Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740873
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740873/1
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dordrecht (financiële verordening gemeente Dordrecht)
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 23-06-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dordrecht (financiële verordening gemeente Dordrecht)De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 april 2025;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
b e s l u i t :
vast te stellen de
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dordrecht:
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1 Definities en afkortingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
Administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de gemeente Dordrecht en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
- -
AU: Algemene uitkering Rijk, verdeeld op basis van objectieve maatstaven, voor de raad vrij afweegbare middelen;
- -
BBV: Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
- -
Begrotingscriterium: Is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
- -
Bestuursperiode: De periode die begint op de dag dat de gemeenteraad wordt geïnstalleerd na gemeenteraadsverkiezingen en eindigt op de dag dat de nieuwe gemeenteraad wordt geïnstalleerd na de daarop volgende gemeenteraadsverkiezingen.
- -
Doelmatigheid: Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;
- -
Doeltreffendheid: De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;
- -
DU: Decentralisatie-uitkering Rijk, tijdelijke uitkering op basis van specifieke maatstaven, voor de raad vrij afweegbare middelen;
- -
Exploitatiebudget: Begrote baten en lasten voor een activiteit die direct in de jaarlijkse exploitatiebegroting worden verantwoord, waar eventueel een mutatie van een (bestemmings)reserve tegenover staat;
- -
Investering(skrediet): Kosten van de aanschaf of productie van een goed of verzameling identieke of met elkaar samenhangende goederen, met een gebruiksduur van 1 jaar of meer, waarvan de lasten in delen - in de vorm van kapitaallasten - in de exploitatiebegroting worden verantwoord. Het door de raad gevoteerde krediet(bedrag) begrenst het mandaat van het college om uitgaven te doen;
- -
IU: Integratie-uitkering Rijk, verdeeld op basis van specifieke maatstaven, voor de raad vrij afweegbare middelen;
- -
Jaar: Een kalenderjaar.
- -
Kapitaallasten: de lasten van rente en afschrijvingen tezamen;
- -
Meerjaren-investeringsplan: Het overzicht van de geplande investeringen voor de komende 4 jaar;
- -
Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: Is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen;
- -
Onverdeeld resultaat: is het Jaarrekeningresultaat minus budgetoverhevelingen minus resultaatbestemming eerdere raadsbesluiten
- -
Planperiode: Een periode van een aantal jaren waarbinnen een activiteit of project uitgevoerd wordt, vaak gekoppeld aan reserves en investeringskredieten;
- -
Producten: Door het college vastgestelde indeling van eenheden waarin de programma's in overzichten en bedragen in het begrotingsprogramma zijn onderverdeeld;
- -
Publiek belang: Maatschappelijk belang waar de overheid zich de behartiging van aantrekt op grond van de overtuiging dat dit belang anders niet goed tot zijn recht komt;
- -
Rapporteringsgrens: Een afspraak, zoals de raad ook maakt met de externe accountant, waarbij de raad aangeeft boven welke rapporteringsgrens het college geconstateerde tekortkomingen in de rechtmatigheid in de bedrijfsvoeringsparagraaf moet toelichten;
- -
Rechtmatigheidsverantwoording: De rapportage van college waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;
- -
Renteschema: Een vanuit BBV verplicht voorgeschreven overzicht met betrekking tot rente dat moet worden opgenomen in de paragraaf financiering van zowel de begroting als het jaarstukken;
- -
Staand beleid: Uitvoering van wettelijke taken en activiteiten die zijn vastgelegd in de begroting óf een door de raad vastgesteld beleidsplan, waarvoor dekking in de begroting is opgenomen;
- -
Taakvelden: In het BBV verplicht voorgeschreven eenheden van soorten activiteiten die gemeenten uitvoeren en daarmee onderlinge vergelijking mogelijk maken;
- -
Verantwoordingsgrens: De grens, die ligt binnen de in het BBV toegestane bandbreedte, die het college toepast bij het vaststellen van onrechtmatigheden. Het college geeft in zijn rechtmatigheidsverantwoording aan of de geconstateerde afwijkingen onder de afgesproken grens zijn gebleven;
- -
Voorstel: Een separaat raadsvoorstel dan wel een P&C-product;
- -
Voorwaardencriterium: Is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Hoofdstuk 2. Kiezen, sturen en verantwoorden
Artikel 2 Actualisatie nieuwe bestuursperiode
Het college biedt de raad aan het begin van een nieuwe bestuursperiode een geactualiseerde financiële verordening ter vaststelling aan. In deze nota worden (wijzigingsvoorstellen op) de inhoudelijke en financiële inrichting van de programmabegroting, de beleidsindicatoren, de P&C-cyclus inclusief opleveringsdata en de onderwerpen waarover de raad (via extra paragrafen/bijlagen) in de P&C-cyclus geïnformeerd wordt, vastgelegd.
Artikel 3 Perspectiefnota
- 1.
Het college biedt de raad jaarlijks een Perspectiefnota ter vaststelling aan waarin de kaders voor de begroting zijn opgenomen.
- 2.
De Perspectiefnota beslaat het lopende jaar en de volgende 4 kalenderjaren.
- 3.
In de Perspectiefnota worden ontwikkelingen opgenomen als gevolg van hogere uitgaven en inkomsten, maar ook als gevolg van lagere uitgaven en inkomsten.
- 4.
De inhoud van de Perspectiefnota vormen:
- a.
voortgang op de activiteiten van de hoofddoelstellingen van het gemeentelijk beleid van het lopende jaar;
- b.
informatie over ontwikkeling van verwachte inkomsten en uitgaven van de gemeente,
- c.
structurele effecten van (verwachte) financiële afwijkingen in het lopende jaar.
- a.
- 5.
Gelijktijdig met de Perspectiefnota biedt het college de raad de "Herijking parkeerexploitatie" aan.
- 6.
De Perspectiefnota bevat ten minste een uiteenzetting over de voortgang van de uitvoering van het beleid van het lopende jaar en een overzicht met de bijgestelde raming van:
- a.
de baten en de lasten per programma;
- b.
het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
- c.
het overzicht van de overhead en de geraamde vennootschapsbelasting;
- d.
het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a, b en c;
- e.
de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
- f.
het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e;
- g.
de investeringskredieten.
- a.
- 7.
Gelijktijdig met het aanbieden van de Perspectiefnota biedt het college de raad het voorstel aan over de bestemming van het onverdeelde jaarrekeningresultaat van het afgelopen jaar.
Artikel 4 Programmabegroting en begrotingswijzingen
- 1.
De programmabegroting wordt opgesteld conform de door de raad bij de start van de nieuwe raadsperiode vastgestelde programma-indeling.
- 2.
De (meerjaren)begroting beslaat de 4 kalenderjaren volgend op het jaar van vaststelling van de Perspectiefnota.
- 3.
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting:
- a.
de baten en de lasten per programma;
- b.
de ramingen op de onderdelen algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien;
- c.
de mutaties van reserves;
- d.
de opgenomen investeringen in het meerjaren investeringsplan.
- a.
- 4.
Bij, in de perspectiefnota of begroting opgenomen nieuwe ontwikkelingen, worden de extra opgenomen exploitatiebudgetten en/of investeringskredieten expliciet toegelicht
- 5.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke exploitatiebudgetten en van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie wil ontvangen;
- 6.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan voor welke investeringen en/of exploitatiebudgetten een specifieker autorisatieniveau geldt.
- 7.
In de begroting wordt een aansluitingstabel opgenomen waaruit per programma blijkt welke mutaties zijn doorgevoerd ten opzichte van de meerjarenbegroting.
- 8.
Posten groter dan € 100.000 worden, als zij naar hun aard incidenteel zijn, opgenomen in de staat van incidentele lasten en baten. Posten kleiner dan € 100.000 worden als structureel beschouwd.
- 9.
Bij voorstellen die wijziging van de begroting tot gevolg hebben wordt de begrotingswijzing direct bij het raadsvoorstel aan de raad voorgelegd. Indien geen separaat raadsvoorstel aanwezig is, dan wordt de begroting later gewijzigd via een Bestuursrapportage c.q. Perspectiefnota.
- 10.
Het college is, binnen de regels van het BBV, bevoegd in de begroting te schuiven tussen investeringskredieten, mits:
- a.
deze verschuiving binnen hetzelfde product en taakveld plaatsvindt én;
- b.
deze verschuiving niet leidt tot wijziging van in de begroting vastgestelde doelen en activiteiten én;
- c.
deze verschuiving niet leidt tot hogere structurele lasten in de exploitatiebegroting én;
- d.
deze verschuiving binnen de vastgestelde planperiode blijft én;
- e.
deze kredieten geen onderdeel zijn van door de raad aangewezen uitgezonderde onderdelen zoals genoemd in lid 5 van dit artikel.
- a.
Artikel 5 Bestuursrapportage
- 1.
Het college biedt de raad jaarlijks (in oktober) een Bestuursrapportage ter vaststelling aan over de te verwachten afwijkingen aan het einde van het begrotingsjaar op de uitvoering van de vastgestelde begroting(swijzigingen) van de gemeente.
- 2.
In de Bestuursrapportage informeert het college de raad over wijzigingen op de geautoriseerde baten, lasten, reservemutaties en geautoriseerde investeringskredieten voor het lopende jaar.
- 3.
Bij de Bestuursrapportage wordt de begroting van het lopende jaar gewijzigd. Structurele effecten worden voorzover hier niet op kan worden bijgestuurd benoemd en opgenomen in de eerstvolgende Perspectiefnota en/of Begroting.
- 4.
De Bestuursrapportage geeft een overzicht met de bijgestelde raming van:
- a.
de baten en de lasten per programma;
- b.
het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
- c.
het overzicht van de overhead en de geraamde vennootschapsbelasting;
- d.
het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a, b en c;
- e.
de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
- f.
het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e;
- g.
de investeringskredieten.
- a.
- 5.
In de Bestuursrapportage worden afwijkingen groter dan € 100.000 op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting toegelicht. Afwijkingen kleiner dan € 100.000 worden alleen opgenomen indien deze politiek relevant zijn.
- 6.
Het college kan de raad in december een raadsinformatiebrief (RIB) aanbieden met de laatste majeure afwijkingen op de begroting van het lopende jaar na vaststelling van de Bestuursrapportage, in het kader van de actieve informatieplicht. Door deze RIB wordt begrotingsonrechtmatigheid niet voorkomen.
- 7.
Om begrotingsonrechtmatigheid te voorkomen kan het college er daarnaast ook voor kiezen om, indien gewenst, tegelijkertijd een slotwijziging op de begroting ter vaststelling aan te bieden aan de raad.
Artikel 6 (Rijks)bijdragen / Circulaires
- 1.
Voor het verwerken van financiële effecten als gevolg van gewijzigde (rijks)dragen uit circulaires die vrij afweegbaar zijn (AU/IU/DU), worden ter vaststelling door middel van een raadsvoorstel en/of via een regulier P&C document (met een begrotingswijziging) aan de raad voorgelegd.
- 2.
Bedragen die bij mei- en septembercirculaires gekort worden c.q. beschikbaar zijn gesteld voor het lopende jaar en waarover de raad voor het einde van het jaar nog geen besluit heeft genomen vallen vrij in het resultaat en worden als onderdeel van de resultaatbestemming bij de jaarstukken onttrokken aan c.q. toegevoegd aan de algemene reserve.
- 3.
Bedragen die bij de decembercirculaire beschikbaar zijn gesteld voor het lopende jaar worden automatisch gestort in/onttrokken aan de bestemmingsreserve taakmutaties. De inzet van deze middelen wordt geregeld via de Perspectiefnota (zie lid 1).
Artikel 7 Jaarstukken en budgetoverheveling
- 1.
Het college legt in de jaarstukken (is jaarverslag en jaarrekening) verantwoording af aan de raad over de (beleids)uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:
- a.
in welke mate beoogde beleidsdoelen zijn bereikt;
- b.
de activiteiten en projecten die uitgevoerd zijn om de beleidsdoelen te realiseren;
- c.
wat de lasten en baten zijn geweest;
- d.
hoe de resultaten zich verhouden tot de in de programmabegroting gestelde doelen.
- a.
- 2.
Financiële afwijkingen groter dan € 100.000 worden per oorzaak toegelicht.
- 3.
In een aansluitingstabel wordt per programma inzichtelijk gemaakt op basis van welke raadsbesluiten de programmabegroting, zoals deze oorspronkelijk door de raad is vastgesteld, is gewijzigd.
- 4.
Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het college de raad een tabel van investeringen aan, waarin de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten is opgenomen en wordt aangegeven welke kredieten worden afgesloten en welke worden doorgeschoven, voorzien van een toelichting op onderdelen waarvoor de verschuiving buiten de planperiode van het krediet valt.
- 5.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen worden in de Jaarstukken opgenomen indien de financiële meerjarige consequentie uitkomt boven het drempelbedrag van € 5.000.0000.
- 6.
Het college is bevoegd ná afloop van enig boekjaar door te gaan met uitvoering van niet afgeronde activiteiten en projecten, ook al leidt dit tot (tijdelijke) begrotingsonrechtmatigheid, mits:
- a.
het een activiteit betreft waarmee de raad op basis van een eerder raadsvoorstel heeft ingestemd én;
- b.
binnen de daarbij vastgestelde kaders gewerkt wordt, waaronder het restantbudget of restantkrediet, én;
- c.
de resterende middelen zijn/worden opgenomen in de Jaarstukken als voorstel om door te schuiven naar het volgend boekjaar hierbij wordt in acht genomen dat:
- i.
jaarlijks terugkerende structurele budgetten niet worden overgeheveld;
- ii.
overheveling van incidentele budgetten alleen mogelijk is als sprake is van een specifiek doel waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld en deze lasten niet opgevangen kunnen worden in de budgetten van het volgende boekjaar;
- iii.
een investeringsbudget, waarop in het begrotingsjaar geen boekingen op hebben plaatsgevonden, alleen gemotiveerd kan worden overgeheveld;
- iv.
een ongebruikt investeringskrediet in principe slechts één keer naar het volgende jaar wordt overgeheveld, daarna komt het te vervallen tenzij de raad anders besluit;
- v.
besluitvorming door de raad over de restant investeringsbudgetten achteraf plaats vindt, met het vaststellen van de tussentijdse rapportages of de jaarstukken waarin de actuele stand van de investeringskredieten en -budgetten is opgenomen.
- i.
- a.
- 7.
Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het college de raad het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat. Deze resultaatbestemming bestaat uit de volgende onderdelen:
- a.
het overhevelen van resterend incidenteel verstrekte exploitatiebudget waarvan de uitvoering is vertraagd en het resterende bedrag groter is dan € 100.000, voorzien van een toelichting per onderdeel.
- b.
eerdere raadsbesluiten waarvan de dekking het jaarrekeningresultaat betreft
- c.
het onverdeelde resultaat wat verrekend wordt met de Algemene Reserve
- a.
- 8.
Gelijktijdig met de Jaarstukken biedt het college de raad de "Prognose Grondbedrijf" aan.
Artikel 8 EMU-saldo
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 9 Overige budgetregels
- 1.
Verwachte tekorten op een exploitatiebudget worden in eerste instantie opgelost binnen het product en, als dat niet kan, binnen het programma.
- 2.
Verwachte tekorten op een jaarschijf van een investeringskrediet worden in eerste instantie opgelost binnen de resterende jaarschijven van het investeringskrediet
- 3.
Afwijkingen die niet voldoen aan lid 1 of 2 worden bij de Bestuursrapportage, de Perspectiefnota (lopende jaarschijf) óf via een separaat raadsvoorstel aan de raad voorgelegd, waarbij een voorstel is opgenomen voor de dekking van de afwijking.
- 4.
Voor het lopende jaar wordt in principe de nieuwe ontwikkelingen of intensivering van staand beleid integraal afgewogen bij de Perspectiefnota. Hierop gelden de volgende uitzonderingen:
- a.
Voorstellen voor nieuwe ontwikkelingen of intensivering mogen tussentijds worden voorgelegd wanneer het voorstel onuitstelbaar en onvermijdelijk is. Deze worden door middel van een separaat raadsvoorstel inclusief begrotingswijziging aan de raad voorgelegd;
- b.
Bij een voorstel in het lopende jaar, waarvoor geen dekking kan worden gevonden binnen het programma en/of aanvullende middelen van derden, wordt als dekking aangegeven (in deze volgorde; het begrotingsoverschot, de post onvoorzien, de algemene reserve.
- a.
Artikel 10 Wensen en bedenkingen grote onderwerpen
- 1.
Het college beslist in ieder geval niet eerder over, onverminderd het bepaalde in de Nota garantstellingen en leningen:
- a.
de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 600.000, die niet het direct gevolg zijn van de uitvoering van een eerder raadsbesluit - en;
- b.
het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties indien:
- i.
de weerstandsratio onder de afgesproken norm komt, of;
- ii.
de aanvrager herhaalde problematische betalingservaringen heeft gehad, of;
- iii.
een marktpartij betrokken is (PPS), en;
- i.
- c.
het verstrekken van risicodragend kapitaal aan instellingen en ondernemingen;
- a.
dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van college te brengen.
- 2.
Indien het college acht dat er noodzaak is om snel(ler) te handelen, neemt het college een besluit en informeert de raad zo snel mogelijk, zoals beschreven in artikel 169 van de gemeentewet.
Artikel 11 Actieve informatieplicht financiële gevolgen
Het college en de burgemeester voorzien de raad van alle informatie, die financiële gevolgen heeft of kan hebben, die de raad voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft en neemt daarbij artikel 169 van de gemeentewet in acht.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 12 Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
- 1.
In de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening rapporteert het college aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 2% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.
- 2.
In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onzekerheden) toegelicht indien deze de rapporteringstolerantie van € 375.000 van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves overschrijden.
Artikel 13 Voorwaardencriterium
- 1.
Het college biedt de raad jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (externe en interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheers handelingen kunnen voortvloeien. De interne wet- en regelgeving betreffen de wet- en regelgeving die door de raad zijn vastgesteld.
- 2.
Het college operationaliseert het normenkader in een controleplan en controleprotocol ten behoeve van de interne beheersing.
Artikel 14 Begrotingscriterium
- 1.
De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 4.
- 2.
Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaalbedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
- 3.
Uitgangspunt is dat iedere overschrijding van begrote lasten als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel beschouwd in de volgende situaties:
- a.
er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;
- b.
er is sprake van een overschrijding van lasten die worden gecompenseerd door een (extra) onttrekking aan een reserve, conform het doel van de betreffende reserve
- c.
er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling;
- d.
er is sprake van verplichte bijdragen aan verbonden partijen;
- e.
Er sprake is van een overschrijding die past binnen het door de raad geaccordeerde beleid;
- f.
Er sprake is van een overschrijding waarover de gemeenteraad is geïnformeerd maar waarvoor geen begrotingswijziging is vastgesteld.
- a.
- 4.
Over- en onderschrijdingen van baten of onderschrijdingen van lasten/investeringen zijn rechtmatig, mits zij voldoen aan:
- a.
Onderschrijdingen van lasten of investeringskredieten zijn gemeld in de Bestuursrapportage c.q. Perspectiefnota (lopende jaarschijf)
- b.
Lagere of hogere baten indien deze zijn gemeld in de Bestuursrapportage c.q. Perspectiefnota (lopende jaarschijf)
- c.
Afwijkingen zoals bedoeld in lid a. en b. die zijn ontstaan na de Bestuursrapportage, indien deze (uiterlijk) bij de jaarrekening zijn gemeld.
- a.
Artikel 15 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium
Het college stelt regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 16 Beleidsnota´s
Het college beziet, ten minste iedere 4 jaar, of er aanleiding is de volgende beleidsnota’s te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie.
- a.
Nota Lokale heffingen
- b.
Nota Risicosturing en weerstandsvermogen
- c.
Nota Onderhoud kapitaalgoederen
- d.
Financieringsstatuut
- e.
Nota Garantstellingen en leningen
- f.
Nota Verbonden partijen
- g.
Nota Grondbeleid
- h.
Nota Reserves en voorzieningen
- i.
Nota Waarderen en afschrijven vaste activa
- j.
Nota Overhead
Artikel 17 Lokale heffingen
- 1.
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting, hondenbelasting, precariobelasting, logiesheffing, marktgelden, reinigingsrecht, binnenhavengelden, rioolheffing, afvalstoffenheffing, lijkbezorgingsrechten en leges.
- 2.
Het college neemt in de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV, in ieder geval op:
- a.
de kostentoerekening van de geraamde rentekosten, overheadkosten en de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (btw) aan de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht;
- b.
een overzicht van geraamde en/of gerealiseerde bedragen voor kwijtscheldingen van lokale heffingen.
- a.
Artikel 18 Risicomanagement en weerstandsvermogen
- 1.
In de nota risicosturing en weerstandsvermogen wordt:
- a.
ingegaan op de beleidskaders van risicomanagement, het opvangen van risico's door het treffen van adequate preventieve maatregelen;
- b.
de beschikbare weerstandscapaciteit gedefinieerd;
- c.
de norm voor het gewenste weerstandsvermogen bepaald.
- a.
- 2.
Het college neemt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV in ieder geval op:
- a.
de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner;
- b.
het saldo van de baten en lasten voor dotaties en onttrekkingen van reserves als percentage van de inkomsten;
- c.
de onbenutte belastingcapaciteit onroerendezaakbelastingen als percentage van de inkomsten;
- d.
de wijze waarop met risico’s en de omvang van het weerstandsvermogen wordt omgegaan.
- a.
Artikel 19 Onderhoud kapitaalgoederen
- 1.
In de beleidsnota onderhoud kapitaalgoederen wordt ingegaan op het beoogde onderhoudsniveau, de planning voor het onderhoud en de kosten van onderhoud voor de openbare ruimte, gebouwen en riolering.
- 2.
Het college biedt de raad ten minste eens in de 5 jaar een onderhoudsplan openbare ruimte ter vaststelling aan. Het onderhoudsplan openbare ruimte geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen (incl. kunstwerken, verkeersinstallaties en straatmeubilair).
- 3.
Het college biedt de raad ten minste eens in de 5 jaar een rioleringsplan ter vaststelling aan. Het rioleringsplan geeft het kader weer voor het beheer van het watersysteem, waaronder het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud.
- 4.
Het college biedt de raad ten minste eens in de 5 jaar een onderhoudsplan gebouwen ter vaststelling aan, voor elk ander onderdeel waarvoor een onderhoudsvoorziening is gevormd. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud.
Artikel 20 Financieringsfunctie (treasury), garantstellingen en leningen
- 1.
In het financieringsstatuut wordt het treasurybeleid opgenomen omtrent financieringsactiviteiten, zoals het aantrekken van geldleningen, de daarbij behorende taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.
- 2.
In de nota garantstellingen en leningen worden de kaders opgenomen voor het verstrekken van garantstellingen en leningen aan derden.
- 3.
Het financieringsstatuut is een operationeel en op de interne organisatie gericht beleidsdocument en wordt daarom door het college zelf vastgesteld.
Artikel 21 Verbonden partijen
- 1.
Het college biedt de raad een beleidsnota aan over de verbonden partijen. De raad stelt de nota vast.
- 2.
De beleidsnota behandelt ten minste de wijze waarop wordt omgegaan met oprichting, beheer, verkoop en liquidatie van de verbonden partijen van de gemeente.
- 3.
Het college voert iedere collegeperiode een herijking uit voor alle deelnemingen (private verbonden partijen) en biedt deze ter kennisname aan de raad aan. Op basis hiervan wordt per deelneming bekeken of het verstandig is deze aan te houden, (op termijn) te verkopen of te liquideren.
Artikel 22 Grondbeleid
- 1.
In de nota Grondbeleid wordt in ieder geval ingegaan op:
- a.
de strategische visie van het grondbeleid van de gemeente (vorm, doel);
- b.
de uitgangspunten voor de verkoopprijzen van gronden;
- c.
de wijze waarop met de toerekening van bovenwijkse voorzieningen wordt omgegaan;
- d.
bijbehorende instrumenten.
- a.
- 2.
Het college stelt jaarlijks een grondprijzenbrief vast met een vastgestelde uitgifteprijs voor zowel maatschappelijke grond als intern door te leveren grond, die ter kennisname aan de raad wordt aangeboden.
- 3.
De voorziening voor verliesgevende grondexploitaties wordt gewaardeerd tegen eindwaarde.
- 4.
Jaarlijks stelt de raad de actualisatie van de grondexploitaties vast (Prognose Grondbedrijf).
Artikel 23 Reserves en voorzieningen
- 1.
In de nota Reserves en voorzieningen wordt ingegaan op het beleid omtrent reserves en voorzieningen, waaronder kaders over vorming en besteding, doel, hoogte, looptijd en voeding van reserves en voorzieningen.
- 2.
In de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de programma's, producten en taakvelden plaats, conform art. 27 lid 6.
Artikel 24 Waarderen en afschrijven vaste activa
In de nota Waarderen en afschrijven vaste activa wordt in ieder geval ingegaan op:
- a.
de wijze waarop voorstellen voor investeringen worden aangeboden en geautoriseerd door de raad, in aanvulling op wat in deze verordening is vastgelegd;
- b.
de afschrijvingsmethode en afschrijvingstermijn per categorie;
- c.
het moment van starten met afschrijven;
- d.
de gebruiksduur per categorie kapitaalgoederen ofwel de afschrijvingstermijn;
- e.
de componentenbenadering;
- f.
de restwaarde.
Artikel 25 Overhead
De nota Overhead is een operationeel en op de interne organisatie gericht beleidsdocument en wordt daarom door het college zelf vastgesteld. In de nota Overhead wordt in ieder geval ingegaan op:
- a.
de aard en omvang van de lasten en baten vallende onder overhead;
- b.
de methodiek van doorbelasten in tarieven, heffingen en retributies;
- c.
de doorbelasting van overhead aan diensten voor andere Drechtsteden;
- d.
het doorbelasten van overhead aan grondexploitaties, investeringen en overige projecten;
- e.
het verrekenen van overhead in de aangifte vennootschapsbelasting;
- f.
de berekening voor overhead in de prijzen voor economische activiteiten.
Artikel 26 Voorziening voor oninbare vorderingen
- 1.
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
- 2.
Voor openstaande vorderingen betreffende:
- a.
onroerendezaakbelastingen;
- b.
precariobelasting;
- c.
hondenbelasting;
- d.
parkeerbelasting;
- e.
rioolheffing;
- f.
afvalstoffenheffing;
- a.
-
wordt, met uitzondering van individuele vorderingen groter dan € 100.000, een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het gemiddelde werkelijke percentage oninbaarheid van de afgelopen drie jaar.
Artikel 27 Kostprijsberekening
- 1.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
- 2.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (btw) betrokken.
- 3.
De wijze van toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het eerste lid, is opgenomen in de nota Overhead.
- 4.
De rente die wordt toegerekend aan activiteiten is gelijk aan de in de begroting opgenomen omslagrente. De omslagrente wordt jaarlijks bij de begroting wordt vastgesteld o.b.v. het ingevulde renteschema. Het te gebruiken rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt jaarlijks door de raad bij de begroting vastgesteld. In de begroting wordt de berekening opgenomen, voorzien van een toelichting.
Artikel 28 Prijzen economische activiteiten
- 1.
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarbij de betreffende levering als levering in het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
- 2.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
- 3.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
- 4.
Raadsbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als minder dan de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht en sprake is van:
- a.
leveringen van goederen, diensten of werken aan andere overheden voor hun publieke taak;
- b.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;
- c.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;
- d.
een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
- e.
een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
- f.
een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
- g.
een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.
- a.
Hoofdstuk 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken
Artikel 29 Paragrafen
- 1.
In de begroting en de jaarstukken worden minimaal de in het BBV aangegeven verplichte paragrafen opgenomen.
- 2.
In deze paragrafen wordt een toelichting gegeven en verantwoording afgelegd over het gevoerde (financiële) beleid. Het college gaat hierbij in op ten minste de verplichte onderdelen op grond van het BBV en de met de raad afgesproken aanvullende informatie.
- 3.
Het college neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV in ieder geval op:
- a.
de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant;
- b.
een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 12 overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;
- c.
een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;
- d.
geconstateerde fraude door eigen medewerkers.
- a.
- 4.
De aanvullende informatie bevat ten minste bij Begroting en Jaarstukken:
- a.
De door de raad vastgestelde extra indicatoren.
- b.
Lijst gebruikte afkortingen en de volgende informatie alleen bij Jaarstukken:
- i.
een actueel beeld van de staat van informatiebeveiliging;
- ii.
een toelichting op het EMU-saldo;
- iii.
het ingevulde Kader Interbestuurlijk Toezicht;
- iv.
ondernomen acties n.a.v. aanbevelingen van de Rekenkamer;
- v.
overzicht Wet Normering Topinkomens.
- i.
- a.
Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 30 Administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten, de geschatte marktwaarde van kunstwerken met een cultuur historische waarde;
- c.
het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
- d.
het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;
- e.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
- f.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 31 Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
- a.
een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de organisatorische eenheden en functionarissen (Regels omtrent de ambtelijke organisatie).
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd.
- c.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten (mandaatbesluit).
Artikel 32 Interne beheersing en frauderisicobeheersing
- 1.
Het college is verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het college noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of van fouten;
- 2.
De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude berust bij het college. In dat kader is het college verantwoordelijk voor de interne beheersingsomgeving die toereikend is opgezet en effectief werkt om het risico van materiële afwijkingen als gevolg van fraude te adresseren.
- 3.
Het college is verantwoordelijk voor het opzetten, implementeren en onderhouden van de interne beheersing gericht op het voorkomen en ontdekken van gevallen van fraude, inclusief het opstellen van een frauderisicoanalyse en frauderesponsplan. Het college rapporteert hierover in de paragraaf bedrijfsvoering.
- 4.
Het college stelt de raad tussentijds op de hoogte in het geval van individuele tekortkomingen groter dan de rapporteringsgrens genoemd in artikel 12.
Artikel 33 Interne controle
- 1.
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college daarover in de rechtmatigheidsverantwoording. Daarbij informeert het college de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
- 2.
Het college draagt zorg voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 5 jaar. Bij afwijkingen in de administratie neemt het college maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
Artikel 34 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
- 1.
De huidige Financiële verordening gemeente Dordrecht laatstelijk gewijzigd op 5 november 2024 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2024 en op de begroting van het begrotingsjaar 2025.
- 2.
Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de Financiële verordening gemeente Dordrecht van toepassing die laatstelijk is gewijzigd op 5 november 2024.
Artikel 35 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Dordrecht.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 mei 2025.
De griffier, De voorzitter,
A.E.T. Wepster, P.A.C.M. van der Velden
Bijlage 1 bij artikel 16 Nota lokale heffingen
Bijlage 2 bij artikel 17 Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen
Bijlage 3 bij artikel 18 Nota onderhoud kapitaalgoederen
Bijlage 4 bij artikel 19 Financieringsstatuut en Nota garantstellingen en leningen
Externe link: Financieringsstatuut
en
Bijlage 5 bij artikel 20 Nota verbonden partijen
Bijlage 6 bij artikel 21 Nota Grondbeleid 2024 "Op goede gronden"
Bijlage 7 bij artikel 22 Nota reserves en voorzieningen
Bijlage 8 artikel 23 Afschrijvingsbeleid
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl