Subsidieregeling Sociaal Kapitaal Rijswijk 2026

1. In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  Sociale basis: de manier waarop inwoners met elkaar omgaan en elkaar ondersteunen, aangevuld met de basisvoorzieningen die voor iedereen beschikbaar zijn;

• b.

  Bestaanszekerheid: bestaanszekerheid is de mate waarin mensen verzekerd zijn van de noodzakelijke middelen om in hun basisbehoeften te voorzien, zoals inkomen, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid, zowel nu als in de toekomst;

• c.

  Inwoners met een laag inkomen: inwoners met een inkomen tot 130% van het minimumloon;

• d.

  College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk;

• e.

  Asv: Algemene subsidieverordening Rijswijk 2020 dan wel de opvolger hiervan;

• f.

  Awb: Algemene wet bestuursrecht.

2. De overige begrippen in deze subsidieregeling worden in dezelfde betekenis gehanteerd als in de Algemene wet bestuursrecht, Algemene subsidieverordening Rijswijk 2020, de Brede Welzijnsnota, Armoedevrij Rijswijk, Uitvoeringsagenda Samen werken aan een zeker bestaan, de Inclusie en Anti-Discriminatie Agenda en de Kadernota Sociaal Domein 2.0.

1. Om voor een subsidie in het kader van deze regeling in aanmerking te komen, dient aan de navolgende vereisten te worden voldaan:

• a.

  De activiteiten moeten verbindend, versterkend en vernieuwend zijn. De activiteit moet passen bij een hulpvraag vanuit de doelgroep;

• b.

  Er moet sprake zijn van samenwerking met minimaal een partner;

• c.

  Er moet sprake zijn van samenwerking met en betrokkenheid van inwoners;

• d.

  Met activiteiten wordt ingezet op twee of meer vormen die in artikel 5 zijn genoemd;

• e.

  Inclusie en diversiteit zijn verankerd in het aanbod;

• f.

  Activiteiten zijn gericht op ontmoeting, dialoog en activering; verbinding tussen groepen;

• g.

  De resultaten dienen duurzaam te zijn;

• h.

  De activiteiten dienen in 2026 plaats te vinden, maar pas nadat de aanvraag is ingediend.

1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verband houden met het realiseren van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling.

2. Voorbeelden van redelijk gemaakte kosten die direct verbonden zijn aan de realisatie van activiteiten zoals genoemd in artikel 5, onder andere:

• •

  Huur;

• •

  Catering (maximaal 15 procent van de totale subsidieaanvraag);

• •

  Kosten voor ureninzet, niet zijnde reguliere personeelslasten;

• •

  Kosten voor passende entertainment.

3. Niet voor subsidie in aanmerking komen:

• •

  Beheer- of onderhoudskosten;

• •

  Structurele financiële verplichtingen;

• •

  Reguliere personeelslasten;

• •

  Besloten feestjes of uitjes.

1. Honorering van volledige aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van binnenkomst bij het college, totdat het in artikel 8 vastgestelde subsidieplafond van deze regeling voor de desbetreffende ronde is bereikt.

2. De datum en het tijdstip van ontvangst van een aanvraag worden vastgesteld aan de hand van de digitale of schriftelijke registratie bij het college. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en het subsidieplafond daardoor wordt overschreden, wordt de onderlinge rangorde vastgesteld door middel van loting.

3. Als de aanvrager krachtens het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid is geboden om de aanvraag aan te vullen, geldt ten aanzien van de verdeling als datum van indiening de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

1. Het college kan op aanvraag subsidie verlenen ten behoeve van de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5 van deze regeling.

2. Er zijn twee subsidierondes. Aanvragen voor de eerste ronde kunnen worden ingediend tussen 1 september en 1 oktober 2025. Aanvragen voor de tweede ronde kunnen worden ingediend tussen 1 maart en 1 april 2026.

3. Bij het aanvragen van de subsidie dient de aanvrager gebruik te worden gemaakt van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

1. Het college beslist, behoudens eventuele opschortingen conform artikel 4:15 van de Awb, binnen 12 weken na ontvangst van een aanvraag om subsidieverlening.

2. Indien de aanvraag om subsidieverlening niet compleet is, gunt het college de aanvrager gelet op het bepaalde in artikel 4:5 van de Awb een termijn voor het aanvullen van de aanvraag.

3. Wanneer de aanvraag niet binnen de termijn genoemd in lid 2 is aangevuld, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld op grond van artikel 4:5 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. Het college stelt op aanvraag de subsidie vast.

2. De verantwoording van de subsidie dient voor 30 juni 2027 te worden ingediend.

3. Bij verantwoording dient door de aanvrager gebruik te worden gemaakt van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

4. Indien voor de beoordeling van de aanvraag andere of aanvullende gegevens of bescheiden nodig zijn, kunnen deze door het college worden opgevraagd.

5. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum rekening en verantwoording af te leggen.

1. Het college beslist, behoudens eventuele opschortingen conform artikel 4:15 van de Awb, binnen 12 weken op een aanvraag om subsidievaststelling.

2. Indien de aanvraag om subsidievaststelling niet compleet is, gunt het college de aanvrager gelet op het bepaalde in artikel 4:5 van de Awb een termijn voor het aanvullen van de aanvraag.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 september 2025.

2. Deze subsidieregeling vervalt van rechtswege zodra deze is uitgewerkt.