Beleidsregel standplaatsen gemeente Neder-Betuwe

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-06-2025

Intitulé

Beleidsregel standplaatsen gemeente Neder-Betuwe

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

gelet op hoofdstuk 4, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op het bepaalde in artikel 1:8 en artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);

Besluit:

vast te stellen de Beleidsregel standplaatsen gemeente Neder-Betuwe

1. Inleiding

De standplaatshouders verrijken het voorzieningenaanbod voor consumenten in onze gemeente en stimuleren het sociale contact. Standplaatsen zijn daarom belangrijk voor de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen. In elke kern worden vaste standplaatsen toegestaan. Deze locaties zijn hiervoor geschikt gebleken.

Aanleiding voor een actualisering is dat het huidige beleid stamt uit 2002 en we de aansluiting met de Omgevingswet zoeken en bovendien een stelsel omtrent de schaarse vergunning moeten opnemen.

De regels die gelden voor het innemen van standplaatsen worden in dit beleid uitgewerkt. Het oogmerk van het beleid is een verantwoord gebruik van de fysieke leefomgeving.

In Neder-Betuwe vindt ook een weekmarkt/warenmarkt plaats. Deze valt onder de Marktverordening. Ook zijn er soms standplaatsen op evenementen. Deze vallen onder de regels van de evenementenvergunning. Verder is het belangrijk om te benoemen dat de vergunningen voor het innemen van een standplaatsen persoonsgebonden zijn en in principe niet doorgegeven kunnen worden.

2. Juridisch kader

De vergunningsplicht voor het innemen van een standplaats berust op artikel 5:18 van de APV. Deze vergunning kan worden geweigerd op de gronden uit artikel 1:8 en artikel 5:18 van de APV. Hieronder volgt een toelichting van de weigeringsgronden:

Ad 1a. en 1b. Openbare orde en openbare veiligheid (art. 1:8 APV)

De weigeringsgronden openbare orde en openbare veiligheid hebben nauw verband met elkaar en worden daarom samen uitgelegd. Onder openbare veiligheid wordt onder andere de verkeersveiligheid verstaan. De aanwezigheid van een standplaats, maar ook de aantrekkende werking die er van uit kan gaan, kan een verstoring van de openbare rust van omwonenden opleveren. Het innemen van een standplaats zal maar een enkele keer een gevaar opleveren voor de openbare orde. Deze weigeringsgrond wordt daarom vaak gehanteerd in combinatie met de weigeringsgrond “openbare veiligheid”. Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaat mogelijk ongewenst verkeersgedrag. Bijvoorbeeld door ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers, kunnen looproutes geblokkeerd worden en kan ontoelaatbaar fietsverkeer in voetgangersgebieden ontstaan. Ook parkerende en geparkeerde auto´s kunnen overlast veroorzaken. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom niet mogelijk om overal een standplaats in te nemen.

Ad 1c. en 1d. Volksgezondheid en bescherming van het milieu (art. 1:8 APV)

Het milieubegrip omvat alle soorten van overlast die gerelateerd zijn aan de omgeving / het milieu. Met name standplaatsen waar etenswaren voor directe consumptie worden bereid hebben een impact op het milieu. Zoals geluidsoverlast, geurhinder, overlast veroorzaakt door stof, afval en dergelijke. In de praktijk is wat betreft overlast voor de omgeving onderscheid te maken tussen standplaatsen waaruit ter plaatse etenswaren worden bereid (zoals snack- en frietkramen) en overige standplaatsen. Bij de eerste groep is de kans op (geur)overlast groter dan bij de overige standplaatsen. Problemen kunnen worden voorkomen of beperkt door voldoende afstand te houden tussen de standplaats en omliggende woningen. De voorschriften van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) bieden hiervoor normen.

Ad 2. Omgevingssplan , beheersverordening , exploitatieplan of voorbereidingsbesluit (art. 5:18 APV)

Een van de redenen om een vergunning voor het innemen van een standplaats te weigeren is strijdigheid met het omgevingsplan. Omdat een standplaats een mobiel karakter heeft, zal meestal geen sprake zijn van een definitieve planologische reservering. Toch is bij het innemen van standplaatsen meestal geen sprake meer van incidenten, zodat het gebruik van de grond in planologisch opzicht van belang is en in het omgevingsplan staat. In het Omgevingsplan is opgenomen op welke gronden het mogelijk is om een standplaats in te nemen.

Ad 3a. Redelijke eisen van welstand (art. 5:18 APV)

Deze weigeringsgrond kan worden gehanteerd als een of meer standplaatsen worden ingenomen op een zodanige plaats dat het straatbeeld ernstig verstoord wordt. Omdat standplaatsen niet zijn opgenomen in de welstandsnota en dus geen objectieve criteria voor standplaatsen zijn vastgesteld, kan niet snel geoordeeld worden dat sprake is van strijd met redelijke eisen van welstand.

Ad. 3b. Redelijk voorzieningenniveau (art.5:18 APV)

Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. Hierop wordt door de Afdeling rechtspraak van de Raad van State één uitzondering gemaakt, namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in gevaar komt door een standplaats. Hier zal niet snel sprake van zijn. Wanneer het college op deze weigeringsgrond een vergunning wil weigeren moet er wel aangetoond worden, mede aan de hand van de boekhouding van de winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt door het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats.

De gemeente laat standplaatsen toe op de specifieke locaties en aantallen. Dit resulteert in een beleidsmatige schaarste. Er is namelijk maar een beperkt aantal standplaatsen beschikbaar. Om deze reden bepaalt artikel 33 lid 4 sub b en lid 5 van de Dienstenwet dat vergunningen alleen voor een passende beperkte duur verleend kunnen worden. Dit is om te voorkomen dat een standplaatshouder ten onrechte wordt bevooroordeeld ten opzichte van andere potentiële standplaatshouders.

3. Begripsbepaling

Standplaats: dat wat hieronder wordt verstaan volgens art. 5:17 APV

Uit deze definitie volgt dat het begrip “openbare plaats” verder reikt dan enkel de openbare weg. Ook particuliere terreinen die opengesteld worden voor verkoop van goederen of diensten aan particulieren vallen onder de definitie van standplaats en geldt in beginsel een verbod om deze in te nemen zonder vergunning.

Vaste (permanente) standplaats: standplaats die op een vastgestelde locatie tijdens 1 of meerdere dag(del)en per week voor een langere periode wordt ingenomen.

Periodieke- of seizoensstandplaats: standplaats die op een vastgestelde locatie tijdens een bepaalde periode van het jaar (seizoen) wordt ingenomen.

Incidentele standplaats: standplaats die incidenteel, slechts voor 1 of enkele dagen per jaar, wordt ingenomen.

4. Standplaatslocaties

De gemeente Neder-Betuwe heeft ervoor gekozen om locaties voor standplaatsen aan te wijzen waar vaste standplaatsen mogen worden ingenomen (zie bijlage 1). Dit zijn locaties waar sinds jaar en dag standplaatsen aanwezig zijn, naar kennelijke tevredenheid van alle betrokken partijen.

Het aanwijzen van vaste standplaatsen is bedoeld om een goed gebruik van de fysieke leefomgeving te waarborgen. Ook komt de verdeling van de standplaatslocaties ten goede aan de verkeersveiligheid. Daarnaast wordt beoogd te voorkomen dat openbare parkeerplaatsen door standplaatshouders worden ingenomen. Hierdoor wordt het aantal parkeerplaatsen voor bijvoorbeeld bezoekers van winkels behouden. Ook is met de aanwijzing van de standplaatslocaties rekening gehouden met geuroverlast in verband met het bakken van producten.

4.1 Locaties standplaatsen

De gemeente kent de volgende standplaatslocaties:

Plaats

Standplaatslocatie

Dodewaard

Dorpsplein

Opheusden

Pleintje Swaenenstate en parkeerterrein AH/ALDI

Kesteren

Plus Markt Hoofdstraat

Ochten

Dr. M. van Drielplein / tijdelijke locatie: kop Molendam

Echteld

Ooisestraat, parkeerterrein bij de kerk

IJzendoorn

Parkeerterrein Dorpshuis

4.2 Incidentele standplaatsen

Vergunningaanvragen voor incidentele standplaatsen zien op situaties waarin voor één of enkele dagen in een jaar een plaats wordt ingenomen buiten de aangewezen standplaatslocaties. Denk aan een vereniging die voor een supermarkt of op een plein voor een maatschappelijk doel een verkoopactie houdt. Voor deze incidentele aanvragen wordt beoordeeld of de beoogde locatie geschikt is aan de hand van de weigeringsgronden.

4.3 Seizoensstandplaatsen

Een vergunning voor een seizoensstandplaats heeft betrekking op een kraam die gedurende een aaneengesloten periode van 1-3 maanden dagelijks op een locatie buiten de standplaatsenlocaties kan staan.

4.4 Standplaatsen buitengebied

De verkoop van streekproducten zoals eieren, zelfgemaakte jam, of fruit versterken het imago en de identiteit van Neder-Betuwe. Hiermee onderscheidt onze regio zich van andere regio’s. Dit benadrukt de authenticiteit van onze regio. De gemeente ziet dit als een mooie ontwikkeling en juicht dit toe. Deze stallen vallen buiten het bereik van deze beleidsregel als wordt voldaan aan de beleidsregels houdende regels omtrent fruitstallen en fruitautomaten.

5. Looptijd van de vergunning

In een onderzoek uit 2021, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, blijkt dat de terugverdientijd van investeringen in de ambulante handel minimaal negen en maximaal twaalf jaar bedragen. De vergunning voor het innemen van een standplaats in de gemeente Neder-Betuwe wordt derhalve verleend voor een periode van 12 jaar.

6. Voorwaarden

6.1 Ontvankelijkheid vergunningaanvraag

De vergunningsaanvraag dient ontvankelijk te zijn. De aanvraag dient alle gevraagde gegevens en bescheiden te bevatten, te weten:

  • Omschrijving van de verkoopgelegenheid (incl. afmetingen) met een foto of tekening van het verkoopmiddel;

  • Omschrijving van de te verkopen producten en of er bereiding van de producten plaatsvindt;

  • Locatie waar standplaats wordt ingenomen;

  • Dag of dagdeel dat standplaats wordt ingenomen;

  • Periode dat standplaats wordt ingenomen;

  • Kopie van een geldig legitimatiebewijs (minimale leeftijd is 18 jaar);

  • Verklaring van rechthebbende van perceel (indien niet de gemeente Neder-Betuwe).

Voor de aanvraag van een vergunning dient gebruik te worden gemaakt van het aanvraagformulier. Deze is te vinden op de website van de gemeente Neder-Betuwe. Een aanvraag waarbij geen gebruik is gemaakt van het aanvraagformulier wordt niet in behandeling genomen (art. 4:4 Algemene wet bestuursrecht).

6.2 Tijden

Een standplaats mag worden ingenomen op maandag t/m zaterdag op het in de vergunning vermelde tijdvak.

Een standplaats mag niet worden ingenomen op Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag na 19:00 uur, 2e Paasdag, 4 mei na 19:00 uur, op Hemelvaartsdag, op 2e Pinksterdag, op 24 december na 19:00 uur en op 1e en 2e Kerstdag.

6.3 Algemene voorschriften

De volgende voorschriften gelden voor alle standplaatshouders:

  • -

    De vergunning kan ingetrokken of gewijzigd worden indien er sprake is van één van de gronden uit artikel 1:6 van de APV;

  • -

    De verkoopinrichting dient na afloop van de verkoopactiviteiten van de locatie te worden verwijderd;

  • -

    De vergunninghouder neemt de standplaats in door het plaatsen van een fysiek middel, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Dit gebeurt maximaal twee uur voor de aanvang van het tijdstip waarop met de verkoop mag worden begonnen;

  • -

    De houder van de vergunning dient er zorg voor te dragen dat de door hem ingenomen standplaats en directe omgeving schoon en vrij van alle afval wordt achtergelaten;

  • -

    Indien het terrein dat als standplaatslocatie is aangewezen, nodig is ten behoeve van een evenement dan is de werking van de vergunning voor het innemen van een standplaats van rechtswege, gedurende de periode dat dit voor het evenement noodzakelijk is en voor dat deel van de weg dat ten behoeve van het evenement wordt gebruikt, geschorst. In dat geval kan geen aanspraak op enigerlei schadevergoeding worden gemaakt;

  • -

    Om overlast te voorkomen is het verboden om met elektrische apparatuur versterkte muziek ten gehore te brengen op of nabij de standplaats

  • -

    Voorts dient de vergunninghouder alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs verwacht kunnen worden om overlast te voorkomen;

  • -

    Indien de vergunninghouder zijn bedrijfsactiviteiten beëindigt dient hij dit minimaal 8 weken voor daadwerkelijke beëindiging schriftelijk te melden bij de gemeente;

Naast bovengenoemde algemene voorschriften kunnen ook maatwerkvoorschriften worden opgenomen in de vergunning voor het innemen van een standplaats.

6.4 Brancheverdeling

Uit oogpunt van een gevarieerd aanbod voor het publiek/de consument en een verdeling van de schaarse plaatsen is een evenwichtige brancheverdeling nodig (zie bijlage 1). Voor de hele gemeente geldt dat bij vaste standplaatsen:

  • Alle branches 1 zijn toegestaan op de verschillende standplaatslocaties;

  • In een kern2 wordt per branche niet meer dan 1 vergunning per dag verleend;

  • Een ondernemer mag achtereenvolgens in verschillende kernen staan.

Voor incidentele standplaatsen geldt geen branchering. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerk. Voor periodieke- of seizoensstandplaatsen geldt dat er per branche maar één vergunning per kern wordt afgegeven. Hierdoor wordt voorkomen dat per branche op dezelfde locatie tegelijkertijd meerdere aanbieders zijn.

7. Kosten

Voor het aanvragen van een vergunning zijn leges verschuldigd. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld in de legesverordening. Daarnaast worden kosten van eventueel stroomverbruik jaarlijks in rekening gebracht bij de standplaatshouders.

8. Overdracht

Een standplaats kan op de volgende manieren worden overgedragen aan een andere partij:

  • 1.

    Wanneer een vergunninghouder lijdt aan een ziekte, is overleden of onder curatele is gesteld, kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerd partner of ander persoon waarmee duurzaam samen wordt of werd gewoond;

  • 2.

    Wanneer de regel in sub 1 niet kan worden gevolgd, kan op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator de vergunning worden overgeschreven op een medewerker of mede-eigenaar van de onderneming mits deze minstens twee jaar in loondienst heeft gewerkt of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar;

  • 3.

    In het geval van het overlijden, ondercuratelestelling of arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder dient de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend te worden;

  • 4.

    Het college kan van het gestelde onder 1, 2 en 3 afwijken voor zover de toepassing hiervan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen;

  • 5.

    Naast het gestelde onder 4 wordt de aanvraag op overschrijving alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de eisen onder 1 tot en met 3 of aan de eisen voor de betreffende vergunning voor het innemen van een standplaats;

  • 6.

    Zodra de vergunning is overgedragen aan de nieuwe vergunninghouder behoudt deze de resterende vergunningsduur.

9. Vrijkomende standplaatsen

Voor standplaatsen die zijn vrijgekomen zonder opvolging via overdracht wordt gebruik gemaakt van een vergelijkende toets. Wanneer een standplaats vrijkomt wordt dit op passende wijze bekendgemaakt zodat alle partijen die een plek willen de mogelijkheid hebben om te reageren. We verlenen de vergunning aan de partij die op basis van vooraf bekendgemaakte kwalitatieve criteria het beste scoren met hun aanvraag.

Een ieder die aan de formele eisen voldoet kan bij het college van burgemeester en wethouders een vergunning aanvragen voor een (vrijvallende) reguliere standplaats of voor een nog niet bezet dagdeel.

De beoordeling van aanvragen gebeurt aansluitend op basis van de volgende vooraf bekendgemaakte selectiecriteria:

  • a.

    Mate waarin het assortiment een gewenste toevoeging aan het lokale aanbod is (10 punten);

  • b.

    De uitstraling van de uitstalling en passendheid in de omgeving (10 punten).

  • c.

    Binding in de wijk. Bij binding met de wijk gaat het bijvoorbeeld om klantenbinding in de wijk, meedoen aan wijkactiviteiten en het aanbieden van stageplaatsen in de wijk (10 punten).

Zijn er meerdere aanvragen voor een standplaats? En alle ondernemers voldoen aan de voorwaarden? Dan controleert de vergunningverlener het aanvraagformulier en beoordeelt op de selectiecriteria. De ondernemer die in totaal het hoogst scoort, krijgt de vergunning. Scoren meerdere ondernemers even hoog? Dan tellen de punten voor binding met de wijk dubbel. Is de score dan nog steeds gelijk? Dan wordt de vergunning verleend door middel van loting.

10. Slotbepalingen

10.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    De inwerkingtreding van dit beleid vindt plaats op de dag nadat het beleid is bekendgemaakt op www.overheid.nl.

  • 2.

    Het standplaatsen- en vergunningenbeleid gemeente Kesteren d.d. 1 mei 2002 wordt ingetrokken.

10.2 Overgangsrecht

Reeds verleende vergunningen blijven geldig. Op aanvraag worden deze vergunningen omgezet naar een vergunning van 12 jaar. De huidige termijn van 3 jaar wordt dan verlengd met 9 jaar.

10.3 Uitzonderingen

Het college is bevoegd om af te wijken van de beleidsregel indien de toepassing van de regels naar haar oordeel tot onaanvaardbare gevolgen leidt. Dit volgt ook uit artikel 4:84 van de Awb.

10.4 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel standplaatsen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe in de vergadering van 10 juni 2025.

De secretaris,

N. de Geus - de Bruijn

de burgemeester,

A.J. Kottelenberg

Bijlage 1 Overzicht standplaatsen per dorp, branches en aantallen per dag

Locatie: Dodewaard

woensdagmiddag 3 standplaatsen

zaterdagmorgen 4 standplaatsen

zaterdagmiddag 2 standplaatsen

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

2

Boter/kaas/eieren

2

Brood/banket

2

Bloemen

1

Poelier

2

Vis

2

Overig

2

Locatie: Echteld

woensdagmiddag 2 standplaatsen

vrijdagmiddag 3 standplaatsen

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

1

Boter/kaas/eieren

1

Brood/banket

1

Bloemen

1

Poelier

1

Vis

1

Overig

1

Locatie: Kesteren

woensdagmorgen 4 standplaatsen

vrijdagmorgen 2 standplaatsen

zaterdagmorgen/-middag 5 standplaatsen (verdeeld over de gehele dag, maximaal 4 per dagdeel)

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

2

Boter/kaas/eieren

2

Brood/banket

2

Bloemen

1

Poelier

1

Vis

2

Overig

2

Locatie: Ochten

dinsdagmorgen 2 standplaatsen

donderdagochtend/-middag 2 standplaatsen

vrijdagochtend/-middag 2 standplaatsen

zaterdagmorgen/-middag 6 standplaatsen (verdeeld over de gehele dag, maximaal 3 per dagdeel)

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

2

Boter/kaas/eieren

2

Brood/banket

2

Bloemen

1

Poelier

1

Vis

3

Overig

2

Locatie: IJzendoorn

woensdagmiddag 2 standplaatsen

vrijdagmiddag 2 standplaatsen

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

1

Boter/kaas/eieren

1

Brood/banket

1

Bloemen

1

Poelier

1

Vis

1

Overig

1

Locatie: Opheusden

maandagmiddag 1 standplaatsen

zaterdagmiddag 2 standplaatsen

Branche

Maximum aantal

Aardappelen/groente/fruit

2

Boter/kaas/eieren

1

Brood/banket

1

Bloemen

1

Poelier

1

Vis

1

Overig

1


Noot
1

Zeven branches te weten: 1. Aardappelen, groente, fruit 2. Boter, kaas, eieren 3. Brood en banket 4. Bloemen 5. Poelierswaren 6. Vis 7. Overige

Noot
2

Zes kernen: Dodewaard, Echteld, Kesteren, Ochten, Opheusden, IJzendoorn