Verordening burgerinitiatief gemeente Nuenen c.a. 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 20-06-2025

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Nuenen c.a. 2025

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 3 april 2025;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening burgerinitiatief gemeente Nuenen c.a. 2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen c.a.;

  • c.

    gemeenteraad: de raad van de gemeente Nuenen c.a.;

  • d.

    griffier: de griffier van de gemeente Nuenen c.a. dan wel diens plaatsvervanger;

  • e.

    initiatiefgerechtigde: degene die behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • f.

    initiatiefnemer: de initiatiefgerechtigde die het burgerinitiatief daadwerkelijk indient.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, met die uitzondering dat voor de indiening van een burgerinitiatief geldt dat zij de leeftijd van zestien jaar moeten hebben bereikt.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid wordt voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek als bedoeld in artikel 5 van deze verordening bepalend.

Artikel 3. Beoordeling

  • 1. De agendacommissie plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn eerstvolgende vergadering, tenzij de concept agenda voor die vergadering al is verzonden. In het laatste geval plaats de agendacommissie het burgerinitiatief op de agenda van de daaropvolgende vergadering.

  • 2. De agendacommissie neemt in de vergadering als bedoeld in het eerste lid een besluit over de geldigheid van het burgerinitiatief (procesbesluit).

  • 3. Een burgerinitiatief is geldig, indien een initiatief:

    • a.

      ondersteund wordt door ten minste 75 initiatiefgerechtigden;

    • b.

      ziet op een onderwerp als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, en

    • c.

      voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

  • 4. Wanneer de agendacommissie een burgerinitiatief als geldig beoordeelt, dan stelt zij het initiatief in handen van het college. Het college krijgt de gelegenheid binnen 30 dagen een advies aan de gemeenteraad te geven.

  • 5. Met in achtneming van de periode als bedoeld in het vierde lid, neemt de agendacommissie een besluit over de agendering van een burgerinitiatief voor een (besluitvormende) raadsvergadering dan wel, indien gewenst, de agendering voor een beeldvormende of oordeelsvormende raadsbijeenkomst.

Artikel 4. Onderwerp

  • 1. Een burgerinitiatief dient betrekking te hebben op een onderwerp dat behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad, niet zijnde:

    • a.

      een vraag over gemeentelijk beleid;

    • b.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;

    • c.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van een bestuursorgaan;

    • d.

      een onderwerp waarover de gemeenteraad korter dan twee jaar voor de datum van indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

    • e.

      een onderwerp waarvoor de gemeenteraad reeds subsidie verleent;

    • f.

      een onderwerp waarover de gemeenteraad reeds een besluit heeft genomen en waarvan de uitvoering nog niet is afgerond.

  • 2. Indien de agendacommissie een burgerinitiatief ongeldig verklaart, omdat dit niet onder de bevoegdheid van de gemeenteraad, maar van het college valt, stuurt de griffier het initiatief door aan het college.

Artikel 5. Indiening

  • 1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de (besluitvormende) raadsvergadering wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad.

  • 2. Het verzoek bevat tenminste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, inclusief – voor zover mogelijk – een globale kostenraming;

    • c.

      de voor- en achternaam, het adres en de handtekening van de initiatiefnemer, en

    • d.

      een lijst met voor- en achternamen, adressen en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het burgerinitiatief ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van een burgerinitiatief wordt gebruik gemaakt van een formulier dat via de griffier verkrijgbaar is.

  • 4. De personen als bedoeld in het tweede lid onder c en d worden getoetst aan de Basisregistratie Personen. Voorts worden de gegevens niet openbaar gemaakt, met uitzondering van de voor-en achternaam van de initiatiefnemer.

  • 5. De griffier zal de initiatiefnemer – indien dit wordt gevraagd – technisch bijstaan bij het indienen van een burgerinitiatief en hem gedurende de verdere procedure begeleiden.

  • 6. De ontvangst van een burgerinitiatief wordt schriftelijk bevestigd door de griffier.

Artikel 6. Agendering en communicatie

  • 1. De initiatiefnemer wordt door de griffier zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de wijze waarop het burgerinitiatief behandeld zal worden.

  • 2. Wanneer de agendacommissie een burgerinitiatief geldig verklaart (procesbesluit), nodigt de voorzitter van de gemeenteraad de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de (besluitvormende) raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer krijgt tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief nader mondeling toe te lichten.

  • 3. Wanneer volgens de agendacommissie over een burgerinitiatief eerst beeld- of oordeelsvorming dient plaats te vinden, nodigt de voorzitter van de desbetreffende raadsbijeenkomst de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de bijeenkomst waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer krijgt tijdens de raadsbijeenkomst de gelegenheid om zijn burgerinitiatief nader mondeling toe te lichten.

  • 4. Ongeacht het derde lid wordt een geldig burgerinitiatief te allen tijde eveneens behandeld in een (besluitvormende) raadsvergadering.

  • 5. Van het besluit van de gemeenteraad op het burgerinitiatief (inhoudelijk besluit) wordt zo spoedig schriftelijk mededeling gedaan aan de initiatiefnemer. Bij een positief besluit wordt de initiatiefnemer daarbij door de griffier ingelicht over de vervolgstappen voor de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. Nadat de gemeenteraad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit zo spoedig mogelijk bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad dan wel op een andere geschikte wijze.

Artikel 7 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening burgerinitiatief gemeente Nuenen c.a. 2025.

  • 2. Deze verordening treedt een dag na bekendmaking in werking.

  • 3. De Verordening burgerinitiatief gemeente Nuenen c.a. 2023 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 5 juni 2025.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

J. Oostdijk

de voorzitter,

mr. dr. M.M. van Toorenburg