Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Haarlemmermeer 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-06-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Haarlemmermeer 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

overwegende dat:

  • -

    op grond van artikel 7, tweede lid en artikel 13, tweede lid van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne het gewenst is een beleidsregel vast te stellen hoe het college omgaat met het geheel of ten dele beëindigen van de verstrekkingen aan het gezin wanneer sprake is van inkomsten uit arbeid of uit een loondervingsuitkering dan wel toeslag van één van de volwassen gezinsleden;

  • -

    het van belang is om duidelijkheid te verschaffen over de voorwaarden waaronder eigen bijdragen kunnen worden verminderd of kwijtgescholden, in gevallen waarin onevenredig nadeel zou ontstaan of er sprake is van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat er van de algemene regels wordt afgeweken.

gelezen het voorstel d.d. 27 mei 2025;

besluit

vast te stellen de Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Haarlemmermeer 2025.

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      BRP: Basisregistratie Personen;

    • b.

      eigen bijdrage: het bedrag dat ontheemden met een eigen inkomen moeten betalen voor hun verblijf in een gemeentelijke opvanglocatie zoals bedoeld in artikel 8 en artikel 10, lid 2a van de Regeling;

    • c.

      gemeentelijke opvang: een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 2 sub h van de regeling;

    • d.

      gezin: Tot een gezin behoren:

      • -

        echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;

      • -

        hun minderjarige kinderen;

      • -

        een ouder of voogd die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde kinderen;

      • -

        meerderjarige kinderen en grootouders worden beschouwd als aparte gezinnen.

    • e.

      leefgeld: de verstrekkingen als bedoeld in artikel 10 en artikel 12 van de Regeling;

    • f.

      noodzakelijke kosten: Kosten die noodzakelijk zijn voor het levensonderhoud en die niet op een andere manier vergoed kunnen worden;

    • g.

      ontheemde: de ontheemde bedoeld in artikel 1 sub c van de Regeling, die in Nederland verblijft op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, die door de oorlog in Oekraïne hun thuisland hebben verlaten, en in Nederland verblijven;

    • h.

      regeling: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

    • i.

      wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Recht op leefgeld

  • 1. Een recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde, die

    • a.

      in de gemeente is ingeschreven in de BRP, en

    • b.

      verblijft in een gemeentelijke opvangvoorziening of in een particuliere opvang.

  • 2. Geen recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde:

    • a.

      die verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning; of

    • b.

      die de Nederlandse nationaliteit bezit; of

    • c.

      van wie rechtens de vrijheid is ontnomen; of

    • d.

      aan wie de tijdelijke bescherming is geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.

Artikel 3 Aanvang van het leefgeld

  • 1. Het leefgeld wordt verstrekt met ingang van de eerste dag van de maand van aanvraag, indien:

    • a.

      de ontheemde vanuit een andere gemeente zich in de gemeente Haarlemmermeer vestigt;

    • b.

      de ontheemde vanuit het buitenland zich voor het eerst inschrijft in Nederland en zich vestigt in de gemeente Haarlemmeer.

  • 2. Indien de ontheemde heeft gewerkt en het werk stopt, dan wordt het leefgeld verstrekt vanaf de laatste werkdag of laatste uitkeringsdag.

Artikel 4 Hoogte van het leefgeld

  • 1. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de Regeling voor een ontheemde in een gemeentelijke opvang of conform artikel 12 van de Regeling voor een ontheemde in een particuliere opvang.

  • 2. Het leefgeld wordt berekend naar rato van het aantal dagen in de maand waarin de ontheemde aan de voorwaarden voor leefgeld voldoet.

Artikel 5 Beëindiging van het leefgeld

  • 1. Het leefgeld wordt beëindigd wanneer er sprake is van een situatie als bedoeld artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels:

    • -

      de ontheemde verhuist naar een door hemzelf gehuurde of gekochte woning;

    • -

      de ontheemde de Nederlandse nationaliteit verkrijgt;

    • -

      de ontheemde van wie rechtens de vrijheid is ontnomen;

    • -

      de tijdelijke bescherming van de ontheemde wordt geweigerd op grond van artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.

  • 2. Het leefgeld wordt beëindigd voor het gehele gezin indien ten minste één van de meerderjarige gezinsleden inkomsten uit arbeid of uitkering verkrijgt.

  • 3. Het leefgeld wordt beëindigd indien het gezin langer dan 28 dagen niet in de opvangvoorziening is verschenen. Deze termijn gaat in vanaf de dag van constatering dat iemand afwezig is.

  • 4. Indien één of enkele personen van het gezin vertrekken of langer dan 28 dagen niet in de opvangvoorziening zijn verschenen wordt de hoogte van het leefgeld vanaf de eerstvolgende maand aangepast naar de situatie van het gezin dat nog wel op het woonadres verblijft.

  • 5. Het leefgeld wordt beëindigd indien de ontheemde de opvanglocatie verlaat.

  • 6. Het leefgeld wordt beëindigd indien de ontheemde niet meer staat ingeschreven in de gemeentelijke BRP.

  • 7. De beëindiging van leefgeld of een aanpassing van het leefgeld gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken.

Artikel 6 Hernieuwd recht op leefgeld

  • 1. Hernieuwd recht op leefgeld ontstaat wanneer:

    • a.

      bij de ontheemde sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van deze regeling; en

    • b.

      bij de ontheemde geen sprake meer is van een situatie zoals genoemd in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels; en

    • c.

      bij de ontheemde voorliggende voorzieningen zoals een werkloosheidsuitkering, een ziektewetuitkering of een andere uitkeringsvorm zijn uitgeput.

  • 2. Bij beëindiging van het werk of de uitkering kan de belanghebbende een nieuwe melding doen voor leefgeld. Het leefgeld gaat dan in vanaf de maand volgend op de maand waarover voor het laatst inkomen of uitkering werd ontvangen.

  • 3. Bij terugkeer in de gemeente en na een verblijf langer dan 28 dagen in de gemeente kan de ontheemde een nieuwe aanvraag indienen. Het leefgeld gaat dan in vanaf de maand volgend op de maand van terugkeer.

Artikel 7 Eigen bijdrage voor verblijf en voedsel

  • 1. De eigen bijdrage voor verblijf en voedsel geldt uitsluitend voor meerderjarige gezinsleden, met een maximum van twee personen per huishouden, die verblijven in gemeentelijke of semi-gemeentelijke opvangvoorzieningen. Voor minderjarigen wordt geen eigen bijdrage geïnd.

  • 2. De hoogte van de eigen bijdrage voor gas, water en licht wordt bepaald conform artikel 8, lid 2 van de Regeling voor een ontheemde in een gemeentelijke opvang.

  • 3. Indien van er sprake is van catering wordt de hoogte van de eigen bijdrage voor voedsel bepaald conform artikel 10, lid 2a van de Regeling voor een ontheemde in een gemeentelijke opvang.

  • 4. De verplichting tot het betalen van een eigen bijdrage geldt voor de volgende ontheemden:

    • a.

      ontheemden met inkomsten uit arbeid, waaronder begrepen inkomsten uit loondienst, eigen onderneming, of als zelfstandige zonder personeel (zzp), in binnen- of buitenland. Meerderjarige kinderen worden gezien als aparte meerderjarige ontheemden die vallen onder artikel 3 lid 1;

    • b.

      ontheemden die een loondervingsuitkering (de Werkloosheidswet, de ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomstenvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet Arbeid en Zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen) of toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangen.

    • c.

      ontheemden die een partnerschap hebben met een ontheemde die bijdrageplichtig is. Dit geldt onder de volgende voorwaarden:

      • i.

        de betrokken personen zijn als stel geregistreerd in het bewonersregistratiesysteem;

      • ii.

        zij bewonen samen een kamer;

      • iii.

        zij gedragen zich naar feitelijke omstandigheden als een gezin.

    • Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, worden zij gezamenlijk als een gezinseenheid aangemerkt voor de vaststelling van de eigen bijdrage.

  • 5. Voor het inkomen zoals bedoeld onder a en b van het vorige lid geldt een inkomensgrens voor de eigen bijdrage. Na het innen van de eigen bijdrage houdt een ontheemde tenminste een inkomen over dat gelijk is aan 115% van de van toepassing zijnde leefgeld norm. Als het inkomen door het heffen van de eigen bijdrage onder de 115% van de van toepassing zijnde leefgeld norm uitkomt is er geen eigen bijdrage verplichting.

  • 6. Een ontheemde is bijdrageplichtig zodra er sprake is van een verblijfadres in een gemeentelijke of semi-gemeentelijke opvangvoorziening in de gemeente Haarlemmermeer.

  • 7. De eigen bijdrage wordt betaald door de ontheemde op de eerste dag van de eerstvolgende maand nadat er sprake is van inkomen uit arbeid of een uitkering zoals genoemd in lid 4 en 5.

  • 8. De ontheemde kan in de zienswijze over het wel of niet moeten betalen van de eigen bijdrage bezwaren of bijzondere omstandigheden naar voren brengen, bijvoorbeeld in het kader van evenredigheid, die de gemeente vervolgens zal moeten betrekken bij het uiteindelijke besluit om wel of niet over te gaan tot het in rekening brengen van de eigen bijdrage.

Artikel 8 Betalingsverplichting en procedures

De eigen bijdrage dient maandelijks te worden voldaan. De gemeente Haarlemmermeer verstuurt hiervoor een betaalverzoek per gezin. De volwassene met het meeste inkomen ontvangt het betaalverzoek voor het volledige huishouden. Betaling dient plaats te vinden vóór de eerste dag van elke maand. Indien er niet wordt betaald, kan de gemeente hier gevolgen aan verbinden met als doel het afdwingen van de betaling.

Artikel 9 Inlichtingenplicht

De belanghebbende verstrekt binnen een termijn van 14 dagen aan het college de inlichtingen die van invloed zijn op het recht op en de hoogte van het leefgeld en informatie over de eigen bijdragen. Met name verstrekt de belanghebbende inlichtingen die betrekking hebben op de aanvaarding of wijzigingen van betaald werk, het verkrijgen van een uitkering, verhuizing binnen de gemeente, vertrek uit de gemeente, tijdelijk verblijf buiten de gemeente en wijzigingen in zijn gezinssituatie.

Artikel 10 Onevenredig nadeel bij inning eigen bijdrage

Indien de meerderjarige gezinsleden samen minder inkomsten uit arbeid of uitkeringen hebben dan 115% van de hoogte van leefgeld conform artikel 10 van de Regeling voor een ontheemde in een gemeentelijke opvang, wordt er geen eigen bijdrage voor verblijf of voedsel geïnd.

Artikel 11 Langdurig verblijf in (zorg)instelling

  • 1. De belanghebbende die ten minste 5 weken onafgebroken verblijf heeft in een zorginstelling krijgt een vergoeding voor kleding en persoonlijke uitgaven als bepaald in artikel 10 lid 7 van de Regeling.

  • 2. Deze vergoeding gaat in vanaf de eerste dag van de tweede maand van opname.

Artikel 12 Vergoeding vrijwilligerswerk

Het college verstrekt aan ontheemden uit Oekraïne geen vrijwilligersvergoeding, zoals bedoeld in artikel 11a derde lid van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne, wanneer er sprake is van werkzaamheden in en/of rond de gemeentelijke opvangvoorziening.

Artikel 13 Terugvordering leefgeld

  • 1. Het college vordert ten onrechte verstrekt leefgeld terug in gevallen waarin naar het oordeel van het college sprake is van een bewuste opzet om leefgeld te ontvangen, wetende dat er geen recht op dit leefgeld bestaat.

  • 2. Te veel of ten onrechte verstrekt leefgeld wordt niet teruggevorderd wanneer het terug te vorderen bedrag minder is dan 2 maanden leefgeld van de belanghebbende en zijn gezin.

Artikel 14 Terugvordering eigen bijdrage

  • 1. Het college vordert ten onrechte niet ontvangen of te weinig ontvangen eigen bijdragen terug in gevallen waarin sprake is van een bewuste opzet om de eigen bijdragen niet of te weinig te betalen, wetende dat er een verplichting tot betaling bestaat.

  • 2. Te veel verminderende of ten onrechte ontvangen eigen bijdragen worden niet teruggevorderd wanneer het terug te vorderen bedrag minder is dan 2 maanden eigen bijdragen van de belanghebbende en zijn gezin.

Artikel 15 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan besluiten om af te wijken van deze beleidsregels wanneer specifieke individuele omstandigheden van dien aard zijn, dat een strikte toepassing van de beleidsregels tot een schrijnende situatie leidt of een schrijnende situatie laat voortduren.

  • 2. De hardheidsclausule kan ook worden toegepast op een situatie waarin niet wordt voorzien in de Regeling dan wel deze beleidsregels.

  • 3. Er kan ook alleen tijdelijk worden afgeweken. Omdat het hier een hardheidsclausule betreft, wordt hier geen maximale termijn aan verbonden: op basis van een redelijke of beredeneerde inschatting wordt gesteld dat de situatie binnen een beperkte termijn zal zijn opgelost.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2025.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Haarlemmermeer 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2025,

Cees Vermeer, gemeentesecretaris

Marianne Schuurmans-Wijdeven, burgemeester

Toelichting

Inleiding

Als gevolg van de oorlog in Oekraïne die in 2022 uitbrak, zijn vele mensen Oekraïne ontvlucht en onder meer naar Nederland uitgeweken. Als gevolg van deze toestroom aan mensen is de Wet verplaatsing bevolking (Wvb) geactiveerd. De Wvb is de grondslag voor de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) die in maart 2022 tot stand kwam. In de RooO wordt de opvang van ontheemden uit Oekraïne door burgemeesters in hun gemeenten geregeld. Daarbij is onder meer de hoogte van de maandelijkse financiële toelage (eet- en leefgeld) geregeld die de ontheemden ontvangen om in hun levensbehoeften te kunnen voorzien. De burgemeester acht een financiële ondersteuning aan ontheemden uit Oekraïne wenselijk en noodzakelijk, voor zover deze ontheemden niet via inkomsten uit arbeid of uitkering zelf in hun bestaan kunnen voorzien.

Na evaluatie heeft herziening van de RooO plaatsgevonden. Een deel van de herziening is van kracht geworden op 1 december 2022 en een ander deel wordt van kracht per 1 februari 2023. De herziene tekst van de RooO maakt lokale invulling van de gegeven regels mogelijk. Artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de burgemeester de mogelijkheid om beleidsregels vast te stellen. De burgemeester wil met onderhavige beleidsregels voorzien in de geboden mogelijkheid tot lokale invulling waar de RooO die toestaat.

Toelichting artikel 2:

Het recht op leefgeld is specifiek bedoeld voor ontheemden die in gemeentelijke of semi-gemeentelijke opvangvoorzieningen verblijven en niet zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Personen die in een eigen woning wonen of de Nederlandse nationaliteit hebben, worden geacht andere middelen te hebben om in hun behoeften te voorzien en komen daarom niet in aanmerking voor deze vorm van ondersteuning.

Toelichting artikel 6:

Leefgeld wordt beëindigd wanneer de omstandigheden van de belanghebbende veranderen, zoals het verkrijgen van inkomsten uit arbeid of een verhuizing naar een andere woning. Deze wijzigingen geven aan dat de belanghebbende niet langer afhankelijk is van de verstrekkingen van de gemeente of dat de oorspronkelijke noodzaak voor ondersteuning is komen te vervallen. Het beëindigen van het leefgeld in deze gevallen zorgt voor een doelmatige en rechtvaardige inzet van publieke middelen.

Toelichting artikel 7:

De eigen bijdrage voor verblijf en voedsel is bedoeld om de kosten van opvang eerlijk te verdelen onder degenen die in staat zijn bij te dragen. De limiet van twee personen per huishouden is ingesteld om te voorkomen dat grote gezinnen onevenredig worden belast, terwijl de bijdragen voor gas, water, elektriciteit en voedsel zijn gebaseerd op de werkelijke kosten en de normen die zijn vastgelegd in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne.

Toelichting artikel 9:

Ondanks het ontbreken van een wettelijke inlichtingenplicht is het wel wenselijk om de belanghebbende te bewegen om de benodigde inlichtingen te verstrekken. Een verplichting om inlichtingen te verstrekken vraagt ook om een termijn waarbinnen dit dient te gebeuren. De termijn van 14 dagen wordt redelijk geacht, aangezien de benodigde informatie voor de beoordeling tamelijk beperkt is en er geen – lastig te verkrijgen – documenten worden gevraagd.

Toelichting artikel 10:

Het Rijk houdt er rekening mee dat de invoering van de eigen bijdrage voor verblijf en voedsel kan leiden tot minder werkende ontheemden. Naar verwachting zal dit vooral voorkomen bij ontheemden die deeltijds werken of wisselende inkomsten hebben en na het innen van de eigen bijdragen weinig extra inkomsten overhouden. We vinden het belangrijk dat werken blijft lonen om de arbeidsparticipatie te bevorderen. Daarom hanteren wij een inkomensgrens van 115% van het anders ontvangen leefgeld voor het huishouden om te bepalen of wij de eigen bijdrage opleggen of niet.

Toelichting artikel 13:

Terugvordering van ten onrechte verstrekt leefgeld vindt plaats in situaties van fraude of opzettelijke misleiding door de belanghebbende. Kleine bedragen worden niet teruggevorderd om administratieve lasten te beperken en om te voorkomen dat betrokkenen onnodig in financiële problemen komen. Dit beleid is erop gericht een balans te vinden tussen rechtvaardigheid en efficiëntie.