zou het bereik en daarmee de kosten kunnen stijgen.
- •
De genoemde bedragen voor de coaching zijn gebaseerd op een grove schatting. Het is zeer afhankelijk van hoeveel inwoners daadwerkelijk gebruik maken van de coaching en hoeveel ondersteuning zij in de praktijk nodig hebben, wat het benodigde budget is. Het kan zijn dat het budget uiteindelijk niet toereikend blijkt te zijn of juist te hoog is.
- •
Binnen de programmabegroting, waarvan de kaders door de raad worden vastgesteld, kan het college op grond van ontwikkelingen en omstandigheden de inzet van toegekende middelen optimaliseren.
8. INWERKINGTREDING EN INTREKKEN
Het beleidskader armoede en schulden Gouda 2017-2020 Samen mee(r) doen wordt ingetrokken.
Hierdoor komt het beleidskader armoede en schulden Gouda 2017-2020 Samen mee(r) doen te vervallen op het moment dat dit beleidskader armoede en schulden Gouda 2025-2029 De cirkel doorbreken in werking treedt.
Het beleidskader armoede en schulden Gouda 2025-2029 De cirkel doorbreken treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.
Ondertekening
Bijlage 1: De voorzieningen die opgezet zijn sinds 2017 verdeeld onder de landelijk gestelde doelen.
Halvering aantal kinderen in armoede 2025 |
Halvering van het aantal mensen in armoede in 2030 |
Halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030 |
|||
|
|
|
|||
|
|
||||
1. |
Stadspas |
1. |
Stadspas |
1. |
Pilot JPF |
2. |
Jeugdtegoed €150,- |
2. |
Volwassenentegoed €50,- |
2. |
Convenant Goudse Standaard voor schuldhulp |
3. |
Sport- en cultuurvouchers |
3. |
Individuele inkomenstoeslag |
3. |
Nibud geldplannen |
4. |
Huiswerkbegeleiding |
4. |
Bijzondere bijstand inclusief maatwerkbepaling |
4. |
Nederlandse schuldhulproute (Geldfit) |
5. |
Peuteropvang tot 4 jaar, 2 dagdelen per week |
5. |
Collectieve zorgverzekering, bijdrage gemeente van €20,- of €30,- per maand |
5. |
Vroegsignalering van schulden |
6. |
Individuele inkomenstoeslag, toeslag van €50,- per inwonend kind |
6. |
Bereken uw recht |
6. |
Pilot Ervaringsdeskundige schulden (2019-2023) |
7. |
ID kaart kind 14-17 jaar (eenmalig) |
7. |
Pilot verzorgingsproducten (2022-2023) |
7. |
Budgetbeheer via Sociaal team/Kwintes |
8. |
Schoolkostenregeling €100 of €200 per schooljaar |
8. |
Menstruatiearmoede stichting Armoede fonds (start 2024) |
|
|
9. |
Laptop 1x per 5 jaar |
9. |
Ophoging inkomensgrens 120% naar 130% |
|
|
10. |
Fiets 1x per 5 jaar |
10. |
Studietoeslag |
|
|
11. |
Kinderfonds Brede School |
11. |
Energietoeslag landelijk 130% (2022-2023) |
|
|
12. |
Tijdelijke subsidie schoolontbijt (2023) |
12. |
Lokale energietoeslag (2023-2024) |
|
|
Bijlage 2: de 20 belangrijkste onderdelen van de basisdienstverlening en de termijn waarop deze onderdelen vermoedelijk in Gouda kunnen worden ingezet.
|
Basisdienstverlening financiële hulpverlening |
Ingezet in Gouda |
Korte termijn |
Middellange termijn |
Lange termijn |
Toelichting |
||
1 |
Gebruik van een registratiesysteem dat samenwerking met andere hulpverleners versterkt en doorgeleiding naar professionele schuldhulpverlening bevordert |
x |
Hiervoor is de inwerkingtreding van de wet WAMS nodig en een uitbreiding van het ondersteuningssysteem. Vermoedelijk is er geen sprake van extra kosten. |
|||||
2 |
Hulpvragers die zich aanmelden voor schuldhulpverlening komen geen drempels tegen (aanmelding zonder vooraf vereist papierwerk) |
x |
|
|||||
3 |
Gebruik van 'bewezen instrument' bij systematische intake & triage, zodat het individuele verhaal goed in beeld komt en er op maat van de hulpvrager gewerkt kan worden |
x |
Dit betreft het aan te schaffen digitale hulpmiddel, dat de coach samen met de inwoner kan gebruiken. Dit digitale hulpmiddel bevat een geïntegreerd meetinstrument. |
|||||
4 |
Hulpaanbod dat is toegespitst op specifieke groepen |
x |
Voorbeelden zijn de Pilot JPF en de ondersteuning voor ondernemers (RBZ en Overrood). |
|||||
5 |
Maximale doorlooptijden hanteren per processtap |
x |
De maximale doorlooptijden zijn geborgd in de processen, in de praktijk loopt dit proces (ook in voordeel van de cliënt) wel eens uit. |
|||||
6 |
De begeleiding start vanaf het eerste gesprek |
x |
In principe wordt er direct gestart met de begeleiding, maar de coaching kan beter. Daar zal extra op worden ingezet. |
|||||
7 |
Beschikking afgeven inclusief Plan van Aanpak voor elke hulpvrager die meer nodig heeft dan advies. |
x |
|
|||||
8 |
Plan van Aanpak bevat ook altijd begeleiding- en nazorgplan op basis van het toekomstperspectief van de hulpvrager. Zonodig met inzet (via professionals) van budgetcoaching, -beheer of schuldenbewind |
x |
|
|||||
9 |
Hulpvrager krijgt 'procesoverzicht' mee met volgende contactmomenten, op basis van behoefte |
x |
De praatplaat wordt ontwikkeld. De plaat brengt periodieke drukkosten met zich mee.
|
|||||
10 |
Aangesloten op het systeem van de Verwijsindex Schuldhulpverlening (Vish)* |
x |
Hier kan direct op worden aangesloten. Dit is waarschijnlijk kosteloos. |
|||||
11 |
Aangesloten op de Landelijke Schuldpauzeknop |
x |
De Schuldpauzeknop is nog in ontwikkeling. Eenmalige aansluitkosten zijn €300. Jaartarief is €3000
|
|||||
12 |
Hulpvrager kan via gemeente begeleiding krijgen, waaronder financiële begeleiding op maat (coaching, training, ondersteuning, beheer, bewind) |
x |
Dit kan nu via Sociaal Team/Kwintes budgetbeheer. Het voorstel is om hierop te intensiveren. |
|||||
13 |
Aansluiten op het Schuldenknooppunt, om invulling te geven aan de plicht tot ontzorgen |
x |
Het schuldenknooppunt is nog in ontwikkeling. Op termijn is het interessant om aan te sluiten. Ook als we zijn overgegaan naar een nieuwe versie van het ondersteuningssysteem. |
|||||
14 |
Schulden regelen met een saneringskrediet |
x |
In iedere casus wordt de afweging gemaakt tussen een saneringskrediet of een schuldbemiddeling. |
|||||
15 |
De afloscapaciteit wordt berekend op basis van het Vrij te laten bedrag |
x |
|
|||||
16 |
Plan van Aanpak wordt tijdig geëvalueerd d.m.v. meetinstrument, en eventueel herzien met aangepast aanbod begeleiding en nazorg |
x |
Op dit moment wordt er nog geen gebruik gemaakt van een meetinstrument. De inzet van het genoemde digitale hulpmiddel kan hiervoor de oplossing zijn. |
|||||
17 |
Bij terugval hulpvrager neemt hulporganisatie altijd persoonlijk contact op |
x |
Terugval binnen 6 maanden na afsluiting dossier wordt door de voormalige regisseur SHV opgepakt. |
|||||
18 |
Van binnenkomende vroegsignalen wordt gecheckt of de betrokkene in de voorgaande 6 maanden een schuldregeling afrondde |
x |
Dit is ingeregeld in het ondersteuningssysteem. |
|||||
19 |
De hulpvrager die doorgaat naar de Wsnp, krijgt ook daarbij begeleiding |
x |
|
|||||
20 |
Convenant Lokale overheid is ondertekend en wordt toegepast, zodat het minnelijk traject efficiënter verloopt |
x |
Het Convenant Lokale Overheid is een convenant tussen de gemeente als schuldhulpverlenende instantie en de lokale overheid als schuldeiser. Denk aan BSGR, afdeling Financiën, afdeling Werk & Financiën van gemeente Gouda en het waterschap. De afspraken in het convenant versterken het minnelijke traject door bijvoorbeeld instelling van een incassopauze en het versnellen van het traject door bijvoorbeeld het automatisch instemmen met een minnelijk voorstel.
|
Bijlage 3 CIJFERS ARMOEDE EN SCHULDEN IN GOUDA
Laaginkomenhuishoudens in Gouda in 2023 |
aantal |
percentage |
Aantal huishoudens met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm (laaginkomenhuishouden) |
5.200 |
15,4% |
Aantal personen woonachtig in laaginkomenhuishoudens |
8.200 |
11,3% |
Aantal kinderen (jonger dan 18 jaar) woonachtig in laaginkomenhuishoudens |
1.600 |
11,4% |
Voornaamste inkomstenbron (van de hoofdkostwinner) laaginkomenhuishoudens in Gouda in 2023 |
aantal |
percentage |
Uitkering pensioen |
2.100 |
23,4% |
Uitkering sociale voorziening |
1.600 |
90,8% |
Uitkering arbeidsongeschikt |
500 |
44,3% |
Inkomen als werknemer |
600 |
3,1% |
Inkomen als zelfstandige |
300 |
9,4% |
Uitkering werkloosheid |
0 |
0% |
Woonbezit laaginkomenhuishoudens in Gouda in 2023 |
aantal |
percentage |
Huurwoning |
4.900 |
33,5% |
Eigen woning |
200 |
1,3% |
Bron: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/86006NED/table?searchKeywords=inkomen%20gouda
Problematische schulden % huishoudens in Gouda |
2020 |
2022 |
65 jaar en ouder |
1% |
3% |
18 tot en met 64 jaar |
6% |
10% |
Bron: https://eengezonderhollandsmidden.nl/dashboard/dashboardthemas/bevolking-en-armoede
Noot
1https://www.savethechildren.nl/actueel/nieuws/onze-reactie-op-het-hoofdlijnenakkoord
https://www.unicef.nl/nieuws/2024-05-16-zorgen-over-positie-kinderen-in-hoofdlijnenakkoord
Noot
2Onder recidive verstaan we een nieuwe aanmelding voor schuldhulpverlening voor problematische schulden binnen 5 jaar nadat het vorige traject voor schuldhulpverlening succesvol was afgerond.
Noot
3Met de basisdienstverlening streven organisaties zoals de NVVK, VNG, Divosa en het ministerie van SZW naar een toegankelijker en gelijkwaardiger hulpaanbod in de verschillende gemeenten.
Noot
9https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2024/04/05/de-leefwerelden-van-arm-en-rijk – pagina 6
Noot
22https://vng.nl/sites/default/files/2023-03/bestaanszekerheid-als-belofte-essay-vng-20230329.pdf (blz 16)
Noot
30Dit kunnen ook volwassenen uit gezinnen met minderjarige kinderen betreffen. Hier wordt geen onderscheid in gemaakt (gevoerde beleid tav Wgs artikel 2 lid 4e).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl