Beleidsplan VTH 2025-2028 Gemeente Ommen

Geldend van 20-06-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan VTH 2025-2028 Gemeente Ommen

Afkortingenlijst

  • APV Algemene plaatselijke verordening

  • Bal Besluit activiteiten leefomgeving

  • Bbl Besluit bouwwerken leefomgeving

  • Bibob Bevordering integriteit beoordelingen door het openbaar bestuur

  • Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving

  • BOA Buitengewoon opsporingsambtenaar

  • BOPA Buitenplanse omgevingsplanactiviteit

  • BRZO Besluit Risico’s Zware Ongevallen

  • DVO Dienstverleningsovereenkomst

  • GK Gebouwklasse

  • GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst

  • IBT Interbestuurlijk toezichthouder

  • IMRO Informatiemodel ruimtelijke ordening

  • LHS Landelijke handhavingsstrategie

  • LSHO Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet

  • MBA Milieubelastende activiteit

  • ODIJ Omgevingsdienst IJsselland

  • ODRN Omgevingsdienst Regio Nijmegen

  • OM Openbaar Ministerie

  • OPA Omgevingsplanactiviteit

  • Ow Omgevingswet

  • RPI Risico prioriteringsinstrument

  • STOP STandaard Officiële Publicaties

  • TAM Tijdelijke alternatieve maatregel

  • TPOD Toepassingsprofielen omgevingsdocumenten

  • VTH Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

  • VTH-UP VTH-Uitvoeringsprogramma

  • Wet Bibob Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

  • Wkb Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

  • Wok Wet op de kansspelen

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voor u ligt het Vergunning-, Toezicht- en Handhavingsbeleid 2025-2028 (verder genoemd: VTH-beleidsplan) van de gemeente Ommen. Dit VTH-beleidsplan schetst het kader waarbinnen onze gemeente de VTH-taken binnen het Omgevingsrecht uitvoert. In het VTH-beleidsplan zijn onder meer de doelen en prioriteiten voor de komende jaren opgenomen. Verder staan in dat document de verschillende strategieën die bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gehanteerd. In het VTH-beleidsplan staan de beleidsmatige keuzes voor de VTH-taken die de gemeente in die periode uitvoert, dan wel laat uitvoeren door partners zoals de Veiligheidsregio IJsselland en de Omgevingsdienst IJsselland.

Samen met alle gemeenten en de provincie in de regio IJsselland is in 2024 regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving opgesteld. Uitgangspunt van dit beleidsplan is dat het voor onbepaalde tijd wordt vastgesteld en na een periode van vier jaar wordt geëvalueerd.

afbeelding binnen de regeling

Het VTH-beleid is in grote lijnen verdeeld in twee sporen.

  • Het eerste spoor is het VTH-beleid voor de regionale taken. Als gemeente zijn wij het bevoegd gezag, maar deze taken (milieutaken) zijn uitbesteed aan de Omgevingsdienst IJsselland. Het VTH-Beleid voor dit spoor is vastgelegd in het Regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieutaken Omgevingsdienst IJsselland. Hierin geven de colleges van de deelnemers hun ambities en prioriteiten voor het gezamenlijke Vergunningen, Toezicht en Handhaving uitvoeringsbeleid (hierna: VTH-beleid) mee aan de Omgevingsdienst IJsselland. Deze dienst voert in samenwerking met de deelnemers deze taken uit.

  • Het tweede spoor is het VTH-beleid voor de lokale taken (ook wel de thuistaken genoemd). Dit VTH-beleid is van toepassing op de lokale taken onder de Omgevingswet, de Algemene Plaatselijke Verordening (lees verder: APV) en overige wetgeving. Daarmee voldoen we aan artikel 13.5 van het Omgevingsbesluit waarin staat dat het bevoegd gezag uitvoerings- en handhavingsbeleid vaststelt in de vorm van één of meer documenten, waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen zij zichzelf stelt bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten zij daarvoor uitvoert.

Basis voor het VTH-beleid is de beleidscyclus, die ook wel bekend staat als de Big 8. Het VTH-beleidsplan heeft betrekking op het bovenste deel van de cyclus, het VTH-uitvoeringsprogramma op de onderste cirkel van deze cyclus. Het VTH-verslag omvat beide delen van de cyclus, zowel de monitoring, als de beleidsevaluatie en daarmee de basis tot bijstelling van keuzes in beleid en uitvoering.

Het VTH-beleidsplan is tot stand gekomen door afstemming met verschillende partijen. Het beleid is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en ter kennisname naar de gemeenteraad en de provincie Overijssel gestuurd.

1.2 Doel

afbeelding binnen de regeling

Dit VTH-Beleidsplan heeft als doel de ambities van de gemeente voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving vast te stellen. De gemeente gebruikt het plan ook als algemeen beleidsmatig kader voor de uitvoering, voor het overleg met de uitvoeringsorganisaties, initiatiefnemers en/of betrokkenen, de gemeentelijke voorlichting over het VTH-beleid en in de samenwerking met de partners. Dit VTH-beleidsplan is opgesteld op hoofdlijnen. Het betreft een dynamisch basisdocument dat wordt door ontwikkeld. Belangrijk element in het VTH-beleid is kwaliteitszorg en -borging. Hieraan geven we in samenwerking met onze partners, zoals de Omgevingsdienst IJsselland en andere partners, invulling en uitwerking. Dit ligt in lijn met de basisfilosofie die onze gemeente voorstaat vanuit de eigen organisatie Ommen 4.0, waarin samen leren en ontwikkelen een centrale pijler is. Ommen 4.0 staat voor een lerende organisatie en het continu leren en verbeteren van onze dienstverlening en uitvoeringskwaliteit. Een proces dat integraal onderdeel is van onze reguliere beleids- en uitvoeringscyclus.

1.3 Scope van dit plan

De focus van dit VTH Beleidsplan ligt op de uitvoering van de lokale taken (tweede spoor). Het VTH beleid voor de regionale taken, zijnde milieutaken, is eerder vastgelegd in het Regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieutaken Omgevingsdienst IJsselland. Het beleid in deze nota richt zich overwegend op de VTH-taken die voortvloeien uit het omgevingsrecht, zoals dat in wetten en andere regelgeving is vastgelegd (bouwen, milieu, ruimtelijke ordening) en regelgeving op het gebied van de openbare ruimte, zoals de APV en bijzondere wetten zoals de Alcoholwet, de Opiumwet en de Wet op de kansspelen (Wok). In dit plan benoemen we alle elementen die belangrijk zijn voor het VTH-beleid in Ommen. En we geven aan hoe we met alle elementen die de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) van ons vraagt, ons VTH-beleid inrichten. Uitgangspunt is dat op al deze taken de meest recente kwaliteitscriteria van toepassing zijn en blijven. Het beleid in deze nota richt zich overwegend op de VTH-taken die voortvloeien uit het omgevingsrecht zoals dat in wetten en andere regelgeving is vastgelegd.

1.4 Ontwikkelingen

Implementatie Omgevingswet

Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet (Ow) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) van kracht geworden. Hiermee verandert er de komende jaren veel in de werkwijze van de VTH-taken. Mede om deze reden is dit VTH-beleid een dynamisch document dat we tussentijds aanpassen wanneer de veranderende wet- en regelgeving hierom vraagt. Ommen werkt op basis van het spoorboekje planmatig aan de implementatie Omgevingswet. Onderdeel is het ombouwen van de verordeningen en de tijdelijke omgevingsplannen (voorheen bestemmingsplannen) naar het Omgevingsplan Ommen. Dit gebeurt in fases en is in 2023/2024 gestart met de ombouw van de fysieke onderdelen van onze verordeningen naar het Omgevingsplan Ommen. In 2024 is gestart met de ombouw van het tijdelijk omgevingsplan kleine kernen met daarin ook onderdelen van het tijdelijk omgevingsplan buitengebied. Dit tijdelijk omgevingsplan kleine kernen zal in 2026 worden opgenomen in het Omgevingsplan Ommen. De overige overkoepelende plannen voor respectievelijke Wonen, Werken, Centrum en Buitengebied worden in de periode 2025 t/m 2028 opgepakt. De ombouw van het plan Buitengebied staat als laatste inde planning. Ter structurering van dit proces hebben we het Handboek Omgevingswet opgesteld en vastgesteld door het college.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

De Wkb is afgelopen jaar inwerking getreden. Met deze wet is er meer verantwoordelijkheid komen te liggen bij private partijen. De bouwtechnische toetsing en het toezicht tijdens de bouw worden bij bouwwerken in gevolgklasse 1 (nieuwbouw) uitgevoerd door private kwaliteitsborgers en niet meer door de gemeente, c.q. de Omgevingsdienst IJsselland.

Omgevingsvergunningen

Voor het verlenen van omgevingsvergunningen maken we 2025 nog gebruik van TAM-IMRO als tijdelijke alternatieve maatregel (TAM). Grote planwijzigingen doen we wel via STOP/TPOD. Daarnaast maken we gebruik van de mogelijkheid tot het regelen van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (BOPA).

In het kader van de Wet Kwaliteitsborging is door de gemeente Ommen nog geen handhavingsbeleid vastgesteld. Wel wordt er door de toezichthouder bouw gewerkt volgens het ‘Stoplichtenmodel’, op basis waarvan we vooral handhaven op veiligheid (brand en constructie). Het stoplichtenmodel geeft richting aan de grootte van de overtreding en de noodzaak tot handhaving door de gemeente. In het geval de veiligheid in het geding is, zal de noodzaak tot handhaving groot zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij brandveiligheid en constructieveiligheid. Wanneer de toezichthouder bouw/ruimte constateert dat er bouwactiviteiten plaatsvinden zonder bouwmelding of dat er geen kwaliteitsborger is aangesteld dan leggen we de bouwwerkzaamheden per direct stil (bouwstop). Zo houden we grip op het naleefgedrag.

Poortwachtersrol Omgevingsplan Ommen

Om er voor te zorgen dat de opbouw en inhoud van het Omgevingsplan Ommen consistent blijft hebben we een poortwachtersrol ingesteld om wijzigingen in ons Omgevingsplan via een helder structuur door te voeren.

Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht Ommen (kwaliteitsverordening VTH)

De verordening regelt vanaf 1 januari 2025 de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht door en in opdracht van burgemeester en wethouders. De verordening verankert de toepassing van de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria (kwaliteitscriteria 3.0 en de opvolgers daarvan). In de verordening is de verplichting opgenomen doelen uit te werken voor de uitvoeringskwaliteit, de dienstverlening en de financiën.

Energie en duurzaamheid

Afgelopen jaren zijn de toezichthouders van de Omgevingsdienst IJsselland opgeleid om bij verschillende categorieën van bedrijven gerichte energiecontroles en de landelijke regeling over de informatieplicht energiebesparing van bedrijven uit te voeren. Daarmee dragen wij actief bij aan de klimaatdoelstellingen en het terugdringen van CO2.

Ondermijning

Criminelen maken gebruik van diensten van de bovenwereld. Ondermijning staat hoog op de bestuurlijke en politieke agenda en het gevoel van veiligheid en leefbaarheid neemt af. Wij zetten de instrumenten van preventie, toezicht en sanctie actief in om ondermijnende activiteiten te signaleren en te beëindigen. Activiteiten die vallen onder de term ondermijning worden niet gedoogd en komen ook niet in aanmerking voor een gedoogconstructie. In de bestrijding van ondermijning zorgen wij in de uitvoering van de VTH-taken voor een goede samenwerking met het Openbaar Ministerie, andere bevoegde gezagen en ketenpartners, zodat ook hierin gestuurd wordt op samenwerking en gezamenlijke prioriteiten. Door middel van ketentoezicht wordt er in regionaal verband ingezet op de aanpak van ondermijning. We hebben met onze partners (zoals de Omgevingsdienst IJsselland) het doel ondermijning in het buitengebied en op bedrijventerreinen te ontdekken, te voorkomen en tegen te gaan. Dit doen we vanuit het project ‘Veilig Buitengebied’.

Een specifiek instrument om ondermijning tegen te gaan is het uitvoeren van een Bibob-toets in het VTH-proces, bijvoorbeeld bij aanvragen voor een omgevingsplanactiviteit of bij aanvragen op basis van de Alcoholwet. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is een preventief bestuursrechtelijk instrument waarmee de gemeente kan voorkomen dat zij onbewust criminele activiteiten faciliteert, bijvoorbeeld via vergunningen, subsidies, overheidsopdrachten of vastgoedtransacties.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen heeft in november 2022 beleidsregels vastgesteld voor de toepassing van deze wet. Vanwege wetswijzigingen per 1 oktober 2022, de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 én de wens om de risicocategorieën – met name voor aanvragen van Omgevingsvergunningen Bouw en Milieu – beter af te stemmen op de actuele situatie in Ommen, is het college voornemens in 2025 een geactualiseerde beleidsregel vast te stellen.

De nieuwe beleidsregel wordt breder toepasbaar, met een uitgebreidere en geactualiseerde lijst van risicocategorieën en is (na vaststelling) juridisch bindend binnen de gemeente Ommen.

Aanpak vitale vakantieparken

Het beleid Vitale Vakantieparken is vastgesteld en nu in uitvoering. Binnen dit beleid worden vitale parken ondersteund en zijn er mogelijkheden voor parken waar geen toekomst voor recreatie meer is om te transformeren. Een deel van de uitvoering is ook handhaving. Met name op parken die wel recreatief blijven. Op het gebied van veiligheid, maar ook permanente bewoning. Dit sluit ook aan bij het project Veilige Vakantieparken. Hiervoor is extra toezicht op de parken nodig. Van het aanwezig zijn op parken gaat ook een preventieve werking uit.

Buitengewone opsporingsambtenaren

Boa's zijn de ogen en oren op straat voor de gemeente Ommen en hierdoor ook een belangrijke factor in de signalering van ondermijning. Voor het toezicht op de APV en bijzondere wetten, inclusief Alcoholwet en evenementen zet de gemeente, mede ingegeven door de uitkomsten van het Rekenkameronderzoek 2024, extra toezichthouders en Boa’s in. De gemeente Ommen heeft hiertoe een convenant afgesloten met Stichting Veiligheidszorg Drenthe. Deze Stichting heeft een pool van toezichthouders en BOA’s die flexibel kunnen worden ingezet. Dit draagt bij aan het versterken van de uitvoeringskracht op het gebied van handhaving.

Sinds 11 april 2025 heeft Ommen een categoriale aanwijzing voor BOA’s. Met dit besluit is geregeld dat er 5 aangewezen BOA’s bevoegd zijn tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I, Openbare ruimte.

2 Missie, visie en samenwerking

In dit hoofdstuk zijn de missie en de visie geformuleerd, die leidend zijn voor ons VTH-beleid.

Onder samenwerking staat beschreven welke partners er zijn en welke rol partijen vervullen.

2.1 Missie

Onze missie is:

Een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor alle inwoners, bezoekers en bedrijven in Ommen en de regio IJsselland

Deze missie willen we realiseren met onderstaande visie en met behulp van de gestelde doelen in dit plan. Om dat te realiseren werken we intensief samen met tal van partijen.

2.2 Visie

Met de Omgevingsvisie “Ommen Jouw Toekomst”, die in 2021 is vastgesteld, geeft Ommen richting aan haar toekomst. Een toekomst die in het teken staat van groen, gastvrij, geïnspireerd èn gezond. Indachtig onze omgevingsvisie willen wij onze missie voor ons VTH-beleid realiseren.

Ommen ontwikkelt zich op basis van haar kernkwaliteiten tot een groene, gastvrije, geïnspireerde en gezonde woon- en verblijfsgemeente

Ommen wil een vitale en gezonde samenleving zijn. Ons VTH- beleid is daarin een belangrijke schakel en deels ook instrument om als verblijfsgemeente onze inwoners een gezonde en vitale samenleving te bieden.

Ommen opereert als netwerk-regiegemeente. Vanuit onze bestuursstijl beogen we bij te dragen aan de kracht van de samenleving door betrouwbaar, dienstbaar, faciliterend en ondersteunend te zijn. Ommen wil “een gemeente van nabij” zijn. In onze sturingsaanpak hanteren we vier leidende principes: betrekken - faciliteren - samenwerken - sturen. Ommen faciliteert en activeert ontwikkelingen door deze waar mogelijk samen met de eigen inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties op te pakken. Het is onze ambitie om daarbij dienstverlenend en deskundig te zijn richting inwoners en bedrijven. We doen dit participatief op basis van ons in 2024 vastgesteld participatiebeleid.

We zijn in ons VTH-beleid vanuit een risico gestuurde aanpak duidelijk over wat wel en niet kan, treden op waar dat nodig is en werken proactief aan een duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Voor bedrijven en burgers zijn we een deskundige gesprekspartner ,die zoekt naar mogelijkheden en die ondernemers, binnen de regels, ruimte en kansen biedt.

Wij staan voor een goede uitvoeringskwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Kwaliteit staat centraal in ons werken! Dit doen we vanuit vernieuwende werkmethoden, actuele expertise en moderne ICT voorzieningen, in samenwerking met de Omgevingsdienst IJsselland en onze overige partners. Professionele medewerkers maken hierbij het verschil. Zij zijn deskundig, weten wat er speelt en zijn goed bereikbaar en benaderbaar. We zijn een betrouwbare en rolvaste ketenpartner, die transparant werkt, kwaliteit biedt en vanuit een open overlegcultuur samenhang zoekt en samen werkt. Deze aanpak sluit aan op de organisatie en werkwijze van Ommen 4.0.

Wij werken continue aan de verbetering van onze dienstverlening, waarbij we aansluiten bij de dienstverleningsprincipes van de Omgevingswet. Deze belevingsprincipes zijn opgesteld op basis van klantbehoeften uit het landelijk uitgevoerde kwalitatieve klantonderzoek en de klantgerichte strategie van de Omgevingswet. Dit zijn de principes: snel, persoonlijk, betrokken, eenvoudig, relevant, transparant en consistent. De principes zijn de paraplu waaronder we werken en hoe we de kwaliteit willen borgen met elkaar. Ze vormen de richtlijnen voor de gewenste klantbeleving.

afbeelding binnen de regeling

2.3 Samenwerking

Omgevingstafel IJsselland

In IJsselland werken de ketenpartners nauw met elkaar samen. Afstemming vind plaats aan de omgevingstafel IJsselland. Procedureel zijn afspraken ingeregeld om tot een goede en tijdige informatie-uitwisseling en afstemming te komen.

Omgevingsdienst IJsselland

De gemeente participeert voor het zogenaamde basistakenpakket in de Omgevingsdienst IJsselland. Minimaal alle taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving die tot dit basistakenpakket behoren zijn ingebracht bij deze dienst. Concreet gaat het daarbij om de bij wet aangewezen milieutaken en de milieutaken rondom verwijdering van asbest. Er is voor gekozen de specialistische (advies)taken bodem, geluid, externe veiligheid, lucht, geur en (afval)water integraal bij de Omgevingsdienst IJsselland onder te brengen. Dit betekent dat de dienst zorg draagt voor de advisering op genoemde specialistische expertisevelden voor milieu, bouw, ruimte en infrastructuur en dat tevens invulling wordt gegeven aan:

  • Een piketregeling (milieuwachtdienst) die voldoet aan de wettelijke eisen.

  • Het ketentoezicht gericht op onder meer grondstromen, afval, asbest en vuurwerk.

De gemeente blijft voor al deze taken wel het bevoegd gezag en verantwoordelijk voor adequaat VTH-beleid. Voor de milieutaken van de Omgevingsdienst IJsselland is in 2024 het Regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgesteld door de deelnemers, waaronder Ommen.

Per 1 januari 2020 heeft de gemeente Ommen additioneel een deel van de BRIKS taken bij de Omgevingsdienst belegd. De gemeente Ommen is, naast de provincie Overijssel, de enige die de bouwtaken heeft belegd bij de Omgevingsdienst IJsselland. Dit is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst.

Politie en OM

Wij werken op het terrein van de openbare ruimte, openbare orde en veiligheid nauw samen met de politie. De activiteiten van de bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente worden in nauwe samenwerking met de politie uitgevoerd en door de politie gecoördineerd. Bij zwaardere overtredingen of milieucriminaliteit vindt overleg en informatie-uitwisseling met het Openbaar Ministerie (OM) plaats.

Veiligheidsregio IJsselland

Door de gemeente is, op basis van een structurele financiële inbreng, menskracht ingebracht bij de Veiligheidsregio voor toezicht en advisering bij onder meer vergunningen op het gebied van brandveiligheid en brandveilig gebruik. De veiligheidsregio adviseert de gemeente bij de taken vergunningverlening en toezicht waarop dit VTH-Beleidsplan betrekking heeft. Daarnaast adviseert zij bij vuurwerk(controles) en externe veiligheid. Het toezicht wordt bij complexere zaken integraal uitgevoerd door toezichthouders van beide instanties.

GGD

De GGD is een samenwerkingspartner in aangelegenheden waarbij de volksgezondheid een rol speelt. Te denken valt aan de kinderdagverblijven, asbestzaken en advisering bij calamiteiten. Vanaf 2021 is het thema Gezondheid een integraal onderdeel in de Omgevingswet.

Provincie Overijssel

De provincie Overijssel is zowel een partner in de vergunningverlening als een handhavingspartner en daarnaast een partner in de Omgevingsdienst IJsselland. De provincie heeft ook de gemeente nodig om tot een integrale omgevingsvergunning te kunnen komen voor de inrichtingen en activiteiten waarvoor de provincie het bevoegd gezag is. In het kader van de Wet natuurbescherming is samenwerking en afstemming tussen gemeente en provincie nodig. De provincie draagt ook zorg voor het interbestuurlijk toezicht, onder andere het toezicht op de correcte uitvoering van de VTH-taken op de gemeente.

Waterschappen

In de uitvoering van het VTH-beleid werken we zo nodig samen met de waterschappen Vechtstromen en Drents Overijsselse Delta.

Stichting Veiligheidszorg Drenthe

Sinds juli 2024 is de gemeente Ommen een samenwerking gestart met Stichting Veiligheidszorg Drenthe. De samenwerking met Stichting Veiligheidszorg Drenthe past goed bij Ommen 4.0. Door middel van deze samenwerkingsovereenkomst wordt op structurele wijze voorzien in de mogelijkheid van incidentele inzet van toezichthouders en BOA’s zodat snel en adequaat op assistentieverzoeken kan worden gereageerd.

3 Gebiedsbeschrijving en probleem- en risicoanalyse

In dit hoofdstuk worden de probleem-en risicoanalyse beschreven. Het hoofdstuk begint met een gebiedsbeschrijving dat een beeld geeft van de leefomgeving in Ommen. Vervolgens geeft de probleemanalyse de belangrijkste aandachtspunten die een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving in Ommen bedreigen. Tot slot is aangegeven hoe de dynamische risicoanalyse ontwikkeld wordt voor zowel de taken ODIJ als de thuistaken van onze gemeente.

3.1 Gebiedsbeschrijving Ommen

Ommen is een landelijk gelegen woon- en verblijfsgemeente met ruim 19.000 inwoners. Een gemeente waar mensen met plezier wonen, werken en verblijven. De gemeente bestaat uit meerdere kernen en buurtschappen, met als grootste kern Ommen. Ommen biedt afwisselende woonmilieus in de hoofdkern Ommen, de kernen en het buitengebied. Het beschikt over goede voorzieningen op het terrein van onderwijs, zorg, winkels, sport en cultuur.

De gemeente beslaat ruim 18.000 hectare, bestaande uit verschillende landschapstypen:

  • Oude cultuurlandschap: dit landschap omvat de in aanzet fijnmazige structuren van de landgoederenzone met de dalen van Vecht en Regge, met de landschapstypen: rivierlandschap, essen- en kampenlandschap en bos- en landgoederenlandschap.

  • Jongere ontginningslandschap: dit landschap omvat de in aanzet veel grootschaligere en open landschapsstructuren, met de landschapstypen: veenontginningslandschap, jong ontginningslandschap en vlierenlandschap

Ommen is van oorsprong agrarische gemeente met veeteelt en gemengde bedrijven en in de veenontginningen ook akkerbouw. Agrarische bedrijven die zorgdragen voor onze voedselproductie. Het betreft zowel bedrijven met als hoofdfunctie landbouw, als bedrijven die landbouw combineren met andere functies, zoals recreatie en toerisme, zorg, opwek van duurzame energie en natuurbeheer. Het totale areaal cultuurgrond (in gebruik bij agrariërs met hoofd- en nevenberoep bedrijven) bedraagt bijna 9.000 ha.

Ommen is een gemeente met veel groen, natuur en water en landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle gebieden, waaronder een groot aantal landgoederen. Ongeveer 6.000 ha is natuurgebied met een beschermde status.

Ommen en het Vechtdal is binnen Nederland een toplocatie voor verblijfsrecreanten met een ruim en gevarieerd aanbod aan verblijfsaccommodaties en voorzieningen en een goede recreatieve infrastructuur. Jaarlijks komen er veel toeristen en recreanten naar onze gemeente. De groene omgeving en aanwezige voorzieningen bieden voor huidige en toekomstige inwoners een aantrekkelijke en gezonde woon- en leefomgeving. Via de weg en het spoor en (snel)fietspaden zijn we snel op plekken buiten onze gemeente voor werk, onderwijs of ontspanning.

Veel zorginstellingen hebben zich in de gemeente gevestigd. Er zijn meerdere bedrijventerreinen voor kleinschalige hoogwaardige en kennisintensieve bedrijvigheid. Nieuwvestiging van bedrijven is mogelijk op de Rotbrink. De transformatie naar een gastvrij en vitaal centrum is in volle gang.

3.2 Probleem- en risicoanalyse milieutaken Ommen (ODIJ)

Dynamische risicoanalyse Omgevingsdienst IJsselland

Voor de milieutaken werken de beide Omgevingsdiensten in Overijssel toe naar een dynamische risicoanalyse. Doel is zo te komen tot een zo doelmatig en efficiënt mogelijk inzet van de beschikbare capaciteit voor met name toezicht en handhaving, gebaseerd op de risico’s die onze veilige, gezonde en duurzame leefomgeving bedreigen. Daarom is het van belang de meeste aandacht te richten op de locaties en activiteiten (veelal ‘bedrijven’) met de grootste (milieu)risico’s.

In Overijssel is hiervoor is een dynamisch ‘risico prioriteringsinstrument’ (RPI) ontwikkeld. Dit instrument is een hulpmiddel om de werkzaamheden risicogericht en informatie gestuurd te programmeren. Het instrument bepaalt het risico op basis van de formule ‘kans x effect’. Met deze formule worden de ‘milieubelastende activiteiten’ (MBA’s) gescoord. Hier wordt de factor ‘kans’ bepaald door ervaringen op het gebied van naleving. Aanvankelijk generiek voor de branche, maar door het individuele naleefgedrag van een bedrijf te volgen zal deze factor meer en meer specifiek voor een bepaald bedrijf worden. De factor ‘effect’ wordt bepaald door de gevolgen die optreden wanneer een incident optreedt. Effecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op gevaar (doden en gewonden), aantasting van de gezonde leefomgeving, financiële gevolgen.

Aan het instrument zijn externe bronnen verbonden die relevant zijn voor de actuele risicosituatie, zoals keuringen voor stookinstallaties of vloeistofdichte vloeren of tanks. Wanneer die bronnen daar aanleiding toe geven neemt het risico en daarmee de prioriteit toe. Het RPI leidt tot een prioriteitsvolgorde van de locaties die verbonden zijn aan MBA’s. Door een continue actualisatie (‘real time’) van de factoren (kans X effect) wordt steeds een actuele schikking van de locaties met de grootste risico’s gegenereerd. Op basis van ervaringen en (bestuurlijke) wensen kunnen effecten een zwaardere of lichtere weging krijgen dan wel toegevoegd of verwijderd worden.

Probleemanalyse milieutaken Omgevingsdienst IJsselland

Om te werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving is het belangrijk om inzicht te hebben in de problemen en risico’s die spelen bij de uitvoering van VTH-taken in de regio. Hieronder zijn op hoofdlijnen de problemen en risico’s benoemd.

Veilige leefomgeving

  • Ondermijnende activiteiten

  • Ongewone voorvallen (incidenten of afwijkingen van reguliere bedrijfsvoering)

  • Risico’s omtrent fysieke veiligheid bij bedrijven

Gezonde leefomgeving

  • Zeer Zorgwekkende stoffen

  • Asbest

  • Hinder op de milieuthema’s lucht, geluid en geur, bijvoorbeeld uitstoot van fijnstof

Duurzame leefomgeving

  • CO2 uitstoot

  • Energieverspilling en energie inefficiëntie bij bedrijven

  • Geen of beperkte afvalscheiding en recycling

3.3 Probleem- en risicoanalyse lokale taken Ommen

Risicomodule lokale taken

Ommen heeft voor de lokale taken een eigen Risicomodule opgesteld. Deze module sluit qua systematiek zo veel als mogelijk aan op de dynamische risicoanalyse, zoals die door de Omgevingsdienst IJsselland wordt ontwikkeld. Met deze module worden in de komende jaren de problemen en risico’s bepaald voor de lokale taken van Ommen. De module is nu voor het eerst gevuld, waarbij de focus ligt op het toezicht. Komende jaren wordt de Risicomodule werkenderwijs steeds verder uitgebouwd, waarbij ook andere onderdelen worden gevuld en beschikbaar komen, zoals vergunningen, projecten, klachten en handhavingsverzoeken.

De uitkomsten van deze risicoanalyse zijn voor respectievelijk bouw, ruimte en APV in het vervolg van deze paragraaf opgenomen. De belangrijkste beoordelingstabellen uit de Risicomodule zijn opgenomen in bijlage 1.

De module wordt komende jaren verder gevuld en geactualiseerd in overeenstemming met het dynamische karakter van de module. De output van de module zal worden gebruikt als input voor het Uitvoeringsprogramma dat jaarlijks wordt vastgesteld.

Hieronder staat toegelicht op basis van welke inhoudelijke afwegingsonderdelen de Risicomodule is ontwikkeld en hoe de werking ervan is voorzien. Ook is aangeven welke output we verwachten en hoe het proces waarlangs we tot de risicoanalyse komen verloopt.

De basisformule van de Risicomodule is gebaseerd op de internationale formule voor risicobepaling;

Risico = kans x effect.

Daarbij gaan we uit van (negatieve) effecten en zaken die de kans op het optreden van dat negatieve effect beïnvloeden.

De Risicomodule bestaat uit tweemaal vier thema’s. Voor de ‘effecten’ is bij de themaselectie zoveel als mogelijk aangesloten bij de inhoud van artikel 1.3 van de Omgevingswet (het maatschappelijk doel). Bij de themaselectie voor ‘kans’ is gezocht naar thema’s die de kans op het niet naleven van regelgeving beïnvloeden dan wel inzicht geven aan de wijze waarop naleving plaatsvind. De visualisatie geeft een overzicht van de betreffende Risicomodule met daarin de thema’s.

afbeelding binnen de regeling

Definities thema’s onder ‘Effecten’ (negatieve effecten)

  • Thema 1: Veiligheid: Veiligheid in het kader van een risicoanalyse verwijst naar de mogelijke schade, letsel of verstoring die kan optreden als gevolg van een activiteit en/of proces. Het omvat de impact op de fysieke veiligheid van mensen of de omgeving. Het beoordelen van het thema veiligheid helpt bij het begrijpen van de potentiële gevolgen van een activiteit en/of proces.

  • Thema 2: Gezonde fysieke leefomgeving: Bij het thema gezonde fysieke leefomgeving kijken we naar de mogelijke gevolgen op de kwaliteit van de leefomgeving en de gezondheid van mensen, flora en fauna.

  • Thema 3: Duurzaamheid; Bij het thema duurzaamheid wordt gekeken naar de mogelijke gevolgen op de lange-termijn duurzaamheid van een (eco)systeem. Het omvat negatieve impact op aspecten zoals natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit, energiegebruik en klimaatverandering.

  • Thema 4: Economische en bestuurlijke impact; Het thema economische impact verwijst naar de mogelijke financiële effecten en andere economische en maatschappelijke (herstel)kosten evenals de bestuurlijke gevoeligheid .

Definities thema’s onder ‘Kans’ (naleving)

  • Thema 1: Attitude; Onder attitude wordt hierbij verstaan de houding en het gedrag van mensen ten opzichte van het uitvoeren van activiteiten en/of processen in relatie tot de overheid en de leefomgeving. Het vertaalt zich in het accepteren of vermijden van risico's. Het varieert van risicomijdend tot risicobereid.

  • Thema 2: Nalevingstabel (tafel van 11); De tafel van elf is een wetenschappelijke methode waarin op meerdere niveaus wordt gekeken naar de motieven waarom regels niet worden nageleefd. Dit geeft inzicht in de mogelijke interveniërende maatregelen bij VTH.

  • Thema 3: Ervaringscijfers; Ervaringscijfers verwijzen naar VTH-cijfers uit het verleden. Ze worden gebruikt om inzicht te krijgen in de frequentie, aard, ernst en recidivefactor. Indien beschikbaar zijn dit ‘harde’ gegevens uit databases.

  • Thema 4: Ondermijning; Ondermijning in het kader van een risicoanalyse bij VTH verwijst naar de infiltratie van georganiseerde criminaliteit die de integriteit en effectiviteit van overheidsinstanties, bedrijven of maatschappelijke structuren ondermijnt. Het betreft aspecten zoals witwassen, corruptie, fraudegevoeligheid, illegale handel en een verhoogde kans hierop bij bepaalde locaties.

Wegingsfactoren

In de module zijn wegingsfactoren opgenomen op themaniveau en op het niveau van de variabelen. Deze zijn nu neutraal ingesteld, dat wil zeggen dat alle thema’s dan wel variabelen even zwaar meerekenen in de voorliggende Risicomodule. De resultaten zoals die uit de module naar voren komen geven primair de volgorde aan betreffende de risico’s van de activiteiten die op basis van de risicomodule zijn beoordeeld. Naarmate de module wordt gevuld met ervaringscijfers zal het een beter beeld geven van de verschillende thema’s.

Doorwerking in uitvoeringsprogramma, branche plannen en toezichtplannen.

De uitkomst van de weging afgezet op de ordinale schaal is de basis waarop een verdere vertaalslag gemaakt wordt naar controlefrequenties en type inspecties (preventieve controles). De Risicomodule is daarmee een beslissingsondersteunende tool die zich vooral vertaald in keuzes in het VTH-uitvoeringsprogramma (zie programmeren nieuwe stijl). De gesorteerde volgorde qua risico’s is daarbij nooit de absolute waarheid, maar een uitkomst van een berekening.

Mutatiegraad

Het wordt aanbevolen om periodiek de resultaten (scores) in de risicomodule te bezien op actuele ontwikkelingen en ervaringen uit toezicht en handhaving. De meeste mutaties treden op in het ‘kans’ ofwel nalevingsdeel van de module. Deze gegevens zijn meer dynamisch van aard. De ‘effect’ onderdelen zijn meer statisch van aard en behoeven minder bijstelling.

Probleemanalyse lokale taken: Algemeen

Ommen heeft de ambitie om de landschappelijke kwaliteiten en de verscheidenheid van de daarbinnen aanwezige kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. We willen we een toekomstbestendige ontwikkelingen van landbouw, landgoederen en recreatie mogelijk maken en nieuwe transformatieopgaven inpassen. We spannen ons in voor het beschermen van de waarden van natuur, water en biodiversiteit. Daarbij is steeds de vitaliteit, gezondheid en leefbaarheid in de kernen en buitengebied bepalend voor wat kan. We willen dat onze natuur, het water van Vecht en Regge en onze landgoederen beleefbaarheid en toegankelijk zijn en blijven voor onze inwoners en bezoekers. Voor onze hele gemeente geldt dat we streven naar een gezonde en veilige omgeving om in te wonen, werken en verblijven. Daarbij houden we ons aan de normen zoals die voor onder meer milieu, water en natuur gelden en de eisen die aan onze gebouwde omgeving worden gesteld.

Ommen stelt samen met het Beleidsplan VTH ook de probleem- en risicoanalyse vast voor de lokale taken (bouw, ruimte en APV). Voor de milieutaken volgen we uitkomsten van de dynamische risicoanalyse van de Omgevingsdienst IJsselland (zie paragraaf 3.2. Ommen maakt voor de probleem- en risicoanalyse gebruik van de risicomodule, zoals die door Antea is opgeleverd.

Probleemanalyse lokale taken: Ruimte

Om te werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving is het belangrijk om inzicht te hebben in de problemen en risico’s die spelen bij de uitvoering van VTH-taken voor ruimte in de gemeente. Hieronder zijn op hoofdlijnen de problemen en risico’s en prioriteiten voor Ommen benoemd.

Veilige leefomgeving

  • (illegale) bewoning illegale kamerverhuur

  • (illegale) inrit/uitrit

  • (Illegale) bewoning; permanente bewoning recreatieverblijven

Gezonde leefomgeving

  • (illegaal) gebruik bedrijf cat. <2

  • (illegaal) gebruik wonen

Duurzame leefomgeving

  • (illegale) bouw, grote bouwwerken [buitengebied]

  • (illegale) aanleg [bebouwde kom]

Probleemanalyse lokale taken: Bouw

Om te werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving is het belangrijk om inzicht te hebben in de problemen en risico’s die spelen bij de uitvoering van APV-taken in de gemeente. Hieronder zijn op hoofdlijnen de problemen en risico’s en prioriteiten voor Ommen benoemd.

De Risicomodule onderscheid reguliere bouw en bestaande bouw. In onderstaande zijn de uitkomsten van beide onderdelen gebundeld.

De hogere risico’s zitten vooral in de reguliere bouw. Bouwwerken zijn ingedeeld in gevolgklassen. Hoe groter de gevolgen zijn als er iets misgaat met het bouwwerk, hoe hoger de gevolgklasse.

3 gevolgklassen met voorbeelden

Gevolgklasse

Gevolg als het misgaat bij niet voldoen aan bouwtechnische regels Bbl

Voorbeelden

Gevolgklasse 1

Beperkte persoonlijke gevolgen

  • Woningen

  • Eenvoudige bedrijfsgebouwen

Gevolgklasse 2

Reële kans op persoonlijke gevolgen

  • Bibliotheken

  • Gemeentehuizen

  • Onderwijsgebouwen

  • Woongebouwen tot 70 meter hoog

Gevolgklasse 3

Kans op aanzienlijke persoonlijke gevolgen

  • Metrostation

  • Voetbalstadions

  • Ziekenhuizen

  • Gebouwen hoger dan 70 meter

De bestaande bouw kent een relatief laag risicoprofiel (klein tot zeer klein risico). De hoogste risico’s in de bestaande bouw zijn daarom hieronder cursief opgenomen.

In bijlage 1 zijn wel afzonderlijke tabellen voor reguliere bouw en bestaande bouw opgenomen.

Veilige leefomgeving

  • Gevolgklasse 2-3 Wonen Cat III > 1.000.000

  • Gevolgklasse 2-3 Wonen Cat II 100.000 -1.000.000

  • Gevolgklasse 2-3 Publiek Cat III > 1.000.000

  • Wonen op de verdieping boven detailhandel en/of horeca

  • Winkelcentra

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

Gezonde leefomgeving

  • Gevolgklasse 2-3 Bedrijf Cat III > 1.000.000

Duurzame leefomgeving

  • Niet van toepassing

Probleemanalyse lokale taken: APV

Om te werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving is het belangrijk om inzicht te hebben in de problemen en risico’s die spelen bij de uitvoering van VTH-taken voor de APV/bijzondere wetten in de gemeente. Hieronder zijn op hoofdlijnen de problemen en risico’s en prioriteiten voor Ommen benoemd. Vooral binnen het onderdeel veilige leefomgeving komen risico’s naar voren die een relatie kennen met Ommen als recreatie gemeente en het seizoen waarin dit plaatsvindt, zoals evenementen en kamperen. Dit impliceert tevens dat in het recreatieseizoen het toezicht zich op deze risico’s richt en buiten het recreatieseizoen de focus naar andere risico’s verschuift.

Veilige leefomgeving

  • Evenementen (type A, B en C)

  • Kamperen buiten kampeerterreinen

  • Standplaatsvergunningen (niet markt)

  • Meldingen Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Gezonde leefomgeving

  • Drugsoverlast op straat

  • Ontheffing stookverbod

  • Verontreiniging door honden

Duurzame leefomgeving

  • Aantasting groen door voertuigen

  • Tijdelijke gebruiksmelding

4 Doelen vergunningverlening, toezicht en handhaving

Zoals de missie aangeeft streven we in Ommen naar een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor alle inwoners, bezoekers en bedrijven in Ommen en de regio IJsselland. In dit hoofdstuk is de missie vertaald naar de ambities en doelen die we daar vanuit Ommen aan hebben gekoppeld. Om de doelen zo veel als mogelijk meetbaar te maken zijn waar dat kan indicatoren en/of streefwaarden benoemd.

We maken onderscheid naar algemene doelen en inhoudelijke doelen. De algemene doelen corresponderen met en zijn gekoppeld aan de kwaliteitscriteria uit de verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht gemeente Ommen 2024. Dit betreft de thema’s: uitvoeringskwaliteit, dienstverlening, financiën. De inhoudelijke doelen zijn uitgewerkt voor respectievelijk ruimte, bouw, milieu en APV/bijzondere wetten.

Met het vaststellen van en het gaan werken met de Risicomodule gaan we ook steeds meer informatie bijhouden, verwerken en beoordelen in de Risicomodule voor wat betreft de effecten en kansen (zie paragraaf 3.3). Hiermee krijgen we ook meer zicht op het behalen van de doelen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving en betere mogelijkheden om tot onderbouwde prioriteringen te komen in de uitvoering van het beleid.

4.1 Algemene doelen

De algemene doelen zijn gekoppeld aan de kwaliteitscriteria en hebben betrekking op de kwaliteit van dienstverlening, de uitvoeringskwaliteit en de financiën.

Ambitie

Beleidsdoel

Streefwaarde indicator

Instrument/Monitor

Kwaliteit dienstverlening

 

Nabije overheid: gastvrij, toegankelijk, zichtbaar

  • § Hoge klanttevredenheid vergunningverlening

  • § Servicenorm 7 of hoger

  • § Kwaliteitshandvest

  • § Klanttevredenheid onderzoek (2 jaarlijks)

Adequate dienstverlening VTH uitvoering

  • § Aanvragen (regulier) binnen wettelijke termijn afhandelen

  • § >90% wordt binnen wettelijke termijn afgehandeld

  • § Registratie in zaaksysteem/IJVI

Adequate dienstverlening VTH uitvoering

  • § Snelle afhandeling klachten en boa-meldingen

  • § Binnen 5 werkdagen

  • § Afhandeltermijn in zaaksysteem/IJVI

Sturen vanuit vier leidende principes: betrekken-faciliteren-samenwerken-sturen

  • § Samen met partners ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken

  • § Vroegtijdig overleg c.q. vooroverleg met initiatiefnemers

  • § >50% aanvragen principeverzoek ruimtelijk initiatief kent vooroverleg

  • § Registratie in zaaksysteem/IJVI

  • § Tijdsregistratie

Dienstverleningsprincipes

Omgevingswet toepassen

  • § Principes zijn onderdeel VTH werkprocessen gemeente en ODIJ

  • § Principes zijn volledig verankerd in werkprocessen IJVI en zaaksysteem en DVO

  • § Voortgangsrapportages DVO

  • § Jaarverslag ODIJ (kwalitatief)

Participatie faciliteren

  • § Participatiekader Ommen

  • § >95% noodzaak participatie in brieven/ mail principeverzoek

  • § 95% Initiatieven waarvoor participatie verplicht is, voeren dit aantoonbaar uit

  • § Registratie in zaaksysteem/IJVI

Uitvoeringskwaliteit

 

Goed zijn is beter willen worden

  • § Heldere schriftelijke communicatie

  • § 90% van de brieven voldoet aan B1 niveau

  • § Kwaliteitshandvest

 
  • § Risicomodule uitbouwen en toepassen

  • § Werkenderwijs uitbouwen en invullen risicomodule

  • § Mate waarin Risicomodule komt terug in VTH-UP (jaarlijks)

Kwaliteitszorg en borging op orde

  • § Transparant en eenduidige toetsing van aanvragen omgevingsplan en welstand.

  • § 100% eenduidig getoetste aanvragen

  • § Zaaksysteem/IJVI

 
  • § Rechtmatig handelen en vergunningen en handhavingsbeschikkingen.

Bezwaar en beroep ongegrond bij:

  • § 95% vergunningen

  • § 85% handhavings-beschikkingen

  • § 80% klachten

  • § Uitspraken bestuursrechter

  • § Adviezen bezwarencommissie

  • § Zaaksysteem

Helder en transparant VTH beleid

  • § Gesloten regelkring (PDCA of BIG eight)

  • § Vastgesteld Beleidsplan VTH (vier jaarlijks)

  • § Vastgesteld VTH jaarverslag (jaarlijks)

  • § Vastgesteld VTH-UP (jaarlijks)

  • § Zaaksysteem

Professionele uitvoering

  • § Handhavend optreden bij alle constateringen van bouwen zonder of in afwijking van een vergunning (OPA/BOPA).

  • § 100% gevallen bestuursrechtelijk optreden

  • § Zaaksysteem/IJVI

 
  • § Handhavend optreden bij alle constateringen van gebruik in afwijking omgevingsplan

  • § 100% gevallen bestuursrechtelijk optreden

  • § Zaaksysteem/IJVI

Financiën

 

Rechtmatige leges

  • § Dekkingsgraad leges verhogen

  • § Anticiperen op effecten Wkb

  • § Dekkingsgraad leges >95%

  • § Tijdig opleggen leges (binnen 3 jaar) 100%

  • § Legesverordening met tabel gekoppeld aan begroting

  • § IJVI

4.2 Uitwerking inhoudelijke doelen VTH

De inhoudelijke doelen hebben we in dit VTH beleidsplan gekoppeld aan de traditionele indeling van ruimte, bouw, milieu en APV/bijzondere wetten. We beseffen dat deze indeling met de komst van de Omgevingswet en daarmee de omgevingsvergunning niet helemaal meer past. Bijvoorbeeld omdat in 2025 de fysieke onderdelen van onze verordeningen overgaan naar het Omgevingsplan Ommen.

Ruimte

Vergunningverlening op orde

  • Vroegtijdig overleg c.q. vooroverleg met initiatiefnemers

  • Snelle afhandeling principeverzoeken

  • Omgevingsvergunningen binnen de wettelijke termijn verstrekken

  • >50% aanvragen principeverzoek ruimtelijk initiatief kent vooroverleg

  • >90% wordt binnen wettelijke termijn afgehandeld

  • Zaaksysteem/IJVI

Adequaat toezicht op naleving

  • Controles in combinatie andere controles uitvoeren o.b.v. Risicomodule

  • Gericht controles uitvoeren n.a.v. signalen of klachten

  • >90% reguliere controles conform uitkomsten Risicomodule

  • Opvolging klachten en meldingen binnen 5 werkdagen

  • IJVI

Vitalisering en transformatie vakantieparken

  • Uitvoeren afwegingskader Vitalisering en Transformatie Vakantieparken

  • Uitvoering via separaat project met eigen streefwaarde en indicatoren

  • Voortgangsrapportage project

Bouw

 

Vergunningverlening op orde

  • Verlenen vergunning binnen wettelijke termijn

  • Actieve ondersteuning en advisering inwoners in proces

  • > 95% vergunningen verleend binnen wettelijke termijn

  • IJVI

Adequaat toezicht op naleving

  • Risico gestuurd uitvoeren controles o.b.v. uitkomsten risicomodule

  • In aanzet geen controles op bouwwerken

    < € 50.000

  • Speerpunten jaarlijks te bepalen in VTH-UP op basis Risicomodule

  • >90% reguliere controles conform uitkomsten Risicomodule

  • 90% voldoet na hercontrole aan constructie

  • 100% voldoet na hercontrole aan wapening

  • 100% voldoet na hercontrole aan eisen brandveiligheid

  • IJVI

  • Rapportages ODIJ

Milieu

 

Vergunningverlening op orde

  • Hier geldt het Regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieutaken Omgevingsdienst IJsselland

Adequaat toezicht op naleving

  • Hier geldt het Regionaal uniform beleid voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieutaken Omgevingsdienst IJsselland

APV en Bijzondere wetten

 

Vergunningverlening op orde

  • Vergunning c.a. worden tijdige verstrekt

  • > 95% verleend binnen wettelijke termijn

  • IJVI

Adequaat toezicht op naleving

  • Controles in combinatie andere controles uitvoeren o.b.v. Risicomodule

  • Gericht controles uitvoeren n.a.v. signalen of klachten

  • >80% van de gecontroleerde evenementen voldoet aan de geluidsnormen

  • >90 % van de gecontroleerde evenementen voldoet aan de sluitingstijden

  • IJVI

5 Kwaliteitszorg en kwaliteitsborging

5.1 Kwaliteitscriteria

In de verordening kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht (vin werking vanaf 1 januari 2025) is de toepassing van de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria (kwaliteitscriteria 3.0 en de opvolgers daarvan) verankerd. Deze kwaliteitscriteria zijn door de bevoegde gezagen in brede samenwerking opgesteld. De kwaliteitscriteria hebben betrekking op de deskundigheid van de uitvoerende en handhavende organisaties en de medewerkers (inclusief competentieprofielen). Daarnaast geven de kwaliteitscriteria voor inwoners bedrijven en de overheid inzicht in de kwaliteit die verwacht mag worden bij de uitvoering van VTH-taken. Voor de organisatie betekent dit dat er een sluitende beleidscyclus is, een inhoudelijke ondergrens en dat de taken belegd worden bij organisaties die continuïteit in de uitvoering kunnen garanderen.

In ons uitvoeringsprogramma geven we jaarlijks aan in hoeverre we voldoen aan de kwaliteitscriteria. In tegenstelling tot de taken die belegd zijn bij de Omgevingsdienst zijn we niet voor alle lokale taken op basis van de verordening verplicht om te voldoen aan de kwaliteitscriteria. Voor ons geldt een zorgplicht met de kwaliteitscriteria als uitgangspunt op basis van het principe “comply or explain”, waarbij we afwijkingen moeten motiveren. Hierover vindt verantwoording plaats via het uitvoeringsprogramma en jaarverslag aan de gemeenteraad en interbestuurlijk toezicht door de provincie.

5.2 Kwaliteitsdoelen

We hebben kwaliteitsdoelen vastgesteld voor de dienstverlening, de uitvoeringskwaliteit en de financiën. Daarnaast zijn ook inhoudelijke doelen opgesteld. Deze inhoudelijke doelen zijn hiervoor uitgewerkt in hoofdstuk 4, waarbij per doel ook indicatoren en streefwaarden zijn benoemd.

Jaarlijks geven we in ons uitvoeringsprogramma aan op welke doelen we specifiek inzetten en hoe we het dat jaar zullen monitoren. In het daaropvolgende jaarverslag analyseren

we vervolgens in hoeverre we in dat jaar hebben voldaan aan de kwaliteitsdoelen en bijbehorende indicatoren en streefwaarden. Voor een deel is kwaliteit echter moeilijker meetbaar.

De kwaliteitsdoelen voor de thema’s dienstverlening, uitvoeringskwaliteit en financiën zijn:

  • Dienstverlening: In ons Kwaliteitshandvest is vastgelegd welke service onze inwoners, bedrijven en bezoekers van de gemeente Ommen mogen verwachten? De inwoners staan bij alles wat Ommen doet, steeds op de eerste plaats. We willen een nabije overheid zijn. Dit betekent dat wij onze dienstverlening dicht bij onze inwoners organiseren. We zijn gastvrij, toegankelijk en zichtbaar. In onze contacten met de inwoners zijn wij herkenbaar, betrouwbaar, persoonlijk en stralen we uit dat wij onze inwoners begrijpen/ verstaan. Om een optimale dienstverlening te kunnen bieden, hebben wij servicenormen opgesteld. Zo weet u wat u van ons mag verwachten en waar u ons op aan kunt spreken. Elk jaar evalueren wij samen met onze inwoners de servicenormen, bijvoorbeeld in de vorm van een enquête.

  • Uitvoeringskwaliteit van diensten en producten: Voor Ommen en de uitvoeringsdiensten die onder regie van onze gemeente VTH-taken uitvoeren geldt dat zij zich inspannen om te voldoen aan de juridische en organisatorische eisen en doelen zoals die zijn geformuleerd in de relevante wet- en regelgeving. We houden ons daarbij aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. We vinden dit ook van belang om zo te voldoen aan de door ons als gemeente gestelde omgevingsdoelen en de ambities die we hebben opgenomen in onze Omgevingsvisies en de uitwerkingen die daarop hebben plaatsgevonden (Woonaddendum, het Roer Ommen).

  • Financiën: We spannen ons in om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor een adequate uitvoering van het VTH-beleid. Hieronder valt ook het (mede) zorgen voor het komen tot een toereikende bemensing bij de Omgevingsdienst IJsselland. We hebben recent de inzetbaarheid van onze boa capaciteit verdubbeld en verkennen in 2025 of een verdere uitbreiding nodig en haalbaar is. Om werkt toe naar kostendekkende leges binnen de uitvoering van de VTH-taken. Daarbij zal tijdig worden geanticipeerd op de impact van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen op de bemensing, kosten en leges bij onze gemeente, inclusief de uitvoering van de bouwtaken die we bij de Omgevingsdienst IJsselland hebben belegd.

5.3 Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg gaat over het doorlopen van een cyclisch (werk)proces waarbij het uitgangspunt “goed zijn is beter willen worden” de intentie ervan krachtig weergeeft. Een goede kwaliteitszorg draagt ook bij aan het waarborgen van klanttevredenheid en een efficiëntere organisatie rond de uitvoering van de VTH-taken en het effectief kunnen werken.

Ommen werkt conform de vastgestelde meest actuele kwaliteitscriteria. Onderdeel dan de kwaliteitscriteria zijn de procescriteria die tevens zijn vastgelegd in het Omgevingsbesluit, artikelen 13.5 tot en met 13.11. De procescriteria bieden de kaders voor het kwaliteitssysteem van het bevoegd gezag. De procescriteria vormen twee cycli, een beleidsvormende (strategische) cyclus en een uitvoerende (operationele) cyclus. De basis voor de procescriteria is afkomstig uit de Plan Do Check Act (PDCA)-cyclus, ofwel de beleidscyclus, dubbele regelkring of ‘Big Eight’ geheten. Dit model maakt vanuit een strategisch kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging samen met een sluitende planning- en controlcyclus. Op het snijvlak van beide cycli ligt het uitvoeringsprogramma en de organisatie van de VTH-taken.

afbeelding binnen de regeling

De procescriteria (Omgevingswet) geven de elementen aan die minimaal aanwezig moeten zijn. Daarnaast moeten de criteria worden gebruikt bij het inrichten van de organisatie. De procescriteria zijn opgenomen en uitgewerkt in dit VTH-beleidsplan (VTH-uitvoeringstrategieën in hoofdstuk 6). Deels zijn en worden ze uitgewerkt in jaarlijks terugkerende producten, zoals het VTH-uitvoeringsprogramma en het VTH-jaarverslag.

Een gesloten kwaliteitscyclus zorgt dat we leren van onze interventies. Systematische kwaliteitszorg kent een aantal elementen, waaronder:

  • Verantwoordelijkheid beleggen voor het ontwikkelen en in stand houden van kwaliteitszorg en het rapporteren over de voortgang;

  • Zorg dragen voor kwaliteitsbeleid en – doelstellingen welke gericht zijn op het continu verbeteren, evalueren en (zo nodig) bijstellen;

  • Zorg dragen voor een kwaliteitsprogramma inclusief planning;

  • Borging werkwijze in cultuur en systemen;

  • Het managen van verbeterpunten;

  • Vergelijking en auditing: interne en externe ogen houden ons scherp.

Aan de uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot vergunningen, meldingen, ontheffingen, controles (toezicht) en handhavingsacties liggen diverse beleidsdocumenten en (werk)processen ten grondslag. In het kader van kwaliteitszorg en de borging ervan zijn en worden de (werk) processen VTH in de gemeente en in de samenwerking met de Omgevingsdienst IJsselland en andere ketenpartners transparant uitgewerkt en ook vastgelegd. Met de ketenpartners zijn hierover afspraken gemaakt. Dit is ook nodig voor het creëren van een zogeheten ‘level playing field’ voor burgers en bedrijven. De werkprocessen worden mede ondersteund en geborgd vanuit onze digitale systemen, zoals IJVI.

6 VTH Uitvoeringsstrategieën

In dit hoofdstuk zijn de strategieën voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving beschreven. De grondslag ervoor ligt in hoofdstuk 18 van de Omgevingswet. In hoofdstuk 13 van het Omgevingsbesluit staat onder andere dat bevoegd gezagen strategieën moeten vaststellen voor VTH. De preventiestrategie is een overkoepelende strategie en vormt samen met de overige strategieën het kader voor de uitvoering van het gezamenlijke VTH-beleid. Daarom staat de preventiestrategie ook bovenaan in onderstaand overzicht.

afbeelding binnen de regeling

6.1 Preventief werken (preventiestrategie)

Bij preventie gaat het om het voorkomen van aantasting van de leefomgeving of ontstaan van risico’s, door het geven van voorlichting en zorgdragen voor een heldere communicatie over de kaders waar partijen in de samenleving zich aan moeten houden. We zetten expliciet in op preventie, vanuit een goede voorlichting communicatie en overleg. Uitgangspunt daarbij is dat de meeste initiatiefnemers en aanvragers bereid zijn te voldoen aan de gestelde regels en kaders. Veel schade aan de fysieke leefomgeving kan worden voorkomen door vroegtijdig helder te maken welke kaders en regels er gelden.

Voorlichting

Uitgangspunt is dat de meeste partijen bereid zijn te voldoen aan de gestelde regels en kaders als ze daarvan tijdig en goed op de hoogte zijn gebracht door de gemeente en de ODIJ. Vanuit deze basisgedachte wordt ingezet op een preventieve insteek om te voorkomen dat het naleven van de regels moet worden afgedwongen met het inzetten van dwangmiddelen. Dit vraagt een goede en gerichte voorlichting en communicatie richting inwoners, bedrijfsleven, bezoekers en, in algemene zin, belanghebbenden. Dit gebeurt via onder meer de gemeentelijke website, de ODIJ-website, klantencontacten en waar nodig in aansluiting daarop een gesprek met deskundige medewerkers van de backoffice.

Wij overleggen met belangrijke stakeholders, zoals: het bedrijfsleven, agrariërs, horeca en tijdens bilaterale contacten met initiatiefnemers en aanvragers van vergunningen en tijdens het toezicht op bedrijven en activiteiten. Partijen die als intermediair een bijdrage kunnen leveren rond deze voorlichting en zo het realiseren van een reëel verwachtingspatroon bij de gebruikers van de leefomgeving, worden daarin gefaciliteerd. Het vroegtijdig betrekken van en waar mogelijk samenwerken met partners en stakeholders is belangrijk en dit is verankerd in ons participatiebeleid (onderdeel participatie Omgevingswet).

Tijdens bij voorkeur vooroverleg of 1e contact wordt gestreefd om al direct tot een zo goed mogelijke inschatting te komen over de haalbaarheid van het initiatief. Ook na het constateren van een overtreding van de regels wordt geprobeerd waar dat mogelijk is eerst in overleg met partijen of via bemiddeling tussen partijen tot een werkbare oplossing te komen. Zo mogelijk kan dit ertoe leiden om zaken alsnog te de-escaleren of te legaliseren.

Bij preventie is ook de term naleefgedrag belangrijk dat gaat over het nakomen van regels over leefbaarheid, veiligheid en duurzaamheid. Wij willen het naleefgedrag bevorderen door toezicht uit te voeren, maar ook in te zetten op voorlichting en daarbij de regels (nogmaals) uit te leggen en toe te lichten. De meeste inwoners en bedrijven blijken dan bereid de voor hen geldende regels na te leven. Een belangrijk onderdeel binnen de preventiestrategie. Als het mogelijk is willen wij goed gedrag belonen.

Participatiekader Ommen

Ommen heeft op 27 maart 2024 het Participatiekader gemeente Ommen vastgesteld. Dit participatiekader is ook van toepassing op de uitvoering van het VTH-beleid en de taakuitvoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Dit participatiekader gaat uit van twee vormen van participatie:

  • 1.

    Overheidsparticipatie: een inwoner of ondernemer komt met een initiatief en klopt aan bij de gemeente en vraagt om medewerking. De gemeente participeert in het initiatief.

  • 2.

    Inwonersparticipatie: de gemeente betrekt inwoners, ondernemers of organisaties bij het opstellen, uitvoeren of evalueren van een beleidsdocument, plan of project.

In het Participatiekader zijn de onderstaande uitgangspunten voor participatie vastgelegd met als kanttekening dat een goede participatie om maatwerk vraagt:

  • Open: bij het uitvoeren van participatie hebben we een open houding. De gemeente is benaderbaar en zoekt actief het gesprek op met inwoners als de situatie daarom vraagt. Iedereen moet een voor hem of haar relevante ontwikkeling kunnen volgen. Ieders inbreng telt.

  • Duidelijk: de gemeente is helder over het doel van participatie en de ruimte die inwoners hebben om een plan of beleidsstuk te beïnvloeden. We communiceren richting inwoners in begrijpelijke taal. Zo zorgen we dat de verwachtingen aan de voorkant van participatietrajecten duidelijk zijn bij alle betrokkenen.

  • Transparant: de informatievoorziening is transparant. Dit houdt in dat de spelregels duidelijk zijn. De gemeente is open over zijn belangen en dit vragen wij ook van inwoners. Zo creëren we onderling begrip en vertrouwen. Het besluit wordt genomen in het algemeen belang door het wegen van de verschillende ingebrachte belangen. We leggen verantwoording af over de afwegingen en gevolgde procedure.

  • Besluiten worden democratisch genomen: de gemeenteraad is het besluitvormende orgaan van de gemeente. De raad neemt de democratische besluiten. In sommige gevallen kan deze bevoegdheid door de gemeenteraad bij inwoners worden gelegd, hierover neemt de raad vooraf dan expliciet een besluit.

  • Participatie zetten we weloverwogen in: participatie is geen doel maar een middel. We zetten het in om tot betere besluiten te komen. Per ontwikkeling kijken we of participatie een meerwaarde heeft en zo ja wat een geschikte vorm is.

  • Terugkoppeling: bij een open en transparante houding hoort ook terugkoppeling. We vragen hen niet alleen om te participeren, maar geven ook terugkoppeling over wat er met de inbreng van inwoners, ondernemers of verenigingen is gebeurd.

  • Evalueren: perfecte participatie bestaat niet. Altijd zijn er lessen te leren over hoe je als gemeente een volgende keer inwoners nog beter kunt bedienen of betrekken. Evalueren is daarom een uitgangspunt: de gemeente wil altijd leren wat beter kan.

Overheidsparticipatie bij ruimtelijke initiatieven (Omgevingsvergunningen)

Inwoners en organisaties (zoals ondernemers of stichtingen) komen bij de gemeente met een ruimtelijk initiatief om een plan tot stand te brengen. Hierbij wordt de procedure van de Omgevingswet gevolgd voor een Omgevingsvergunning. Aandachtspunt daarbij is dat het aan initiatiefnemers is om belanghebbenden (zoals omwonenden) te betrekken. De gemeente Ommen stelt de volgende uitgangspunten voor dit type participatie:

  • Bij een ruimtelijke ontwikkeling waar een omgevingsvergunning voor nodig is moet de initiatiefnemer aangeven of en zo ja, hoe hij aan participatie heeft gedaan en wat de resultaten hiervan zijn;

  • Het betrekken van belanghebbenden is transparant en navolgbaar;

  • Belanghebbenden worden geïnformeerd over de voortgang van de ruimtelijke ontwikkeling.

Het is als initiatiefnemer belangrijk om in beeld te brengen wie belanghebbende is. Op basis daarvan kan een initiatiefnemer afwegen welke participatiemiddelen worden ingezet. Het is hierbij belangrijk aan belanghebbenden te vertellen wat er precies van hen verwacht wordt en welke invloed zij kunnen uitoefen op het plan. Zo ontstaan er geen verwachtingen die niet waargemaakt kunnen worden. Als er geen belanghebbenden zijn in de ogen van de initiatiefnemer dan wordt dit gemotiveerd in een aanvraag.

De gemeente als bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het maken van een integrale belangenafweging. Hierin neemt het bevoegd gezag de informatie uit de participatie uit mee als dit aanwezig is. Daarnaast kan de gemeenteraad bepaalde activiteiten aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.

Inwonersparticipatie en Omgevingswet

Ommen betrekt inwoners en maatschappelijke partners bij de verschillende fases van de beleidsontwikkeling. Hierin maakt de gemeente steeds zelf de keuze en beziet dan waar dit logisch en van toegevoegde waarde is. De afweging of participatie wel of niet wordt toegepast wordt ambtelijk voorbereid besproken met de verantwoordelijk bestuurder. Desgewenst raadpleegt deze college of raad. Participatie wordt niet ingezet als het wettelijk niet is toegestaan, er geen beleidsvrijheid is, bij de vaststelling van de begroting of bij spoed. Ook als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van kwetsbare groepen in de samenleving wordt participatie niet toegepast. In de verordening wordt dit ook vastgesteld.

Klantcontact

In de contacten over VTH-aangelegenheden staat een klantgerichte, pragmatische en oplossingsgerichte benadering van initiatiefnemers en aanvragers centraal. Daarbij geldt als beperking: voor zover dat dit binnen de gestelde wettelijke en gemeentelijke kaders mogelijk is. Uitgangspunt is een klantgerichte en klantvriendelijke benadering waarbij binnen de vigerende kaders steeds gezocht wordt naar een passende oplossing. Als een initiatiefnemer/aanvrager er met de geboden informatie op de website niet uitkomt, is er altijd een gesprek met de behandelende medewerker mogelijk. Hiermee wordt voorzien in een professionele en klantvriendelijke dienstverlening.

We werken aan het verlenen van snelle service via onze website en tijdens een bezoek aan ons gemeentehuis. We werken zo veel mogelijk op afspraak. Veel informatie is te vinden op de website. We staan voor een goede bescherming van de privacy en gaan zorgvuldig om met persoonsgegevens. Persoonlijke gegevens en informatie met een vertrouwelijk karakter gebruiken we alleen voor de doelen waarvoor ze zijn bestemd.

6.2 Vergunningenstrategie

Met een omgevingsvergunning kunnen burgers, bedrijven en overheden toestemming vragen om activiteiten in de leefomgeving uit te voeren. De vergunningplichtige activiteiten zijn aangewezen in de Omgevingswet, het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De Omgevingswet onderscheid vier verschillende vormen van vergunningen:

  • Reguliere procedure (8 weken, eenmalig te verlengen met 6 weken);

  • Uitgebreide procedure (26 weken, eenmalig te verlengen met 6 weken);

  • Aanvraag voor losse deelactiviteiten;

  • Opleggen van maatwerkvoorschriften (milieu) of nadere voorwaarden (brandveilig gebruik).

Hoofdregel is dat een activiteit is verboden, zolang niet voor alle activiteiten die daarmee samenhangen een vergunning is verleend. Een aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van een vergunning voor alle activiteiten. Als bevoegd gezag hebben wij een inspanningsverplichting om de aanvrager in kennis te stellen van eventuele andere vereiste besluiten.

Naast vergunningplichtige activiteiten bestaan er ook activiteiten waar een meldingsplicht voor geldt. Afhankelijk van het soort bedrijf en uitgevoerde activiteiten moet een bedrijf voor het oprichten of veranderen een melding op grond van het Bal en/of Bbl doen bij de gemeente. De initiatiefnemer moet de melding uiterlijk vier werken voor oprichting of verandering doen.

Als gemeente zorgen wij voor voorlichting, vooroverleg, vergunningverlening en het afhandelen van meldingen.

Vooroverleg

Voordat een aanvraag om vergunning ingediend wordt is er de mogelijkheid tot vooroverleg met de gemeente. In het vooroverleg kan de initiatiefnemer aangeven wat zijn plannen zijn en kan de gemeente onderzoeken of de plannen haalbaar zijn. En we kunnen als gemeente meedenken en aangeven voor welke activiteiten een vergunning nodig is. De vorm van het vooroverleg kan verschillen. Het kan gaan om een oriënterend gesprek of overleg in het kader van een principeverzoek.

  • Oriënterend gesprek: bij een oriënterend gesprek heeft de initiatiefnemer vaak nog geen concreet uitgewerkt plan. Het doel is mondeling informatie in te winnen over welke regels gelden en welke plannen haalbaar zijn en wat er nodig is voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.

  • Principeverzoek: bij een principeverzoek vraagt de initiatiefnemer schriftelijk aan de gemeente of afwijkende plannen haalbaar zijn. Het gaat dan over initiatieven die niet passen binnen de bestaande regels uit het (tijdelijk) omgevingsplan. De gemeente beoordeeld dan of toch medewerking kan worden verleend door af te wijken aan de regels. Over de haalbaarheid van het verzoek ontvangt de initiatiefnemer een schriftelijk principebesluit. Als het afwijken van de regels mogelijk is, volgt een procedure voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.

Bij het beoordelen van een principeverzoek en ingediende plannen worden binnen de gemeente relevante collega’s geraadpleegd, inclusief welstand. Zo nodig maken we gebruik van de regionale omgevingstafel. Het principeverzoek wordt schriftelijk beantwoord, waarbij een mondelinge toelichting mogelijk is.

Afhandelen vergunningen en meldingen

Voor de afhandeling van de vergunningen en meldingen milieu en bouw maakt Ommen gebruik van de diensten van de Omgevingsdienst IJsselland. De vergunningverlening ruimte doen we in Ommen zelf. Voor de beoordeling welstand maken we gebruik van de diensten van Het Oversticht (Commissie Omgevingskwaliteit en stadsbouwmeester. De afhandeling van vergunningen, meldingen en ontheffingen op grond van onze verordeningen doen we eveneens vanuit de eigen organisatie.

Ommen, als ook de uitvoeringsorganisaties die onder regie van de gemeente delen van de vergunningverlening uitvoeren, hanteren objectieve criteria voor het beoordelen van aanvragen van een omgevings-vergunning en het afhandelen van meldingen. Deze criteria bestaan zowel uit wettelijke bepalingen, lokale beleidsregels (Rood voor Rood en Participatiekader), verordeningen (APV, geurverordeningen, AVOI, erfgoedverordening) en het (tijdelijk) omgevingsplan Ommen.

We hebben eerder in hoofdstuk 1 aangegeven hoe de implementatie van de Omgevingswet in Ommen wordt opgepakt. Dit houdt in dat in 2025 de fysieke onderdelen uit onze verordeningen opgenomen worden in het Omgevingsplan Ommen. Vanaf dat moment zijn de regels die nu nog gelden vanuit afzonderlijke verordeningen opgenomen in ons omgevingsplan. We werken gefaseerd aan de ombouw van onze tijdelijke omgevingsplannen (voorheen overkoepelende bestemmingsplannen) naar het Omgevingsplan Ommen. Parallel daaraan worden ook de bruidsschatregels waar nodig aangepast en opgenomen in het omgevingsplan.

Met de komst van de Wet kwaliteitsborging (Wkb) ontstaat er een onderscheid tussen het afhandelen van bouwwerken in de gevolgklasse 1 (GK1), waarvoor de bouwtechnische toets is fases naar de bouwsector verschuift, en de bouwwerken in de gevolgklasse 2 en 3 (GK2 en GK3) waarvoor de gemeente verantwoordelijk blijft voor de bouwtechnische toetsing. Vanaf 1 januari 2024 geldt de Wkb voor nieuwbouw in gevolgklasse 1. Verbouwactiviteiten zullen op zijn vroegst vanaf 2025 onder gevolgklasse 1 vallen. Tot die tijd geldt dat de gemeente, c.q. de Omgevingsdienst IJsselland, hiervoor de bouwtechnische toets uit blijft voeren. We blijven als uitgangspunt hanteren dat gebouwen onder de € 50.000,00 niet worden gecontroleerd tenzij het gebouw een publieksfunctie of monument betreft.

In de toekomst sluiten we bij het beoordelen van de vergunningaanvragen en meldingen aan bij het Landelijk vergunningenprotocol. Tot die tijd worden aanvragen ingedeeld en beoordeeld in lijn met de systematiek die de Omgevingsdienst IJsselland hanteert.

afbeelding binnen de regeling

In de systematiek wordt onderscheid gemaakt naar twee assen:

  • de technisch-inhoudelijke complexiteit van de activiteit:

  • de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de activiteit.

In het geval de aanvraag een technisch-inhoudelijk complexe situatie betreft en/of de activiteit binnen een gebied ligt of komt te liggen dat een grote dynamiek kent en/of gevoelige functies herbergt, zullen bij de beoordeling van de vergunningaanvraag veel criteria dienen te worden beoordeeld om tot een besluit te kunnen komen. Als de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de situatie groot is, ligt het totstandkomingsproces gecompliceerd en kan er onder meer een intensiever traject van participatie nodig zijn.

Aanvragen voor een omgevingsvergunning of meldingen worden als volgt geprioriteerd en behandeld:

  • 1.

    Extensieve toetsing, geen actieve opvolging melding

  • 2.

    Normale toetsing met aandacht voor indieningsdocumenten, actieve opvolging melding

  • 3.

    Normale toetsing met aanvullende aandacht voor indieningsdocumenten, actieve opvolging melding met extra aandacht betrekken belanghebbenden

  • 4.

    Intensieve toetsing, actieve opvolging melding met stellen van maatwerkvoorschriften en actief betrekken belanghebbenden

6.3 Toezichtstrategie

Risico gestuurde toezichtstrategie

Een goede naleving van regels door inwoners, verenigingen en ondernemers is van groot belang. Daarom zetten wij in op preventie om hen te stimuleren zich uit eigen beweging aan de regels te houden. We controleren of vergunningvoorschriften en regels worden nageleefd door toezicht te houden. Voor de toezichthouders die de controle uitvoeren maakt de toezichtstrategie duidelijk hoe zij hun werk moeten doen (bijvoorbeeld in gelijke gevallen gelijk optreden). Vergunningverlening en toezicht op de vergunde activiteiten staan niet los van elkaar. De inhoud van het uitvoeringsbeleid vergunningverlening heeft consequenties voor en raakvlakken met het handhavingsbeleid.

Omdat wij niet overal tegelijk kunnen zijn, hanteren wij een risico gestuurde aanpak. Aan de hand van de risicomodule (probleem- en risicoanalyse (zie hoofdstuk 3) bepalen we jaarlijks per activiteit onze prioriteit en of en hoe we het toezicht uitvoeren. De keuzes die hieruit volgen worden jaarlijks vastgelegd in het VTH-uitvoeringsprogramma. Gevolg van deze aanpak is dat we als gemeente niet altijd handelend optreden bij elke klacht of verzoek en inwoners of bedrijven wijzen op de eigen verantwoordelijkheid rond het oplossen van bijvoorbeeld een klacht. Wanneer dat niet lukt bieden we de mogelijkheid te bemiddelen in de zoektocht naar een oplossing.

Vormen van toezicht

Wij hanteren de volgende vormen van toezicht;

  • 1.

    Toezicht op vergunningen en meldingen: hieronder valt toezicht op verleende omgevingsvergunningen tijdens de uitvoeringsfase:

  • 2.

    Thematisch/projectmatig toezicht: als er vanuit bestuurlijke wensen of calamiteiten bepaalde thema’s, objecten en/of gebieden een hoge prioriteit krijgen en projectmatig opgepakt worden:

  • 3.

    Toezicht o.b.v. klachten of meldingen;

  • 4.

    Ambtshalve constatering o.b.v. surveillance (veelal Boa gerelateerd).

Aanpak

Goed toezicht begint met een juiste voorbereiding. Dat betekent dossieronderzoek, het verzamelen van aanvullende relevante informatie en het opstellen van een controle-checklist. Tijdens het daadwerkelijke toezicht controleren we of er sprake is van overtredingen en of de overtredingen hersteld kunnen worden. Maar belangrijker nog, we proberen overtredingen te voorkomen, zodat we niet sanctionerend hoeven op te treden. Ofwel, hoe kan de toezichthouder ongewenst gedrag ombuigen naar gewenst gedrag. Voor zowel de toezichthouders als bedrijven en inwoners heeft dat voordelen.

Het geven van voorlichting is, zoals al eerder gesteld, daarbij een essentiële stap. Dat zal niet altijd het gewenste effect hebben. In dat geval ontkomen we er niet aan de volgende stap in de handhavingsstrategie te zetten: sanctioneren. Elke controle is een momentopname en niet alles wordt gecontroleerd of geconstateerd. De doorlopen stappen en genomen beslissingen worden door de toezichthouders verifieerbaar en transparant opgeslagen in onze systemen (IJVI/zaaksysteem).

6.4 Handhavingsstrategie

Risico gestuurde handhavingsstrategie

Om te kunnen handhaven is het noodzakelijk afspraken te maken over de manier waarop we vormgeven aan de handhaving. Als bevoegd gezag heeft Ommen de taak om bij overtredingen de beginselplicht tot handhaven toe te passen, waarbij het doel is om de overtreding weg te nemen en/of herhaling in de toekomst te voorkomen. Hierbij wordt per overtreding een afweging gemaakt. We kunnen niet overal tegelijkertijd zijn en dus moeten we een evenwichtig handhavingsbeleid voeren waarbij we onze handhavingscapaciteit gericht inzetten op zaken met de hoogste prioriteit. We prioriteren hierin op basis van onze risicomodule (probleem- en risicoanalyse).

Uniformiteit in handhavingsstrategie (LHSO)

Om een goede en uniforme uitvoering te geven aan de handhaving sluiten we aan bij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). De LHSO is de opvolger van de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) uit 2014. De LHSO is een beleidskader voor de bestuursrechtelijke- en strafrechtelijke handhaving. Het doel van deze strategie is uitvoering te geven aan de beginselplicht tot handhaven, passend optreden bij overtredingen, in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes maken en interventies kiezen en toepassen op eenduidige wijze. Dit kan op zowel strafrechtelijke wijze (bestraffend) als bestuursrechtelijk (gericht op het herstel van de situatie). Onderdeel van de LHSO is de afstemming tussen de verschillende handhavingspartners, zoals bijvoorbeeld de politie en het Openbaar Ministerie.

De keuze van de in te zetten bestuursrechtelijke sanctie vindt plaats aan de hand van de in de strategie opgenomen interventieladder en interventiematrix. Daarbij zijn het gevolg van de overtreding en het gedrag van de overtreder bepalend voor de wijze hoe er gehandhaafd wordt. Bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom volgen we de landelijke Leidraad handhavingsacties en begunstigingstermijnen.

Niet actief handhaven is niet gelijk aan gedogen

Het is belangrijk om te benadrukken dat prioritering in toezichtstaken op basis van de risicoanalyse niet onder gedogen valt. Het is onmogelijk om alles te handhaven, dus het evenwichtige handhavingsbeleid leidt tot de inzet van onze handhavingscapaciteit op zaken met de hoogste prioriteit. In gevallen waarin wij ervoor kiezen om bepaalde overtredingen niet actief te handhaven, betekent dit niet dat wij deze overtredingen gedogen. Handhaving blijft mogelijk in gevallen waarin er bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend of als de resultaten van een steekproef aanleiding geven tot controle van de gehele branche.

Aangezien we als gemeente een voorbeeldfunctie vervullen naar, geldt deze werkwijze in het bijzonder voor overtredingen gemaakt door de eigen organisatie of medeoverheden. Door onze prioritering en uniforme aanpak van handhaving verwachten wij een effectief en efficiënt toezicht te kunnen houden en bij te dragen aan een veilige en gezonde leefomgeving voor iedereen.

Toezicht op basis van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wkb treedt stapsgewijs in werking. Na invoering van de Wkb is de vergunninghouder verplicht voor ieder technisch vergunningplichtig bouwwerk dat valt onder gevolgklasse 1 een kwaliteitsborger in te schakelen. Het zal in eerste instantie gaan om nieuwbouw gevolgklasse 1. Voor de verbouw die valt onder gevolgklasse 1 gaat dit naar verwachting vanaf 1 januari 2025 gelden. Gevolgklasse 1 betreft bouwwerken in de laagste risicoklasse zoals eengezins-woningen en eenvoudige bedrijfspanden. De verwachting is dat na 2025 gevolgklasse 2 en 3 zullen volgen. Indien een kwaliteitsborger tijdens het bouwproces constateert dat afgeweken wordt van de voorschriften van Bouwbesluit/Bbl en dat deze afwijking het afgeven van een verklaring in de weg staat, bepaalt artikel 3.86 lid 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) dat de gemeente als bevoegd gezag hierover geïnformeerd moet worden.

6.5 Gedoogstrategie

Er zijn uitzonderlijke situaties denkbaar waarin het opleggen van sancties niet gewenst is. In dat geval kan een overtreding worden gedogen. Onder gedogen wordt verstaan: “het expliciete schriftelijke besluit van een bestuursorgaan om tegen een bepaalde overtreding niet handhavend op te treden terwijl het bestuursorgaan in beginsel juridisch bevoegd en feitelijk in staat is om op te treden.” Gedogen is echter wel aan voorwaarden gebonden. We volgen hiervoor de landelijke gedoogstrategie “Gedogen in Nederland”.

We beperken in Ommen het gedogen tot zeer bijzondere situaties, waarbij op korte termijn uitzicht bestaat op het opheffen van de overtreding of op het legaliseren van de situatie, bijvoorbeeld doordat een vergunning verleend kan worden. De gedoogstrategie is een onderdeel van de landelijke handhavingsstrategie en is eveneens vastgesteld in het regionale deel van het handhavingsbeleid van de Omgevingsdienst IJsselland. In het lokale beleid conformeert de gemeente Ommen zich hieraan.

7 Organisatie en uitvoering

Voor de organisatie en uitvoering van het VTH beleid en de taken die daaruit voorkomen gelden voorwaarden. Zo is wettelijk in het Omgevingsbesluit geregeld welke taken in elk geval door een omgevingsdienst moeten worden uitgevoerd, ook wel aangeduid als basistaken. Daarnaast zijn in het Omgevingsbesluit, artikelen 13.5 tot en met 13.11, kwaliteitscriteria opgenomen. De procescriteria die daar onderdeel vanuit maken richten zich op onderdelen van de organisatie en uitvoering van de VTH-taken door gemeenten en omgevingsdiensten. Dit gebeurt door het vereisen van kwaliteitsdoelen voor de thema’s dienstverlening, uitvoeringskwaliteit en financiën (zie kwaliteitszorg en kwaliteitsborging in hoofdstuk 5).

7.1 Uitvoeringsorganisatie Ommen

Ommen 4.0

Sinds 2019 werkt Ommen met het ‘Ommen 4.0’ netwerk- en regiemodel. Dit model kwam voort uit de ontvlechting van de ambtelijke samenwerking met de gemeente Hardenberg. De focus ligt op regievoering en beleidsvorming binnen de gemeente, waarbij een groot deel van de uitvoerende werkzaamheden is uitbesteed aan externe partijen via langdurige dienstverleningscontracten of regionale samenwerkingen. De organisatie is opgedeeld in vijf verschillende clusters die elk verantwoordelijk zijn voor specifieke beleidsterreinen en operationele taken, wat Ommen in staat stelt effectief in te spelen op maatschappelijke en bestuurlijke vraagstukken. Met deze opzet versterkt de gemeente Ommen haar missie en visie door een gestructureerde en flexibele organisatie die zich kan aanpassen aan de huidige en toekomstige behoeften van inwoners en externe partners.

Uitvoering VTH vanuit meerdere clusters

De uitvoering van het VTH-beleid is ondergebracht bij drie verschillende clusters die interdisciplinair met elkaar samenwerken:

  • Cluster Beleid & Ontwikkeling: Dit cluster richt zich met name op de (strategische) beleidsadvisering voor de opgaven die een hoge prioriteit hebben in Ommen. Vanuit dit cluster wordt het VTH-beleidsplan opgesteld en de implementatie Omgevingswet getrokken, waaronder de uitwerking van het spoorboekje waarmee we werken aan het Omgevingsplan Ommen. Ook voor het aanpassen en actualiseren van het beleid voor vrijkomende agrarische gebouwen en Rood voor Rood beleidsregels ligt het voortouw bij dit cluster.

  • Cluster Regie & Coördinatie: Dit cluster richt zich met name op het adequaat doen verlopen van de werkzaamheden die door derden worden uitgevoerd (sturing op uitbesteed werk en samenwerken). Werkzaamheden zijn regie, aansturing en organiseren van aan derden uitbestede taken en samenwerkingen. Vanuit dit cluster worden de VTH-taken uitgevoerd en gecoördineerd en wordt tevens de regie gevoerd op de uitvoering van taken door de Omgevingsdienst IJsselland (milieu en bouw) en Stichting Veiligheidszorg Drenthe (Boa’s). Binnen het cluster is onze VTH-regisseur werkzaam die er voor zorgt dat jaarlijks het VTH Uitvoeringsprogramma en VTH Jaarverslag wordt opgesteld en vastgesteld, de contacten met IBT onderhoudt en zorg draagt voor de aansturing van additionele taken die de Omgevingsdienst IJsselland op basis van een dienstverleningsovereenkomst voor ons uitvoert. Binnen het cluster vindt ook de uitvoering van de omgevingsvergunningen (ruimte) plaats en wordt zorg gedragen voor een tijdige inbreng van casussen op de Omgevingstafel en het tijdig betrekken van onze ketenpartners.

  • Cluster Concern & Ondersteuning: Dit cluster richt zich met name op (bestuurlijke) ondersteuning en organisatie overstijgende werkzaamheden. Medewerkers hebben voornamelijk een ondersteunende of beheerders rol. Maar binnen dit cluster is ook sprake van adviestaken. In dit cluster zit dit afhandeling van een deel van de vergunningen en meldingen van onze verordeningen en met name de APV. IN het cluster zit ook juridische expertise. Daarnaast is dit cluster van belang voor de uitvoering van communicatie, participatie en klantcontacten en het beheren en onderhouden van diverse administratieve systemen (zaaksysteem) en website.

7.2 Financiële borging

In de begroting zijn de benodigde middelen vastgelegd om de VTH-taken uit te kunnen voeren.

Voor de jaaropdracht aan de Omgevingsdienst IJsselland zijn de financiële middelen geborgd in de begroting. De bijdrage voor de kosten van de uitvoering door de Omgevingsdienst IJsselland is gedekt door het opnemen van de daarvoor overeengekomen gemeentelijke bijdrage in de gemeentelijke begroting. Dit omvat het onderbrengen van de VTH-taken milieu en bouw bij de Omgevingsdienst IJsselland. Additioneel zijn voor 2025 middelen gereserveerd in de begroting voor het robuustheidstraject van de Omgevingsdienst IJsselland als gevolg van het ‘Interbestuurlijk programma ter versterking van het VTH-stelsel. De Omgevingsdienst IJsselland heeft een plan van aanpak opgesteld om dit te bereiken. Dit betekent in de praktijk een hogere inzet op de basis- en overige milieutaken.

De gemeente Ommen heeft ervoor gekozen om de actualisering van vergunningen als extra taak in de jaaropdracht mee te nemen. Voor het uitvoeren van deze taak zijn voldoende middelen beschikbaar.

Voor de uitvoering van de VTH-taken bouwen zijn middelen beschikbaar gesteld. In de dienstverleningsovereenkomst voor de uitvoering van deze taken door de Omgevingsdienst IJsselland is opgenomen dat er jaarlijks een verrekening van de kosten plaatsvindt op basis van nacalculatie. De afgelopen jaren waren de uitvoeringskosten meer dan begroot. Dit is gedekt met de extra inkomsten uit bouwleges.

Voor de uitvoering van de VTH-taken ruimte zijn in de begroting middelen opgenomen voor de uitvoering van deze taken. De uitvoering gebeurt deels in eigen beheer en deels op basis van inhuur. De uitvoeringskosten worden voor een deel gedekt vanuit de leges.

In de begroting is voor het afhandelen van vergunningen en meldingen en het toezicht budget gereserveerd. Voor de buitengewone opsporingsambtenaren APV is vanaf 2025 extra ruimte in de begroting opgenomen. Hiermee wordt geborgd dat er meer capaciteit kan worden ingezet bij met name evenementen.

7.3 Organisatorische uitgangspunten rond uitvoering VTH

Rollen en deskundigheid

De gemeente draagt vanuit de wettelijke verplichting er zorg voor dat taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de interne functies worden vastgelegd. Deze zorg geldt ook de taken die zijn ondergebracht bij onder meer de Omgevingsdienst IJsselland en de Veiligheidsregio IJsselland (gebruiksvergunningen en brandveiligheid). Daarnaast zijn er beschrijving van de werkprocessen beschikbaar voor gemeente en Omgevingsdienst waarin is vastgelegd op welke wijze vergunningenverleners en toezichthouders de werkzaamheden uitvoeren.

Mandaat

De gemeente is bevoegd gezag over de taken die op het gebied van VTH worden uitgevoerd. De Omgevingsdienst IJsselland, in casu de directeur, kan gemandateerd worden om namens het bevoegd gezag te handelen. Dit mandaat is vastgelegd in een afzonderlijk mandaatbesluit tussen Omgevingsdienst IJsselland en Ommen. Mandatering betreft geen overdracht van bevoegdheden (zoals bij delegatie), maar de bevoegdheid om in naam van een ander te handelen. Bij het uitvoeren van mandaat behoort een hoge mate van bestuurlijke sensitiviteit. Dat wil zeggen dat de gemandateerde directeur tijdig en adequaat het bevoegd gezag betrekt bij eventueel gevoelige zaken.

Vergewisplicht

Op basis van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 3:9 Awb) dient het bestuursorgaan, indien een besluit berust op een onderzoek naar feiten en gedragingen dat door een adviseur is verricht, zich ervan te vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Dit is de zogenaamde vergewisplicht. Wij blijven er vanuit de gemeente voor zorgen dat we voldoen aan onze vergewisplicht, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

Scheiding vergunningverlening, toezicht en handhaving

Bij de inrichting van de gemeentelijke organisatie en de Omgevingsdienst IJsselland en is uitgegaan van een procesgerichte sturing. De processen vergunningen, toezicht en handhaving en inbreng van specialistische en juridische expertise worden organisatorisch zoveel als mogelijk gescheiden uitgevoerd. Daarnaast geldt er een functiescheiding op persoonsniveau tussen vergunningen enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds. Medewerkers vergunningen worden niet belast met bouw-, APV-, milieutoezicht of –handhaving en andersom. Voor de specialistische en juridische expertises geldt een scheiding op objectniveau.

Roulatiesysteem

Om te voorkomen dat een te nauwe band ontstaat tussen toezichthouder en personen werkzaam bij de te controleren inrichtingen/branches en geografische gebieden (vaste handhavingsrelatie), moet een handhavingsorganisatie bij grotere en omvangrijke controles een roulatiesysteem hebben. De Omgevingsdienst IJsselland zorgt voor een roulatiesysteem bij objecten, partijen en inrichtingen waar frequent en intensief controles worden uitgevoerd. Dit geldt dus voor milieucontroles door de Omgevingsdienst, maar het geldt niet voor controles die de gemeente uitvoert.

Bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling

Om bereikbaar te zijn voor spoedeisende klachten en/of meldingen buiten kantoortijd is een bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling van kracht. Het Omgevingsbesluit geeft aan dat de organisatie van de bestuursorganen en van de omgevingsdienst er zorg voor dragen ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar te zijn. De Omgevingsdienst IJsselland kent een 24-uurs piketregeling.

Planning, evaluatie en rapportage

Met een goede verantwoording over de uitvoering van de activiteiten kan zowel de effectiviteit als de efficiëntie van de uitgevoerde taken worden beoordeeld en kan tijdig worden bijgestuurd. Hiervoor is het belangrijk om te evalueren en te rapporteren. Een goede monitoring en registratie maken hier onderdeel van uit. Dit is verankerd in IJVI en het zaaksysteem. Voor de APV wordt deels nog gewerkt met Excel-bestanden. Het is de bedoeling dat ook de APV geheel opgaat in IJVI. Er wordt periodiek gerapporteerd over het bereiken van de gestelde doelen, de uitvoering van de voorgenomen activiteiten en de uitvoering van afspraken met bestuursorganen onderling en het Openbaar Ministerie. Jaarlijks wordt dit gebundeld in het VTH Jaarverslag.

Integraal en interdisciplinair werken

Ommen 4.0 gaat uit van integraal en interdisciplinair werken binnen de eigen organisatie en in samenwerking met onze uitvoerende diensten en ketenpartners. Specifiek gericht op VTH houdt integraal werken ook in dat onder de Omgevingswet een aanvrager één omgevingsvergunning aanvraagt voor alle activiteiten en dat deze integraal wordt beoordeeld. Bij handhaving wordt niet alleen per deelaspect gehandhaafd, maar bij geconstateerde overtredingen worden alle van belang zijnde aspecten meegewogen en zo nodig wordt ook op basis van verschillende wet- en regelgeving samen met andere ketenpartners opgetreden.

Efficiënte, heldere en transparantere uitvoering VTH-taken

Vergunningverlening, toezicht en handhaving vindt zoveel mogelijk gestandaardiseerd plaats. Dit betekent dat er gebruik gemaakt wordt van protocollen, werkprocessen en instructies. Op die manier wordt een zo uniform mogelijke werkwijze gegarandeerd. Vergelijkbare situaties worden zoveel mogelijk op gelijke wijze afgehandeld: willekeur en rechtsongelijkheid wordt voorkomen en het proces is voorspelbaar. Dit betekent ook dat we vanuit de gemeente op een actieve manier communiceren, om zo bij te dragen aan een goed naleefgedrag.

Denken in kansen en mogelijkheden

Bij de uitvoering van taken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving is het uitgangspunt dat gekeken wordt naar kansen en mogelijkheden, in plaats beperkingen. We denken meegedacht met een initiatief om oplossingen te vinden en om medewerking te kunnen verlenen.

Compliance bij Gebruik Gemeentelijke Grond door Aannemers

Binnen de gemeente Ommen maken aannemers en bedrijven regelmatig gebruik van gemeentelijke gronden en openbaar groen, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van toegang tot werkterreinen of het tijdelijk opslaan van materiaal. Hoewel hier duidelijke regels en procedures voor bestaan – zoals vergunningverlening, meldingsplichten en voorschriften rond bescherming van groen en infrastructuur – blijkt in de praktijk dat deze regelgeving lang niet altijd wordt nageleefd.

De gemeente wil in overleg met bedrijven die veelvuldig actief zijn binnen de gemeentegrenzen toewerken naar betere naleving van de bestaande regels (compliance), gedragen afspraken en een zorgvuldiger gebruik van de openbare ruimte.

Betrouwbare dienstverlening

We staan als Ommen voor een betrouwbare dienstverlening. In ons Kwaliteitshandvest is vastgelegd welke service onze inwoners, bedrijven en bezoekers van de gemeente Ommen mogen verwachten. Medewerkers van de gemeente stellen zich dienstbaar op en communiceren daarover helder en eenduidig. Vragen worden deskundig en tijdig beantwoord en er wordt meegedacht met initiatiefnemers in het zoeken naar en vinden van mogelijke oplossingen. Maar waar een initiatief echt niet mogelijk is leggen we ook helder uit waarom dit het geval is. Aangevraagde vergunningen en ontheffingen worden binnen de wettelijke termijnen verleend. Bewoners en bedrijven die overlast in hun omgeving ervaren kunnen hiermee bij de gemeente terecht. Deze klachten worden onderzocht en klagers krijgen een terugkoppeling. Naast een klacht of melding, kunnen burgers of bedrijven ook een verzoek tot handhaving indienen. Hierop dient de gemeente een besluit te nemen dat open staat voor bezwaar en beroep. Besluiten op verzoeken tot handhaving worden binnen de wettelijke termijn genomen.

Informatievoorziening

Het archief is de plaats waar de stroom van documenten en informatie bewaard wordt. Het beheer vindt plaats volgens de eisen uit de Archiefwet en Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Vastlegging van de handhavings- en vergunningsgegevens gebeurt in ons geautomatiseerde systeem IJVI en het zaaksysteem. De Omgevingsdienst IJsselland maakt eveneens gebruik van IJVI. De benodigde managementinformatie (hoeveelheden, doorlooptijden en dergelijke) kan uit deze systemen worden gehaald.

7.4 Omgevingsdienst IJsselland

Basistakenpakket en de plus

De gemeente Ommen heef het basistakenpakket conform de wettelijke verplichting ondergebracht bij de Omgevingsdienst IJsselland. Onder het basistakenpakket omgevingsdienst vallen de vergunningverlening (uitvoering), het toezicht en de handhaving van omgevingsvergunningen, meldingen en beschikkingen milieu. In IJsselland is het basistakenpakket bij convenant uitgebreid tot het basistakenpakket plus IJssellandse variant.

Hiermee zijn ook specialistische milieutaken en de advisering daarover bij bouw, infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling onderdeel geworden van het takenpakket van de Omgevingsdienst IJsselland. De BRZO-taken zijn belegd bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN).

In het gezamenlijke Vergunningen, Toezicht en Handhaving uitvoeringsbeleid (VTH-beleid) geven de colleges van de deelnemers hun ambities en prioriteiten mee aan de Omgevingsdienst IJsselland. De dienst zorgt in goede samenwerking met de deelnemers voor de uitvoering. Het betreft de gezamenlijke ambities om de leefomgeving in IJsselland veilig, schoon, gezond en duurzaam te houden vanuit de VTH-rol. Naast VTH zullen ook beleidsinstrumenten als ruimtelijke ordening, subsidiering, educatie, voorlichting, etc. bijdragen aan de leefomgeving. Dit VTH-beleid krijgt uitwerking door sturing via het VTH-jaarverslag en het VTH-uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst. Daartoe is de beleidscyclus uiteengezet en verbonden met de bestuurscyclus van Omgevingsdienst IJsselland en de bevoegde gezagen. In ons gemeentelijk VTH-beleidsplan is relatief minder aandacht besteed aan de milieutaken die zijn ondergebracht bij de Omgevingsdienst en zijn opgenomen in het VTH-beleidsplan van de Omgevingsdienst.

Additionele taken Omgevingsdienst IJsselland

Naast het basistakenpakket plus IJssellandse variant heeft Ommen ervoor gekozen ook de BRIKS en daarmee bouwtaken onder te brengen bij de Omgevingsdienst IJsselland. Hiertoe is een separate dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten. Dit ligt in lijn met de basisfilosofie die onze gemeente voorstaat vanuit Ommen 4.0. Ommen is tot op heden de enige gemeente die deze BRIKS- en bouwtaken bij de Omgevingsdienst heeft belegd. Op deze taken is wel het gemeentelijke VTH-beleidsplan van toepassing, omdat ze buiten het basistakenpakket plus vallen.

7.5 Inzet Boa’s en toezichthouders

Binnen handhaving wordt onderscheid gemaakt tussen de rol van toezichthouder en de rol van Boa.

Een toezichthouder onderzoekt of wetten en regels worden nageleefd. De taken van een toezichthouder zijn wettelijk bepaald. Toezichthouders zijn aangewezen door de burgemeester en wethouders en zijn bevoegd tot:

  • informatie vragen;

  • onderzoek doen en verpakkingen openen;

  • zonder toestemming een bedrijf binnengaan;

  • alle zakelijke gegevens inzien en kopiëren.

Aanvullend zijn in bepaalde wetten extra bevoegdheden toegekend aan de toezichthouder, zoals het onder voorwaarden betreden van een woning zonder toestemming van de bewoner. Eenieder is verplicht medewerking te verlenen aan een toezichthouder. Een toezichthouder kan een herstelsanctie opleggen om de overtreding te stoppen en de oude situatie te herstellen. Een sanctie is een last onder bestuursdwang (zelf herstellen voor een bepaalde datum of de kosten van herstel betalen) of een last onder dwangsom (een bedrag voor de tijd dat de overtreding duurt).

Boa’s zijn aangesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid en beëdigd door de hoofdcommissaris van de politie. Boa's mogen:

  • een proces-verbaal opmaken/boete uitschrijven;

  • een identiteitsbewijs controleren;

  • een overtreder/dader staande houden;

  • een verdachte aanhouden;

  • gepast geweld toepassen bij verzet;

  • strafrechtelijk optreden.

Een Boa is toezichthouder en handhaver. Als toezichthouder is de Boa gehouden aan het inzetcriterium:

Hij mag alleen handhaven voor een overtreding wanneer het waarneembaar is vanaf de openbare weg, dus zonder zijn bevoegdheden van toezichthouder (zoals het betreden van een pand). De handhaving op beleidsterreinen vanuit de APV worden door de gemeente vastgelegd in beleidsregels. Wanneer nodig worden beleidsregels geactualiseerd.

Handhaving kent een problematische paradox. Als er lange tijd geen problemen zijn geweest, wordt handhaving vaak gezien als een extra kostenpost of onnodige lastendruk voor inwoners en ondernemers. Wanneer er sprake is van een groot incident of calamiteit, wordt al snel de vraag gesteld of het toezicht en de handhaving voldoende was. In de praktijk komt het erop neer dat bijna alle gemeenten een handhavingstekort ervaren.

Gemeente Ommen werkt aan de professionalisering van haar toezichthouders en Boa’s. Het team van BOA’s bestaat uit 2 vaste medewerkers en daarom heen een flexibele pool van toezichthouders en BOA’s. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld en zijn er afspraken gemaakt met de politie. Dit wordt aangestuurd vanuit het cluster Openbare Orde en Veiligheid.

Aangezien niet 24/7 overal en tegelijkertijd op ingezet kan worden, wordt prioriteit gegeven aan de onderwerpen met het hoogste risico en het grootste effect op de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. De uitkomsten uit de risicotool (bijlage 1) helpt ons hierbij. Met name de evenementen in de zomerperiode zoals de OmmerBissingh vraagt om extra inzet.

Daarnaast is de inzet van Boa’s is flexibel en onderhavig aan actuele situaties en voorkomende calamiteiten.

Ondertekening

Bijlage 1: Uitkomsten Risicomodule lokale taken

Hieronder staan in tabel vorm de uitkomsten van de probleem en risicoanalyse op basis van de Risicomodule. De risicomodule is gevuld voor het onderdeel toezicht. De tabellen geven dan ook de prioriteiten zoals die vanuit de risicobeoordeling toezicht volgen.

Probleemanalyse lokale taken: Ruimte

afbeelding binnen de regeling

Probleemanalyse lokale taken: Bouw

Reguliere bouw

afbeelding binnen de regeling

Bestaande bouw

afbeelding binnen de regeling

Probleemanalyse lokale taken: APV

afbeelding binnen de regeling