Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741088
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741088/2
Besluit van de regeringscommissaris van 14 april 2020 no 815/GEZ in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Eilandsverordening Rekenkamer openbaar lichaam Sint Eustatius
Geldend van 28-06-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023
Intitulé
Besluit van de regeringscommissaris van 14 april 2020 no 815/GEZ in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Eilandsverordening Rekenkamer openbaar lichaam Sint EustatiusDe regeringscommissaris voor Sint Eustatius, krachtens de Tijdelijke wet verwaarlozing Sint Eustatius handelende in plaats van de eilandsraad
overwegende dat een lokale rekenkamer essentieel is voor een transparante publieke verantwoording en controle op lokaal niveau;
overwegende dat op basis van de Wet openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba (WolBES) er sinds 2010 een gezamenlijke rekenkamer voor de BES had moeten zijn maar dat deze nooit is geoperationaliseerd;
overwegende dat met het instellen van een afzonderlijke rekenkamer voor St. Eustatius vooruitgelopen wordt op een wijziging van de WolBES op het punt van de artikelen betreffende de gezamenlijke rekenkamer;
overwegende dat wanneer de verordening is vastgesteld een zelfstandige rekenkamer voor St. Eustatius geoperationaliseerd kan worden, en dat hiermee wordt voldaan aan één van de criteria voor het houden van verkiezingen
gezien de wettelijke verplichting tot het bij eilandsverordening instellen van een rekenkamer voor het Openbaar Lichaam Sint Eustatius;
gelet op artikelen 95 tot en met 105 en 183 tot en met 186 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Besluit:
vast te stellen de
Eilandsverordening Rekenkamer openbaar lichaam Sint Eustatius
Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
rekenkamer: de Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius
- b.
bestuurscollege: het bestuurscollege van Sint Eustatius
- c.
eilandsraad: de eilandsraad van Sint Eustatius
- d.
eilandsbestuur: drie bestuursorganen van het openbaar lichaam, te weten de eilandsraad, het bestuurscollege en de gezaghebber)
- e.
lid of leden: het lid of leden van de rekenkamer
- f.
openbaar lichaam: het openbaar lichaam Sint Eustatius
- g.
WolBES: Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Hoofdstuk 2 INSTELLING REKENKAMER
Artikel 2 Leden Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius
-
1. Er is een rekenkamer, naar artikel 95 van de WolBES, genaamd Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
-
2. De rekenkamer heeft ten minste twee en maximaal drie leden die gezamenlijk het college vormen.
-
3. De eilandsraad benoemt de leden voor de duur van zes jaar.
-
4. De eilandsraad benoemt een van de leden als voorzitter.
-
5. De eilandsraad kan een lid herbenoemen voor de duur van zes jaar.
Hoofdstuk 3 VERGOEDINGEN, ONDERSTEUNING EN BUDGET
Artikel 3 Vergoeding werkzaamheden en reis- en verblijfkosten
-
1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden maandelijks vergoeding, alsmede een vergoeding van hun werkelijke reis-en verblijfkosten.
-
2. De vergoeding van de leden wordt berekend naar analogie van bestuursleden in State Owned Entities ( SOEs): de voorzitter $800,- bruto per maand en voor de leden $700,- bruto per maand.
Artikel 4 Ondersteuning
-
1. De eilandsraad voert jaarlijks, na overleg met de rekenkamer, de kosten voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamer op in zijn vaste begrotingspost op de eilandsbegroting. Op deze begrotingspost worden de in artikel 3, eerste lid, genoemde kosten mede opgevoerd.
-
2. De eilandsraad stelt, na overleg met de rekenkamer, aan de rekenkamer, de nodige financiële middelen ter beschikking voor niet in het onderzoeksplan opgenomen onderzoeken die zij op verzoek van de eilandsraad uitvoert.
-
3. De rekenkamer draagt, gegeven de financiële middelen als bedoeld in het eerste en tweede lid, zelf zorg voor de ondersteuning bij de uitvoering van haar werkzaamheden.
-
4. Personen die werkzaamheden verrichten voor het Openbaar Lichaam Sint Eustatius kunnen niet tevens werkzaamheden verrichten voor de Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
-
5. Het openbaar lichaam stelt de leden van de rekenkamer om niet kantoorruimte met telefoon en internetfaciliteit, en voor een te houden vergadering, op aanvraag, vergaderruimte met toebehoren, ter beschikking.
Artikel 5 Financiën
-
1. De rekenkamer is bevoegd binnen het aan de rekenkamer bij de begroting van het openbaar lichaam beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan ten behoeve van de uitvoering van zijn taken.
-
2. De rekenkamer is krachtens deze verordening door de eilandsraad gemachtigd om een deel van het budget tot een maximum van 40% te reserveren als onderzoeksreserve.
Hoofdstuk 4. ONDERZOEKSPLAN, ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN INFORMATIEVOORZIENING
Artikel 6 Onderzoeksplan
-
1. Jaarlijks legt de rekenkamer, een onderzoeksplan ter kennisname aan de eilandraad voor.
-
2. Het onderzoeksplan bevat de onderzoeken die de rekenkamer voornemens is in het betreffende jaar uit te voeren.
-
3. De rekenkamer voert onderzoeken uit op eigen initiatief en kan onderzoeken op verzoek van de eilandsraad uitoefenen.
-
4. Het bestuurscollege van het openbaar lichaam kan onderwerpen aandragen voor onderzoek door de rekenkamer.
-
5. In het onderzoeksplan wordt naar onderwerp aangegeven:
- a.
de afbakening van het onderzoeksterrein;
- b.
de formulering van de probleemstelling;
- c.
de eventuele randvoorwaarden;
- d.
de planning.
- a.
Artikel 7 Verantwoording
-
1. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het verslag aan de eilandsraad en het bestuurscollege, zoals bedoeld in artikel 186, lid 3 WolBES.
-
2. Het verslag bedoeld in het eerste lid bevat verder ten minste de volgende onderwerpen:
- a.
het aantal publicaties in dat jaar met een omschrijving ervan;
- b.
het aantal nog lopende onderzoeken met een omschrijving ervan;
- c.
de realisatie van de begrote uitgaven en de ontwikkeling van de egalisatiereserve.
- a.
Artikel 8 Informatievoorziening
-
1. Bestuursorganen van het eilandsbestuur en instellingen als bedoeld in artikel 185, lid 1 WolBES reageren op verzoeken van de rekenkamer binnen een maand, tenzij de rekenkamer anders bepaalt.
-
2. De rekenkamer kan, voor zover dat naar haar oordeel ten behoeve van het onderzoek is vereist, zonder toestemming alle plaatsen betreden van het betrokken orgaan of de instelling.
-
3. De organen en instellingen stellen de rekenkamer op haar verzoek de stukken, of kopieën daarvan, ter beschikking die zij voor haar onderzoek noodzakelijk acht. Dit kan in schriftelijke of digitale vorm.
Hoofdstuk 5 RAPPORTEN
Artikel 9 Rapportage
-
1. De rekenkamer stelt het bestuurscollege en, indien van toepassing, de betrokken instelling, schriftelijk op de hoogte van haar voorlopige onderzoeksresultaten. Indien de resultaten daartoe aanleiding geven kan de rekenkamer ter zake conceptaanbevelingen opnemen.
-
2. De rekenkamer stelt het bestuurscollege en, indien van toepassing, de betrokken instelling, in de gelegenheid schriftelijk te reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.
-
3. Het bestuurscollege en, indien van toepassing, de betrokken instelling, deelt ten minste mee:
- a.
welke aanbevelingen worden overgenomen; of
- b.
indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom van de aanbevelingen wordt afgeweken.
- a.
-
4. Voor de in het tweede lid bedoelde reactie geldt een termijn van drie weken tenzij de rekenkamer anders bepaalt.
-
5. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de resultaten van haar onderzoek en, indien van toepassing, de aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.
Artikel 10 Behandeling rapporten
-
1. De rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten aan de eilandsraad en het bestuurscollege.
-
2. De eilandsraad kan bepalen dat rapporten en overige stukken voor de raadsbehandeling in een eilandsraads-commissie worden behandeld.
-
3. De griffie van de eilandsraad verzorgt de agendering van de rekenkamerrapporten voor de eilandsraad en zijn commissies.
-
4. De rapporten van de rekenkamer worden met toevoeging van een behandeladvies van de rekenkamer en het presidium geagendeerd voor de eilandsraad en zijn commissies.
-
5. Ten behoeve van de raadsbehandeling wordt door de griffie een raadsvoorstel opgesteld met een concept-raadsbesluit.
-
6. De rekenkamer wordt door de eilandsraad of de eilandsraadcommissie uitgenodigd om het rapport toe te lichten, eventuele vragen te beantwoorden en de politiek-bestuurlijke behandeling van het rapport bij te wonen.
-
7. De rapporten en overige stukken worden door de eilandraad in zijn vergadering, binnen drie maanden na ontvangst, behandeld. Het bestuurscollege dient vervolgens binnen drie maanden met een plan van aanpak te komen ter uitvoering van de door de eilandraad overgenomen aanbevelingen.
Hoofdstuk 6. SLOTBEPALINGEN
Artikel 11 Intrekking oude verordening
Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba ingetrokken.
Artikel 12 Reeds benoemde leden Gezamenlijke Rekenkamer
De benoemingen van de leden van de Gezamenlijke Rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba op basis van eerdere bepalingen, vervallen met ingang van deze verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 april 2020, en werkt terug tot en met 1 april 2020.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Eilandsverordening Rekenkamer openbaar lichaam Sint Eustatius.
Ondertekening
Aldus besloten door de regeringscommissaris op 14 april 2020
De regeringscommissaris,
w.g. De heer M.L. van Rij*
Toelichting op Verordening Rekenkamer openbaar lichaam Sint Eustatius
De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba van17 mei 2010, houdende regels met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de WolBES) schrijft een gezamenlijke rekenkamer ten behoeve van de drie eilandsraden voor. Hieruit vloeide de noodzaak voort om een Eilandsverordening Rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba (RBES) op te stellen. De Rekenkamer Rotterdam heeft in 2012 op basis van de WolBES en besprekingen met vertegenwoordigers van de openbare lichamen een eilandsverordening opgesteld, die vervolgens door de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is vastgesteld. De rekenkamer werd echter nooit operationeel.
Tot op heden is het niet gelukt om voor de drie eilanden een volwaardig functionerende en gezamenlijke rekenkamer van de grond te krijgen. Gelet op de financiële situatie in het openbaar lichaam Sint Eustatius is het functioneren van een rekenkamer inmiddels cruciaal. Zo is een van de noodzakelijke maatregelen om uiteindelijk te komen tot het normaliseren van de bestuurlijke situatie op Sint Eustatius, de instelling van een eigen rekenka-mer. Hoewel de WolBES spreekt van een gezamenlijke rekenkamer, is er gekozen daarvan af te zien en te spreken over een afzonderlijke rekenkamer, genaamd Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius.. Hiermee wordt vooruitgelopen op een wijziging van de WolBES betreffende de artikelen die spreken over een gezamenlijke rekenkamer. In tegenstelling tot de in hoofdstuk III, afdeling V en hoofdstuk IV, afdeling V van de WolBES genoemde gezamenlijke rekenkamer, is er bij ingang van deze verordening geen gezamenlijke rekenkamer maar voor het openbaar lichaam Sint Eustatius een rekenkamer genaamd Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius. De artikelen met betrekking tot de gezamenlijke rekenkamer uit de hoofdstukken III en IV, afdeling V van de WolBES zijn van overeenkomstige toepassing op de Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
De taak van de rekenkamer is het doen van onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het eilandsbestuur gevoerde bestuur (artikel 183, lid 1 WolBES). Deze bevoegdheid strekt zich uit tot alle bestuursorganen van het openbaar lichaam (eilandsraad, bestuurscollege, gezaghebber). De rekenkamer heeft op grond van artikel 185 van de WolBES ook onderzoeksbevoegdheid bij ondernemingen waarin het openbaar lichaam aandeelhouder is, bij gemeenschappelijke regelingen en bij gesubsidieerde stichtingen.
De verordening bevat bepalingen die aanvullend zijn aan de WolBES. Voor regels ten aanzien van de inrichting en bevoegdheden van de rekenkamer (zoals ontslag leden, nevenfuncties, reglement van orde) wordt verwezen naar hoofdstuk III, afdeling V, respectievelijk hoofdstuk IV, afdeling V van de WolBES.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsbepalingen
Dit artikel geeft een beschrijving van de belangrijkste termen gebruikt in deze verordening.
Artikel 2 Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius
Er wordt verwezen naar artikel 95 van de WolBES. De instelling van de rekenkamer vindt niet op basis van dit artikel plaats, maar naar dit artikel. De reden hiervoor is dat er gekozen is om voor het openbaar lichaam Sint Eustatius een separate rekenkamer in te stellen en af te zien van een gezamenlijke rekenkamer met Bonaire en Saba.
De WolBES schrijft een zogeheten collegemodel voor (artikel 2, lid 2). Gelet op de omvang van het openbaar lichaam is het aantal leden beperkt tot een maximum van drie.
In de verordening voor de gezamenlijke rekenkamer was sprake van de benoeming van plaatsvervangende leden. Dat was noodzakelijk, omdat bij langdurige absentie van een door een van de openbare lichamen benoemd lid, het betreffende openbaar lichaam niet goed in de gezamenlijke rekenkamer zou zijn vertegenwoordigd. Nu er hier sprake is van een rekenkamer voor enkel het openbaar lichaam Sint Eustatius, en er sprake is van een college (tweede lid), is de benoeming van plaatsvervangers niet nodig.
De leden van de rekenkamer worden voor een termijn van zes jaar benoemd, conform artikel 96, lid 2 van de WolBES. De eilandsraad kan volgens artikel 96, lid 4, een rekenkamerlid herbenoemen. Ook de herbenoeming is voor zes jaar.
Het openbaar lichaam van Sint Eustatius heeft de Rekenkamer Rotterdam verzocht zorg te dragen voor een tijdelijke bezetting van de rekenkamer. De Rekenkamer Rotterdam heeft expliciet aangegeven de Rekenkamer Sint Eustatius voor maximaal twee jaar te bemensen of zo veel korter als mogelijk.
Artikel 3 Vergoeding en tegemoetkoming in de kosten
Dit artikel volgt uit artikel 105 lid 1 letter b WolBES. Er is geen bestaande regeling voor (kosten)vergoedingen voor leden van de rekenkamer. Het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES vormt een goed alternatief. De vergoedingen en tegemoetkomingen vormen een percentage van de vergoedingen die de eilandsraadsleden op basis van dit Rechtspositiebesluit ontvangen. Om deze reden is het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES van overeenkomstige toepassing op leden van de Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius. Een dergelijke constructie is vergelijkbaar met veel rekenkamer(commissie)leden in Nederlandse gemeenten wier vergoeding is afgeleid van die van raadsleden.
De vergoedingen en tegemoetkomingen dienen te worden bekostigd uit het budget dat de eilandsraad aan de rekenkamer ter beschikking heeft gesteld. Conform het verzoek van het openbaar lichaam Sint Eustatius van 23 december 2019 zal de rekenkamer tijdelijk bemenst worden door experts vanuit de Rekenkamer Rotterdam. De bekostiging van deze leden verloopt via een aparte subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het openbaar lichaam Sint Eustatius. Artikel 3 is derhalve niet op deze tijdelijke leden van toepassing.
Artikel 4 Ondersteuning
Het eerste lid volgt uit artikel 103 WolBES, dat een overleg tussen de eilandsraad en de rekenkamer over de benodigde middelen voorschrijft. Bij bedoelde middelen gaat het om de (kosten)vergoedingen voor de leden (genoemd in artikel 3) en om de kosten voor de goede uitoefening van de werkzaamheden. Daarbij gaat het om kosten voor het onderzoek zelf en eventuele secretariële ondersteuning (zie ook de toelichting bij het derde lid).
Het is de bevoegdheid van de rekenkamer om de bij begroting ter beschikking gestelde middelen haar programma vast te stellen en uit te voeren. Mocht de eilandsraad gedurende het jaar een tussentijds verzoek voor een onderzoek aan de rekenkamer doen (wat kan op grond van artikel 183 lid 2 WolBES), dan bestaat de mogelijk-heid dat daar op dat moment geen middelen voor zijn. Het tweede lid van artikel 4 kan eventuele financiële belemmeringen wegnemen.
Ten aanzien van het derde en vierde lid: artikel 105 lid 1 letter c van de WolBES schrijft voor dat in de verordening regels worden gesteld voor de ondersteuning van de rekenkamer. Deze bepaling doelt, anders dan artikel 105 lid 1 letter b WolBES, op de ondersteuning bij de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer. Het gaat dan vooral om de onderzoekscapaciteit en eventuele secretariële ondersteuning. De invulling van die capaciteit, eigen personeel en/of personeel van derden, is de bevoegdheid van de rekenkamer. Op grond van artikel 104 WolBES kunnen dit nooit mensen zijn die in dienst zijn van het openbaar lichaam.
Het vijfde lid garandeert een vergaderplek en andere faciliteiten. Aangezien deze reeds binnen het openbaar lichaam beschikbaar zullen zijn, worden deze om redenen van doelmatigheid om niet ter beschikking gesteld. Indien de rekenkamer hier zelf voor zou moeten zorgen, dan zou dit – zeker gelet op de omvang van het openbare lichaam en het te verwachten budget – een onevenredig groot beslag op de middelen van de rekenkamer leggen.
Artikel 5 Financiën
Lid 1 is afgeleid van artikel 7 lid 1 Verordening Rekenkamer Rotterdam. Het geeft uitdrukking aan de noodzakelijke zelfstandigheid van de rekenkamer om de middelen naar eigen inzicht te besteden en geen toestemming van andere bestuursorganen nodig te hebben voor bepaalde uitgaven. Dit betekent ook dat de rekenkamer geen eigen begroting voor een zienswijze aan de eilandsraad hoeft voor te leggen, wat ook in lijn is met artikel 104 WolBES.
Wel dient de rekenkamer verantwoording af te leggen over de besteding van de aan haar toegekende middelen in een jaarrekening (zie artikel 7 van de verordening). Deze maakt onderdeel uit van het jaarverslag dat de rekenkamer dient op te stellen (artikel 186, lid 3 WolBES).
Het tweede lid regelt een egalisatiereserve. Deze is noodzakelijk, omdat niet elk jaar het exact begrote bedrag zal worden uitgegeven. Het niet gerealiseerde budget zal aan de reserve worden toegevoegd. Door aan de reserve te onttrekken is de continuïteit van de onderzoeken beter gewaarborgd. Het voorkomt dat gedurende het jaar een onderzoek wegens een budgettekort dient te worden gestaakt. Met de vaststelling van de verordening wordt de rekenkamer door de eilandsraad – dan wel diens plaatsvervanger – gemachtigd deze reserve aan te houden en hieraan toevoegingen en onttrekkingen te doen.
Artikel 6 Onderzoeksplan
De onderzoeken die de rekenkamer uitvoert moeten de controlerende en kaderstellende rol van de eilandraad ondersteunen. Gegeven de onafhankelijke positie van de rekenkamer bepaalt de rekenkamer zelf welke onderzoeken zij programmeert. Om die reden wordt het onderzoeksplan niet ter vaststelling, maar ter kennisname aan de eilandsraad voorgelegd. Idealiter vindt dit plaats voor het begin van het jaar waarop het plan betrekking heeft. Er is echter voor gekozen dit niet in de verordening vast te leggen, omdat dit in de praktijk niet altijd haalbaar of zinvol is. Zo zal de rekenkamer halverwege het kalenderjaar operationeel worden. Bovendien kan een in een bepaald jaar gestart onderzoek een flink eind in het daaropvolgende jaar doorlopen. Het kan dan zinvoller zijn om later in het nieuwe jaar een plan voor nieuwe onderwerpen vast te stellen.
Hoewel de eilandsraad niet kan bepalen wat de rekenkamer onderzoekt, is het voor het politieke en bestuurlijke draagvlak van de onderzoeken wel van belang dat de eilandsraad en besturen suggesties voor onderzoek kunnen doen. De wet biedt de eilandsraad de mogelijkheid van een verzoek van de eilandsraad aan de rekenkamer (artikel 183, lid 2 WolBES; lid 3 van de Verordening). In lid 4 wordt expliciet mogelijk gemaakt dat ook het bestuurscollege onderzoeken kan voorstellen
Ten slotte is het van belang dat de eilandsraad op voorhand kennis heeft van welke kaders voor de onderzoeken gelden en wat het kan verwachten (lid 5).
Artikel 7 verantwoording
Dit artikel regelt dat de rekenkamer verantwoording aflegt over de door haar uitgevoerde werkzaamheden. Dit vloeit voort uit artikel 186, lid 3, WolBES. Het jaarverslag bevat zowel een inhoudelijke verantwoording als een financiële verantwoording. De WolBES schrijft voor dat dit voor 1 april van het jaar na het verslagjaar het verslag aan de eilandsraad en het bestuurscollege wordt gezonden. Dit verslag wordt niet door deze bestuursorganen vastgesteld. Gegeven de onafhankelijke positie van de rekenkamer doet de rekenkamer dit zelf.
Artikel 8 informatievoorziening
De rekenkamer heeft niet alleen onderzoeksbevoegdheid bij het eilandsbestuur. Artikel 185 lid 1 WolBES geeft, samengevat, de rekenkamer ook onderzoeksbevoegdheid bij:
- -
instellingen die krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn ingesteld en waaraan het openbaar lichaam deelneemt (sub a);
- -
vennootschappen waarvan het openbaar lichaam meer dan vijftig procent van de aandelen bezit (sub b);
- -
stichtingen en verenigingen waarvan de baten voor meer dan vijftig procent uit subsidie van het openbaar lichaam bevat (sub c).
Teneinde te waarborgen dat onderzoeken bij het eilandsbestuur en de genoemde instellingen niet nodeloos vertragen, is artikel 8, gebaseerd op onder meer de Verordening Rekenkamer Rotterdam, opgenomen.
Artikel 9 rapportage
Lid 1 is een nadere uitwerking van artikel 186 lid 1 en 2 WolBES en vormt de start van het zogeheten bestuurlijk wederhoor. De procedure van dit wederhoor is beschreven in de leden 2 tot en met 5 en bevorderen een vlotte en transparante afronding van een rapport.
Artikel 10 behandeling rapporten
Artikel 186, lid 4 van de WolBES schrijft voor dat afgeronde rapporten van de rekenkamer aan de eilandsraad en het bestuurscollege worden gezonden. Artikel 10 van de verordening draagt zorg voor een werkelijke politiek-bestuurlijke behandeling van de onderzoeksrapporten en vormt een waarborg voor de daadwerkelijke opvolging van de aanbevelingen.
Artikel 11 Intrekking oude regeling
De Eilandsverordening Rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba (RBES) wordt ingetrokken met ingang van deze verordening.
Artikel 12 Reeds benoemde lezen Gezamenlijke Rekenkamer
Indien er op grond van de Verordening Rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba reeds rekenkamerleden benoemd zijn voor een gezamenlijke rekenkamer Bonaire, Sint Eustatius en Saba, vervallen de benoemingen met ingang van de Verordening Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius. Wel is het mogelijk om het lid/de leden van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius, indien zij nog geïnteresseerd zijn en voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan een rekenkamerlid voor de Rekenkamer Openbaar Lichaam Sint Eustatius, opnieuw benoemd worden op grond van deze verordening.
Hoogachtend,
De Regeringscommissaris*,
w.g. De heer M. L. A. van Rij
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl