Marktreglement Rotterdam 2025

1. Plaats, dag en tijd waar de markten worden gehouden:

• a.

  Afrikaanderplein, woensdag van 08.00 tot 17.30 uur, zaterdag van 08.00 tot 17.00 uur;

• b.

  Prins Alexander, vrijdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• c.

  Asterlo, Zuidwijk vrijdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• d.

  Binnenrotte, Centrummarkt dinsdag van 08.00 tot 17.30 uur, vrijdag van 12.00 tot 18.00 uur, zaterdag van 08.00 tot 17.00 uur;

• e.

  Eendrachtsplein, dinsdag van 08.30 tot 17.30 uur;

• f.

  Hoogvliet, donderdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• g.

  IJsselmonde, donderdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• h.

  Ommoord, woensdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• i.

  Schiebroek, vrijdag van 08.00 tot 17.30 uur;

• j.

  Visserijplein, donderdag van 08.00 tot 17.30 uur, zaterdag van 08.00 tot 17.00 uur.

2. De seizoenmarkten worden gehouden in de periode van 15 april tot en met 30 september op de Binnenrotte, zondag van 12.00 tot 17.00 uur.

3. Plaats, dag en tijd waar een verzelfstandigde markt wordt gehouden:

• a.

  Brinkplein Hoek van Holland, dinsdag van 05.00 uur tot 17.00 uur;

• b.

  Raadhuisplein Rozenburg, woensdag van 06.00 uur tot 18.00 uur;

• c.

  Duyvesteynstraat Rotterdam, vrijdag, van 06.00 uur tot 18.00 uur;

• d.

  Noordplein Rotterdam, zaterdag, van 07.00 uur tot 19.00 uur.

1. Per markt en zo nodig branchegewijs wordt een anciënniteits- en wachtlijst opgemaakt, aan de hand waarvan het college staanplaatsen toewijst.

2. De volgorde op de lijst van vaste plaatshouders wordt bepaald door de datum waarop de vergunninghouder voor het eerst een vaste plaats is toegewezen. De volgorde op de wachtlijst van meelopers wordt bepaald door de datum van inschrijving.

3. Het college schrijft de aanvrager in op een wachtlijst indien:

• a.

  de aanvrager een marktvergunning heeft;

• b.

  heeft aangegeven dat hij op een wachtlijst wil worden geplaatst;

• c.

  het verschuldigde tarief voor het plaatsen op een wachtlijst heeft betaald;

4. De inschrijving op de wachtlijst wordt geweigerd indien op het moment van verzoek tot inschrijving:

• a.

  een algehele inschrijfstop geldt voor de betreffende markt;

• b.

  een inschrijfstop geldt voor het gewenste artikel, artikelgroep of branche voor de betreffende markt;

• c.

  de vergunninghouder in de voorafgaande periode van 1 jaar zijn vaste plaats heeft opgezegd.

1. Op verzoek van twee ingeschrevenen die op dezelfde markt ieder een vaste staanplaats innemen kan het college hun inschrijvingen op deze markt samenvoegen indien de ingeschrevenen:

• a.

  een aantoonbare samenlevingsrelatie hebben met gedeeld risico, zoals huwelijk, geregistreerd partnerschap, samenlevingscontract, of een samenwerkingsverband hebben van minimaal drie jaar met gedeeld risico;

• b.

  vaste staanplaatsen hebben die naast elkaar zijn gesitueerd;

• c.

  dezelfde branche of artikelgroep voeren; en

• d.

  geen betalingsachterstand van de verschuldigde marktgelden hebben.

2. Bij samenvoeging van de inschrijvingen komt de inschrijving met de hoogste anciënniteit te vervallen. De vervallen inschrijving wordt niet hersteld.

3. Na samenvoeging is er recht op twee staanplaatsen, die voor de plaatshouder als één plaats gelden.

1. De staanplaatsen op een markt worden als vaste plaats toegewezen.

2. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

3. Het college kan twee plaatsen toewijzen aan één gegadigde, waarna deze plaatsen voor de plaatshouder als één plaats gelden.

4. De ingeschrevene kan zijn keuze voor een bepaalde staanplaats kenbaar maken met welke het college op basis van anciënniteit van de ingeschrevene zoveel mogelijk rekening houdt.

5. Bij de toewijzing van de vaste plaatsen aanvaardt de meeloper die, gelet op de volgorde op de wachtlijst aan de beurt is om een vaste plaats toegewezen te krijgen, de hem toegewezen vaste plaats.

6. Het is verboden een andere staanplaats in te nemen dan die door het college is toegewezen.

7. De ingeschrevene toont bij ingebruikname van de plaats aan dat hij in het bezit is van een geldig afvalcontract bij een erkend afvalinzamelaar of hoe hij zijn bedrijfsafval van de markt anderszins legaal laat verwerken.

1. De toewijzing van vaste plaatsen op gesaneerde markten geschiedt eenmaal per jaar of in geval van een vrijgekomen staanplaats aan de hand van de anciënniteitslijst en vervolgens aan de hand van de wachtlijst voor meelopers in de volgorde van inschrijving op de lijst met dien verstande dat de toewijzing geschiedt:

• a.

  aan de ingeschrevene die een artikel wil voeren dat nog niet op de markt wordt aangeboden en ten minste drie maanden als meeloper op de lijst staat ingeschreven;

• b.

  vervolgens aan de ingeschrevene die een zelfde artikel wil voeren als op de vrijgekomen standplaats werd gevoerd;

• c.

  dan aan de ingeschrevene die een artikel wil voeren waarvoor op de markt reeds één plaats beschikbaar is gesteld;

• d.

  vervolgens aan ingeschrevenen die een artikel wil voeren waarvoor op de markt al twee plaatsen beschikbaar zijn gesteld en zo verder.

2. De toewijzing van vaste plaatsen voor een bepaald artikel geschiedt tot een maximum van vier plaatsen.

3. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het tweede lid.

1. De toewijzing van vaste plaatsen op niet-gesaneerde markten geschiedt eenmaal per jaar of in geval van een vrijgekomen staanplaats aan de hand van de anciënniteitslijst en vervolgens aan de hand van de wachtlijst voor meelopers in de volgorde van inschrijving op de lijst.

2. In afwijking van het eerste lid krijgt een ingeschrevene die een artikel voert dat op de betreffende markt nog niet wordt aangeboden en die ten minste drie maanden als meeloper op de wachtlijst staat ingeschreven voorrang bij het toewijzen van de vaste plaatsen ten opzichte van ingeschrevenen die een artikel voeren dat al op de markt wordt aangeboden.

3. De toewijzing van plaatsen overstijgt niet het aantal beschikbare plaatsen per artikel, artikelgroep of branche zoals vastgesteld in een brancheringsregeling.

1. De toewijzing van dagplaatsen op gesaneerde markten geschiedt:

• a.

  eerst aan ingeschrevenen op de wachtlijst die hetzelfde artikel voeren als waarvoor de staanplaats als vaste plaats is toegewezen;

• b.

  vervolgens aan ingeschrevenen op de wachtlijst die een artikel voeren dat op de betreffende markt nog niet aanwezig is;

• c.

  dan aan ingeschrevenen op de wachtlijst die een artikel voeren waarvoor op de betreffende markt reeds een plaats beschikbaar is gesteld;

• d.

  vervolgens aan ingeschrevenen die een artikel voeren waarvoor op de betreffende markt al twee plaatsen beschikbaar zijn gesteld en zo verder.

2. De toewijzing van dagplaatsen voor een bepaald artikel geschiedt tot een maximum van vier plaatsen.

1. De toewijzing van dagplaatsen op niet gesaneerde markten geschiedt per marktdag aan de hand van de wachtlijst in de volgorde van inschrijving op die lijst.

2. Het college houdt bij de toewijzing van dagplaatsen zo mogelijk rekening met de keuze voor een bepaalde staanplaats van de ingeschrevene.

3. Het college kan dagplaatsen aan houders van een vaste plaats toewijzen.

1. Het college kan besluiten meelopers op te roepen zich op de markt te melden om mee te dingen naar een staanplaats.

2. Bij het oproepen houdt het college rekening met het aantal vrije staanplaatsen dat in de regel op een markt beschikbaar is.

3. De oproep wordt minimaal vier weken toegestuurd en de meeloper is verplicht aan deze oproep gehoor te geven.

4. Komt een opgeroepen meeloper na het melden op de markt niet in aanmerking voor een staanplaats, dan bestaat geen recht op compensatie.

5. Van de meldplicht is uitgezonderd een kind of kleinkind dat als meeloper op de wachtlijst staat ingeschreven en zijn ouder op diens vaste staanplaats voortdurend bijstaat met het doel het marktbedrijf van de ouder voort te zetten.

1. Het kind of kleinkind dat zijn ouder of grootouder voortdurend bijstaat kan op gezamenlijk verzoek van het kind of kleinkind en de ouder of grootouder met een vaste staanplaats op een markt worden ingeschreven op de wachtlijst van meelopers voor die markt.

2. Het kind of kleinkind wordt geen vaste plaats toegewezen, zolang de ouder of grootouder gebruik maakt van de toegewezen vaste staanplaats.

3. Als de ouder of grootouder zijn marktbedrijf beëindigt, dan kan het kind of kleinkind een staanplaats op die markt verkrijgen op basis van eigen anciënniteit. Is er sprake van onvoldoende anciënniteit dan krijgt het kind of kleinkind de laagste anciënniteit als vaste plaatshouder. Als anciënniteitsdatum geldt de datum van doorhaling van de inschrijving van de ouder of grootouder op de betreffende markt of de intrekking van de marktvergunning van de ouder of grootouder.

1. Standwerkplaatsen worden door middel van loting, ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden voor een standwerkplaats in aanmerking komen, toegewezen.

2. De loting voor toewijzing van standwerkplaatsen geschiedt op de dag van de markt om 8.30 uur in het marktkantoor of nader aangewezen plaats.

3. Tot de loting voor standwerkplaatsen wordt slechts toegelaten degene die

• a.

  in het bezit is van een standwerkvergunning;

• b.

  geen inschrijving heeft als bedoeld in artikel 5 voor die markt; en

• c.

  geen artikel voert dat voor directe consumptie bestemd is.

4. Degene aan wie een standwerkplaats is toegewezen mag uitsluitend één artikel voeren dat door hem bij de loting is opgegeven.

5. Degene aan wie een standwerkplaats is toegewezen is verplicht de hem toegewezen plaats om 09.30 uur in te nemen en de hele dag persoonlijk te bezetten; hij mag deze niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

6. Degene aan wie een standwerkplaats is toegewezen is verplicht het artikel dat hij voert te presenteren met standwerken.

7. Het gebruik van meet- en weegwerktuigen, prijs- en aanduidingborden en audiovisuele middelen alsmede geluidsversterkende apparatuur is verboden.

8. In afwijking van het zevende lid is het gebruik van een aanduidingsbord waarop uitsluitend productinformatie wordt weergegeven, toegestaan.

9. De frontbreedte van een standwerkplaats is maximaal 3 strekkende meter met een maximale verkoopruimte van 10 m2. De standwerkplaats dient ingenomen te worden met eigen materiaal, ondermeer bestaande uit een marktparasol met een lengte en breedte van ieder maximaal 4 m. Het is de houder van een standwerkersplaats niet toegestaan uitbreiding te geven aan de hem toegewezen plaats.

10. Degene aan wie na deelname aan de loting geen standwerkplaats is toegewezen, is het niet toegestaan om assistentie te verlenen bij een vergunninghouder aan wie op dezelfde marktdag een standwerkplaats, vaste plaats of dagplaats is toegewezen.

11. Het college kan in afwijking van het tweede lid besluiten tot een andere wijze, plaats en bekendmaking van de loting tot toewijzing van de standwerkplaatsen.

1. Degene die een staanplaats op de markt inneemt of wil innemen toont op eerste aanvraag van de toezichthouder zijn marktvergunning, standwerkvergunning of vervangvergunning.

2. De vergunninghouder geeft bij zijn staanplaats duidelijk zichtbaar zijn naam, eventuele bedrijfsnaam of vergunningnummer aan.

1. Het is de vergunninghouder verboden het marktterrein eerder dan drie uur voor de aanvang en later dan een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

2. Op de seizoensmarkt is het verboden om eerder dan twee uur voor de aanvang van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

3. Op de markt, niet zijnde de seizoensmarkt, is de vergunninghouder verplicht zijn staanplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Eén uur voor het einde van de markt is het de vergunninghouder toegestaan voorbereidingen treffen voor het ontruimen van de staanplaats.

4. Indien de vergunninghouder zijn vaste staanplaats op een markt, niet zijnde de seizoensmarkt, niet uiterlijk een half uur na aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende staanplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt tenzij de vergunninghouder de marktmeester vóór 08.30 uur heeft verzocht zijn vaste staanplaats voor hem beschikbaar te houden.

1. Het is niet toegestaan om een staanplaats met eigen materiaal in te nemen of in te richten, wijzigingen aan te brengen aan de op het marktterrein geplaatste opstallen, aangebrachte verlichting en andere voorzieningen of zelf voorzieningen op het marktterrein en bij de uitoefening van de markthandel te treffen.

2. Goederen die op de algemene warenmarkten worden aangeboden, worden in een kraam opgeslagen, tenzij hiervoor aan de vergunninghouder door het college uitdrukkelijk schriftelijke ontheffing is verleend.

3. Het college beoordeelt de geschiktheid van de kramen of andere verkoopinrichtingen alsmede de boven- en achterzeilen die op de markt worden gebruikt of geplaatst.

4. De verkoopwagens, of andere verkoopinrichtingen hebben een lengte van ten hoogste de frontbreedte van de toegewezen staanplaats.

5. De ontheffing zoals bedoeld in het tweede lid wordt uitsluitend verleend aan een vaste plaatshouder, per inschrijving, ten behoeve van verkoopinrichtingen.

6. Indien de vaste plaatshouder zijn verkoopinrichting verruilt voor een andere verkoopinrichting, niet zijnde een kraam, of wijzigt van plaats bij een nieuwe (jaar)indeling wordt opnieuw ontheffing aangevraagd.

1. De vergunninghouder:

• a.

  zorgt ervoor dat zijn staanplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

• b.

  zamelt tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in;

• c.

  levert voordat hij het marktterrein verlaat, zijn staanplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op en draagt zelf zorg voor de afvoer van zijn marktafval.

2. Een vergunninghouder die handeldrijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn staanplaats vervuild raakt, treft hiervoor maatregelen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen geschieden ter goedkeuring van de toezichthouder en op zijn aanwijzingen.

3. De vergunninghouder die plastic verpakkingsmateriaal ter beschikking stelt, al dan niet tegen betaling, zorgt ervoor dat dit materiaal niet toegankelijk is zonder zijn tussenkomst.

4. De vergunninghouder die zijn koopwaar laat proeven of aan wie het is toegestaan op zijn staanplaats eet- en drinkwaren voor directe consumptie gereed te maken, respectievelijk te verkopen, heeft aan de voorzijde van zijn verkoopinrichting een tweetal bakken of soortgelijke voorwerpen aanwezig, waarin etensresten, verpakkingsmateriaal en ander afval kunnen worden gedeponeerd. Hij draagt zorg voor de tijdige lediging van de bakken.

1. Het is de vergunninghouder verboden buiten de afmetingen van zijn standplaats ruimte in te nemen, anders dan welke aan hem is toegewezen;

2. Het is de vergunninghouder verboden om de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te blokkeren.

3. Het is de vergunninghouder toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren mits het voertuig achter de toegewezen kraam wordt geplaatst en het voertuig geen hinder of beperkingen voor andere vergunninghouders veroorzaakt.

1. De vaste plaatshouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen stelt het college daarvan schriftelijk in kennis. Bij afwezigheid wegens vakantie of bij bijzondere omstandigheden geeft de vaste plaatshouder de duur van zijn afwezigheid aan.

2. De schriftelijke mededeling wordt minimaal 24 uur voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de toezichthouder gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging aan het college.

3. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte dient de vaste plaatshouder ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een verklaring van een geneeskundige te overleggen. Het college kan desgevraagd van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

1. Het college kan in geval van langdurige afwezigheid op aanvraag van de vaste plaatshouder vergunning verlenen om zich op zijn staanplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon, zijnde:

• a.

  de echtgen(o)ot(e) of relatiepartner;

• b.

  een bloed- of aanverwant in de eerste graad;

• c.

  een persoon die bij de vergunninghouder in loondienst is.

2. De vervanging geldt in geval van ziekte maximaal twee jaar te rekenen vanaf de dag van ziekmelding en ingeval van vakantie maximaal acht weken per jaar.

3. De vervangvergunning vermeldt:

• a.

  de persoonsgegevens van de vervanger;

• b.

  de markt waar mag worden vervangen;

• c.

  de datum van ingang van de vervanging;

• d.

  een goed gelijkende pasfoto van de vervanger.

4. Het college trekt de vervangvergunning in:

• a.

  op verzoek van de vaste plaatshouder;

• b.

  op verzoek van de vervanger;

• c.

  indien de inschrijving van de vaste plaatshouder wordt doorgehaald van de anciënniteitslijst.

1. Het college kan de vaste plaatshouder op een daartoe strekkende aanvraag vergunning verlenen om maximaal drie natuurlijke personen aan te wijzen als bedrijfsleider, die hem bij de uitoefening van de markthandel bij voortduring bijstaan dan wel, bij afwezigheid van de vaste plaatshouder, voor rekening en risico van de vaste plaatshouder diens marktverplichtingen nakomen.

2. De persoon die als bedrijfsleider aangewezen kan worden heeft geen vaste plaats op de markt waar hij bedrijfsleider zal zijn en is uitsluitend:

• a.

  de echtgen(o)ot(e) of relatiepartner;

• b.

  een bloed- of aanverwant in de eerste graad;

• c.

  een persoon die bij de vergunninghouder in loondienst is;

• d.

  een medevennoot/ firmant.

3. Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:

• a.

  een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie niet ouder dan een maand;

• b.

  een bewijs van inschrijving in het handelsregister niet ouder dan een maand, waaruit de registratie als bedrijfsleider in het marktbedrijf blijkt;

• c.

  een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat overeenkomt met het aantal uren dat de vaste plaatshouder op de markt zijn staanplaats inneemt.

• d.

  twee recente goed gelijkende pasfoto’s.

4. De bedrijfsleider wordt in het bezit gesteld van een vergunning met vermelding van:

• a.

  de persoonsgegevens van de bedrijfsleider;

• b.

  de markt waar de bedrijfsleider zal fungeren;

• c.

  de datum van ingang;

• d.

  een goed gelijkende pasfoto van de bedrijfsleider.

5. De vergunning wordt verleend voor een periode van 1 jaar.

6. Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening 2025 door de bedrijfsleider begaan, worden toegerekend aan de vaste plaatshouder.

7. Het college trekt de vergunning in:

• a.

  op verzoek van de vaste plaatshouder;

• b.

  op verzoek van de bedrijfsleider;

• c.

  indien de inschrijving van de vaste plaatshouder wordt doorgehaald van de anciënniteitslijst.

1. Het Marktreglement Rotterdam 2008 wordt ingetrokken.

2. Ontheffingen, vrijstellingen of vergunningen, die zijn verleend krachtens het Marktreglement Rotterdam 2008 blijven van kracht.