Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740866
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740866/1
Subsidieregeling Regio Deal Noord-Limburg II
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 21-06-2025
Intitulé
Subsidieregeling Regio Deal Noord-Limburg IIBurgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van 8 april 2025;
gelet op:
- -
artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV) 2020];
- -
het Convenant d.d. 24-09-2024 Regio Deal Noord-Limburg II;
- -
het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche;
overwegende, dat dat bij beschikking d.d. 28-11-2024 het Rijk de beschikking tot verlening van eenmalige specifieke uitkering Regio Deal Noord-Limburg II op grond van de Regeling specifieke uitkering Regio Deals vijfde tranche aan de gemeente Venlo in haar rol van regiokassier, heeft afgegeven;
dat Provincie Limburg de inhoud en aanpak van de Regio Deal Noord-Limburg II steunt en een financiële bijdrage levert van € 5 miljoen, zoals opgenomen in de Bestuursovereenkomst Regionale partijen t.b.v. Regio Deal Noord-Limburg II;
dat het voor het verstrekken van de financiële middelen aan projecten die passen binnen de thema’s van de Regio Deal Noord-Limburg II noodzakelijk is een subsidieregeling vaststellen;;
gehoord de commissies ;
besluiten vast te stellen:
Subsidieregeling Regio Deal Noord-Limburg II
I. Algemeen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
Activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen, dat per activiteit de daarvoor benodigde middelen vermeldt.
- b.
Awb: Algemene wet bestuursrecht.
- c.
College: het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Venlo.
- d.
Partners: samenwerkingspartners in het kader van de Regio Deal, niet zijnde onderdeel van, of verbonden aan de gemeenten in de Regio Noord Limburg.
- e.
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld.
- f.
Regiogemeenten: de acht gemeenten in het samenwerkingsverband Regio Noord-Limburg, te weten de gemeente Beesel, gemeente Bergen, gemeente Gennep, gemeente Horst aan de Maas, gemeente Mook en Middelaar, gemeente Peel en Maas, gemeente Venlo en gemeente Venray.
- g.
Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent.
- h.
Projectenvelop: door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg en de raden of colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten vastgestelde lijst met projecten in het kader van de Regio Deal Noord-Limburg II, inclusief een overzicht van de door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg en de raden of colleges van burgemeester en wethouders van de regiogemeenten beschikbaar te stellen financiële bijdrage.
- i.
Project: een samenhangend geheel van activiteiten, specifiek benoemd en opgenomen in een projectenvelop.
- j.
Penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende organisatie die deelneemt aan het samenwerkingsverband;
- k.
Regio Deal: convenant dat door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, eventueel een andere minister/staatssecretaris en één of meer regionale partijen is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren;
- l.
Kassier: partij bedoeld in artikel 4 van de Bestuursovereenkomst Regionale partijen t.b.v. Regio Deal Noord-Limburg II, die in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal, de in de Regio Deal opgenomen financiële bijdrage van het Rijk door middel van een specifieke uitkering ontvangt.
- m.
Regio Noord-Limburg: samenwerkingsverband van de acht gemeenten in Noord-Limburg.
- n.
Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente Venlo geleverde goederen of diensten.
- o.
Verdrag: verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Artikel 2 Beleidskader en toetsingscriteria
- 1.
Deze subsidieregeling levert een bijdrage aan de wording van Regio Noord-Limburg als de gezondste regio van Nederland én het verhogen van de regionale Brede Welvaart. Deze subsidieregeling heeft meer specifiek tot doel:
- a.
Het realiseren van de doelen, aanpak en resultaten zoals deze zijn opgenomen in het convenant Regio Deal Noord-Limburg II;
- b.
Het realiseren van een impuls voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio;
- c.
Bijdragen aan het oplossen van regionale en regio-overstijgende vraagstukken;
- d.
Versterken van de samenwerking tussen overheden, onderwijs, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en inwoners in de Regio Noord-Limburg;
- e.
Uitnodigen van partners om mee te investeren, mee te doen én mee te profiteren.
- a.
- 2.
Als beleidskader voor deze subsidieregeling geldt dat een project moet passen binnen de doelen, aanpak en resultaten zoals beschreven in het Convenant Regio Deal Noord-Limburg II.
- 3.
De projecten worden daarnaast beoordeeld op
- a.
Relevantie van het initiatief:
- i.
Korte omgevingsanalyse;
- ii.
Overzicht van relevante stakeholders;
- iii.
Inzicht in de voor het project relevante behoefte van de stakeholders;
- iv.
Een beschrijving en afbakening van de doelgroep.
- i.
- b.
Effectiviteit:
- i.
Probleemanalyse;
- ii.
De strategie voor probleemaanpak;
- iii.
Een beschrijving van de gewenste resultaten en effecten.
- i.
- c.
Haalbaarheid:
- i.
Onderbouwd inzicht in de aannames en de risico’s die van invloed zijn op het behalen van de resultaten;
- ii.
Een beschrijving van voor het risicomanagement;
- iii.
Het beschikbaar budget voor uitvoering van de benodigde activiteiten;
- iv.
Een set SMART indicatoren voor de monitoring op output/resultaten/impact.
- i.
- a.
Artikel 3 Toepassingsbereik subsidie/doelgroep
Deze subsidieregeling is uitsluitend bedoeld voor partijen die uiterlijk 15 december 2024 een projectvoorstel hebben ingediend bij Regio Noord-Limburg in het kader van de Regio Deal Noord-Limburg II, of voor partijen die een voorstel hebben ingediend voor een door het college nader te bepalen datum voor een volgende projectenvelop.
Artikel 4 Subsidieplafond en wijze van verdeling
- 1.
Het subsidieplafond bedraagt € 20.000.000 (inclusief BTW) volgens de in onderstaande tabel opgenomen onderverdeling per themalijn, conform het Convenant Regio Deal Noord-Limburg II:
Themalijn |
Totaal bedrag publieke financiering |
|
€ 9,70 mln. |
|
€ 3,40 mln. |
|
€ 3,88 mln. |
|
€ 2,42 mln. |
Uitvoeringskosten (VAT) |
€ 0,60 mln. |
Bijdragen totaal maximaal |
€ 20 mln. |
- 2.
Het subsidieplafond wordt verlaagd met het bedrag inzake de compensabele BTW dat op de specifieke uitkering in mindering wordt gebracht.
- 3.
De wijze van verdeling gebeurt overeenkomstig de door de colleges van B&W in de Regio Noord-Limburg vastgestelde Projectenvelop.
II. Aanvraag
Artikel 5 Aanvraag
- 1.
De aanvraag wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Venlo, als kassier van de Regio Deal.
- 2.
Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe door het college van burgemeester en wethouders van Venlo vastgesteld aanvraagformulier.
- 3.
Bij de aanvraag legt de subsidieaanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:
- a.
Een activiteitenplan gekoppeld aan de doelen en beoogde resultaten (in de vorm van een projectvoorstel zoals gepubliceerd op de website Regio Deal Noord-Limburg | Regio Noord-Limburg (rn-l.nl));
- b.
Een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Het begrotingsformat wordt gepubliceerd op de website Regio Deal Noord-Limburg | Regio Noord-Limburg (rn-l.nl);
- c.
Een onderbouwing van de begroting met offertes en/of calculaties, zoveel mogelijk uitgesplitst in lonen en materiaalkosten (met eventueel onderscheid tussen subsidiabele en niet-subsidiabele activiteiten en investeringen);
- a.
- 4.
Bij de aanvraag worden voor zover van toepassing ook de volgende gegevens gevoegd:
- a.
(Haalbaarheids)Plannen, ontwerpen, (architect)tekeningen of andere documenten ter onderbouwing van de aanvraag, (concept) aanvraag omgevingsvergunning;
- b.
Een recent uittreksel van Kamer van Koophandel (maximaal zes maanden oud);
- c.
De laatste beschikbare jaarrekening van de aanvrager, indien deze een onderneming of anderszins privaatrechtelijke rechtspersoon is.
- a.
- 5.
Onderdeel b en c van het vierde lid zijn niet van toepassing indien de aanvrager een publieke entiteit is.
Artikel 6 Aanvraagtermijn
Aanvragen uit de 1e projectenvelop kunnen doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 31 december 2025. Voor latere projectenveloppes geldt een aanvraagtermijn van uiterlijk 6 maanden na vaststelling van de envelop.
Artikel 7 Beslistermijn
- 1.
Het college toetst de aanvraag op volledigheid. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Er is sprake van een ontvankelijke aanvraag op het moment dat voldaan is aan de hiervoor geldende wettelijke vereisten en alle onder artikel 5 genoemde documenten zijn ontvangen.
- 2.
Het college bevestigt de ontvangst van een ontvankelijke aanvraag binnen acht werkdagen.
- 3.
Indien de aanvraag niet volledig is, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om de aanvraag binnen een termijn van vier weken volledig te maken.
- 4.
Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag over toekenning van de subsidie. Deze termijn kan met maximaal 4 weken worden verlengd.
III Verlening
Artikel 8 Beoordeling van de aanvraag
- 1.
Het college toetst of de aanvraag aansluit bij de doelstellingen van deze subsidieregeling, de Projectenvelop en bij de doelstellingen van de betreffende themalijn uit het Convenant Regio Deal Noord-Limburg II waarvoor een subsidie wordt gevraagd, alsmede aan alle overige subsidievoorwaarden.
- 2.
Het college toetst of de aanvraag voldoet aan de toetsingscriteria zoals beschreven in artikel 2, lid 2 en 3. Een aanvraag moet een voldoende scoren op elk criterium om in aanmerking te komen voor subsidie.
Artikel 9 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
- 1.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb weigert het college de subsidie in ieder geval:
- a.
Als het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd niet is opgenomen in een door de bestuurscolleges van de gemeenten en provincie vastgestelde Projectenvelop;
- b.
Indien en voor zover de subsidie leidt tot ongeoorloofde staatssteun;
- c.
Als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
- d.
Als de provincie Limburg haar bijdrage aan het project weigert;
- e.
Als de gemeenten hun bijdragen aan het project weigeren;
- f.
Als het Rijk haar bijdrage aan het project weigert.
- a.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 weigert het college de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:
- a.
subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of
- b.
de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of
- c.
de maximale steunintensiteit zal worden overschreden.
- a.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 en 2 kan het college de subsidie verder weigeren:
- a.
Als de eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning niet is verleend;
- b.
Als de activiteiten niet conform de verleende omgevingsvergunning worden uitgevoerd.
- a.
- 4.
Indien na subsidieverlening blijkt dat toch sprake is van hetgeen in lid 1 tot en met 3 is vermeld, of in strijd met de subsidievoorwaarden wordt gehandeld, kan het college de subsidie wijzigen dan wel intrekken.
- 5.
Indien binnen drie maanden na verlening van de subsidie niet wordt gestart met de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend kan het college de subsidie wijzigen dan wel intrekken. In het geval van noodzaak van een omgevingsvergunning, wordt deze binnen drie maanden na subsidieverlening aangevraagd. En wordt binnen drie maanden nadat de vergunning onherroepelijk is, gestart met het initiatief. Indien deze termijn wordt overschreden kan het college de subsidie wijzigen dan wel intrekken.
- 6.
Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
Artikel 10 Subsidievoorwaarden
Algemene voorwaarden verbonden aan de subsidie:
- 1.
De subsidie wordt ingediend namens de penvoerder van een samenwerkingsverband.
- 2.
De penvoerder is gevestigd in de Regio Noord-Limburg.
- 3.
De voorwaarden van deze regeling zijn onverkort van toepassing op alle deelnemers in het samenwerkingsverband.
- 4.
De activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd passen binnen de doelstellingen van het Regio Deal convenant Regio Deal Noord-Limburg II en binnen de doelstellingen van deze subsidieregeling.
- 5.
De startdatum van activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd mag niet liggen vóór de datum van vaststelling van de projectenvelop door de colleges van de Gemeenten en Gedeputeerde Staten.
- 6.
Een initiatiefnemer mag op eigen rekening en risico starten met de activiteiten nadat de projectenvelop is vastgesteld en voordat een besluit is genomen over de subsidieaanvraag.
Artikel 11 Aan de subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
- 1.
Bij verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting bij de verleningsbeschikking wordt dan uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
- 2.
Elke wijziging in de activiteiten moet gemotiveerd ingediend worden en behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van het college.
- 3.
De aanvrager verleent medewerking aan controles tijdens en na afronding van de activiteiten.
- 4.
De activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd worden uitgevoerd en afgerond uiterlijk 31-12-2028.
- 5.
De subsidieontvanger, die tevens rechtspersoon is, verleent medewerking aan onderzoeken die de raad, het college of de rekenkamercommissie (artikel 81oa van de Gemeentewet) uitvoert. De medewerking houdt in dat de subsidieontvanger:
- a.
nadere inlichtingen verstrekt over jaarrekeningen, accountantsrapporten en overige documenten met betrekking tot de subsidieontvanger;
- b.
genoemde jaarrekeningen, rapporten en documenten overlegt; en
- c.
toestaat dat de administratie wordt onderzocht.
- a.
- 6.
De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen blijken, alsmede de betalingen en ontvangsten inzake de gesubsidieerde activiteiten.
- 7.
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college.
- 8.
De subsidieontvanger is verplicht om de risico’s die hij niet zelf kan dragen in relatie tot schade aan de gesubsidieerde activiteiten afdoende te verzekeren.
- 9.
Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:
- a.
Beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
- b.
Relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
Ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;
- d.
Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
- a.
- 10.
Bij verleningsbeschikking kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
- 11.
Bij de verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het college een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, Awb voordoet.
- 12.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding als bedoeld in lid 11 wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen. Daarnaast wordt de vergoeding gerelateerd aan de mate waarin de subsidie heeft bijgedragen aan de vermogensvorming. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.
Artikel 12 Voorwaarden inzake aan derden uitbestede werken, diensten en leveringen
- 1.
Indien de subsidieontvanger een publiekrechtelijke persoon is, dient zij voor de aanbesteding van werken, diensten, of leveringen haar eigen inkoopbeleid te volgen;
- 2.
Overige subsidieontvangers handelen bij de aanbesteding van werken, diensten, of leveringen transparant en non-discriminatoir, gericht op een doelmatige en efficiënte besteding van middelen;
- 3.
Op verzoek van de het college geven subsidieontvangers inzicht in de wijze waarop een keuze tot aanbesteding in lijn met lid 1 of 2 tot stand is gekomen, alsmede inzicht in de contracten die met leveranciers zijn afgesloten.
Artikel 13 Subsidiabele kosten
- 1.
Kosten die in aanmerking komen voor subsidie:
- a.
Loonkosten eigen personeel;
- b.
Materiële kosten;
- c.
Kosten machines en apparatuur;
- d.
Inhuur derden.
- e.
Uitbetaalde vrijwilligersvergoedingen die zijn verbonden aan het project, tot maximaal het door de belastingdienst vastgestelde bedrag.
- a.
- 2.
Kosten die niet in aanmerking komen voor subsidie:
- a.
Kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;
- b.
Door de aanvrager verrekenbare danwel compensabele BTW;
- c.
Kosten die uit andere hoofde zijn of worden gedekt;
- d.
Kosten van gerechtelijke procedures, boetes en sancties;
- e.
Legeskosten en overige kosten inzake het aanvragen en verlenen van vergunningen.
- a.
- 3.
Het college kan naast de in het tweede lid genoemde kosten ook andere kosten van de aanvraag niet-subsidiabel verklaren.
Artikel 14 Subsidiepercentage
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Voor het thema Veiligheid geldt geen maximaal subsidiepercentage.
Artikel 15 Methode berekening loonkosten eigen personeel
Voor wat betreft de loonkosten dient te allen tijde uitgegaan te worden van een uurtarief maal een aantal uren. Het uurtarief kan op basis van de volgende methoden berekend worden:
- I.
Een forfaitair uurtarief van € 65 per uur (op basis van 1600/jaar bij een voltijds aanstelling van de medewerker);
- II.
Een uurtarief op basis van loonkosten van een medewerker in loondienst, met een opslag overhead van 50% (op basis van 1600/jaar bij een voltijds aanstelling van de medewerker);
- III.
Een integrale kostprijs conform de Rijksbrede systematiek en zoals overeengekomen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Artikel 16 Methode berekening kosten machines en apparatuur
Kosten machines en apparatuur dienen berekend te worden op basis van historische aanschafprijzen en de afschrijvingskosten per jaar over de economische levensduur van het activum en voor zover toe te rekenen aan het gebruik binnen het project, gerelateerd aan een normaal volledig gebruik.
Artikel 17 Methode berekening kosten inhuur derden
Inhuur derden betreft alle inzet van extern ingehuurde medewerkers, op basis van een uurtarief en eventuele overige kosten derden. Het uurtarief voor inhuur derden is marktconform en gemaximeerd op € 130 (excl. BTW) per uur.
Artikel 18 Staatssteun
Indien er bij subsidieverlening sprake is van staatssteun, wordt deze uitsluitend verleend indien passend binnen de Europese steunkaders van de Algemene Groepsvrijstellings Verordening (Verordening (EU) nr. 651/2014), de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) (Verordening (EU) Nr. 2022/2472) of de Deminimis Verordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013).
IV Verantwoording en vaststelling
Artikel 19 Voorschot en uitbetaling
- 1.
Het college kan na toekenning van de subsidie en op verzoek van de aanvrager, een voorschot, in termijnen, verstrekken tot maximaal:
- a.
100% van het bepaalde subsidiebedrag voor projecten waarvan de subsidieaanvrager een van de gemeenten is;
- b.
80% van het bepaalde subsidiebedrag voor projecten waarvan de subsidieaanvrager een andere rechtspersoon dan een gemeente is.
- a.
- 2.
Uitbetaling van de subsidie, minus een eventueel reeds betaald voorschot, vindt plaats nadat het college de subsidie heeft vastgesteld.
Artikel 20 Aanvraag tot vaststelling
- 1.
Uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn uitgevoerd, dient de aanvrager een aanvraag tot subsidievaststelling in. Deze aanvraag wordt ingediend bij het college.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten.
- a.
- 3.
Bij de aanvraag tot vaststelling voegt de subsidieontvanger een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant. De accountant onderzoekt of het activiteitenverslag met het financieel verslag verenigbaar is en onderzoekt tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen conform het Controleprotocol Eindrapportage subsidies. Ingeval de subsidieontvanger een van de gemeenten is, kan worden volstaan met de (financiële) verantwoordingsinformatie bij de gemeentelijke jaarrekening volgens de Single information & Single audit (SiSa) systematiek (dit dient jaarlijks te gebeuren, een en ander conform artikel 17a van de Financiële Verhoudingswet).
- 4.
Het college bevestigt binnen 2 weken de ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.
Artikel 21. Vaststelling subsidies
- 1.
Het college stelt een subsidie vast binnen 12 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.
- 2.
Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.
- 3.
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 19 lid 2, is ingediend kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling eventueel op nihil.
- 4.
Indien, om welke reden dan ook, de activiteiten niet tijdig of niet geheel zijn uitgevoerd, niet voldaan is aan de voorwaarden van deze regeling, of niet voldaan is aan overige gestelde verplichtingen, kan de subsidie lager of zelfs op nihil worden vastgesteld;
- 5.
Afwijkingen leiden in ieder geval niet tot het opwaarts bijstellen van de subsidie. Minderwerk of andere afwijkingen in de uitgevoerde werkzaamheden kunnen wel aanleiding zijn tot het herzien van de subsidietoekenning dan wel het lager vaststellen van de subsidie.
- 6.
De subsidieaanvrager houdt gedurende vijf jaar na de vaststelling alle rekeningen en betaalbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar.
- 7.
Bij verleningsbeschikking kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 22 Inwerkingtreding en looptijd
- 1.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
- 2.
Deze regeling eindigt na afronding van de eindverantwoording Regio Deal Noord-Limburg II.
- 3.
De looptijd kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 lid 2 van het convenant Regio Deal Noord-Limburg II worden aangepast.
Artikel 23 Hardheidsclausule
- 1.
Het college kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van één of meerdere verplichtingen van deze regeling.
- 2.
Het college kan in bijzondere omstandigheden bij individuele gevallen afwijken van een of meerdere bepalingen uit deze regeling.
- 3.
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.
Artikel 24 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: “Subsidieregeling Regio Deal Noord-Limburg II".
Ondertekening
Venlo, 10 april 2025
Burgemeester en wethouders van Venlo
de secretaris, de burgemeester
Twan Beurskens, Antoin Scholten
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl