Aanwijzingsbesluit aanvullende voorschriften bepaalde brandstoffen, hulpstoffen en energiebronnen Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 28-06-2025

Intitulé

Aanwijzingsbesluit aanvullende voorschriften bepaalde brandstoffen, hulpstoffen en energiebronnen Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025

De havenmeester van North Sea Port Netherlands namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen,

Gelet op:

  • -

    de artikelen 1.10, 4.5, 8.1, 8.4, 8.5, 8.7, 8.8 en 8.9 van de Havenverordening North Sea Port Netherlands;

  • -

    het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Havenmeester 2025 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen, waarbij de havenmeester van North Sea Port Netherlands N.V. namens het college van burgemeester en wethouders is gemandateerd voor het nemen van besluiten op grond van de Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025, waaronder een besluit op grond van de artikelen 4.5, 8.1, 8.4, 8.5, 8.7, 8.8 en 8.9;

Overwegende dat:

  • -

    De haven van North Sea Port Netherlands N.V. deels gelegen is op het grondgebied van de gemeente Terneuzen;

  • -

    De raden van de gemeenten Borsele, Terneuzen en Vlissingen ieder voor zover het zijn grondgebied betreft, ter bevordering van een goed havenbeheer regels hebben gesteld in een gelijkluidende “Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025” met betrekking tot het gebruik van de havens en andere bevaarbare wateren waarvan North Sea Port Netherlands N.V. het beheer voert;

  • -

    De colleges van betreffende gemeenten op grond van deze verordening het hoofd van de afdeling Port Operations hebben aangewezen als Havenmeester op grond van artikel 2.1 van de Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025;

  • -

    De in deze aanwijzing genoemde activiteiten risico’s met zich mee kunnen brengen voor de omgeving en havengebruikers;

  • -

    De havenmeester, namens het college, bevoegd is brandstoffen, energiebronnen en hulpstoffen aan te wijzen waarbij het verboden is werkzaamheden uit te voeren aan de installaties die deze stoffen bevatten;

  • -

    De havenmeester, namens het college, bevoegd is:

    • -

      brandstoffen of energiebronnen aan te wijzen die alleen met een vergunning van het college gebunkerd of gedebunkerd mogen worden;

    • -

      gebieden of ligplaatsen aan te wijzen waar het voor bepaalde brandstoffen of energiebronnen verboden is, of toegestaan is, te bunkeren of te debunkeren;

    • -

      brandstoffen aan te wijzen die niet gedebunkerd mogen worden;

    • -

      brandstoffen of energiebronnen aan te wijzen die één of meerdere eigenschappen van een gevaarlijke stof bevatten waarbij gelijktijdige activiteiten met het bunkeren of debunkeren van deze brandstoffen of energiebronnen is toegestaan;

    • -

      brandstoffen of energiebronnen aan te wijzen waarbij beperkingen gelden aan het aantal, de locatie en het type schepen dat mag afmeren langszij een schip dat gebunkerd of gedebunkerd wordt;

  • -

    De havenmeester, namens het college, bevoegd is:

    • -

      voor het bunkeren of het debunkeren van brandstoffen, hulpstoffen en energiebronnen of het van of aan boord brengen van hulpstoffen een controlelijst vast te stellen;

    • -

      voor het bunkeren of het debunkeren van brandstoffen en energiebronnen of het van of aan boord brengen van hulpstoffen tekens vast kan stellen;

    • -

      voor schepen die bunkerende of debunkerende schepen passeren een minimale passeerafstand vast te stellen;

    • -

      om brandstoffen, energiebronnen en hulpstoffen aan te wijzen waarvoor meldingen door of namens de houder van de bunkervergunning dan wel door het te bunkeren schip moeten worden gedaan voorafgaand en bij beëindiging van het bunkeren, debunkeren of het aan of van boord brengen van hulpstoffen;

Besluit vast te stellen:

Aanwijzingsbesluit aanvullende voorschriften bepaalde brandstoffen, hulpstoffen en energiebronnen Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025

Artikel 1 Werkzaamheden (artikel 4.5 derde lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. Het is verboden werkzaamheden uit te voeren aan installaties aan boord van een schip die de volgende brandstoffen of energiebronnen bevatten:

    • a.

      LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

    • b.

      LPG of Bio LPG;

    • c.

      methanol of bio methanol;

    • d.

      ethanol of bio ethanol;

    • e.

      vloeibaar waterstof;

    • f.

      waterstof onder druk;

    • g.

      waterstofdragers, of;

    • h.

      ammoniak.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing wanneer het schip ligplaats heeft bij een bedrijf waar het uitvoeren van de werkzaamheden aan deze installaties zijn toegestaan.

Artikel 2 Vergunningsplicht brandstoffen en energiebronnen (artikel 8.1 eerste lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

Voor de volgende brandstoffen of energiebronnen is een vergunning nodig om te mogen bunkeren, debunkeren of vanuit een mobiele voorziening op de wal te mogen bunkeren of debunkeren:

  • a.

    residuale brandstoffen en destillaten (stookolie en diesel);

  • b.

    biodiesel;

  • c.

    LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

  • d.

    LPG of Bio LPG;

  • e.

    methanol of bio methanol;

  • f.

    ethanol of bio ethanol;

  • g.

    vloeibaar waterstof;

  • h.

    waterstof onder druk;

  • i.

    waterstofdragers;

  • j.

    ammoniak;

  • k.

    brandstoffen of energiebronnen in een verpakking;

  • l.

    energielevering vanuit een mobiele productie unit, of;

  • m.

    warmte vanuit een mobiele productie unit.

Artikel 3 Gebieden of ligplaatsen bunkeren of debunkeren (artikel 8.1 tweede lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. Brandstoffen of energiebronnen bedoeld in artikel 2 met uitzondering van residuale brandstoffen en destillaten (stookolie en diesel) en biodiesel mogen alleen in gebieden of ligplaatsen worden gebunkerd of gedebunkerd zoals aangewezen in de vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 8.1 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025.

  • 2. Residuale brandstoffen en destillaten (stookolie en diesel) en biodiesel mogen gebunkerd of gedebunkerd worden langszij het te bunkeren schip.

Artikel 4 Gelijktijdige activiteiten met bunkeren en debunkeren (artikel 8.1 vijfde lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. De volgende brandstoffen of energiebronnen mogen gelijktijdig met andere activiteiten gebunkerd of gedebunkerd worden:

    • a.

      residuale brandstoffen en destillaten (stookolie en diesel);

    • b.

      biodiesel;

    • c.

      energielevering vanuit een mobiele productie unit;

    • d.

      energielevering walstroom (net), of;

    • e.

      warmte vanuit een mobiele productie unit.

  • 2. De volgende brandstoffen of energiebronnen mogen alleen gelijktijdig met andere activiteiten gebunkerd of gedebunkerd worden indien dit plaatsvindt conform de in het bunkermanagementplan van het te bunkeren schip gestelde veiligheidsprocedure, die overgenomen is in het voor de bunkering specifieke plan van aanpak:

    • a.

      LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

    • b.

      LPG of Bio LPG;

    • c.

      methanol of bio methanol;

    • d.

      ethanol of bio ethanol;

    • e.

      vloeibaar waterstof;

    • f.

      waterstof onder druk;

    • g.

      waterstofdragers;

    • h.

      ammoniak, of;

    • i.

      brandstoffen of energiebronnen in een verpakking.

Artikel 5 Schepen langszij bunkeren (artikel 8.4 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. Langszij een schip dat gebunkerd wordt met de volgende brandstoffen of energiebronnen mogen geen andere schepen afmeren anders dan het schip dat de bunkers levert:

    • a.

      LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

    • b.

      LPG of Bio LPG;

    • c.

      methanol of bio methanol;

    • d.

      ethanol of bio ethanol;

    • e.

      vloeibaar waterstof;

    • f.

      waterstof onder druk;

    • g.

      waterstofdragers, of;

    • h.

      ammoniak.

  • 2. Het aantal schepen dat langszij een schip waaraan energie vanuit een mobiele productie unit of warmte vanuit een mobiele productie unit wordt geleverd mag afmeren, is maximaal één waarbij het schip dat deze energie of warmte levert niet wordt meegeteld.

Artikel 6 Controlelijsten (artikel 8.7 eerste lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

Bij het bunkeren of debunkeren van brandstoffen of energiebronnen of het aan boord brengen van hulpstoffen, worden de volgende controlelijsten vastgesteld:

  • a.

    voor het bunkeren van een zeeschip van residuale brandstoffen, destillaten (stookolie en diesel) en biodiesel en het aan boord brengen van smeerolie de controlelijst als bedoeld in de ISGOTT;

  • b.

    voor het debunkeren van een zeeschip van residuale brandstoffen, destillaten (stookolie en diesel) en biodiesel, de controlelijst als bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit, of;

  • c.

    voor het bunkeren van een zeeschip met LNG, vloeibaar waterstof of methanol de controlelijsten als bedoeld op de website van de International Association of Ports and Harbours:

    • i.

      voor LNG: https://sustainableworldports.org/clean-marine-fuels/lng-bunkering/bunker-checklists/;

    • ii.

      voor vloeibaar waterstof: https://sustainableworldports.org/clean-marine-fuels/hydrogen- as-a-fuel/bunker-checklists/, of;

    • iii.

      voor methanol: https://sustainableworldports.org/clean-marine-fuels/methanol-as-a-fuel/bunker-checklists/;

  • d.

    Voor het aan boord brengen van een zeeschip van de volgende hulpstoffen de controlelijst als bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit:

    • i.

      natrium hydroxide;

    • ii.

      ammoniakoplossing;

    • iii.

      ureum, of;

    • iv.

      mono ethanol amine.

Artikel 7 Tekens (artikel 8.8 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. Bij het bunkeren van de volgende brandstoffen of energiebronnen:

    • a.

      LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

    • b.

      LPG of Bio LPG;

    • c.

      methanol of bio methanol;

    • d.

      ethanol of bio ethanol;

    • e.

      vloeibaar waterstof;

    • f.

      waterstof onder druk;

    • g.

      waterstofdragers, of;

    • h.

      ammoniak;

    voert het zeeschip dat gebunkerd wordt of het zeeschip dat de bunkers levert als bijkomend teken tussen zonsopgang en zonsondergang de internationale seinvlag “B” en tussen zonsondergang en zonsopgang een rood helder rondom schijnend licht.

  • 2. Passerende schepen dienen een minimale afstand van 50 meter aan te houden ten opzichte van de bunkeractiviteit met de in het eerste lid genoemde brandstoffen of energiebronnen.

Artikel 8 Meldingen (artikel 8.9 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

  • 1. Bij het bunkeren en debunkeren van de volgende brandstoffen en energiebronnen of het aan of van boord brengen van de volgende hulpstoffen moet een melding conform de Regeling wijze van melden Havenverordening worden gedaan aan de Havenmeester voorafgaand en bij beëindiging van het bunkeren, debunkeren of het aan of van boord brengen van hulpstoffen. Dit geldt voor de volgende stoffen:

    • a.

      brandstoffen en energiebronnen:

      • i.

        residuale brandstoffen en destillaten (stookolie en diesel);

      • ii.

        biodiesel;

      • iii.

        LNG of vloeibaar gemaakt bio aardgas (BLG);

      • iv.

        LPG of Bio LPG;

      • v.

        methanol of bio methanol;

      • vi.

        ethanol of bio ethanol;

      • vii.

        vloeibaar waterstof;

      • viii.

        waterstof onder druk;

      • ix.

        waterstofdragers;

      • x.

        ammoniak, of;

      • xi.

        warmte uit een mobiele productie unit, of;

    • b.

      hulpstoffen:

      • i.

        smeerolie;

      • ii.

        natrium hydroxide;

      • iii.

        ammoniakoplossing;

      • iv.

        ureum;

      • v.

        mono ethanol amine, of;

      • vi.

        magnesiumoxide.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de meldingsplicht in de vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, en artikel 8.5, eerste lid, van de Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025 is opgenomen.

Artikel 9 Gebieden of ligplaatsen voor het van boord of aan boord brengen van hulpstoffen (artikel 8.5 tweede lid Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025)

Het van boord of aan boord brengen van hulpstoffen mag alleen op een ligplaats die is aangewezen in de ontheffing die is verleend op basis op artikel 4.13 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025 tenzij het van boord of aan boord brengen van hulpstoffen plaatsvindt op een ligplaats waar deze activiteit is opgenomen in de omgevingsvergunning.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit aanvullende voorschriften bepaalde brandstoffen, hulpstoffen en energiebronnen Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025.

Ondertekening

Terneuzen, 26 juni 2025.

Het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen,

Namens dezen,

Havenmeester Nort Sea Port Netherlands

P. van Moerkerk

Bijlage 1 Debunkering Safety Checklist

Dit formulier is ook beschikbaar via de website van North Sea Port www.northseaport.com 

Debunkering Safety Checklist (artikel 8.7 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025) 

Algemeen 

De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het veilig uitvoeren van gelijktijdige operaties tijdens een debunkering operatie, wordt gezamenlijk gedeeld tussen de kapiteins van beide schepen. De verantwoordelijkheid voor de debunkering operatie wordt meestal gedelegeerd aan aangewezen verantwoordelijke officieren op beide schepen. Voordat de operatie begint moeten de verantwoordelijke officieren:

  • schriftelijk de afhandelingsprocedures afspreken, inclusief de maximale pompsnelheden. 

  • schriftelijk overeenkomen welke actie moet worden ondernomen in geval van nood tijdens het debunkeren.

  • de debunkering safety checklist invullen en ondertekenen.

Richtlijnen voor gebruik 

De volgende richtlijnen zijn opgesteld om scheeps-, binnenvaart- en terminaloperators te helpen bij het gezamenlijke gebruik van de debunkering safety checklist.

De verantwoordelijkheden van de bepalingen in de debunkering safety checklist zijn toegewezen in het document. Eenmaal ondertekend, geeft dit een minimale basis voor veilige ladinghandelingen door een uitwisseling van kritische informatie.

Alvorens de werkzaamheden aan te vangen dienen alle van toepassing zijnde voorschriften overwogen te worden en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid voor de naleving ervan gezamenlijk of individueel te worden geaccepteerd. Het accepteren van de verantwoordelijkheid wordt aangegeven door het afvinken/invullen van de vakjes bij de betreffende voorschriften, in de betreffende kolommen voor het “ontvangende schip” en het “afleverende schip” door de kapitein(s) en/of schipper en het uiteindelijk ondertekenen van de verklaring aan het eind van de controlelijst.

De verantwoordelijke officieren van beide schepen dienen de voorschriften die vallen onder de verantwoordelijkheid van het betreffende schip, persoonlijk te verifiëren. Tijdens het uitvoeren van deze verificatie dienen de verantwoordelijke officieren zich ervan te overtuigen dat de voorschriften aan beide zijden van de werkzaamheden zijn opgevolgd. Sommige van de controlelijstverklaringen zijn gericht op overwegingen waarvoor het ontvangende schip de enige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft, sommige waarvoor het afleverende schip de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft en andere die gezamenlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid toekennen. Gearceerde vakjes worden gebruikt om verklaringen te identificeren die over het algemeen slechts op één partij van toepassing kunnen zijn, hoewel het ontvangende schip of het afleverende schip desgewenst dergelijke secties kan aankruisen of paraferen.

Het beleggen van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid betekent niet dat de wederpartij wordt uitgesloten van het uitvoeren van controles ter bevestiging van de naleving. De toewijzing van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid zorgt voor een duidelijke identificatie van de partij die verantwoordelijk is voor de initiële en voortdurende naleving tijdens de overdrachtsactiviteit.

De verantwoordelijke officieren die de controlelijst invullen, moeten de personen zijn die de bunkeroperatie uitvoeren.

De verantwoordelijke officier van het afleverende schip dient persoonlijk alle overwegingen te controleren die onder de verantwoordelijkheid van het afleverende schip vallen. Evenzo dient de verantwoordelijke officier van het ontvangende schip persoonlijk alle overwegingen te controleren die binnen de verantwoordelijkheid van dat schip vallen. Bij het vervullen van hun verantwoordelijkheden moeten verantwoordelijke officieren zich ervan verzekeren dat de veiligheidsnormen aan beide zijden van de operatie volledig aanvaardbaar zijn.

Dit kan onder meer worden bereikt door:

  • Bevestigen dat een bevoegd persoon de controlelijst naar tevredenheid heeft ingevuld. 

  • Toezicht op de uitvoering van bepaalde onderdelen. 

  • Door gezamenlijke inspectie, indien passend geacht. 

Voor wederzijdse veiligheid moeten de vertegenwoordiger van het afleverende schip en een scheepsofficier van het ontvangende schip vóór aanvang van de overslag, gedurende de overslag her-controles uitvoeren op de betrokken schepen om ervoor te zorgen dat hun verplichtingen, zoals aanvaard in de controlelijst, effectief worden nagekomen.

De Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen bunkeren bevat de volgende onderdelen:

  • 1.

    Controles per afleverende schip voorafgaand aan het aanmeren

    In deze paragraaf worden de controles beschreven die moeten worden uitgevoerd voordat het afleverende schip langszij het ontvangende schip gaat.

  • 2.

    Controles voorafgaand aan overdracht

    In dit hoofdstuk worden de controles beschreven die gezamenlijk moeten worden uitgevoerd voordat gestart kan worden met de overslag.

De veiligheid van operaties vereist dat alle relevante verklaringen in overweging worden genomen en dat de bijbehorende verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor naleving wordt aanvaard. Als een van de partijen niet bereid is een toegewezen verantwoordelijkheid te aanvaarden, moet er een opmerking worden gemaakt in de kolom Opmerkingen en moet goed worden overwogen of de overslag moet doorgaan.

Wanneer wordt overeengekomen dat een punt niet van toepassing is op het schip, het afleverende schip of de beoogde overslag, dient dit te worden vermeld in de kolom 'Opmerkingen'.

De aanwezigheid van de letters 'A' of 'R' in de kolom Code geeft het volgende aan:

  • A

    ('Overeenkomst'). Dit geeft een overeenkomst of procedure aan die in de checklist moet worden vermeld of in een andere wederzijds aanvaardbare vorm moet worden gecommuniceerd.

  • R

    (‘Her-controle’). Dit geeft items aan die met gepaste tussenpozen opnieuw moeten worden gecontroleerd, zoals overeengekomen tussen beide partijen en vermeld in de verklaring. De gezamenlijke verklaring mag pas worden ondertekend als alle partijen de hun toegewezen verantwoordelijkheden en verantwoordelijkheden hebben gecontroleerd en aanvaard.

Debunkering safety checklist

Schip

Naam eigenaar/charteraar

IMO nr.

Scheepsagent

Bruto tonnage

Contactpersoon agent

Type schip

Telefoon nr.

Laatste haven

E-mail

Alvorens werkzaamheden te starten, gelieve de havendienst te bellen:

  • -

    Vlissingen-Buitenhaven en Vlissingen-Oost op VHF kanaal 9 of telnr: +31 115 647 444

  • -

    Terneuzen op VHF kanaal 5 of telnr: +32 9 251 5639

E-mail een kopie van de Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen en (indien beschikbaar) kopie van het analyserapport (kwaliteit) naar:

Bevestiging door havenautoriteiten verkregen:

Datum:

Tijd:

1. Controles schip/barge voorafgaand aan het meren

 

Schip

Barge

Code

Opmerkingen

  • 1.

    Het schip heeft de benodigde toestemmingen om af te meren langszij het ontvangende schip.

 
 
 
 
  • 2.

    De fenders zijn gecontroleerd, zijn in goede orde en er is geen mogelijkheid van metaal op metaal contact.

 
 

R

 
  • 3.

    Er zijn elektrische isolatiemiddelen opgenomen slang tussen de betrokken schepen.

 
 
 
 
  • 4.

    Alle slangen zijn in goede staat en geschikt voor de betreffende hulpstof.

 
 
 
 

2. Controles voorafgaand aan overslag

  • 5.

    De barge is veilig afgemeerd.

 
 

R

 
  • 6.

    Er is een veilige toegang tussen het schip en de barge.

 
 

R

 
  • 7.

    Er is een effectieve communicatie tot stand gebracht tussen de verantwoordelijke officieren.

 
 

A R

VHF/UHF-kanaal

 

Primair systeem:

 

Back-up systeem:

 

Noodstopsignaal:

 
  • 8.

    Er is een effectieve wacht aan boord van beide betrokken schepen

 
 
 
 
  • 9.

    Brandslangen en brandbestrijding apparatuur aan boord van beide schepen zijn direct klaar voor gebruik.

 
 
 
 
  • 10.

    Alle spuigaten zijn effectief afgedicht. Tijdelijk verwijderde spuipluggen worden te allen tijde gecontroleerd.

    Lekbakken zijn geplaatst op dekken rond aansluitingen en bunkertank ventilatieopeningen.

 
 

R

 
  • 11.

    Initiële opstelling is gecontroleerd en ongebruikte verbindingen zijn afgeblind en volledig vastgezet.

 
 
 
 
  • 12.

    De laadleiding is correct gemonteerd, volledig vastgezet en vastgemaakt aan verdeelstukken en manifolds op schip en de barge.

 
 
 
 
  • 13.

    Overboordafsluiters aangesloten op het ladingsysteemsysteem, bilge of bunkersysteem zijn gesloten en verzegeld.

 
 
 
 
  • 14.

    Alle ladingtankdeksels zijn volledig gesloten. Alle bunkertankdeksel zijn volledig gesloten.

 
 
 
 
  • 15.

    De inhoud van de bunkertank met hulpstoffen wordt regelmatig gecontroleerd.

 
 

A R

met tussenpozen van niet meer dan ……. minuten

  • 16.

    Er is een voorraad opruimmateriaal direct beschikbaar voor onmiddellijk gebruik.

 
 
 
 
  • 17.

    De antennes van de belangrijkste radiozender zijn geaard en radars zijn geschakeld uit.

 
 
 
 
  • 18.

    Vaste VHF/UHF-zendontvangers en AIS-apparatuur staat op de juiste powermodus of is uitgeschakeld.

 
 
 
 
  • 19.

    Er zijn rookruimtes geïdentificeerd en restricties op roken worden nageleefd

 
 

A R

Genomineerde rookkamers

Schip

 

Barge

 
  • 20.

    Regelgeving en voorschriften voor open vuur en ontstekingsbronnen worden nageleefd.

 
 

R

 
  • 21.

    Alle buitendeuren en ramen in de accommodaties zijn gesloten.

 
 

R

 
  • 22.

    Safety Data Sheets (SDS) voor de bunkeroverdracht zijn op verzoek uitgewisseld.

 
 
 
 
  • 23.

    De gevaren in verband met giftige stoffen aanwezig in de bunkers zijn geïdentificeerd en begrepen.

 
 
 

H2S gehalte

 
 
 
 
 
 
 

3. Operationele afspraken

Afgesproken pompsnelheid in m3/uur

Maximum druk op het manifold in bar

Alvorens werkzaamheden te starten, gelieve de havendienst te bellen:

  • -

    Vlissingen-Buitenhaven en Vlissingen-Oost op VHF kanaal 9 of telnr: +31 115 647 444

  • -

    Terneuzen op VHF kanaal 5 of telnr: +32 9 251 5639

E-mail een kopie van de Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen en (indien beschikbaar)kopie van het analyserapport (kwaliteit) naar:

Surveyor aangesteld?

Ja / Nee 1

Debunker toestemming ontvangen?

Ja / Nee1

Naam

 

Bedrijf

 

4. Verklaring

Wij hebben, waar van toepassing gezamenlijk, de punten van de controlelijst gecontroleerd in overeenstemming met de instructies en hebben ons ervan vergewist dat de invoer naar ons beste weten is ingebracht.

We hebben ook afspraken gemaakt om zo nodig herhaalde controles uit te voeren en hebben afgesproken dat de items gecodeerd 'R' in de controlelijst opnieuw worden gecontroleerd met tussenpozen van niet meer dan _____ uur.

Als, voor zover wij weten, de status van een artikel verandert, zullen wij de andere partij hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen.

Voor schip

 

Voor barge

Naam:

 
 

Naam:

 
 
 
 
 
 

Rang:

 
 

Rang:

 

Datum:

 
 

Datum:

 

Tijd:

 
 

Tijd:

 

Naar waarheid ingevuld,

 

Naar waarheid ingevuld,

Handtekening:

 
 

Handtekening:

 

5. Registratie van herhaalde controles:

 

Herhaalde controle 1

Herhaalde controle 2

Herhaalde controle 3

Herhaalde controle 4

Herhaalde controle 5

Datum:

 
 
 
 
 

Tijd:

 
 
 
 
 

Initialen voor schip:

 
 
 
 
 

Initialen voor barge:

 
 
 
 
 

6. Bunkers die moeten worden overgeslagen / gedebunkerd van het zeeschip

(Hoeveelheden voor aanvang debunkering, zoals opgegeven door chief engineer)

Datum

 

Tijd

 
 
 
 
 

Tank

Ullage/innage (cm)

Actuele temp. (°C)

Totaal geobserveerd volume (liter)

VCF

ASTM 54B

Bruto volume @ 15°C (liter)

Density in vac. @ 15°C

Gewicht in vac. (kilo)

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Nr.

 
 
 
 
 
 
 
 

Meting barge

(barge meting is leidend)

Tank

Actuele temp. (°C)

Totaal geobserveerd volume (liter)

VCF

ASTM 54B

Bruto volume @ 15°C (liter)

Density in vac. @ 15°C

Gewicht in vac. (kilo)

Voor

 
 
 
 
 
 

Na

 
 
 
 
 
 

Totaal ontvangen

 
 
 
 
 
 

Monsters

1 x 1 liter (composiet) voor zeeschip, verzegeld:

1 x 1 liter (composiet) voor ontvanger, verzegeld:

1 x 1 liter (composiet) voor bunkeropzichter, verzegeld:

2 x 1 liter uit elke tank voor havenstaatcontrole:

Checklist dient na de operatie door de scheepsagent te worden bewaard

Bijlage 2 Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen

Dit formulier is ook beschikbaar via de website van North Sea Port www.northseaport.com 

Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen (artikel 8.7 Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025) 

Algemeen 

De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het veilig uitvoeren van gelijktijdige operaties terwijl een schip hulpstoffen vanuit een afleverend schip ontvangt, wordt gezamenlijk gedeeld tussen de kapiteins van beide schepen. De verantwoordelijkheid voor het aan boord brengen van hulpstoffen wordt meestal gedelegeerd aan aangewezen verantwoordelijke officieren op beide schepen. Voordat de operatie begint moeten de verantwoordelijke officieren:

  • schriftelijk de afhandelingsprocedures afspreken, inclusief de maximale pompsnelheden.

  • schriftelijk overeenkomen welke actie moet worden ondernomen in geval van nood tijdens het bunkeren.

  • de Hulpstoffen veiligheidscontrolelijst bunkeren invullen en ondertekenen.

Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen is gebaseerd op de Ship/shore Safety Check-List en de PreTransfer Bunkering Check-List in de IMO-publicatie ‘Aanbevelingen voor veilig transport van gevaarlijke ladingen en aanverwante activiteiten in havengebieden‘.

De controlelijst is in de eerste plaats bedoeld voor het aan boord brengen van hulpstoffen vanaf een binnenvaartschip, maar is ook geschikt voor gebruik bij het aan boord brengen of innemen van hulpstoffen vanaf een steiger. 

Richtlijnen voor gebruik 

Hulpstoffen, hoewel niet altijd geclassificeerd als klasse 8-materiaal, hebben vaak bijtende eigenschappen. 

De volgende richtlijnen zijn opgesteld om scheeps-, binnenvaart- en terminaloperators te helpen bij het gezamenlijke gebruik van de Hulpstoffen veiligheidscontrolelijst bunkeren.

De verantwoordelijkheden van de bepalingen in de Hulpstoffen veiligheidscontrolelijst bunkeren zijn toegewezen in het document. Eenmaal ondertekend, geeft dit een minimale basis voor veilige ladinghandelingen door een uitwisseling van kritische informatie.

Alvorens de werkzaamheden aan te vangen dienen alle van toepassing zijnde voorschriften overwogen te worden en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid voor de naleving ervan gezamenlijk of individueel te worden geaccepteerd. Het accepteren van de verantwoordelijkheid wordt aangegeven door het afvinken/invullen van de witte vakjes bij de betreffende voorschriften, in de betreffende kolommen voor het “ontvangende schip” en het “afleverende schip” door de kapitein(s) en/of schipper en het uiteindelijk ondertekenen van de verklaring aan het eind van de controlelijst.

De verantwoordelijke officieren van beide schepen dienen de voorschriften die vallen onder de verantwoordelijkheid van het betreffende schip, persoonlijk te verifiëren. Tijdens het uitvoeren van deze verificatie dienen de verantwoordelijke officieren zich ervan te overtuigen dat de voorschriften aan beide zijden van de werkzaamheden zijn opgevolgd. Sommige van de controlelijstverklaringen zijn gericht op overwegingen waarvoor het ontvangende schip de enige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft, sommige waarvoor het afleverende schip de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft en andere die gezamenlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid toekennen. Gearceerde vakjes worden gebruikt om verklaringen te identificeren die over het algemeen slechts op één partij van toepassing kunnen zijn, hoewel het ontvangende schip of het afleverende schip desgewenst dergelijke secties kan aankruisen of paraferen.

Het beleggen van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid betekent niet dat de wederpartij wordt uitgesloten van het uitvoeren van controles ter bevestiging van de naleving. De toewijzing van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid zorgt voor een duidelijke identificatie van de partij die verantwoordelijk is voor de initiële en voortdurende naleving tijdens de overdrachtsactiviteit.

De verantwoordelijke officieren die de controlelijst invullen, moeten de personen zijn die de bunkeroperatie uitvoeren.

De verantwoordelijke officier van het afleverende schip dient persoonlijk alle overwegingen te controleren die onder de verantwoordelijkheid van het afleverende schip vallen. Evenzo dient de verantwoordelijke officier van het ontvangende schip persoonlijk alle overwegingen te controleren die binnen de verantwoordelijkheid van dat schip vallen. Bij het vervullen van hun verantwoordelijkheden moeten verantwoordelijke officieren zich ervan verzekeren dat de veiligheidsnormen aan beide zijden van de operatie volledig aanvaardbaar zijn.

Dit kan onder meer worden bereikt door:

  • Bevestigen dat een bevoegd persoon de controlelijst naar tevredenheid heeft ingevuld. 

  • Toezicht op de uitvoering van bepaalde onderdelen. 

  • Door gezamenlijke inspectie, indien passend geacht. 

Voor wederzijdse veiligheid moeten de vertegenwoordiger van het afleverende schip en een scheepsofficier van het ontvangende schip vóór aanvang van de overslag, gedurende de overslag her-controles uitvoeren op de betrokken schepen om ervoor te zorgen dat hun verplichtingen, zoals aanvaard in de controlelijst, effectief worden nagekomen.

De Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen bunkeren bevat de volgende onderdelen:

  • 1.

    Over te dragen hulpstoffen

    Een gezamenlijke afspraak over de hoeveelheid en de kwaliteit van de over te brengen hulpstoffen, samen met de afgesproken overslagsnelheden en de maximale tegendruk in de leiding.

  • 2.

    Tanks met hulpstoffen die moeten worden geladen

    Een identificatie van de te beladen tanks met als doel dat er voldoende ruimte is om de over te slaan en de hulpstoffen veilig onder te brengen. Er is ruimte voorzien om de maximale vulcapaciteit en het beschikbare volume van elke tank te registreren.

  • 3.

    Controles per afleverende schip voorafgaand aan het aanmeren

    In deze paragraaf worden de controles beschreven die moeten worden uitgevoerd voordat het afleverende schip langszij het ontvangende schip gaat.

  • 4.

    Controles voorafgaand aan overdracht

    In dit hoofdstuk worden de controles beschreven die gezamenlijk moeten worden uitgevoerd voordat gestart kan worden met de overslag.

De veiligheid van operaties vereist dat alle relevante verklaringen in overweging worden genomen en dat de bijbehorende verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor naleving wordt aanvaard. Als een van de partijen niet bereid is een toegewezen verantwoordelijkheid te aanvaarden, moet er een opmerking worden gemaakt in de kolom Opmerkingen en moet goed worden overwogen of de overslag moet doorgaan.

Wanneer wordt overeengekomen dat een punt niet van toepassing is op het schip, het afleverende schip of de beoogde overslag, dient dit te worden vermeld in de kolom 'Opmerkingen'.

De aanwezigheid van de letters 'A' of 'R' in de kolom Code geeft het volgende aan:

  • A

    ('Overeenkomst'). Dit geeft een overeenkomst of procedure aan die in de checklist moet worden vermeld of in een andere wederzijds aanvaardbare vorm moet worden gecommuniceerd.

  • R

    (‘Her-controle’). Dit geeft items aan die met gepaste tussenpozen opnieuw moeten worden gecontroleerd, zoals overeengekomen tussen beide partijen en vermeld in de verklaring. De gezamenlijke verklaring mag pas worden ondertekend als alle partijen de hun toegewezen verantwoordelijkheden en verantwoordelijkheden hebben gecontroleerd en aanvaard.

Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen

Ligplaats:

Datum:

Ontvangende schip:

Afleverende schip:

Kapitein:

Kapitein:

Alvorens werkzaamheden te starten, gelieve de havendienst te bellen:

  • -

    Vlissingen-Buitenhaven en Vlissingen-Oost op VHF kanaal 9 of telnr: +31 115 647 444

  • -

    Terneuzen op VHF kanaal 5 of telnr: +32 9 251 5639

om toestemming te krijgen voor het afleveren van de hulpstof.

E-mail een kopie van de Veiligheidscontrolelijst voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen en (indien beschikbaar) kopie van het analyserapport (kwaliteit) naar:

Bevestiging door havenautoriteiten verkregen:

Datum:

Tijd:

1. Over te slaan hulpstof(fen)

Hulpstof:

Volume bij werkelijke

temperatuur

°C

Werkelijk

Temperatuur

° C

Bruto Standaard Vol. liter

Dichtheid in Vac. bij 15°C

metrische

tonnen

of kilo

tuuroverdrachtssnelheid Pre met betrekking tot

2. Tanks van het ontvangende schip die moeten worden geladen

Tanknummer 

Cijfer 

Volume van de tank bij ………% 

Beschikbaar volume in de tank voor het aan boord brengen 

Resterend volume in de tank na het aan boord brengen 

Aan boord te brengen hoeveelheid in m3

3. Controlepunten per ontvangend schip/afleverende binnenschip voorafgaand aan het aanmeren

Aflevering van hulpstoffen

Ontvang-ende Schip

Lever-ende schip

Code

Opmerkingen

  • 1.

    Het schip heeft de benodigde toestemmingen om af te meren langszij het ontvangende schip.

 
 
 
 
  • 2.

    De fenders zijn gecontroleerd, zijn in goede orde en er is geen mogelijkheid van metaal op metaal contact.

 
 

R

 
  • 3.

    Er zijn elektrische isolatiemiddelen opgenomen slang tussen de betrokken schepen.

 
 
 

• Niet van toepassing (Alleen van toepassing in geval van een brandbare hulpstof)

  • 4.

    Alle slangen zijn in goede staat en geschikt voor de betreffende hulpstof.

 
 
 
 

4. Controlepunten voorafgaand aan overdracht

  • 5.

    Het afleverende schip is veilig afgemeerd.

R

 
  • 6.

    Er is een veilige toegang tussen het afleverende schip en het ontvangende schip.

R

 
  • 7.

    Er is een effectieve communicatie tot stand gebracht tussen de verantwoordelijke officieren.

R

VHF/UHF-kanaal

Primair systeem:

Back-up systeem:

Noodstopsignaal:

  • 8.

    Er is een effectieve wacht aan boord van beide betrokken schepen

 
 
  • 9.

    Er is een veiligheidsinformatieblad (SDS) overhandigd aan het ontvangende schip.

 
 
  • 10.

    Betrokken bemanningsleden van beide schepen zijn zich bewust van de gevaren van de te bunkeren hulpstof.

 
 
  • 11.

    Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals voorgeschreven in het veiligheidsinformatieblad (SDS) worden door alle betrokken personeelsleden gebruikt.

 
 
  • 12.

    Het gebied rondom het aansluitpunt is afgesloten voor niet betrokken personeel.

 
 
  • 13.

    Benodigde maatregelen tegen onbedoeld persoonlijk contact met de hulpstof zijn overeengekomen.

 

In de directe omgeving van de bunkering dient een geschikte veiligheidsdouche en oogspoelinrichting te zijn aangebracht, getest en gereed voor direct gebruik.

  • 14.

    Brandslangen en brandbestrijding apparatuur aan boord van beide schepen zijn direct klaar voor gebruik.

    (VHF/UHF-kanaal ..........).

 

Vanwege de aard van de meeste hulpstoffen is direct beschikbaar stromend water vereist.

  • 15.

    Alle spuigaten zijn geopend in geval van een Klasse 8 hulpstof of een stof met bijtende eigenschappen.

    Er bevinden zich lekbakken onder de aansluitpunten.

R

Spuigaten vereist:

• Niet van toepassing

Vanwege de aard van hulpstoffen van klasse 8, zoals natriumhydroxide 50%, dienen spuigaten open te zijn 

  • 16.

    Initiële opstelling is gecontroleerd en ongebruikte verbindingen zijn afgeblind en volledig vastgezet. De slangen en leidingen zijn van geschikt materiaal gemaakt voor de behandeling van de betreffende hulpstof.

 

Vanwege de aard van hulpstoffen van klasse 8, zoals natriumhydroxide 50%, moeten er productbestendige materialen toegepast worden. 

  • 17.

    De laadleiding is correct gemonteerd, volledig vastgezet en vastgemaakt aan verdeelstukken op schip en afleverende schip. In de laadleiding is apparatuur aanwezig om indien nodig de slangen/leidingen af te tappen.

    Wanneer het om meer dan één slang gaat, worden er sproeikappen om de slangkoppelingen aangebracht.

 

Vanwege de aard van hulpstoffen van klasse 8, zoals natriumhydroxide 50%, moeten er productbestendige materialen toegepast worden. 

  • 18.

    Overboordafsluiters aangesloten op het ladingsysteemsysteem, bilge of bunkersysteem zijn gesloten en verzegeld.

 
 
  • 19.

    Alle tankdeksels van hulpstoffen tanks zijn gesloten

 
 
  • 20.

    De inhoud van de tank met hulpstoffen wordt regelmatig gecontroleerd. Er moet een bunkerovervulbeveiliging aanwezig zijn en aangesloten op de noodpompstop van het afleverende schip.

A

R

met tussenpozen van niet meer dan ……. minuten

  • 21.

    Er is een direct beschikbare voorraad van, voor de hulpstof geschikt, opruimmateriaal voor het opruimen van gemorste hulpstof.

 

Stromend water moet worden gebruikt voor het verdunnen van hulpstoffen van klasse 8, zoals natriumhydroxide 50%.

  • 22.

    De antennes van de belangrijkste radiozender zijn geaard en radars zijn geschakeld uit als er een brandbare hulpstof wordt gebunkerd.

 

• Niet van toepassing

(Alleen van toepassing in geval van een brandbare hulpstof)

  • 23.

    Vaste VHF/UHF-zendontvangers en AIS-apparatuur staat op de juiste powermodus of is uitgeschakeld tijdens het bunkeren van een brandbare hulpstof

 

• Niet van toepassing

(Alleen van toepassing in geval van een brandbare hulpstof)

  • 24.

    Er zijn rookruimtes geïdentificeerd en restricties op roken worden nageleefd

R

Genomineerde rookkamers

tankwagen:

Afleverende schip:

Ontvangende schip:

  • 25.

    Regelgeving en voorschriften voor open vuur en ontstekingsbronnen worden nageleefd.

R

 
  • 26.

    Alle buitendeuren en ramen in de accommodaties zijn gesloten.

R

 

5. Verklaring

Wij hebben, waar van toepassing gezamenlijk, de punten van de controlelijst gecontroleerd in overeenstemming met de instructies en hebben ons ervan vergewist dat de invoer naar ons beste weten is ingebracht.

We hebben ook afspraken gemaakt om zo nodig herhaalde controles uit te voeren en hebben afgesproken dat de items gecodeerd 'R' in de controlelijst opnieuw worden gecontroleerd met tussenpozen van niet meer dan _____ uur.

Als, voor zover wij weten, de status van een artikel verandert, zullen wij de andere partij hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen.

Voor het ontvangende schip

Voor het afleverende schip

Naam:

Naam:

 

 

Rang:

Rang:

Datum:

Datum:

Tijd:

Tijd:

Handtekening:

Handtekening:

6. Registratie van herhaalde controles:

 

Herhaalde controle 1

Herhaalde controle 2

Herhaalde controle 3

Datum:

 
 
 

Tijd:

 
 
 

Initialen voor het ontvangende schip:

 
 
 

Initialen voor het afleverende schip:

 
 
 

Toelichting

Het bunkeren, debunkeren van brandstoffen of energiedragers of het van en aan boord brengen van hulpstoffen vanuit een schip of voertuig kunnen risico’s met zich meebrengen voor de omgeving of andere havengebruikers.

Gebaseerd op veiligheidsstudies is er een veiligheidskader ontworpen voor bunkeren en debunkeren van brandstoffen of energiedragers of het van en aan boord brengen van hulpstoffen. De veiligheids- maatregelen die vanuit dit veiligheidskader getroffen moeten worden zijn te vinden in vergunningsvoorwaarden maar zijn ook terug te vinden in de afstandseisen die gelden voor passerende schepen dan wel de hoeveelheid schepen die langszij het te bunkeren schip mogen afmeren.

Werkzaamheden aan een installatie van een schip, die wordt aangedreven door specifieke brandstoffen, energiebronnen of hulpstoffen, zijn niet zomaar zijn toegestaan. Om het efficiënt gebruik van de haven en (milieu)veiligheid te waarborgen is het nodig om extra veiligheidsmaatregelen te kunnen voorschrijven als gevolg van de risico’s die specifieke brandstoffen, energiebronnen of hulpstoffen met zich mee brengen.

De aanwijzing van brandstoffen, energiebronnen of hulpstoffen, dat is bepaald in verschillende artikelen van de Havenverordening North Sea Port Netherlands 2025 wordt via één besluit geregeld. Hiermee wordt in een oogopslag duidelijk wat al dan niet is toegestaan bij het bunkeren, debunkeren van een brandstof of energiebron of het van boord of aan boord brengen van een hulpstof.

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen, Postbus 35, 4530 AA Terneuzen.

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:

  • -

    Naam en adres van de indiener;

  • -

    Datum bezwaarschrift;

  • -

    De gronden van het bezwaar;

  • -

    Een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

Het indienen van een bezwaarschrift leidt niet tot schorsing van het besluit. Indien er sprake is van spoed en u vreest voor onherstelbare gevolgen, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzieningen-rechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Als eis geldt dat u een bezwaarschrift heeft ingediend. U moet rekening houden met het betalen van griffierechten.


Noot
1

Doorhalen wat niet van toepassing is.