Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740728
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740728/1
Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 21-06-2025
Intitulé
Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2025Het college van burgemeester en wethouders;
gelezen het voorstel, zaaknummer 485535,
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.3.6, tweede lid van de Wmo 2015 en artikel 8.1.1, tweede lid van de Jeugdwet;
overwegende dat in de beleidsregels de belangrijkste regels zijn opgenomen over voorwaarden, weigeringsgronden en duur van de indicatieperiode van het pgb in de gemeente Ede.
besluit vast te stellen de: Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippenlijst
-
a. Budgethouder: persoon die ondersteuning vanuit de Wmo 2015 of de Jeugdwet in de vorm van een pgb ontvangt.
-
b. Budgetplan: het plan dat weergeeft welke ondersteuning wordt ingekocht, bij wie en op welke dagen en momenten.
-
c. Niet-professionele ondersteuning: ondersteuning door een andere persoon dan beschreven in artikel 1 sub f.
-
d. Ondersteuningsplan: het door de budgethouder en zorgverlener uitgewerkt plan dat weergeeft met welke activiteiten/ interventies gestelde doelen behaald gaan worden.
-
e. Pgb: persoonsgebonden budget.
-
f. Professionele ondersteuning: ondersteuning door een professional in de zin van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024 of ondersteuning door een natuurlijke persoon die beroepsmatig of de rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp verleent.
-
g. Vertegenwoordiger: persoon of rechtspersoon die de budgethouder vertegenwoordigt die niet in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Dit kan een derde partij zijn maar ook een familielid, ouder(s) of gezagsdrager(s).
-
h. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
-
i. Zorgovereenkomst: de overeenkomst tussen budgethouder en zorgverlener die de betalingen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) waarborgt.
Artikel 2 Lokale uitgangspunten
In lijn met de Wmo 2015 en Jeugdwet is de inzet van het pgb voor een maatwerkvoorziening ook in Ede mogelijk. Wij willen inwoners de gelegenheid bieden om hun eigen regie te voeren, ook als het gaat om de keuze in ondersteuning. Hierbij beoordelen wij of iemand zelf of iemand uit zijn sociale omgeving of zijn vertegenwoordiger voldoende vaardig is om de ondersteuning in te kopen.
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de kwaliteit: de inwoner moet door de geleverde ondersteuning wel echt geholpen worden. Bovendien moet misbruik door derden worden voorkomen.
Ook ondersteuning uit eigen netwerk kan worden ingekocht via het pgb. Wij benadrukken hiermee de meerwaarde van het organiseren van de zorg in de nabijheid van de cliënt. Hierbij houden we rekening met de eigen kracht en binnen de Wmo met de zogenaamde norm voor gebruikelijke hulp, oftewel de normale, dagelijkse hulp die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden. Als er sprake is van voldoende eigen kracht of gebruikelijke hulp, biedt de gemeente geen ondersteuning, ook niet via een pgb.
Hoofdstuk 2 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb
Artikel 3 Wettelijk kader
In artikel 2.3.6 tweede lid van de Wmo 2015 en artikel art 8.1.1 tweede lid van de Jeugdwet worden drie voorwaarden beschreven. Deze voorwaarden hebben betrekking op de bekwaamheid van de budgethouder, de motivatie voor een pgb en de kwaliteitseisen. In artikel 4 tot en met 9 worden deze voorwaarden nader uitgewerkt.
Artikel 4 Bekwaamheid van de budgethouder
De budgethouder moet in staat zijn om de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Bij jongere budgethouders onder 16 jaar gaat het niet om de bekwaamheid van de jongere zelf, maar één of beide van diens ouders/gezagsdragers. Jongeren tussen 16 en 18 jaar kunnen zelf een contract aangaan, tenzij de jongere niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen en noodzakelijk inzicht ontbreekt.
De pgb-bekwaamheid wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen:
- a.
Het budgetplan
- b.
Administratieve vaardigheden
- c.
Zorginhoudelijke kennis
- d.
Werk- opdrachtgever
- a)
Het budgetplan
De budgethouder moet voordat het pgb wordt toegekend een door de gemeente opgesteld format voor een budgetplan overleggen. De budgethouder is in staat om de doelstellingen en de resultaten van de ondersteuning te vertalen in het budgetplan.
- b)
Administratieve vaardigheden
De budgethouder moet in staat zijn een overzichtelijke pgb-administratie te voeren. Hij moet zorgovereenkomsten aan kunnen gaan en facturen/declaraties controleren, accorderen en indienen bij de SVB.
- c)
Zorginhoudelijke kennis
De budgethouder moet in staat zijn om de juiste hulpverleners te kiezen, passend bij de zorgvraag en te behalen doelstellingen. Hij moet inzicht hebben in de activiteiten/interventies die worden geleverd, in staat zijn om evaluatiegesprekken te voeren, de effecten te volgen en bij te sturen indien nodig.
- d)
Werk- opdrachtgever
De budgethouder is opdrachtgever of werkgever. Als werkgever moet de budgethouder in staat zijn de werkgeversverplichtingen die hieruit voortkomen te vervullen. Dit vereist kennis van arbeidsrechtelijke aspecten zoals juiste type overeenkomst, uurtarieven, doorbetaling bij ziekte en opzegtermijnen. De budgethouder is als werk- opdrachtgever verantwoordelijk voor het aansturen en beoordelen van de zorgverleners. Maar moet ook zorgen voor een veilige en vertrouwde werkomgeving.
Als hulpmiddel om de pgb-vaardigheid te testen, kan gevraagd worden de zelftest pgb van Per Saldo in te vullen.
Pgb taken uitvoeren door een derde
Als de budgethouder niet zelf de bovengenoemde pgb-taken kan uitvoeren, is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die één of meer pgb-taken overneemt. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger of een gemachtigde zijn. Het college beoordeelt de inzet van een vertegenwoordiger op de volgende punten:
- a.
De vertegenwoordiger en de persoon die de ondersteuning levert zijn niet dezelfde. Een dergelijke dubbelrol geeft het risico dat de zorgverlener de pgb-taken met onvoldoende afstand en onvoldoende kritisch uitvoert. Slechts in situaties waarin familieleden in de eerste of tweede graad (een deel van) de ondersteuning op grond van de Wmo 2015 verlenen is het uitvoeren van de pgb-taken en de uitvoering van de ondersteuning door eenzelfde persoon mogelijk. In het budgetplan moet gemotiveerd worden waarom deze keuze het meest passend is;
- b.
De vertegenwoordiger wordt niet uit het pgb betaald;
- c.
De budgethouder heeft zelf de keuze gemaakt voor pgb in plaats van zorg in natura en niet de vertegenwoordiger;
- d.
De vertegenwoordiger heeft kennis op het gebied van zowel financiën als zorgtaken. Als de vertegenwoordiger een professionele bewindvoerder is, moet geborgd zijn dat een ander regievoerder op zorginhoud is zoals de budgethouder zelf, iemand uit zijn netwerk of een mentor;
- e.
De vertegenwoordiger mag zelf niet onder bewind en/of curatele staan;
- f.
De vertegenwoordiger is bereid bovengenoemde taak of taken op zich te nemen en is hiertoe in staat;
- a.
Artikel 5 Motivering voor een pgb door de cliënt, de jeugdige of zijn ouder
Bij een pgb op grond van de Wmo moet uit het gemotiveerde standpunt van de cliënt blijken dat hij de maatwerkvoorziening als pgb wenst te krijgen. De motivatie voor een pgb kan zijn vanuit praktische overweging, godsdienstige/ levensovertuigende overwegingen of culturele overwegingen. Uit de motivatie moet blijken dat de client weet dat er twee mogelijkheden zijn en aan de hand van verkregen informatie een weloverwogen keuze maakt.
Bij een pgb op grond van de Jeugdwet moet de cliënt afdoende motiveren waarom zorg in natura in dit geval niet passend is.
Artikel 6 Kwaliteitseisen
Een voorwaarde om voor een pgb in aanmerking te komen is dat de ondersteuning of voorziening die de cliënt wil inkopen van goede kwaliteit is. Het ingekochte product moet veilig, doeltreffend en cliëntgericht zijn. Als het college van oordeel is dat het product van onvoldoende kwaliteit is dan mag het college het verzoek om een pgb weigeren.
Er geldt een zelfstandig kwaliteitsregime voor alle aanbieders van jeugdhulp. Het college beoordeelt de kwaliteit aan de hand van de volgende kwaliteitseisen uit hoofdstuk 4 van de Jeugdwet :
- a.
De norm van verantwoorde hulp, inclusief de verplichting om geregistreerde professionals in te zetten.
- b.
Gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp.
- c.
Systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder.
- d.
Verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor alle medewerkers van een jeugdhulpaanbieder, uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering.
- e.
De verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
- f.
De meldplicht calamiteiten en geweld.
- g.
Verplichting om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.
In de Wmo 2015 zijn de kwaliteitseisen niet specifiek beschreven. In de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024 zijn de kwaliteitseisen voor professionele zorgaanbieders, waaronder aanbieders die worden ingekocht met een pgb, weergegeven.
Voor een budgethouder die jeugdhulp of ambulante ondersteuning vanuit de Wmo 2015 wil inkopen met een pgb, geldt als uitwerking van de in de wet en in de verordening genoemde eisen het volgende:
Basiseisen:
- a.
De ondersteuning moet leiden tot of een bijdrage leveren aan wat voor de budgethouder noodzakelijk is.
- b.
De zorgverlener is in staat een SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, relevant en tijdgebonden) omschreven ondersteuningsplan op te stellen.
- c.
De budgethouder moet de juiste hoeveelheid ondersteuning inkopen. Dat wil zeggen, niet te veel waardoor de zelfredzaamheid wordt beperkt en niet te weinig waardoor de situatie niet verbetert.
- d.
De ondersteuning moet aanwezig zijn op de momenten dat deze nodig is, eventueel ook ’s avonds, ’s nachts en in het weekend.
- e.
In geval van afwezigheid door vakantie, ziekte of andere oorzaken is de budgethouder verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg.
- f.
De ondersteuning moet, indien relevant, het systeem rondom de cliënt ondersteunen en rekening houden met de belangen van de overige gezinsleden en/of mantelzorgers en aansluiten bij andere zorg en ondersteuning in het gezin.
- g.
Met uitzondering van een familielid van de budgethouder in de eerste of tweede graad die ondersteuning biedt heeft iedere zorgverlener een Verklaring omtrent gedrag (VOG), die niet ouder is dan drie jaar en die minimaal getoetst is op:
- •
Het verlenen van diensten (nr. 41); en
- •
Het verlenen van diensten in de persoonlijke leefomgeving (nr. 43); en
- •
Belast zijn met de zorg voor (hulpbehoevende) personen, zoals ouderen en gehandicapten (nr. 85), of belast zijn met de zorg voor minderjarigen (nr. 84, in geval van jeugdhulp); of
- •
In plaats van nr. 41,43 en 85, gezondheidszorg en welzijn van mens en dier (nr. 45); of
- •
Indien van toepassing: (gezins-)voogd bij voogdij-instelling, reclasseringswerker, raadsonderzoeker en maatschappelijk werk/family supervisor, probation officer, child welfare investigator, social work (nr. 75).
- •
Kwaliteitseisen professionele ondersteuning
- a.
De zorgverlener voldoet aan de basiseisen.
- b.
De zorgverlener is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor de betreffende zorg.
- c.
Medewerkers zijn, indien van toepassing, geregistreerd volgens de geldende beroepsregistratie. Jeugdwet: de zorgverlener is geregistreerd in het kwaliteitsregister Jeugd of het BIG-register.
- d.
De zorgverlener dient aantoonbaar te beschikken over een afgeronde opleiding die overeenkomt met de gestelde eisen bij de aan de cliënt toegekende voorziening. Wat betreft zorgverlening in het kader van de Wmo 2015 staan in bijlage 1 bij de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024 de kwaliteitseisen, waaronder de opleidingseisen.
- e.
De zorgverlener zorgt voor het naleven van beroeps- en meldcodes door de medewerkers.
- f.
De zorgverlener heeft een systematische kwaliteitsbewaking.
- g.
De zorgverlener heeft de meldplicht om calamiteiten, geweld en andere gebeurtenissen te melden aan gemeenten of inspectie voor gezondheidszorg conform het calamiteitenprotocol.
- h.
De zorgverlener heeft ingeval van jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet, de verplichting om een vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.
Kwaliteitseisen niet-professionele ondersteuning
- a.
De zorgverlener voldoet aan de basiseisen.
- b.
De zorgverlener heeft de juiste ervaring of deskundigheid die verlangd wordt bij de zorgvraag.
- c.
De zorgverlener mag op geen enkele wijze druk op de budgethouder uitoefenen bij zijn besluitvorming om met pgb niet-professionele ondersteuning in te kopen.
- d.
De zorgverlener kan de ondersteuning volhouden. Geeft de persoon in kwestie aan overbelast te zijn, of blijkt dit op een andere wijze, dan is de kwaliteit niet gewaarborgd.
Artikel 7 Kwaliteitseisen voor beschermd wonen, beschermd thuis en Safehouse
Een pgb voor beschermd wonen komt niet vaak voor en in de meeste situaties zal in plaats van een indicatie voor beschermd wonen in pgb een indicatie voor een beschermd thuis worden toegekend.
Een pgb-aanbieder die beschermd wonen of beschermd thuis biedt voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024. Specifiek voor deze pgb-aanbieders gelden aanvullende voorwaarden:
- a.
Er is vooraf vastgesteld waarnaar wordt uitgeweken bij een eventuele noodzakelijke inzet van een crisis/tijdelijk verblijf bed; en
- b.
Een eventuele ontbinding van de samenwerking bij beschermd wonen, beschermd thuis wordt volgens de handleiding “voortijdige beëindigen van ambulante ondersteuning, beschermd wonen, beschermd thuis of maatschappelijk opvang” afgerond. De minimale regels hierover staan ook in bijlage 1 van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024.
Een pgb voor een Safehouse komt ook niet vaak voor omdat het hier cliënten betreft met verslavingsproblematiek. Voor een pgb-aanbieder van een Safehouse gelden de kwaliteitseisen uit de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024.
Artikel 8 Kwaliteitseisen voor hulpmiddelen, vervoer- en roerende woonvoorzieningen
-
a. Het hulpmiddel of voorziening voldoet aan een pakket van eisen dat door het college is opgesteld of bevestigd;
-
b. Het hulpmiddelen of woonvoorziening (indien van toepassing) die cliënt inkoopt met een pgb heeft een CE-markering;
-
c. Een vervoersvoorziening moet minimaal 5 - 7 jaar meegaan. Dit betekent dat de betreffende aanpassing van voldoende kwaliteit is. Een autoaanpassing moet minimaal 7 jaar meegaan. Daarnaast moet de auto ook nog zeker 7 jaar meegaan tenzij de aanpassing kan worden overgezet naar een volgende auto. Dit wordt beoordeeld door het bedrijf dat de aanpassing verzorgt;
-
d. De aanpassingen aan de auto moet door het RDW goedgekeurd zijn;
-
e. De client dient een onderhoudscontract af te sluiten om handhaving van de kwaliteit te waarborgen. In het contract moet minstens zijn opgenomen: de meest voorkomende onderhoudskosten, inclusief onderdelen, voorrijkosten en arbeidsloon, 24 uursservice, recht op gebruik van een leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring;
-
f. De client dient bij de aanschaf van een vervoersvoorziening, indien van toepassing, een wettelijke aansprakelijkheid verzekering af te sluiten; en
-
g. Een voorziening moet binnen 12 maanden na toekenningsdatum zijn aangeschaft.
Artikel 9 Kwaliteitseisen voor onroerende woonvoorzieningen
-
a. Met de onroerende woonvoorziening die de cliënt met een pgb wil inzetten moet het resultaat gehaald kunnen worden;
-
b. De onroerende woonvoorziening voldoet aan een programma van eisen, opgesteld of bevestigd door het college;
-
c. De onroerende woonvoorziening moet voldoen aan het Bouwbesluit. Het college wint advies in over bouwtechnische en bouwkundige eisen als het onderzoek of de beoordeling van de inzet van een pgb dit vereist;
-
d. Voor de onroerende woonvoorziening gelden alle wettelijke eisen en verordeningen en de NEN-normen (zie www.nen.nl). Kwaliteit van onroerende woonvoorzieningen houdt ook in dat gebruik wordt gemaakt van materialen die duurzaam zijn en zoveel mogelijk onderhoudsvrij, en die zijn aan te merken als goedkoopst adequaat. Het college wint advies in over bouwtechnische en bouwkundige eisen als het onderzoek of de beoordeling van de inzet van een pgb dit vereist; en
-
e. Een onroerende woonvoorziening moet binnen 12 maanden na toekenningsdatum zijn gerealiseerd.
Hoofdstuk 3 Hoogte, duur en besteding van een pgb
Artikel 10 Hoogte van het pgb
De hoogte van het pgb is vastgesteld in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024 en de Verordening Jeugdhulp Ede 2024. Daarbij neemt het college in acht wat het goedkoopst adequaat is. Voor hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen waarbij de gemeente een overeenkomst heeft met een leverancier, geldt dat het pgb maximaal gelijk is aan dat wat de gemeente overeen is gekomen met de leverancier. Als de client een hoger budget nodig heeft, komt de meerprijs voor eigen rekening.
Bij de verlening van een rolstoel of specifieke vervoers- of roerende woonvoorziening met uitzondering van een badplank in de vorm van een pgb wordt rekening gehouden met kosten voor onderhoud, reparatie en een eventuele WA-verzekering. Dit betreft 5% van het budget.
Artikel 11 Looptijd pgb
-
1. De duur van een pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, dagbesteding, beschermd thuis en jeugdhulp is maximaal 2 jaar. Hierna vindt er een herbeoordeling plaats.
-
2. De duur van een pgb voor beschermd wonen en Safehouse is maximaal 1 jaar. Hierna vindt een herbeoordeling plaats.
-
3. Voor de duur van een pgb voor hulpmiddelen en vervoervoorzieningen wordt uitgegaan van de minimale technische afschrijving van 7 jaar van de voorziening. Dit betekent dat er, in beginsel, pas na het verstrijken van de technische levensduur een vervangende voorziening toegekend kan worden. Uitzonderingen hierop zijn kindvoorzieningen waarvoor een technische levensduur van 5 jaar geldt. Het beoordelen van de technische afschrijving is aan de leverancier. Bij een verzoek voor vervanging van de voorziening dient de cliënt een recent rapport van de leverancier te overleggen over de technisch staat van de voorziening.
-
4. Onroerende woonvoorzieningen in pgb worden slechts eenmalig verstrekt.
Artikel 12 Besteding van het pgb
De budgethouder heeft met een pgb de mogelijkheid zelf te bepalen bij wie hij de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere voorzieningen wil inkopen, mits het doel waarvoor het is verstrekt wordt behaald en de kwaliteit is gewaarborgd. Hierbinnen gelden de volgende regels:
- a.
De budgethouder bepaalt binnen het toegekende budget zelf de hoeveelheid ondersteuning en de hoogte van het tarief, mits de kwaliteit van de gekochte ondersteuning en het resultaat wordt behaald.
- b.
Bij elke zorgaanbieder voor jeugdhulp, ambulante ondersteuning, beschermd wonen en beschermd thuis hoort ook een nieuwe zorgovereenkomst. Dit geldt voor zowel professionele als niet-professionele zorgaanbieders.
- c.
Een budgethouder moet de gemeente informeren als hij afwijkt van het budgetplan. De gemeente moet eerst kunnen toetsen of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen. Ook kunnen er zorginhoudelijke redenen zijn om de wijziging van de besteding te weigeren.
- d.
Het is alleen toegestaan een maandloon met de zorgaanbieder overeen te komen als in het budgetplan duidelijk is omschreven waarom maandloon het meest passend is. Het college beoordeelt of een maandloon wordt toegestaan.
Vrij besteedbaar bedrag en feestdagen uitkering
In de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Ede 2024 en Verordening Jeugdhulp Ede 2024 van gemeente Ede is opgenomen dat de cliënt een deel van het budget voor ambulante ondersteuning of verblijf vrij mag besteden. Hij kan hiermee zijn waardering uiten naar zijn zorgverleners of op andere wijze dit bedrag besteden. De gemeente Ede kent geen feestdagenuitkering. Desgewenst kan uit het vrij besteedbaar bedrag een attentie met de feestdagen aan de zorgverlener worden gegeven. Dit is vrij aan de client.
Artikel 13 pgb bij verhuizing
Bij een verhuizing naar een andere gemeente is de gemeente Ede bij een pgb voor ambulante ondersteuning en verblijf verantwoordelijk tot het einde van de maand waarin de verhuizing plaatsvindt.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 14 Overgangsrecht
-
1. De Beleidsregel PGB Wmo en Jeugdhulp Ede 2021 wordt ingetrokken.
-
2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp 2021 totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.
-
3. Aanvragen die zijn ingediend onder de Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp 2021 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze beleidsregel, worden afgehandeld krachtens deze beleidsregel.
-
4. Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp 2021, wordt beslist met inachtneming van die beleidsregel.
Artikel 15 Slotbepalingen
-
5. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.
-
6. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2025.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering van 10 juni 2025, zaaknummer 485535.
Het college voornoemd,
drs. R.F. Groen MPA
secretaris
mr. L.J. Verhulst
burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl