Subsidieregeling natuurvriendelijk isoleren provincie Groningen 2025

1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 5, onder a kan worden ingediend vanaf de datum van bekendmaking van de Regeling tot en met 1 juli 2028.

2. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 5, onder b kan worden ingediend vanaf de datum van bekendmaking van de Regeling tot en met 1 juli 2028.

1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door GS ter beschikking gesteld aanvraagformulier en gaat in ieder geval vergezeld van de in het derde lid genoemde verplichte bijlagen.

2. Een aanvraag voor subsidie kan ingediend worden voor zowel afzonderlijke als gezamenlijke activiteiten genoemd in artikel 5 onder a en b.

3. De verplichte bijlagen bij de subsidieaanvraag zijn in ieder geval:

• a.

  een indicatie van de kosten van de activiteit (en), zoals bedoeld in artikel 5, onder a waarin gespecificeerd wordt:

  • -

    de kosten die gemaakt worden ten behoeve van het ecologisch onderzoek; en

  • -

    kosten voor opstellen en uitvoeren van een SMP.

• b.

  Een projectplan voor Alternatieve verblijfplaatsen met een indicatie van de kosten van de activiteit (en), zoals bedoeld in artikel 5, onder b

1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de Regeling, komen voor subsidie in aanmerking onderstaande kosten:

• a.

  de kosten voor de activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden, opstellen, implementeren of monitoren van SMP's die ten minste het volledige Stedelijk gebied van een Gemeente beslaan, waaronder de kosten voor:

  • 1°

    het benodigde ecologisch onderzoek voor het opstellen van het SMP;

  • 2°

    het opstellen van een SMP;

  • 3°

    de implementatie en monitoring van het SMP.

• b.

  De kosten die gemoeid zijn met het realiseren van Alternatieve verblijfplaatsen, voor zover het kosten betreft voor:

  • 1°

    het bepalen van de locaties voor de Alternatieve verblijfplaatsen;

  • 2°

    de aanschaf en het plaatsen of realiseren van de Alternatieve verblijfplaatsen.

2. In afwijking van artikel 1.5 lid 1 onder a. van de Procedureregeling komen de in lid 1 onder a. en b. genoemde kosten voor subsidie in aanmerking voor zover deze kosten niet gemaakt zijn voór 1 januari 2021.

1. Het subsidieplafond voor subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5, onder a van deze regeling bedraagt in totaal € 1.567.974,67

2. Het subsidieplafond voor subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5, onder b van deze regeling bedraagt in totaal € 768.413,00

3. Per Gemeente geldt voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld onder het eerste lid een subsidieplafond zoals vermeld in Bijlage I van deze regeling.

4. Per Gemeente geldt voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld onder het tweede lid een subsidieplafond zoals vermeld in Bijlage I van deze regeling.

1. De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

2. Voor wat betreft de activiteiten als bedoeld in artikel 5 onder a en b geldt een subsidiehoogte tot een maximum per gemeente zoals genoemd in bijlage I van deze regeling.

1. Onverminderd de verplichtingen van artikel 2.10 van de Procedureregeling, is de subsidieontvanger verplicht om de besteding van de subsidie voor:

• a.

  de activiteit als bedoeld in artikel 5 onder a vóór 31 december 2030 uit te besteden;

• b.

  de activiteit als bedoeld in artikel 5 onder b vóór 31 december 2030 te besteden;

2. Wij stellen de subsidieontvanger verplicht om voor het SMP verzamelde ecologische data in de Nationale Databank Flora en Fauna in te voeren, danwel eventuele opvolgers daarvan.

1. De subsidieontvanger dient gedurende de looptijd van de subsidie jaarlijks financiële verantwoordingsinformatie over de voortgang van de gesubsidieerde kosten te verstrekken middels de SISA-bijlage in de jaarrekening van de subsidieontvanger met de SISA-codering C 117B.

2. De subsidieontvanger verstrekt desgevraagd aanvullende informatie aan GS over de activiteit of de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, waaronder een uiteenzetting van de gerealiseerde kosten per activiteit.

3. De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld nadat de subsidieontvanger het gesubsidieerde project heeft afgerond en de verantwoording als bedoeld in het eerste lid heeft plaatsgevonden.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het. Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2028 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.