Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740828
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740828/1
Verordening lokaal eigendom bij grootschalige elektriciteit opwek Woerden
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026
Intitulé
Verordening lokaal eigendom bij grootschalige elektriciteit opwek WoerdenDe raad van de gemeente Woerden;
gelezen het voorstel van burgermeester en wethouders van 1 oktober (D/24/157805);
gelet op de artikelen 2.4 en 6.12, derde lid, van de Energiewet, en de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;
overwegende dat het van belang is om bij de realisatie van wind- en zonprojecten het maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie te vergroten en de ontwikkeling van lokale energiesystemen en energiegemeenschappen te bevorderen en in het Klimaatakkoord het streven naar 50 procent lokaal eigendom is afgesproken;
overwegende dat de gemeenteraad van Woerden in het besluit Gebiedskeuze voor grootschalige windenergie d.d. 15 november 2022 heeft opgenomen dat de gehele Woerdense samenleving in brede zin profijt moet hebben van grootschalige energie-opwerking met zon of wind in de gemeente;
overwegende dat de gemeenteraad van Woerden in het besluit Afwegingskader grootschalige duurzame energie d.d. 1 juni 2021 het uitgangspunt van het streven naar een zo hoog mogelijk lokaal eigenaarschap, maar ten minste 50 procent per project, heeft opgenomen;
overwegende dat de Energiewet de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over de motivering van een producent bij de aanleg of uitbreiding van een installatie voor de productie van energie uit hernieuwbare bronnen;
overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid om regels te stellen over de wijze van motivering over welke inspanningen zijn verricht voor het streven naar lokaal eigendom en welk percentage mede-eigendom is overeengekomen;
besluit vast te stellen
Verordening lokaal eigendom bij grootschalige elektriciteit opwek Woerden
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Toepassingsbereik
-
1. Deze verordening is van toepassing op de aanleg of uitbreiding van een grootschalige installatie voor de opwek van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
-
2. Onder een grootschalige installatie voor de opwek van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen wordt verstaan:
- a.
een zonnepark met een capaciteit van ten minste 1 MW; of
- b.
een windturbine met een capaciteit van ten minste 2 MW.
- a.
HOOFDSTUK 2 Motiveringsplicht lokaal eigendom
Artikel 2 Inspanningsverplichting lokaal eigendom
-
1. Bij de aanleg of uitbreiding van de installatie wordt door de producent, bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, gestreefd naar een zo hoog mogelijk percentage lokaal eigendom met een minimum van 50 procent.
-
2. Onder lokaal eigendom als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan het juridisch en economisch eigenaarschap van de installatie door:
- a.
omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen vertegenwoordigd in een lokale energiegemeenschap, als bedoeld in artikelen 1.1 en 2.4 van de Energiewet;
- b.
de eigenaren van de grond in het projectgebied; of
- c.
lokale overheden.
- a.
-
3. Onder omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen als bedoeld in het tweede lid, onder a, wordt verstaan:
- a.
inwoners en ondernemingen wonend of gevestigd in de gemeente Woerden of buurgemeenten; of
- b.
voor zover het gaat om wind, omwonenden en ondernemingen wonend of gevestigd binnen een straal van 10 keer de tiphoogte vanaf de windturbine met een minimum van 2500 meter.
- a.
Artikel 3 Motivering inspanningsverplichting lokaal eigendom
De producent motiveert bij de aanleg of uitbreiding van de installatie:
- a.
welke inspanningen hij heeft verricht om mede-eigendom ten aanzien van de voorgenomen installatie en de exploitatie daarvan door een kring van partijen als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, te bevorderen;
- b.
welk percentage mede-eigendom is overeengekomen; en
- c.
voor zover minder dan 50 procent mede-eigendom is overeengekomen, wat de redenen daarvan zijn en of er andere vormen van financiële participatie zijn overeengekomen.
Artikel 4 Financiële deelneming
-
1. Een andere vorm van financiële participatie als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c, is een financiële deelneming in de installatie.
-
2. Een financiële deelneming kan in de vorm van leningen, obligaties of certificaten door lokale omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen voorkomen.
-
3. Op dit artikel is artikel 2 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen wordt verstaan inwoners en ondernemingen wonend of gevestigd in de gemeente Woerden.
Artikel 5 Gegevens en bescheiden motivering
Voor de motivering, bedoeld in artikel 3, worden de volgende gegevens en bescheiden door de producent verstrekt:
- a.
voor de motiveringsplicht, bedoeld in artikel 3, aanhef en onder a, een beschrijving van:
- 1.
de methoden gebruikt voor de communicatie over het project;
- 2.
welke informatie is gedeeld en hoe deze informatie beschikbaar is gesteld;
- 3.
hoe de lokale omgeving voor het betreffende project is gedefinieerd;
- 4.
op welke wijze de lokale omgeving bij het project is betrokken;
- 5.
op welke wijze de wensen van de lokale omgeving zijn verkend;
- 6.
hoe de lokale omgeving de mogelijkheid heeft gehad om te participeren;
- 7.
welke afspraken zijn gemaakt met de lokale omgeving; en
- 8.
hoe de afspraken met de lokale omgeving zijn vastgelegd;
- 1.
- b.
voor de motiveringsplicht, bedoeld in artikel 3, aanhef en onder b:
- 1.
een invulling van figuur 1;
- 2.
een overzicht van de afspraken die zijn gemaakt over welke kosten door wie worden gedragen;
- 3.
een overzicht van de taakverdeling; en
- 4.
een samenwerkingsovereenkomst tussen de producent en de lokale omgeving, al dan niet vertegenwoordigd door de lokale energiegemeenschap;
- 1.
- c.
Voor de motiveringsplicht, bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c:
- 1.
een overzicht van andere vormen van financiële participatie die zijn toegepast; en
- 2.
de redenen waarom 50 procent lokaal eigendom niet haalbaar is.
- 1.
HOOFDSTUK 3 Overige bepalingen
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Energiewet.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lokaal eigendom bij grootschalige elektriciteit opwek Woerden.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 17 april 2025.
De griffier,
mevrouw Fransje E.H.M. Backerra
De voorzitter,
mevrouw Monique M. Bonsen-Lemmers
Bijlage I Toelichting
Algemene toelichting
De gemeente Woerden vindt het belangrijk dat alle inwoners in brede zin profiteren van grootschalige energieopwerking met zon of wind binnen de gemeente. Het uitgangspunt van de gemeente is dan ook om te streven naar een zo hoog mogelijk percentage lokaal eigenaarschap, met een minimum van 50% per project. Dit uitgangspunt komt tot uitdrukking in het besluit ‘Gebiedskeuze voor grootschalige windenergie’ waarin is opgenomen dat de gehele Woerdense samenleving in brede zin profijt moet hebben van grootschalige energie-opwerking met zon of wind in de gemeente. Het daadwerkelijke streven is opgenomen in het besluit ‘Afwegingskader grootschalige duurzame energie´. Amendement – Maximalisatie lokaal eigenaarschap, d.d. 15 juli 2021. Naast dat dit streven is opgenomen in het beleid van de gemeente, maakt de gemeente de keuze om het streven naar een zo hoog mogelijk percentage aandeel van lokaal eigendom ook juridisch te borgen. De toekomstige Energiewet biedt hiervoor een wettelijke grondslag.
De grondslag van deze verordening is artikel 6.12, derde lid, van de Energiewet. In deze verordening is zoveel mogelijk aangesloten bij de Energiewet, de begripsbepalingen uit artikel 1.1 van de Energiewet zijn dan ook van toepassing op deze verordening.
Voor
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Toepassingsbereik
Dit artikel regelt het toepassingsbereik van de regels uit deze verordening. De verordening is van toepassing op de aanleg of uitbreiding van grootschalige installaties voor de opwek van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Onder grootschalige installaties voor de opwek van elektriciteit vallen zonneparken met een capaciteit van meer dan 1 MW hebben of windturbine(s) met een capaciteit van meer dan 2 MW. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat kleinere windturbines of zonnevelden die zijn aangelegd voor eigen gebruik niet onder het toepassingsbereik van deze verordening vallen.
Artikel 2 Inspanningsverplichting lokaal eigendom
In het eerste lid is een inspanningsverplichting opgenomen: bij de aanleg of uitbreiding van de installatie, bedoeld in artikel 1, moet de producent streven naar een zo hoog mogelijk percentage lokaal eigendom, met een minimum van 50%. Er wordt geen resultaatsverplichting opgelegd, omdat niet kan worden afgedwongen dat de lokale omgeving eigenaar wil zijn van een dergelijke installatie. De producent wordt echter wel gevraagd voldoende inspanning te leveren om een zo hoog mogelijk percentage lokaal eigen te verkrijgen, met een minimum van 50%.
In het tweede lid wordt lokaal eigendom gedefinieerd als het juridisch en economisch eigenaarschap van de installatie. Dit houdt in dat er economisch zowel de lusten als de lasten worden gedragen en dat er zeggenschap over de installatie is. Deze definiëring sluit aan bij de definitie opgesteld door het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie. Lokaal eigendom kan bestaan uit omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen die deelnemen in de OntwikkelingsBV door middel van een lokale energiegemeenschap of een directe investering door grondeigenaren of lokale overheden.
Het derde lid bepaalt wat onder ‘omwonenden’ of ‘lokaal gevestigde ondernemingen wordt verstaan als bedoeld in het tweede lid, onder a. Het gaan om personen of ondernemingen die wonend of gevestigd zijn in de gemeente Woerden of in een buurgemeente. Deze kunnen allemaal door middel van een energiegemeenschap – zoals gedefinieerd in de Energiewet – eigenaar worden van de installatie. Daarbij kan het voorkomen dat een inwoner of een onderneming uit een andere gemeente dan Woerden of een buurgemeente binnen een straal van 10 keer de tiphoogte of op minimaal 2500 meter vanaf de windturbine woont. In dat geval mogen ook zij lid worden van de lokale energiegemeenschap. Dit is geregeld in artikel 3, aanhef en onderdeel b. Hierbij wordt ook aangesloten bij de jurisprudentie van het belanghebbende begrip in het omgevingsrecht: gevolgen van enige betekenis kunnen aanwezig worden geacht binnen een afstand van tien keer de tiphoogte van de dichtstbijzijnde windturbine, gemeten vanaf de voet van de windturbine (ABRvS, 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616, Windpark de Drentse Monden en Oostermoer, r.o. 7; ABRvS, 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4198, Windpark Zeewolde, r.o. 7).
Het tweede lid, aanhef en onder b, bepaalt dat eigenaren van de grond in het projectgebied. Dit omvat zowel gronden waarop de installatie wordt aangelegd of gronden die worden gebruikt in het project voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit. Een dergelijk project kan namelijk het realiseren van een energielandschap omvatten. In dat geval is het nodig dat de eigenaren van gronden die worden gebruikt voor het realiseren van een energielandschap ook eigenaar kunnen worden van de installatie. Dit wordt ook gezien als lokaal eigendom.
Het tweede lid, aanhef en onder c, bepaalt dat ook lokale overheden en de provincie Utrecht eigenaar kunnen zijn van de installatie en dat dit ook wordt beschouwd als lokaal eigendom. Onder lokale overheden wordt verstaan de gemeente Woerden of buurgemeenten.
Artikel 3 Motivering inspanningsverplichting lokaal eigendom
De producent is verplicht om bij de aanleg of uitbreiding van een grootschalige installatie voor de opwek van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen hoe is voldaan aan de inspanningsverplichting tot het streven naar lokaal eigendom. Op het moment van de aanvraag van een omgevingsvergunning zal de producent in een ver genoeg stadium zijn om de financiële haalbaarheid van het project aan te tonen. Daarnaast is er de mogelijkheid geweest voor het doorlopen van een participatietraject.
Deze bepaling sluit aan bij artikel 6.12, derde lid, van de Energiewet. Kamerstukken II 2023-2023, 36378, nr. 23 (Amendement lid Rooderkerk). De producent wordt drie motiveringsplichten opgelegd:
- 1.
de producent moet aantonen hoe hij zich heeft ingespannen om lokaal eigendom mogelijk te maken;
- 2.
de producent moet aantonen welk percentage van lokaal eigendom is overeengekomen; en
- 3.
in het geval dat er minder dan 50% lokaal eigendom is overeengekomen, wat de redenen daarvan zijn en welke andere vormen van financiële participatie zijn toegepast in het project.
Artikel 4 Financiële deelneming
In artikel 3, aanhef en onderdeel c, wordt gesteld dat in het geval er minder dan 50% lokaal eigendom is overeengekomen onder andere moet worden gemotiveerd welke andere vormen van financiële participatie zijn toegepast in het project. Lokaal eigendom is geen vorm van financiële participatie. Artikel 4 regelt één van deze vormen van financiële participatie, namelijk: financiële deelneming in de installatie.
Het tweede lid regelt dat financiële deelneming in de vorm van leningen, obligaties of certificaten door lokale omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen kan voorkomen.
Het derde lid verklaart artikel 2 van overeenkomstige toepassing op financiële deelneming. Dit betekent dat artikel 2 niet geheel letterlijk kan worden toegepast, maar misverstand over de toe te passen tekst is uitgesloten wanneer ‘financiële deelneming’ wordt gelezen in plaats van de term ‘lokaal eigendom’. Dit betekent onder andere dat wanneer de producent niet slaagt in 50% lokaal eigendom te overeenkomen, deze ook een inspanningsverplichting heeft om in zich in te spannen voor financiële deelneming door omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen. Het derde lid specifieert dat in dit artikel onder omwonenden of lokaal gevestigde ondernemingen alleen personen en ondernemingen vallen die wonend of gevestigd zijn in de gemeente Woerden.
Artikel 5 Gegevens en bescheiden motivering
In dit artikel is omschreven welke gegevens en bescheiden de producent moet aanleveren voor de motivering van de inspanningsverplichting. In onderdeel a wordt opgesomd welke stukken nodig zijn om de inspanning te motiveren die de producent heeft geleverd voor het streven naar lokaal eigendom. In onderdeel b is figuur 1 opgenomen waarin de producent kan invullen welk percentage van lokaal eigendom is behaald door de lokale omgeving. Daarnaast kan in dit figuur, indien van toepassing, ook worden ingevuld wat voor vorm van financiële deelneming is overeengekomen. Daarnaast moet de producent ook de samenwerkingsovereenkomst(en) aanleveren. Als de producent minder dan 50% lokaal eigendom heeft overeengekomen moet deze de redenen geven waarom het streven niet is behaald en ook de stukken overleggen waaruit de andere vormen van financiële participatie blijken.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
De wettelijke grondslag voor deze verordening is opgenomen in artikel 6.12, derde lid, van de Energiewet. Daarom treedt deze verordening gelijktijdig in werking met de Energiewet, zoals opgenomen in het eerste lid. In het tweede lid is de citeertitel opgenomen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl