Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741043
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR741043/1
Subsidieregeling Algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden 2023
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025
Intitulé
Subsidieregeling Algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden 2023Het college van burgemeester en wethouders van Woerden;
overwegende dat:
het gemeentebestuur de vitaliteit, de participatie en de zelfredzaamheid van (kwetsbare) inwoners van Woerden wil versterken en vrijwilligers/mantelzorgers wil ondersteunen en daarvoor:
- •
de sociale basis van Woerden wil versterken zodat er een sterke sociale infrastructuur ontstaat die de componenten van de sociale kracht van alle inwoners bevordert;
- •
alle inwoners van Woerden financieel gezond wil houden en wil laten participeren;
- •
alle jeugdigen een gezond opvoed- en opgroeiklimaat wil geven waarin zij veilig kunnen opgroeien, zich sociaal en cultureel kunnen ontwikkelen of elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten
door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Woerden;
besluit vast te stellen de Subsidieregeling Algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden 2023:
Artikel 1. Definities
-
1. In deze regeling wordt aangesloten bij de begrippen in de Algemene subsidieverordening Woerden 2023, voor zover daarvan niet expliciet wordt afgeweken.
-
2. In deze regeling wordt verstaan onder:
Algemene voorziening: functie en diensten waar inwoners vrij gebruik van kunnen maken.
ASV: Algemene subsidieverordening Woerden
Jeugdige: zoals bedoeld in de Jeugdwet
Kwetsbare inwoner: jeugdigen, volwassenen en ouderen die vanwege een beperking, chronische ziekte, gezinssituatie, huishoudenssamenstelling, regieverlies of psychosociale problematiek extra ondersteuning nodig hebben bij het vitaal blijven, zelfstandig functioneren of het deelnemen aan de samenleving.
Sociale basis: met de sociale basis wordt het dagelijks leven bedoeld (sociale basisinfrastructuur). Daarbij horen voorzieningen zoals scholen, bibliotheken, sportorganisaties, jeugdgezondheidszorg en de inzet van vrijwilligersorganisaties.
Sociale kracht: de zeven componenten c.q. pijlers die enerzijds betrekking hebben op persoonlijke indicatoren (zelfredzaamheid, participatie, mate van eenzaamheid, financiële zelfredzaamheid) en anderzijds wijk- of kerngerichte indicatoren (beleving van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang in de buurt).
Professional: iemand die, op basis van een marktconforme vergoeding of salaris, relevante expertise inzet om meerwaarde te bieden binnen de organisatie voor de uit te voeren activiteiten.
Artikel 2. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3. Activiteiten sociale basis
-
1. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten ten behoeve van inwoners in een kwetsbare situatie die zijn gericht op:
- a.
Het vergroten van zelfredzaamheid, participatie en het verminderen van gevoelens van eenzaamheid.
- b.
Het faciliteren van lotgenotencontact en peer2peer support.
- c.
Het ondersteunen van slachtoffers en nabestaanden van een strafbaar feit, verkeersongeluk of ramp middels professioneel gecoördineerde ondersteuning en hulp.
- d.
Het ondersteunen bij psychische, chronische of ouderdom-gerelateerde kwetsbaarheden.
- e.
Het faciliteren van een lokale vervoersdienst voor en door inwoners met vrijwillige chauffeurs.
- a.
-
2. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de sociale samenhang en sociale leefbaarheid middels:
- a.
Het ondersteunen en faciliteren van inwonersinitiatieven en het versterken van buurtnetwerken.
- b.
Het ondersteunen van vrijwilligers bij het beheer, het vrijwilligersbeleid en de programmering van ontmoetingsplaatsen ten behoeve van de doelstellingen van uit deze regeling.
- a.
-
3. Subsidie kan worden verleend voor het behouden en versterken van het netwerk van de sociale basis middels:
- a.
Het informeren, ondersteunen en waarderen van mantelzorgers.
- b.
Het informeren, waarderen, trainen en faciliteren van vrijwilligers of vrijwilligersorganisaties in de sociale basis.
- c.
Het tot stand brengen, leiden en faciliteren van effectieve samenwerkingen binnen en buiten het netwerk van de sociale basis ten behoeve van de doelen uit de Maatschappelijke Agenda.
- d.
Het stimuleren van maatschappelijk betrokken ondernemen in de gemeente.
- a.
Artikel 4. Activiteiten specifiek ten behoeve van jeugdigen
Subsidie kan worden verleend voor activiteiten voor jeugdigen die gericht zijn op:
- a.
Het aanbieden van sociale, culturele of ontspannende activiteiten voor jongeren op plaatsen waar zij elkaar laagdrempelig of vrij toegankelijk kunnen ontmoeten. Activiteiten worden voornamelijk vóór en dóór jongeren georganiseerd.
- b.
Het vergroten van gelijke kansen van kinderen en jongeren; activiteiten gericht op het zelfstandiger of zelfredzamer maken van kinderen en jongeren waardoor zij beter mee kunnen doen in de maatschappij.
- c.
Het ondersteunen en ontzorgen van gezinnen middels maatjesprojecten, waarbij de bemiddeling tussen gezinnen wordt gedaan door een professional.
- d.
Het bieden van preventie, voorlichting, ondersteuning of consultatie aan jeugdigen (individuen of groepen of op scholen) op thema’s voor jeugdigen die bijdragen aan het veilig opgroeien of die het opvoed- en opgroeiklimaat, de zelfredzaamheid, de (sociale, mentale of seksuele) weerbaarheid versterken of thema’s die voor de jeugd van belang zijn.
- e.
Het bieden van collectieve of individuele vrij toegankelijke opvoed- en opgroeiondersteuning door professionals.
- f.
Het beheren van een speelgoedbibliotheek die speelgoed tegen een lage prijs aanbiedt.
Artikel 5. Armoede en minima-activiteiten
Subsidie kan worden verleend voor:
- a.
het inzamelen van levensmiddelen en het gratis distribueren van levensmiddelen aan inwoners die (tijdelijk) financieel niet-zelfredzaam zijn.
- b.
Het begeleiden van inwoners bij hun financiële administratie, het aanleren van inzicht en vaardigheden om (verdere) financiële problemen te voorkomen of terug te dringen door het toewijzen van een maatje.
- c.
Het ondersteunen van gezinnen met een laag inkomen ten behoeve van:
- i.
deelname aan sport, cultuur of onderwijs in aanvulling op de Groene Hart Pas, of;
- ii.
vakantie.
- i.
Artikel 6. Pilotactiviteiten
Subsidie kan worden verleend voor pilotprojecten voor het in de praktijk toetsen van vernieuwende vormen van dienstverlening voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 3 tot en met 5.
Artikel 7. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.
Artikel 8. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
-
1. Voor de activiteiten als bedoeld in artikelen 3 tot en met 5 komen de redelijk te maken kosten voor subsidie in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit.
-
2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van
- a.
verrekenbare- of compensabele BTW;
- b.
leges, boetes of juridische kosten;
- c.
kosten die via een andere gemeentelijke of Rijksfinanciering geregeld kunnen worden;
- d.
reis- en verblijfkosten;
- e.
consumptie- en cateringkosten die niet direct bijdragen aan de resultaten van een activiteit;
- f.
alcohol;
- g.
kosten voor uitgeloofde prijzen;
- h.
kosten die zonder toelichting worden aangemerkt als “Onvoorzien”.
- a.
-
3. Voor subsidies als bedoeld in artikel 6 komen alle redelijk te maken kosten voor subsidie in aanmerking met uitzondering van overheadkosten en de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur
Artikel 9. Hoogte van de subsidie
-
1. Een subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten en:
- a.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, mimimaal € 5.000 en maximaal € 18.000;
- b.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, minimaal € 2.000 en maximaal € 2.300;
- c.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel c, minimaal € 60.000 en maximaal € 83.700;
- d.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel d, maximaal € 33.900;
- e.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel e, minimaal € 80.000 en maximaal € 99.242;
- f.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, onderdeel f, minimaal € 3.000 en maximaal € 4.000;
- g.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, minimaal € 30.000 en maximaal € 50.000;
- h.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, minimaal € 5.000 en maximaal € 10.000;
- i.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, maximaal € 80.000;
- j.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, onder ii, maximaal € 10.000;
- k.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 6 gericht op de beleidsthema’s in artikel 3 en 4 maximaal € 10.000.
- l.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 6 gericht op de beleidsthema’s in artikel 5 maximaal € 2.500.
- a.
-
2. De maximale hoogte van de subsidie zoals genoemd in lid 1 a tot en met j worden jaarlijks geïndexeerd met de, door de gemeenteraad, voor dat jaar vastgestelde indexering en bij afzonderlijk besluit van burgemeester en wethouders bekendgemaakt.
Artikel 10. Wijze van verdeling en subsidieplafond niet zijnde pilotprojecten
-
1. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel a, bedraagt: € 1.204.058.
-
2. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel b, bedraagt: € 18.150.
-
3. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel c, bedraagt: € 14.376.
-
4. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel d, bedraagt: € 610.589.
-
5. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel e, bedraagt: € 42.000.
-
6. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 2, bedraagt: € 443.930.
-
7. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 3, bedraagt voor:
- a.
onderdeel a: € 25.875;
- b.
onderdeel b: € 589.892;
- c.
onderdeel c: € 69.026;
- d.
onderdeel d: € 34.322;
- a.
-
8. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid a, bedraagt: € 49.646.
-
9. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid b, bedraagt € 2.300.
-
10. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid c, bedraagt € 83.700.
-
11. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid d, bedraagt: € 33.900.
-
12. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid e, bedraagt: € 99.242.
-
13. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid f, bedraagt: € 4.000 euro.
-
14. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, lid a, bedraagt: € 50.000.
-
15. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, lid b, bedraagt: € 10.000.
-
16. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5, lid c, bedraagt: € 90.000.
-
17. Indien toekenning van alle voor toekenning in aanmerking komende aanvragen zou leiden tot een overschrijding van het betrokken subsidieplafond, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
-
18. De hoogten van het subsidieplafond en de subsidiedeelplafonds worden jaarlijks geïndexeerd met de, door de gemeenteraad, voor dat jaar vastgestelde indexering en bij afzonderlijk besluit van burgemeester en wethouders bekendgemaakt.
-
19. Subsidieverlening op grond van deze regeling vindt plaats onder voorbehoud van de vaststelling van de gemeentelijke begroting.
-
20. Indien als gevolg van het vaststellen van de begroting de beschikbare middelen niet toereikend zijn om alle aanvragen volledig te honoreren, kan het college besluiten tot verlaging van het subsidieplafond, of wijziging of intrekking van verleende subsidies.
Artikel 11. Criteria voor rangschikking
Bij de rangschikking van de aanvragen, zoals bedoelt in artikel 10, lid 17, kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal punten:
- a.
de activiteiten hebben impact op de doelgroep waar de activiteiten voor worden georganiseerd; dit blijkt uit de aard van de problematiek bij de inwoners, de aard en de duur van de aangeboden activiteiten, het aantal inwoners dat aan de activiteiten deelneemt en het aantal unieke inwoners dat aan de activiteiten deelneemt:
- o
0 tot 10 punten
- o
- b.
de aanvrager werkt vraaggericht en zorgt ervoor dat de activiteiten voldoen aan de behoeften van de inwoners doordat deze proactief worden uitgevraagd; dit blijkt uit de mate waarin de behoeften van inwoners worden benut bij het vormgeven, uitvoeren en bijstellen van de activiteiten:
- o
0 tot 10 punten
- o
- c.
de aanvrager heeft een proactieve wervingsaanpak die aansluit op de doelgroep waarop de activiteiten zijn gericht alsmede op de vrijwilligers die bij de uitvoering betrokken worden; dit blijkt uit de aanpak die de aanvrager gebruikt om de doelgroep en de vrijwilligers op meerdere, langdurige, diverse en proactieve manieren te bereiken en de mate waarin de activiteiten voor de doelgroep van de activiteiten zichtbaar en vindbaar zijn:
- o
0 tot 6 punten
- o
- d.
de prijs-kwaliteitverhouding; dit blijkt uit het feit dat er bij de aanvrager, in verhouding tot het aangevraagde subsidiebedrag, minder kosten per unieke deelnemer worden gemaakt dan gemiddeld bij alle aanvragers gezamenlijk het geval is:
- o
0 tot 6 punten
- o
- e.
de aanvrager kan aantonen hoe de subsidiabele activiteiten bijdragen aan de sociale kracht van de inwoner; dit blijkt uit een onderbouwing aan de hand van de zeven componenten van sociale kracht zoals genoemd in artikel 1:
- o
0 tot 6 punten
- o
- f.
de aanvrager het aanbod doorontwikkeld; dit blijkt uit de mate waarin de aanvrager zijn/haar activiteiten periodiek evalueert en aanpast passend bij de huidige of toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen:
- o
0 tot 6 punten.
- o
- g.
de aanvrager besteedt aandacht aan het stimuleren, ondersteunen of bevorderen van een gezonde leefstijl tijdens de uitvoering van de activiteiten; dit blijkt uit de wijze waarop de aanvrager aandacht besteed aan gezonde voeding en beweging voor de doelgroep:
- o
0 tot 3 punten.
- o
Voor aanvragen van meer dan € 10.000 gelden aanvullend de volgende criteria:
- h.
de aanvrager beschikt over de benodigde kennis en expertise om de subsidiabele activiteiten uit te voeren; dit blijkt uit de aanwezigheid en het gebruik van een methodische of bewezen aanpak, de mate van professionele ondersteuning en ervaring met de doelgroep en problematiek:
- o
0 tot 10 punten
- o
- i.
de aanvrager heeft een relevant netwerk waarin het versterken van het gezamenlijke effect op de doelgroep van de activiteiten voorop staat en waarmee hij actief samenwerkt; dit blijkt uit de contacten van de aanvrager met partners die ook hulp en ondersteuning bieden aan de doelgroep, de mate waarin de onderlinge kennisdeling en doorverwijzing bij die contacten voorop staat, het betrekken van ervaringskennis en de actieve wijze waarop de aanvrager invulling geeft aan de samenwerking met die contacten:
- o
0 tot 10 punten
- o
Artikel 12. Wijze van verdeling en subsidieplafond pilotprojecten
-
1. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 6, gericht op de beleidsthema’s in artikel 3 en 4, bedraagt: € 50.000 per kalenderjaar en geldt vanaf 1 januari 2026.
-
2. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 6, gericht op de beleidsthema’s in artikel 5, bedraagt: € 5.000 per kalenderjaar en geldt vanaf 1 januari 2026.
-
3. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
-
4. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.
-
5. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 13. Aanvraag
-
1. In afwijking van artikel 6, eerste lid van de ASV, worden aanvragen digitaal ingediend.
-
2. In aanvulling op artikel 6, tweede lid van de ASV, levert de aanvrager de volgende informatie:
- a.
Een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend, door het college beschikbaar gesteld, aanvraagformulier.
- b.
Een volledig ingevuld, door het college beschikbaar gesteld, begrotings- en dekkingsformulier.
- a.
-
3. In aanvulling op het eerste lid levert de aanvrager van subsidie van meer dan € 10.000 een plan van aanpak.
Artikel 14. Aanvullende weigeringsgronden
-
1. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de ASV wordt een subsidie voor activiteiten, zoals genoemd in artikel 4 en 5, geweigerd indien minder dan 10 punten worden behaald in de rangschikking als bedoeld in artikel 10.
-
2. Een aanvraag om subsidie kan voorts worden geweigerd indien naar oordeel van het college de activiteit al in voldoende mate uitgevoerd wordt.
Artikel 15. Verplichtingen
-
1. Onverminderd afdeling 4.2.4. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 19 en 20 van de ASV gelden voor subsidieontvangers de volgende verplichtingen:
- a.
Vrijwilligers werken met een relevante VOG indien gewerkt wordt met kwetsbare personen;
- b.
Subsidieontvangers die met vrijwilligers werken hebben hiervoor beleid;
- c.
Subsidieontvangers die met vrijwilligers werken sluiten aan bij het NIO-netwerk;
- a.
-
2. In aanvulling op het eerste lid dienen subsidieontvangers van een subsidie tot € 50.000 subsidie één keer per jaar een voortgangsgesprek te voeren.
-
3. In aanvulling op het eerste lid dienen subsidieontvangers van een subsidie van € 50.000 tot € 250.000 twee keer per jaar een voortgangsgesprek te voeren.
-
4. In aanvulling op het eerste lid dienen subsidieontvangers van een subsidie vanaf € 250.000 vier keer per jaar een voortgangsgesprek te voeren.
-
5. In afwijking van artikel 12 van de ASV zijn ontvangers van subsidie voor een kalenderjaar van meer dan € 250.000 verplicht om voor 1 juli van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt een tussenrapportage in te sturen. Deze rapportage bestaat uit de stand van zaken van de activiteiten die zijn uitgevoerd en een overzicht van de begrote kosten versus de gerealiseerde kosten.
Artikel 16. Verantwoording
In aanvulling op artikel 15 van de ASV bevat een eindverantwoording van subsidie van meer dan € 50.000 een outcome-gerichte verantwoording en wordt gebruik gemaakt van het door het college beschikbaar gestelde format voor gerealiseerde kosten.
Artikel 17. Bevoorschotting en betaling in gedeelten
Subsidies die hoger zijn dan € 50.000, worden in drie voorschotstermijnen uitbetaald, tenzij in het besluit anders is bepaald, waarbij de eerste betaling binnen zes weken na dagtekening van het verleningsbesluit plaatsvindt.
Artikel 18. Slotbepalingen
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juli 2025 onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling Algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden 2023.
-
2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden 2025.
-
3. Deze subsidieregeling wordt geëvalueerd omstreeks één jaar na inwerkingtreding.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl