Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740896
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740896/1
Adviesvoucherregeling Fryslân 2025-2027
Geldend van 25-06-2025 t/m heden
Intitulé
Adviesvoucherregeling Fryslân 2025-2027Gedeputeerde Staten van Fryslân,
Gelet op artikel 1.3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2022;
Overwegende dat het wenselijk is om (digitale) innovatie van processen, producten, diensten en businessmodellen, die tevens bijdragen aan de verduurzaming van de onderneming, binnen het Friese MKB te stimuleren om zo door te kunnen groeien naar de MKB-vriendelijkste en meest circulaire regio;
Overwegende dat een impuls voor verduurzaming van (klein- en micro) MKB en bedrijventerreinen, en de ontwikkeling van lokale energie initiatieven, wenselijk is voor een groen en duurzaam Fryslân;
Besluiten vast te stellen de:
Adviesvoucherregeling Fryslân 2025-2027.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
AGVV: Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de arti-kelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, en Verordening (EU) nr. 2022/2473 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
- b.
ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2022.
- c.
bedrijfsgebouw: een bouwwerk als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet, waarin door een MKB-onderneming bedrijfsmatige of beroepshalve activiteiten met een winstgevend karakter worden uitgevoerd.
- d.
bedrijfsproces: proces waarmee de aanvrager uitvoering geeft aan haar bedrijfsactiviteiten.
- e.
bedrijventerrein: cluster aaneengesloten percelen met overwegend bedrijfsbestemmingen, binnen een in een bestemmingsplan als bedrijventerrein aangewezen gebied.
- f.
biodiversiteit: de mate van verscheidenheid van soorten planten, dieren en micro-organismen in een bepaald gebied.
- g.
circulariteit: proces waarbij producten na gebruik worden ingezet als grondstof voor nieuwe producten of materialen, op een manier waarop ze het meest waardevol zijn voor de economie.
- h.
collectief initiatief: een samenwerking van minimaal 5 ondernemers op hetzelfde bedrijventerrein op het gebied van circulariteit, klimaatadaptatie, energiebesparing/energietransitie, waterbesparing of vergroening/biodiversiteit.
- i.
digitale innovatie: het doel van digitale innovatie is om productiever te produceren. Met behulp van nieuwe A.I. toepassingen nieuwe producten, diensten of processen verbeteren.
- j.
eigenaar van een onderneming: natuurlijk persoon die eigenaar is van een eenmanszaak of die eigenaar dan wel mede-eigenaar is van een V.O.F., C.V. of maatschap.
- k.
energiebesparende maatregelen: acties en technieken gericht op het verminderen van het energieverbruik.
- l.
energietransitie: de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, om klimaatverandering tegen te gaan en een duurzaam energiesysteem te creëren.
- m.
externe deskundige: iemand die van buiten de organisatie of het bedrijf wordt aangetrokken met de opdracht vanuit zijn/haar specifieke deskundigheid een advies te verstrekken. De externe deskundige is onafhankelijk en ingeschreven in het handelsregister.
- n.
Friese MKB-onderneming: MKB-onderneming met tenminste één bestaande vestiging in Fryslân van waaruit activiteiten worden uitgevoerd.
- o.
gebruiker van een bedrijfsgebouw: een persoon of organisatie die een commercieel pand huurt voor zakelijke activiteiten.
- p.
innovatie: het ontwikkelen van een product, dienst of businessmodel dat nieuw is voor het bedrijf, het verbeteren van bestaande processen welke waarde toevoegt aan het bedrijf.
- q.
klimaatadaptatie: aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering.
- r.
lokaal energie initiatief: een gemeenschapsinitiatief dat zich richt op de productie, distributie of besparing van duurzame energie binnen een lokale gemeenschap en dat zich heeft georganiseerd in de vorm van een rechtspersoon.
- s.
micro- en kleine MKB-onderneming: organisatie die voldoet aan de in bijlage I van de AGVV vastgestelde definitie van micro- en kleine-ondernemingen.
- t.
MKB-onderneming: organisatie die voldoet aan de in bijlage I van de AGVV vastgestelde definitie van micro-, kleine-, en middelgrote-ondernemingen.
- u.
MKB-onderneming met een agrarische functie: MKB-onderneming als bedoeld in de zin van artikel 1 van de Verordening (EU) 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
- v.
offerte: een aan de rechtsvorm van de aanvrager geadresseerd aanbod van een externe deskundige voor de uitvoering van een activiteit als bepaald in artikel 2.3, 2.7, 2.11 of 2.15.
- w.
organisatiegraad: het niveau van samenwerking en betrokkenheid tussen de bedrijven op een bedrijventerrein, vaak in de vorm van een collectieve organisatie of vereniging.
- x.
productieproces: een reeks stappen en methoden die wordt gebruikt om grondstoffen om te zetten in eindproducten of diensten.
- y.
rechtsvorm: de juridische vorm waarin een onderneming is gegoten.
- z.
reguliere de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Europese Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
- aa.
SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
- bb.
SPUK-regeling Bedrijfsmatig Vastgoed: een Rijksregeling die provincies financieel ondersteunt bij het opzetten van programma's om micro- en kleine ondernemingen te helpen hun bedrijfspanden en bedrijfsprocessen te verduurzamen, en om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te vergroten door het initiëren van initiatieven op het gebied van verduurzaming. Het doel is om de energietransitie te versnellen en bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen.
- cc.
UASV: Uitvoeringsregeling Asv provincie Fryslân 2022.
- dd.
uitvoeringsgereed project: een plan dat volledig is voorbereid en klaar is om uitgevoerd te worden, inclusief inzicht in alle benodigde technische aanpassingen of juridische voorwaarden, financiering en planning.
- ee.
vergroening: uitvoering van groenvoorzieningen, zoals bomen, struiken en gras,
- ff.
vestiging: een afzonderlijk gelegen gebouw of een bedrijfswoning dat in gebruik of beheer is door de rechtsvorm van de aanvrager, en waarin of van waaruit activiteiten worden uitgevoerd.
- gg.
waterbesparing: het efficiënt gebruik van water om onnodig waterverbruik te voorkomen of te verminderen.
Artikel 1.2 Openstelling
-
1. Gedeputeerde Staten stellen voor de uitvoering van deze regeling een openstellingsbesluit vast.
-
2. Een openstellingsbesluit bevat tenminste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.
-
3. In het openstellingsbesluit kunnen nadere regels gesteld worden met betrekking tot:
- a.
het indienen van een aanvraag;
- b.
de doelgroep van subsidieontvangers;
- c.
de subsidiabele activiteiten;
- d.
de toetsingscriteria;
- e.
de subsidiabiliteit van kosten;
- f.
de hoogte of berekeningswijze van de subsidie.
- a.
Artikel 1.3 Aanvraag
-
1. Een aanvraag voor een subsidie wordt elektronisch ingediend bij het SNN via een door laatstgenoemde daarvoor beschikbaar gesteld web-portal dat bereikbaar is op de website www.snn.nl.
-
2. Een aanvraag moet zijn ontvangen binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagperiode.
-
3. Bij de aanvraag worden alle documenten gevoegd die via het web-portal worden opgevraagd. Dit zijn in elk geval de volgende:
- a.
een kopie van de offerte van de externe deskundige;
- b.
bij aanvragen in het kader van onderdelen 2 en 3: een ondersteuningsverklaring van Ynbusiness in het kader van de uitvoering van de SPUK Bedrijfsmatig Vastgoed;
- c.
bij aanvragen in het kader van onderdeel 3: een door alle bij het collectieve initiatief betrokken partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst;
- d.
bij aanvragen in het kader van onderdeel 4: een ingevulde de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verlening van overheidssteun;
- e.
bij aanvragen in het kader van onderdeel 4: een afstemmings- en steunverklaring van het Fries Energie Huis en de betreffende gemeente waar de activiteit wordt uitgevoerd.
- a.
Artikel 1.4 Verdeelsystematiek
-
1. Subsidie wordt per onderdeel verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de aanvragen.
-
2. Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt de rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Hoofdstuk 2 Subsidiabele activiteiten
Onderdeel 1: (Digitale) Innovatie in het MKB
Artikel 2.1 Doel
Het stimuleren van Friese MKB-ondernemingsactiviteiten op het gebied van (digitale) innovatie van processen, producten, businessmodellen en diensten, die tevens bijdragen aan de verduurzaming van de onderneming. Met het begrip ‘’verduurzaming’’ bedoelen we bij dit onderdeel circulariteit, klimaatadaptatie, energiebesparing/energietransitie, waterbesparing of vergroening/biodiversiteit.
Artikel 2.2 Doelgroep
Subsidie voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 2.3 wordt uitsluitend verleend aan een Friese MKB-onderneming, ongeacht de rechtsvorm die zij voert.
Artikel 2.3 Subsidiabele activiteiten
Een subsidie kan op aanvraag worden verleend voor:
het door een externe deskundige laten opstellen van een juridisch, financieel, technisch of strategisch advies met betrekking tot (digitale) innovatie van het bedrijfsproces, een product, een dienst of een businessmodel, die tevens bijdraagt aan de verduurzaming van de onderneming.
Artikel 2.4 Staatssteun
Subsidies in het kader van dit onderdeel worden verleend met toepassing van artikel 28 AGVV.
Onderdeel 2: Verduurzaming micro- en klein MKB
Artikel 2.5 Doel
Het stimuleren van ondernemingsactiviteiten van Friese micro- en kleine MKB-ondernemingen op het gebied van verduurzaming. Met het begrip ‘’verduurzaming’’ bedoelen we bij dit onderdeel het komen tot (advies ten aanzien van) maatregelen die energie besparen en CO2-uitstoot verminderen. Energiebesparende maatregelen dienen gericht te zijn op een bedrijfsgebouw waarvan de ondernemer eigenaar of gebruiker is, en/of op het productieproces. CO2-uitstoot reducerende maatregelen zijn gericht op de algehele bedrijfsvoering waar minimaal het bedrijfsgebouw en het productieproces onderdeel van zijn.
Artikel 2.6 Doelgroep
Subsidie voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 2.7 wordt uitsluitend verleend aan een Friese MKB-onderneming die behoort tot het micro- of klein MKB, ongeacht de rechtsvorm die zij voert, maar met uitzondering van eenmanszaken zonder personeel, tenzij het bedrijfsproces van de onderneming wordt uitgevoerd in een bedrijfsgebouw, niet zijnde een woning.
Artikel 2.7 Subsidiabele activiteiten
Een subsidie kan op aanvraag worden verleend voor:
het door een externe deskundige laten opstellen van een verduurzamingsadvies dat in ieder geval bevat:
- a.
financieel, juridisch en/of technisch advies dat een bijdrage levert aan energiebesparing op bedrijfsgebouw of productieproces niveau of aan de vermindering van de CO2-uitstoot van de algehele bedrijfsvoering;
- b.
een technisch maatwerkadvies met een technische onderbouwing en concrete uitwerking van de geadviseerde maatregelen, zodat sprake is van een uitvoeringsgereed project.
Artikel 2.8 Staatssteun
Subsidies in het kader van dit onderdeel worden verleend met toepassing van artikel 18 AGVV.
Onderdeel 3: Verduurzaming bedrijventerreinen
Artikel 2.9 Doel
Vergroten van de organisatiegraad op de Friese bedrijventerreinen door ondersteuning van de ontwikkeling van collectieve initiatieven op het gebied van verduurzaming. Met het begrip ‘’verduurzaming’’ bedoelen we bij dit onderdeel circulariteit, klimaatadaptatie, energiebesparing/ energietransitie, waterbesparing of vergroening/biodiversiteit.
Artikel 2.10 Doelgroep
Subsidie voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 2.11 wordt uitsluitend verleend aan een Friese MKB-onderneming, ongeacht de rechtsvorm die zij voert, die onderdeel uitmaakt van een collectief initiatief.
Artikel 2.11 Subsidiabele activiteiten
Een subsidie kan op aanvraag worden verleend voor:
het door een externe deskundige laten opstellen van een advies om een collectief initiatief op het gebied van circulariteit, klimaatadaptatie, energiebesparing/energietransitie, waterbesparing of vergroening/ biodiversiteit te ontwikkelen tot een uitvoeringsgereed project.
Artikel 2.12 Staatssteun
Subsidies in het kader van dit onderdeel worden verleend met toepassing van artikel 18 AGVV.
Onderdeel 4: Lokale Energie Initiatieven
Artikel 2.13 Doel
Het ondersteunen en stimuleren van lokale energie initiatieven die bijdragen aan energiebesparing of het leveren of uitwisselen van duurzame, lokaal opgewekte energie. Hierdoor worden initiatieven geholpen om hun project of businesscases te versterken waarbij de positieve effecten van het te subsidiëren project ten goede komen aan de directe omgeving.
Artikel 2.14 Doelgroep
Subsidie voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 2.15 wordt uitsluitend verleend aan een lokaal energie initiatief gevestigd in de provincie Fryslân.
Artikel 2.15 Subsidiabele activiteiten
Een subsidie kan op aanvraag worden verleend voor:
Voorbereidings- en proceskosten voor lokale duurzame energie projecten die bijdragen aan een goede business case van het project, voor zover het betreft het inkopen van juridische, financiële, technische, fiscale, of organisatorische expertise van een externe deskundige.
Artikel 2.16 Staatssteun
Subsidies in het kader van dit onderdeel worden verleend met toepassing van de reguliere de-minimisverordening.
Hoofdstuk 3 Subsidievoorwaarden
Artikel 3.1 Toetsingscriteria
-
1. Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt het volgende beoordeeld:
- a.
de rechtsvorm van de aanvrager staat op het moment van ontvangst van de aanvraag bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, zonder een i.o. status;
- b.
de aanvrager verklaart in zijn aanvraag dat hij de kosten voor het uitvoeren van de activiteit waarvoor hij subsidieaanvraag zelf zal maken en betalen;
- c.
de minimale subsidiabele kosten bedragen € 1.000,- exclusief BTW.
- a.
-
2. Voor een activiteit beschreven in artikel 2.7 en 2.11 geldt aanvullend dat de aanvrager bewijs aanlevert dat de aangevraagde subsidie ten goede komt aan een activiteit die eerder ondersteuning heeft ontvangen vanuit Ynbusiness in het kader van de SPUK-regeling Bedrijfsmatig Vastgoed.
-
3. Voor een activiteit beschreven in artikel 2.15 geldt aanvullend dat de aanvrager bewijst dat de activiteit is afgestemd is en wordt ondersteund door het Fries Energie Huis en de betreffende gemeente waarin de activiteit wordt uitgevoerd.
Artikel 3.2 Weigeringsgronden
In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.4 van de ASV wordt een subsidie geweigerd indien:
- a.
ter zake van de subsidiabele kosten een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag;
- b.
de aanvraag of de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd niet in overeenstemming is met het bepaalde in deze regeling;
- c.
de rechtsvorm van de aanvrager actief is in de primaire productie van landbouwproducten of in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten;
- d.
een aanvraag wordt ontvangen buiten het indieningstijdvak als bepaald in het openstellingsbesluit;
- e.
voor de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, op het moment van ontvangst van de aanvraag, reeds een subsidie is verstrekt in welke vorm dan ook door de Provincie Fryslân of een andere organisatie;
- f.
de rechtsvorm van de aanvrager reeds een subsidie heeft ontvangen op grond van datzelfde onderdeel (subsidiabele activiteit) van de regeling;
- g.
de rechtsvorm van de aanvrager reeds een subsidie heeft ontvangen op grond van twee verschillende onderdelen van de regeling;
- h.
de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd niet voldoet aan één of meer van de toetsingscriteria als bepaald in artikel 3.1.
Artikel 3.3 Subsidiabele kosten
-
1. Voor een activiteit als bepaald in artikel 2.3 komen voor subsidie in aanmerking:
-
de kosten voor het laten opstellen van een juridisch, financieel, technisch of strategisch advies door een externe deskundige met betrekking tot (digitale) innovatie van het bedrijfsproces, een product, een dienst of een businessmodel, die tevens bijdraagt aan de verduurzaming van de onderneming.
-
2. Voor een activiteit als bepaald in artikel 2.7 komen voor subsidie in aanmerking:
-
de kosten voor het door een externe deskundige laten opstellen van een verduurzamingsadvies dat in ieder geval bevat:
- a.
financieel, juridisch en/of technisch advies dat een bijdrage levert aan energiebesparing op bedrijfsgebouw of productieproces niveau of aan de vermindering van de CO2-uitstoot van de algehele bedrijfsvoering;
- b.
een technisch maatwerkadvies met een technische onderbouwing en concrete uitwerking van de geadviseerde maatregelen, zodat sprake is van een uitvoeringsgereed project.
- a.
-
3. Voor een activiteit als bepaald in artikel 2.11 komen voor subsidie in aanmerking:
-
de kosten voor het laten opstellen van een advies door een externe deskundige om een collectief initiatief op het gebied van circulariteit, klimaatadaptatie, energiebesparing/ energietransitie, waterbesparing of vergroening/biodiversiteit te ontwikkelen tot een uitvoerings- gereed project.
-
4. Voor een activiteit als bepaald in artikel 2.15 komen voor subsidie in aanmerking:
-
voorbereidings- en proceskosten voor lokale duurzame energie projecten die bijdragen aan een goede business case van het project, voor zover het betreft het inkopen van juridische, financiële, technische, fiscale, of organisatorische expertise van een externe deskundige
Artikel 3.4 Niet-subsidiabele kosten
In aanvulling op hetgeen bepaald is in paragraaf 2.3 van de UASV wordt geen subsidie verleend voor de volgende kosten:
- a.
reiskosten;
- b.
kosten van eigen uren van werknemers of medewerkers van de aanvragende onderneming;
- c.
kosten van eigen uren van de eigenaar of eigenaren van de aanvragende onderneming;
- d.
kosten voor het verkrijgen van certificaten of keurmerken op producten;
- e.
kosten die niet inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
Artikel 3.5 Subsidiehoogte
De subsidie bedraagt:
- a.
voor een activiteit als bepaald in artikel 2.3:
-
maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een bedrag van maximaal € 2.500,- exclusief BTW per aanvraag;
- b.
voor een activiteit als bepaald in artikel 2.7:
-
maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een bedrag van maximaal € 2.500,- exclusief BTW per aanvraag;
- c.
voor een activiteit als bepaald in artikel 2.11:
-
maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een bedrag van maximaal € 15.000,- exclusief BTW per aanvraag;
- d.
voor een activiteit als bepaald in artikel 2.15:
-
maximaal 60% van de subsidiabele kosten, tot een bedrag van maximaal € 10.000,- exclusief BTW per aanvraag.
Artikel 3.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit paragraaf 2.4 van de ASV en paragraaf 2.4 van de UASV, is de subsidieontvanger verplicht om:
- a.
de gesubsidieerde activiteit conform de aanvraag en de subsidieverleningsbeschikking uit te voeren.
- b.
de gesubsidieerde activiteit te hebben afgerond uiterlijk binnen 3 maanden nadat de verleningsbeschikking is verzonden.
- c.
de subsidiabele kosten zelf gemaakt en betaald te hebben binnen 4 maanden nadat de verleningsbeschikking is verzonden.
- d.
in het geval van een activiteit zoals bepaald in artikel 2.3: de resultaten van het advies te delen met Ynbusiness ten behoeve van de ondersteuning voor het vervolg traject
- e.
na oplevering van het advies waarvoor subsidie is verleend een kopie van het opgestelde advies aan GS te verstrekken.
- f.
desgevraagd, na het verstrijken van de einddatum van de gesubsidieerde activiteit of na het realiseren van de gesubsidieerde activiteit, aan te tonen dat de activiteit conform de aanvraag heeft plaatsgevonden en dat aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan.
- g.
ervoor te zorgen dat de subsidie gedurende de realisatietermijn van de gesubsidieerde activiteit niet wordt overgedragen naar een andere rechtsvorm die deel uitmaakt van haar verband van ondernemingen dan wel een andere rechtsvorm die daarbuiten valt.
Artikel 3.7 Vaststelling en prestatieverantwoording
Subsidies op grond van deze regeling worden direct vastgesteld.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 4.2 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Adviesvoucherregeling Fryslân 2025-2027.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 27 mei 2025
Voorzitter drs. A.A.M. Brok
Secretaris drs. ing. J.J. Algra
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1.1, aanhef en onder m
Een externe deskundige die in het kader van één van de vier onderdelen van deze regeling wordt ingeschakeld, dient op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn. Voor deze beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van de onderneming in kwestie en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon, die namens de onderneming, de activiteit uitvoert.
De externe deskundige moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als externe deskundige. Een kennisinstelling kan wel optreden als externe deskundige.
Een externe deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de externe deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht uitvoert, waarbij er geen sprake is van enige vorm van belangenverstrengeling. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:
- •
de externe deskundige heeft een (financieel) belang in de rechtsvorm van de aanvrager;
- •
de aanvrager heeft een (financieel) belang in de onderneming van de externe deskundige;
- •
een bestuurder of directeur van de rechtsvorm van de aanvrager is ook bestuurder of directeur van de onderneming van de externe deskundige;
- •
de aanvrager heeft/runt met de deskundige samen een andere onderneming, zijn vennoten in die onderneming, zijn collega’s in een andere onderneming, zijn getrouwd/levenspartners en/of zijn tegelijkertijd in een andere setting gelijkwaardige zakenpartners;
- •
in het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind broer/zuster) tussen de aanvrager en de externe partij.
Deze opsomming is niet limitatief.
Artikel 1.1, aanhef en onder s en t
Conform de door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine, middelgrote, en micro-ondernemingen in bijlage I van de AGVV behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s), ondernemingen waar minder dan 250 personen (FTE) werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt. Deze normen worden verder aangehaald als MKB-normen.
Gevolg van de Europese regelgeving is dat het gehele verband van ondernemingen waartoe de aanvragende (dus ook een mede aanvragende) onderneming behoort, wordt getoetst aan de MKB-normen. Denk bijvoorbeeld aan moedermaatschappijen, zusterondernemingen en dochter-ondernemingen. Indien de aanvragende onderneming direct of indirect voor 25% of meer en minder dan 50% qua aandelenkapitaal en/of zeggenschap relaties heeft met andere ondernemingen, wordt voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal werkzame personen, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen naar rato meegenomen. Dit geldt ook indien een andere onderneming 25% of meer aandelen in de aanvragende onderneming heeft. Indien de aanvragende onderneming op een andere onderneming of een andere onderneming op de aanvragende onderneming overheersende invloed kan uitoefenen of een andere invloed heeft als genoemd in de definitie van een KMO, dienen voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal FTE, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen volledig meegenomen te worden.
Indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten van de aanvragende onderneming, dan kan de aanvragende onderneming (behoudens de uitzonderingen die in de definitie zijn genoemd) niet als een KMO worden aangemerkt.
Artikel 1.4
De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. Op de datum waarop de aanvraag volledig is (compleet is bevonden), wordt er voor deze aanvraag een voorlopig beslag gelegd op het in een openstellingsbesluit bekendgemaakt subsidieplafond. Na ontvangst van deze volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een subsidie in aanmerking komt.
Voor zover een subsidieplafond dat voor deze regeling in een openstellingsbesluit beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een subsidie in aanmerking te komen.
Artikel 2.4
Onderdeel 1 van deze regeling wordt met toepassing van artikel 28 AGVV verleend. Onder voorwaarden, gesteld in de AGVV, is het verlenen van subsidie toegestaan. Staatssteun wordt dan geacht verenigbaar te zijn met de interne markt. Artikel 28 AGVV maakt het onder voorwaarden mogelijk om innovatiesteun aan het MKB te verlenen, onder andere voor innovatieve adviesdiensten. Aan de in de AGVV gestelde voorwaarden, op het gebied van maximale subsidiepercentage en maximale absolute subsidiebedrag, wordt voldaan.
Artikelen 2.8 en 2.12
Onderdelen 2 en 3 van deze regeling worden met toepassing van artikel 18 AGVV verleend. Artikel 18 AGVV maakt het mogelijk om consultancysteun aan het MKB te verlenen, onder andere voor adviesdiensten. Aan de in de AGVV gestelde voorwaarden, op het gebied van maximale subsidiepercentage en maximale subsidiebedrag, wordt voldaan.
Artikel 2.11
In het kader van dit artikel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan technisch of financieel advies, of ondersteuning op het gebied van projectmanagement.
Artikel 2.16
Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, worden geacht het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (art. 107 lid 1 VWEU) en leveren derhalve geen staatssteun op.
Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de aanvrager een
de-minimisverklaring overleggen bij de aanvraag. Hierin moet de aanvrager alle steun en de-minimis opgeven die over de voorgaande 36 maanden is verleend.
Onder de reguliere de-minimisverordening kan aan aanvragers tot € 300.000,- aan steun verleend worden zonder dat er sprake is van staatssteun.
Artikel 3.1
Om voor een subsidie in aanmerking te komen voor één van de subsidiabele activiteiten als bepaald in de artikelen 2.3, 2.7, 2.11 en 2.15 van de regeling, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een subsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op voor de aanvraag.
Artikel 3.1, eerste lid, aanhef en onder b
Met dit criterium wordt voorgeschreven dat de kosten voor het realiseren van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd door de rechtsvorm van de aanvrager moeten worden gemaakt en betaald. Dit betekent dat de facturen die verband houden met het realiseren van de voornoemde activiteit in rekening zijn of worden gebracht bij de rechtsvorm van de aanvrager alsmede dat laatstgenoemde deze betaalt.
Artikel 3.2, aanhef en onder a
De aanvraag moet zijn ontvangen vóórdat verplichtingen zijn aangegaan ter zake van de subsidiabele kosten van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit is bepaald om de stimulerende werking van de regeling te waarborgen.
Onder het aangaan van een verplichting wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een externe deskundige. Hierbij maakt het geen verschil of de verplichting is aangegaan door de vertegenwoordigingsbevoegde persoon van de rechtsvorm van de aanvrager, door haar medewerker(s) en/of werknemer(s), of door een eigenaar van de rechtsvorm van de aanvrager.
Indien bij de aanvraag een factuur is gevoegd, dan wordt ervan uitgegaan dat er te vroeg een verplichting is aangegaan.
Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend.
In het geval dat er voor een deel van de begrote kosten van de te subsidiëren activiteit een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag, wordt de gehele aanvraag geweigerd.
Indien de verplichting is aangegaan onder de schriftelijke en opschortende voorwaarde dat de subsidie moet zijn verstrekt, wordt aan het vereiste van de stimulerende werking voldaan.
Artikel 3.2, aanhef en onder e
Uit deze onderdelen volgt dat cumulatie/stapeling met andere subsidieregelingen van Gedeputeerde Staten of derden, ten behoeve van de financiering van de activiteit, niet mogelijk is.
Artikel 3.2, aanhef en onder f en g
Met deze weigeringsgronden is het aantal subsidies dat op grond van deze regeling kan worden verleend aan een afzonderlijke rechtsvorm gemaximeerd. Dit betekent dat binnen hetzelfde onderdeel van de regeling (onderdeel 1, 2, 3 of 4) slechts 1 x een subsidie voor een subsidiabele activiteit aan dezelfde rechtsvorm kan worden verleend.
Binnen de verschillende onderdelen (onderdeel 1, 2 3 of 4) van de regeling kan maximaal 2 x een subsidie voor een subsidiabele activiteit aan dezelfde rechtsvorm worden verleend.
Artikel 3.7
Een in het kader van deze regeling verleende subsidie wordt direct bij verlening vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.
Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling verleende subsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan
te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidieverleningsbeschikking verbonden verplichtingen is voldaan (zie ook artikel 3.6 onder i.). Hiertoe verschaft de subsidieontvanger alle informatie die Gedeputeerde Staten bij haar opvragen.
Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken en/of geconstateerd wordt dat niet aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidieverlening. Een subsidieverlening kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Ook kan een subsidie lager (tot op nihil) worden vastgesteld. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl